LEYDSCHE COERANT. 1868. WOENSDAG 6 MEI. STADS-BERIGTEN. J)e Courant wordt Maandag ffoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. ,£v C' 0' N°. S$0 f*£g-ï' <\c rf^y De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. afzonderlijke nomtners zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. Bij deze Courant wordt verzonden N". 8 (blad 13) der Handelingen van den Gemeenteraad. Beschrijving van het patenlregt en de personele belasting over het dienstjaar 1868 en 1869. BURGEMEESTER en \VETHOUDERS tan LEYDEN doen te weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Koniugs in de provincie Zuidholland van den 4Jen deter maandProvinciaalblad N°. 37houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentregt over het dienstjaar 1868 en 1869, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteekening Provinciaalblad N°. 36, betrekkelijk de beschrijving der personele belasting voor het dienstjaar 1868 en 1869; dat op den lsteo Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentpligtigcnbedoeld bij n°. 37 40 van tabel n°. 14 zijnde de slijters, lappers, kroeg- en koiCjhuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de hnizen zullen worden rondgebragten na verloop van drie dagenvan wege den ontvanger der directe belastingentegen regu worden afgehaalden wordt dien patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24slen April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij bun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de belft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1868 en 1869 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van patent aan ben kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbillelten zul len worden bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebragt, en die dadelijk ter gemeente secretarie moeien worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n". 16 der Wet van den 22slen April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 21s,en Mei 1819 Staatsblad r,°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1868/69 wordt vastgesteld op den Mei aanst., en dat de wederinzameling tegen regu, door den ontvanger of zijn gemagtigde geteekendop den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentpligtigen uiterlijk op den 31s,en Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wot- den aangenomen wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der wet op bet regt van patent, van den 21s,en Mei 1819, inhoudende: «dal zij, dié bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij hel terughalen van die, umogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim uinaar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen" (op de Briest raat binnen deze gemeente) »vcr- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagligdenbehoorlijk ingevuld «op den daarbij bepaalden tijd, ter zei ver plaatse moeten worden ingediend;" alsmede art. 37 der gemelde wet, houdende: »de aan bet regt van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den lijd, tot het doen der aangifte «bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- utreding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden;" dat, met heirekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n°. 16 der wet van den 22sle" April 1852, Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eige naars, va-Ie huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, tol de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften zal worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeenlevan den 1®IC" Mei eerstkomende tot uiterlijk den 15de0 Mei daaraanvolgende, des voormiddags van 10 lot lure, de Zondagen uitgezonderd, voorzoo verre dat beroep met in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uilgenoodigd, om de ineethrieven hun ner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan wijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15de0 Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreren de hoeta, bepaald bij artikel 37 der wet van den 21steB Mei 1819biervoren omschreven; dat voorts alle palentpligtigenbij tabel n". 7 der wet van den löv1'" Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op operdiare marlden en ker missen uitstallen, mitsgaders de debilanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 'tklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers tan openbare vermakelijkheden, in tabel n». 