De voorzitter deelde mede, dal de zuivere opbrengst der collectes in het vorige jaar gehouden, met inbegrip der aanzienlijke gift van ƒ5000 van N. Pi. (den onbekenden gever van ƒ25000 in 1864), ƒ53996 bedroeg. Als een zeer verblijdend verschijnsel wees de voorzitter op de betere uilkomsten van den landbouw, die ten gevolge der ingevoerde hervormingen van blij- venden aard beloven te zijn, buitengewone rampen of misgewassen uitge zonderd. Bedroeg toch in 1866 het verlies op den landbouw ƒ10348.15, zoo loonde de balans over het afgeloopen jaar cene winst aan van 6356.39. Ue uitkomsten van het fabriekswezen waren daarentegen over 1867 zeer ongunstig door de in den loop van het jaar steeds achteruitgaande prijzen, uitmakende meer dan 50 pCt. verschil in het nadeel bij het sluiten der boeken. De voornilzigten voor 1868 waren weder gunstiger. De algemeene toestand der maatschappij kon dan ook als gunstig beschouwd worden. De voorzitter bragt ook nog in herinnering, dal het in dit jaar 50 jaren geleden zal zijn, dat de eerste steen werd geplaatst der eerst gebouwde hoeve, waardoor dus de grondslag werd gelegd der grootsche stichting van weldadigheid. Aan de nagedachtenis van den stichter, generaal van den Bosch, welke hierdoor duizenden heeft beweldadigd, bragt de voorzitter eeite warnte hulde. Te Amsterdam is gisteren middag omtrent 12 ure een zware brand uitgebroken in een pakhuis op de Prinsengracht bij de Lauriergracht, van den heer Post Uiterweer, waarin behalve vele vaten olie, ook eene vrij aanzienlijke hoeveelheid petroleum voorhanden was. Gedurende het eerste uur was de petroleumdamp zoo sterkdat men met groote moeite zien kon en de gansche stad van walm en stank vervuld was. Dikke rookwolken stegen omhoog en veroorzaakten een nachtelijk duister, nu en dan door schitterende vlammen afgewisseld. Ten 1 ure brak de vlam aan alle kanten uit en deelde zich weldra mede aan het naaste perceel, zijnde een solied koopmanshuis, waarin de affaire van houtwerk en borstels werd uitgeoefend tocbehoorende aan den heer Jonker. Ook dat gebouw stond weldra over ztjiie geheclc lengte in lichtelaaije vlam. Van wege de hoogte van het ge bouw werd de toestand nu zeer bedenkelijk. Drie a vier achterhuizen van de Lauriergracht geraakten mede in brand, terwijl de schoorsteenen van het hoekhuis van de Prinsengracht en Lauriergracht herhaaldeiijk vlam vatten. Behalve tal van spuiten, deed ook de stoombrandspuit gewigtige diensten. Inspanning van alle krachten was noodig om de vernielende werking van den brand tegen te gaan. Dingsdag avond is met den laatstcn trein van den Rijnspoorweg van Amsterdam naar Utrecht een ernstig ongeluk gebeurd tusschen de stations Breukelen en Maarssen. Terwijl de passagierstrein op die hoogte wegens een gebrek aan de locomotief eenige oogenblikken halt hield, is een goederen trein die achterop kwam en niet tijdig genoeg stopte, daarmede in botsing gekomen, waardoor eenige wagens op elkander schoven en gedeeltelijk ver brijzeld werden. Een der passagiers, de heer W. uit Groningen, is bij dit ongeluk gedooddoordien hjj tusschen de verbrijzelde wagens geklemd raakte. Een vijf- of zestal andere passagiers zijn min of meer ernstig gekwetst. De heer W. zal zoodanig tusschen de stukken van den wagen geklemd, dat het langen tjjd onmogelijk was hem er uit te krijgen; met koevoeten en hamers moest men daartoe den wagen verder verbreken. De wonden, die hij had bekomen, waren zoo ernstig, dal hij spoedig bezweek. Of er niet dadelijk sein is gegeven van het kleine oponthoud van den pas sagierstreinof dit sein niet is opgemerkt, of de goederentrein te vroeg was vertrokken, het is onzeker. Er is met fakkels gewaarschuwd, maar dit is niet Ijjdig gezien; het stooten had trouwens plaats digt bij een bogt van den weg. Een onderzoek wordt door den regter ingesteld. Maandag II. had op den spoorweg tusschen Arnhem en Velp een voor val plaats, dat treurige gevolgen had kunnen hebben, maar