JJ1J VOEGSEL, behoorende tot de Leydsche Courant van Maandag dS Jlei J868, N°. 60. Te Amsterdam werd eergisteren gehouden de 445,c algemeene vergade ring het genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. De voorzitter, de heer nir. J. Dotnela Nicuwenhuisopende die vergadering met eene toespraak over de vraag«wat was en is de roeping van hel ge nootschap?" Door den secretaris den heer A. A. Stuart werd een belang- rjjk verslag uitgebragt omtrent de verrigtingen des genootscbaps in het af- geloopen jaar. Uit de rekening van den penningmeester bleek dat weder 600 meer voor ontslagenen was besteed dan in 1866. Dingsdag avond II. is te Brakel brand ontslaan in de woning van den herbergier de Jong, waardoor dat buis met de nabij slaande school en onderwjjzerswoning een prooi der vlammen is geworden. Eenige dagen vroeger was, mede bij dien herbergier, een begin van brand ontdekt, doch geblnscht. Te Nijmegen hebben dezer dagen vechtpartijen plaats gehad tusschen de onlangs aldaar in garnizoen gekomen manschappen van het 8ste reg. infanterie en van het corps mineurs. Ernstige verwondingen hebben plaats gehad. Er zijn terstond maatregelen genomen om die ongeregeldheden te doen ophouden. Te Weidum, in Friesland, beeft Zaturdag II. eene treurige onvoorzig- heid aan twee kindertjes, van omstreeks 3 en 5 jaren, het leven gekost. Terwijl de ouders uit werken waren, had de grootmoeder het opzigt over hunne 4 kindertjes. Deze, klierachtig van gestel, moesten het aftreksel van notenboombladeren drinken. Toen de grootmoeder dit weder gereed wilde maken, was het zakje, dat deze bladeren bevatte, bijna ledig. Nu nam zij ook nog uit een zakje, dal er naast lag, in de onderstelling dat dit dezelfde kruiden bevatte. Hiervan dronken twee der kindertjes met alle moeite, omdat het veel leeljjker smaakte dan thee van notenbladen. Een derde zou er ook van hebbenmaar spuwde gelukkig den drank uit. Spoe dig begon het gedronkene op eene vreeselijke wijze te werken. Genees kundige hulp werd ingeroepenen nu bleek het dat de kindertjes een aftreksel hadden gedronken van de bladen van datura stramonium (doorn appel), die de vader in den tabak rookte voor de aamborstigheid. Den zelfden nacht zjjn beiden gestorvenna vreesselijke benaauwdhedeu uitge staan te hebben. Te Bergen-op-Zoom is een jongeling, die als plaatsvervanger in de mi litaire dienst was getreden, uit eene der hoogste verdiepingen van de kazerne op de straat gesprongen, met het gevolg, dat hjj spoedig daarna een lijk was. Door de ambtenaren der belastingen werd dezer dagen te Udenhout eene koe, die ten gevolge van ziekte was geslagt en huns inziens Ie laag voor de belasting was aangegevenbenaderd. Dit bad een oploop ten ge volge, waarbij de menigte zich legen de ambtenaren verzette en een van hen zoodanig verwondde, dat hjj waarschijnlijk dientengevolge zal bezwijken. 'sGKAVENUAGE, 16 Mei. Door Z. M. zijn benoemd: tot resident voor de dienst der Ned. bezit tingen ter Kuste van Guinea de adsistent P. W. Alvarez, thans met verlof hier te lande; tot adsistent de ambtenaar ter beschikking van den gouver neur aldaar L. J. Zwenuis; en tot ambtenaar Ier beschikking van den gou verneur ter genoemde Ruste de sergeant van het leger in Ned. Indië, ge detacheerd bij het Afrikaansche werfddepót aldaar, C. van Dorp. Tol burgemeester der gemeente Elsloo is benoemd de heer 1). L. de Wit. De minister van binnenl. zaken heeft goedgevonden1°. te bepalen dat de cotnmiesenaan welke wordt opgedragen bet examineren van hen, die eene acte van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs wenschen te ver krijgen voor bet jaar 1868 zitting zullen houden te 's Gravenhage2°. te benoemen: a. tot lid en voorzitter der commissie voor de examens in wis- en natuurkundige wetenschappen, zeevaartkunde, teekenen en boetseren, dr. J. Bosscha, inspecteur van het middelbaar onderwijs, te 's Gravenhage; lol leden: dr. W. C. H. Staring, inspecteur van het middelbaar onderwjjs, te Locltemdr. P. van