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligligen in de algemeene beschrijving voor- 1868 en 1869 moeten worden begrepen, gehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter bekoming van hun patent, aan te melden ter secretarie dezer gemeente, des voorrniddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die bun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den 7de" Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel vbor het dienstjaar 1868 en 1869. Zij, welke, bij het bezorgen der hilletten, of ook bij het terughalen daarvan, •noglen zijn overgeslagen, mogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gebonden om de vereiscllte en behoorlijk ingevulde verklaringen in Ie dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de hilletten Ier invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handtcekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of zijn ge- magltgde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrigten, inet vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemagligde, in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens dezeworden geteekendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Dcnzulken echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk, gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente tlan die, waarin zij hun verblijf hebben,zal het vrijstaan de aangifte voor allen, mits alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze bet aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat tot legenschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: HENDRIK FiLIPPO, DIRK VELS HEYN, PIETER GEORGE HOUTI1UYSEN, JAN VAN UTH JOHANNES CORNEL1S RIJK, GERARDUS RIETBERGEN. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Letsen, 30 April 1868. v. d. BRANDEI.ER, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. BINNENLANDSCUE BEIilGTEM. LEYDEN, 5 Mei. In de maand April zr)n binnen deze gemeente geboren 135 kinderen, als: ,68 zoons en 67 dochters, waaronder is begrepen 1 tweelinggehoorte. Overleden 75 personen, als: 12 mannen, 15 vrouwen 26 zoons en 22 doch ters; daarenboven als Itvenluos aangegeven 7. Voltrokken 23 hnweljjken. De heer G. Bouet aanvaardde Zondag II. de betrekking van hulppre diker bij de Waalsche gemeente alhier met het houden eeuer rede over Lucas IV. vs. 16—19. Blijkens eene hierachter voorkomende aankondiging, is de inrigting voor warme en koude baden, op de Bloemmarkt alhier, in aRdere handen overgegaan, zoodat de vrees van velen, als zoude deze zoo nuttige en aan de behoefte des tjjds voldoende instelling ophouden te bestaan, is weggeno men. Het zal daarbij de aandacht niet ontgaan, dat niet alleen het tarief verminderd is. maar dat ook dc tijd van openstelling ten gerieve »an hel publiek aldus is gewijzigd, dal liet ongetwijfeld de algemeene goedkeu ring zal wegdragen. Wij hopen dat de nieuwe oudernemer, die toont dat hij de zaak oiet ijver wil opvallen, in een druk bezoek aanmoediging moge vinden om zijne beste krachten aan de bevordering van den verderen bloei dezer inrigting ie wijden. (Zie de advertentie.) Uil een oflicielen staat der bevolking in de provincie Zuidbolland op 31 December 1867 blijktdat die bedroeg 329,265 mannelijk en 352,056 vrouwelijk, totaal 681,321; waaronder begrepen: personen behoorende tot de la ii tl mas t 4957; personen behoorende tot de zeemagt, met inbegrip van het korps mariniers 442krankzinnigen in gestichten verpleegd wordende 364 mannelijk. 434 vrouwelijk; gevangenen 609 mannelijk (waaronder 372 militaire gevangenen) en 227 vrouwelijk. Het berigt van het Hbl.betreffende het aftreden van den commissaris des konings in Noordholland, den heer Itnëll, en zjjue vervanging door den lieer van Reeneuwordt door de Amsl. C. tegengesproken. De heer J. A. Alberditigk Tliytn heeft in den Spectator medegedeeld dat hij, genoodigd ter bezigliging van de groole verzameling studiën, waar mede de heer Koelman de vaststelling >an zijn bekroond ontwerp voor het nationaal monument van 1813 heeft voorbe.eid, de volkomene overtuiging heeft verkregen dat elke twjjfel omtrent het auteurschap der teekeningen als geheel ongegrond moet worden Ier zjjde gesteld. Bij de Netl. herv. gemeente te Haarlem is tot predikant beroepen dr. Bronsveld, pred. te Charlois; bij die tc Ommeren ds. van der WerlF, pred. tc Elspeel bij (lie Ie lledel d®. Boer, pred. Ie Ouderkerk ad. Yssel; bjj die ie Ouddorp d® Niessen, pred. ie Leerbroek; bij die ie Willemstad d®. Knap, pred. ie Oldehrnek. Door hel prov. kerkbestuur van Groningen is eervol ontslag verleend aan d®. J. W. E. De'nssenpred. tc Nootd«volde. Van hel eiland Terschelling zullen dezer dagen 75 personen, mannen, vrouwen en kinderen, naar Noord-Amerika vertrekken. Te Nijmegen zrjn dezer dagen drie werklieden, bezig met hel ledtgen van een beerpot, dermate door de stiklucht bevangen, dat zij er bewuste loos werden uitgehaaldeen hunner verkeert in levensgevaar. Te 's Herto- geubosch beeft een arbeider op dezelfde wjjze het leven verloren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 1