gelukkig afliep. Een zesjarig kind stond voor het portier van een der wagons en hield zich daaraan vast, toen onverwacht, terwijl de trein reeds een vrij snellen gang had, het portier opensloeg en het kind mede uit den wagon werd geligt en een oogenblik in die houding hangen bleef Door een der passagiers werd het spoedig uit zijne gevaarlijke houding verlost, zoodal de vader met den schrik en het verlies van de pet van zijn kind vrijkwam. In de Friesche turfveenen heerschen gedurig ongeregeldheden. Naau- weiijks zijn de uit Leeuwarden ontboden militairen van Terwispel terugge keerd, of dadelijk hebben zij de reis naar een ander gedeelte van de uitge breide gemeente Opsterland moeten aanvaarden, waar, onder de baggerlieden te Beets, belangrijke botsingen met de bazen hebben plaats gegrepen, ten gevolge waarvan de werkzaamheden in de graverijen aldaar zijn gestaakt. Naar aten wil, moet de oorzaak der ongeregeldheden in het bekrimpen der daghuren gelegen zijn. 's GRAVENUAGE4 Junij. Het heeft Z. M behaagd bij besluit van den 3den dezer, met ingang van dien dagop het daartoe door Item gedaan verzoekeen eervol ontslag te verteenen aan den heer mp. R. J. graaf van Schimtnelpenninck als minis ter van financiën, en te benoemen tot minister van financien den heer mr. P. P. van Bosse, lid van de tweede kamer van de stateu-generaal. 7.. JI. heeft voorts bij besluit van dezelfde dagteekening met ingang van den 4den dezer, op het daartoe door hen gedaan verzoek, eervol ontslag verleend aan de bh.: mr. J. P. J. A. graaf van Zuylen van Nyevelt, als minister van buitenl. zaken; mr. J. Heemskerk Az., als minister van bin- nenl. zaken; J. J. Hasselman, als minister van koloniën; G. C. C. Pels Bycken, als minister van marine; J. A. van den Bosch, als minister van oorlog; mr. VV. Wiritgens, als minister van justitie; mr. C. T. baron van Lynden van Sandenburg, als minister der hervormde en andere eerediensten behalve die der roomsch-katholijkenmr. A. F. X. Lnybenals minister van roomsch-katholijke eerediensten voorts benoemd, met ingang van den 4dcn Junij: tot minister van binnen!, zaken, den lieer mr. C. Fock, burge meester van Amsterdam; tot minister van koloniën, den heer E. de Waal, oud secretarisgeneraal van Nederl. Indiëtot minister van marine, den heer L. G. Brocx, kapitein-luit. ter zee; tot minister van oorlog, den heer j van Muiken, lid van den raad van state, en hem tijdelijk belast met! beheer van het dep. van buitenl. zaken; lot minister van justitie, den fc. mr. F. G. R, H. van Lilaar, raadsheer in hel prov. geregtshof van holland, en hem tijdelijk belast met het beheer over het dep. voor de zak. der r. k. eeredienst. Wijders heeft Z. M. bij besluit van gelijke dagteekening, den mini van financien tijdeljjk belast met het beheer over hel dep. der hen, andere eeredienstenbehalve die der r. k. Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw 4 heer W. J. L. Grobbee, hoofdinspecteur der directe belastingen, in-ent gaande regten en accijnsen. Men verneemt dat Z. M. de koning-groothertog den schout-bij-nac, Pels Rijcken, minister van marine, en den generaal-majoor van den Bosi minister van oorlog, benoemd heeft tot ridder-grootkruis der orde van Eikenkroon; en den kapitein der artillerie A. van Kerkwijk, werkzag aan het ministerie van oorlog, tot ridder der genoemde orde. Door Z. M. is aan D. Goos, 2den stuurman op het opnemingsvaart]/ Pylades, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, toegekend de zihett medaille en een loffelijk getuigschrift wegens het met levensgevaar reddt van een zee-oiïïcier bij het omslaan der sloep ter reede van Muntok op December 1867. Door Z. M. is vergunning verleend aan A. J. Banduin, consul dr Nederlanden te Hiogo, alsmede aan Diodato Abroeersten tolk van Ned. consulaat te Smyrna, en Paul E. Homero, vice-consul der Nederln den te Metelino, tot het dragen, aan eerstgenoemde van de versierselen in het kruis der orde van St. Stanislas, 2de kl.hem door den keizer alk Russen geschonken, en aan beide laalstgemeldenhet hun door den Stilln van Turkije verleende eereleeken der orde van de Medjidie, 4,le kl. Men verneemt dat de pauselijke nuntius, mgr. Catlani, door Z, 1 den koning met het grootkruis der ridderorde var. den Nederl. Leeuw begiftigd. Tot substituut-griffier bij de arrond.