Geer, Itoogl. (e Leydendr. M Saberda, Itoogl te Groningen; dr. A. C. Oudemans, hoogl. te Delft; F. J. van den Berghoogl. te Delft; J. M. Obreen, directeur van hel depót van kaarten enz. aan het dep. van marine, te 's GravenhageA. J. van Peschleeraar aan de bur gerschool te Deventer; J. Ph. Koelman, directeur der akademie van beeldende kunsten te 's Gravenhage; H. P. Vogel, hoofdonderwijzer aan die akademie i tot lid en voorzitter der commissie voor de examens in de Nederl. taal en letterkunde en de geschiedkundige wetenschappen de staatshuishoud kunde, de handelswetenschappen, de levende talen en Itarc letterkunde, het schoonschrijven en de gymnastiek, dr. D. J. Steyn Pané, inspecteur van het middelbaar onderwijs, te 's Gravenhagetot leden: dr. E. Verwijs te Leydenmr. P. Romeyn, directeur der rijks burgerschool te Middelburg; dr. E. Piagetleeraar aan de burgerschool te Rotterdam; dr. M. P. Lindo, inspecteur van hel lager onderwijs in Ztndhollandte 's GravenhageE. H. C. Schaefer, directeur der rijks burgerschool te Roermond; A. S. Kok, leeraar aan de rijks burgerschool te Roermond; W. N. Dinger, leeraar aan de burgerschool te Amsterdam; dr. D. Lubacltadjunct-inspecteur voor liet geneeskundig staa 1stoezigt in Noordhollamlte Haarlem; H Esliuys, on derwijzer in de gymnastiek te Rotterdam. De minister van koloniën zal Woensdag aanst. geen gehoor verleenen. Op het raadhuis alhier zal op Vrijdag den 22s,en dezer de aanbeste ding plaats hebben van illumineerglazen ten behoeve der gemeente. In de zitting van de eerste kamer van gisteren was aan de orde de beraadslaging over hel gewijzigde voorstel van vijf leden, omtrent het aan bieden van een adres aan den koning. De lieer van INispeti van Pannerden verklaarde zich tegen de indiening van een adres. Naar zijn inzien was daartoe de geschikte tjjd voorbijnu de opdragt tot vorming van een nieuw ministerie was verstrekt, en was de eerste kamer niet geroepeb zffchAe mengen in een geschil tusschen de kroon en een tak der wetgevenilp mggt. De raad van state was de aangewezen magt om Z. M. van raad te dienen. De heer Stork achtte het adres noodig met het oog op den toestand des"' lands. Men had hier te doen met een ministerie, dat in niet-constituiionelen zin had gehandeld en in een kort tijdsbestek de kamer tweemaal had ont bonden, niet om een groot beginsel uit te maken, maar alleen om de mi nisters te handhaven. Van zulk een ministerie had het land alles te duch ten. Als een nieuw ministerie tot stand kwam, zou de grootste ongerust heid voorbij zijn, maar het was nog niet zamengesteld. Hij betwijfelde nog altijd of het dezen ministers wel ernst was dat zij wilden henengaan. De heer van Twist achtte het raadzaam in buitengewone omstandigheden een adres aan den koning in te dienenen de tegenwoordige toestand was buitengewoon voor ieder, die de zaken in de laatste jaren had nagegaan. Het gebeurde kon wel niet ongedaan worden gemaakt, maar in de kritiek zon eene waarschuwing voor het vervolg gelegen zijn. De ministeriële crisis was niet geëindigd, en als de heer van Reenen niet slaagde, wat dan? De heer Michiels van Kessenich was tegen de indiening van een adres, om dat de vrees voor eene nieuwe ontbinding niet geregtvaardigd was. De heer Sassen achtte de vrees voor eene nieuwe ontbinding, waarvau hij hel gevaar voor het land ten volle erkende, geweken, en motiveerde op dien grond zijne stem tegen het voorstel. De heer Messehert van Vollenhover. zag in het indienen van het adres altijd zekere pressie of dwang, en meende dat hetnu de koning een staatsman met de vorming van een nieuw ministerie heeft belasteen partijkiezen tegen de bestaande regering zou zijn. Mogt de lieer van Reenen onverhoopt niet slagen, wal bleef er dan voor den ko ning over dan deze regering te handhavenhetgeen ondenkbaar was zonder ontbinding van een of der beide kamers. Dit geval zou zich kunnen voor doen, en zou het dan voorzigtig zijn dat de eerste kamer a priori de on raadzaamheid eener nieuwe ontbinding uitsprak? De heer Schot verklaarde zich voor het indienen van een adres, al was het alleen om Z. M. te dan ken voor het besluit tot niet-ontbindingzulk een adres zou den koning in alle omstandigheden steun verleenen ook voor het geval waarop de laatste spreker doelde. De hh. Cremers, Hein en van Swinderen (voorstellers) ver dedigden daarop de indiening van een adres, dal, naar hunne meeningeen neutraal karakter zou hebben; de quaestie van het al of niet ondersteunen van het kabinet kwam niet te pas. De vraag was alleen: wat is de eisch van het oogenblik, en als de kamer oordeelt dat ontbinding niet raadzaam is, zou zij dan dat oordeel niet mogen uitspreken. Vroegere optreding der kamer ware geweest zich mengen in het conflict tusschen regering en ver tegenwoordiging. De hoofdvraag, of het adres door de omstandigheden werd geregtvaardigdwerd door den heer Dein uitvoerig in bevestigenden zin be antwoord. De heer Hengst, eene nieuwe ontbinding afkeurende, verklaarde zich echter tegen een adres, mede omdat reeds een staatsman met de vor ming van een nieuw kabinet was belast. De heer van Rhemeu van Rhemens- htiizen was van meening dat naar z(jne overtuiging deze kamer in den jong- sten tijd door hare lijdelijke houding hare roeping had miskend. Hi] had daarom het voorstel toegejuicht en achtte dit onwrikbaar grondwettig. Waren de vroegere ontbindingen af te keuren, eene derde ontbinding zou eene nationale ramp zijn. Evenwel kon hij niet instemmen met het harde vonnis door den heer Slork over het ministerie geveld. Het buitenlandsch beleid was z. i. een uitstekend beleid en als administratief man was de heer Heemskerk moeijelijk te vervangen. Hij eerbiedigde echter de uitspraak der andere kamer. Inde morele overtuiging, dat niet tot eene derde ontbinding zou worden overgegaan zou hij tegen hel voorstel stemmen. De heer van Sasse van Usselt zeide dal het verwflt van den vorigen spreker tegen de houding der kamer in den laatsten tjjd door hem alleen werd toegeschreven aan voortdurende ongesteldheid van den spreker, die hem belette tegenwoordig te zijn. De heer van Rhemen antwoordde onmiddellijk dat hij daardoor niet was belet geworden de handelingen der kamer en de redevoeringen van den heer van Sasse van IJsselt te volgen. Na een kort woord tot verdediging van het voorstel werden de beraadslagingen gesloten en het voorstel, in omvrage gebragtmet 18 tegen 16 stemmen verworpen. Voor steroden de hh. Stork, Hein, v. Eysinga, Viruly, Fransen v. d. Putte, van Beeck Vol lenhoven, Geertsema, Nobel, BlankenheimJoost van Vollenhoven, van Swinderen, Cremers, Schot, Cost Jordens, Smit en Duymaer van Twist. De kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden. BUITENLANDSCHE BEBIGTEN. ENGELAAll. LONDEN. 14 Mei. Op een door de Iersche bisschoppen aan de koningin aangeboden adres tegen de opheffing der staatskerk in Ierland beeft U. M. geantwoord, dat de op aanzoek van hel parlement ingestelde staatscommissie tot onderzoek van dit vraagstuk maatregelen zou weten te nemen om de ware godsdienst onder haar volk te bewaren. Er bestaat hier te lande eenige vrees dat de terngtogt der Abyssini- sche expeditie door het plotseling invallen van het regensaizoen belemmerd en vertraagd zou kunnen worden. Met het eind van Junij begint daar te lande doorgaans het regengetijde; doch het wordt niet zelden door zware onweders met stortregen vooraf gegaan, en zoo dit thans gebeurde vóórdat het leger den Komaglee-pas had bereikt, zou het dezen in eenen onoverko- melijken bergstroom veranderd vinden en zijn verblijf in hel land moeten verlengen. Door een aantal alhier gevestigde aanzienlijke vreemde bankiershuizen is een adres tegen de voorgestelde belasting op de Ooslenrijksche coupons aan den gezant van Oostenrijk aangeboden. Deze heeft beloofd dat hij het adres dringend aan de aandacht zijner regering zou aanbevelen. Zooals reeds gemeld is, waren er te Ashton ongeregeldheden van zeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 5