-regtbank te Tiel is benoemd 4 heer mr. P. Dijckmeester, advocaat aldaar, in de plaats van den beer nr N. J. van Luttervelt, op zijn verzoek eervol outslagen; voorts zijn benoei: tot griffier bij het kantongeregt te Ommen de heer mr. A. L. van Cattei burchadvocaat te 'sHage, en tot griffier bij het kantongeregt te Raait de heer mr. P. C. D. Ledeboer, advocaat te Deventer. Tot betaalmeester te Amsterdam is benoemd de heer A. C. Ilant graaff, thans betaalmeester te Rotterdam, in de plaats van den heerili' jli» H. J. Bicker, op zijn verzoek eervol ontslagen. Voorts is op hun verzoel' eervol ontslag verleend aan den O. I. ambtenaar P. van Bleiswjjk Ris, laatstelijk directeur van de fabriek voor de marine en het stoomwezen li Soerabaija, aan den kapitein directeur der geweermakersschool te Meeste CornellsM. M. Olrik en aan den luit.-kolonel der infanterie van heileg# in Ned. Indië A. de Veer de Rochemont, allen thans met verlof in Europt, Tot rijks boekhouder ten kantore van den betaalmeester te 's Hem genbosch is benoemd de lieer E. Barends, thans aan dat kantoor werkzaal De heer R. G. Roberton, geëxamineerd veearts der 2de kl., thant paardenarts 3de kl. bjj het 2de reg. huzaren te Venlo, is door den minister van koloniën gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned. Indië, om te worden geplaatst als veearts bij de burgerlijke dienst dan te lande. Heden hebben de nieuwe ministers in handen des konings den geior derden eed afgelegd en in den loop van den dag hunne portefeuilles aan vaard. De aftredende ministers namen afscheid van de hoofdambtenaren terwijl deze aan de nieuwe ministers werden voorgesteld. Men verzekert dat jhr. mr. J. G. U. van Tets van Goudriaan, oud- minister van btnnenl. zaken en van financiën, tot minister van buitenl.» ken zou zijn benoemd, zijnde hel ministerie alsdan voltallig. De tweede kamer is bijeengeroepen tegen Dingsdag den 9deii dezer. Gisteren is alhier de 50ste vergadering van de synode der Evan;, Luthersche kerk geopend. Ter gelegenheid van dit halve eeuwfeest heeft de opening met bijzondere plegtigheid in de Evang. Lulh. kerk plaats gehad, en is daarbij o. a. door den voorzitter, ds. Sch'röder, van Arnhem, eent feestrede gehouden. In den afgeloopen nacht is een waker, lot de policie behoorende, bj ongeluk, uit de Kanonstraat komende, aan den Boschkant ijl het wal# geloopen. Spoedig werd er hulp aangebragt, maar toen men den man met eene dregge wilde ophalenbrak de lijn. Toen men er in slaagde lieot aan wal te brengen, was hij reeds dood. BUITENLANDSC11E BERIGTEN. EAT. ELAN CS. LONDEN. 2 Junij. Volgens berigten uit Abyssinië was de generaal Napier den 22slen Mei met de Britsche achterhoede te Addigraht aangekomen. Vijf regimenten waren reeds ingescheept. De weduwe van koning Theodorus was aan longtering overleden. Het parlementslid Stuart Mill wil, gelijk men weet, ook aan d( vrouwen het s'.emregt toegekend zien, en deze afgevaardigde heeft meer dan eens eene motie in dien zin in liet lagerhuis gedaandie wel is waar met eene groote meerderheid werd verworpenmaar toch meer stemmen had bekomen, dan men aanvankelijk had kunnen denken. Met deze zaak schijnt het echter nog niet gedaan te zijn. De overheidspersonen te Salford, die belast zijn met het opmaken der kiezerslijsten, hebben van hunne zijd' deze quaestie ook overwogen en zrjn tot de conclusie gekomen, dat de wet de vrouwen niet uitsluit. Dientengevolge willen zij al de vrouwen, die aan de vereischte voorwaarden voldoenop de kiezerslijsten voor het aanstaande parlement brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 2