Per Telegraaf. ding als *oIgtFrankrijk', voor hel krijgswezen 295 fr. tegen 11 fr. voor het onderwijs; Oostenrijk, voor het krijgswezen 270 fr. tegen 19 fr. voor het onderwijs; Pruissen, voor het krijgswezen 276 fr. tegen 14 fr. voor het onderwijs; Wuitembergvoor het krijgswezen 218 fr. legen 47 fr voor het onderwijs. In Frankrijk, zegt de schrijver, eischt het leger eene 26 maal hoogcre uitgave dan de voorziening in hel volksonderwijs. 9 T A I- II Si. Bij de voortzetting der beraadslagingen in de kamer van afgevaardig den over de zaak van Home heeft thans ook de minister Menabrea het woord gevoerd Hij zeide o. a.dat hij de Sepiember-conventie niet als ontbonden maar als geschorst beschouwdeenzoodra Frankrijk den Kerkelijken Staat oniruimd had, heigeeu hij als eerste voorwaarde moest stellen, onderhandelingen zou openen om de conventie op nieuw in werking te brengen; waarbij hij zou trachten gunstiger voorwaarden te verkrijgen, ter verzekering van hel tweeledig doel dier overeenkomst, te welen de ontruiming van Borne door Frankrijk en de vaststelling van den modus vi- vendi met de pauselijke regering. 'sGRAVENHAGE, 19 December. Tot hiertoe hebben de loopende ver zekeringen of geruchten nopens eene ontbinding der tweede kamer nog geen nadere bevestiging erlangd. DUBLIN, 18 December. De president en secretaris van de laatste pro cessie ler gedachtenis aan de ter dood gebragte Fenians zijn, daar zij schul dig verklaard zijn aan overtreding der wel, op een bepaalden dag voor de regtbank gedaagd. Eene borgstelling voor hen is aangenomen. FLOBENCE, 18 December. In de kamer van afgevaardigden heeft de minister Menabrea, bij de voortzetting zijner rede, o. a. het volgende ge zegd: De heer Nigra heeft het eerst het denkbeeld aan de hand gedaan, om een gedeelte van liet pauselijk grondgebied door italiaansehe troepen te doen bezetten en vervolgens eene conferentie te houden tot regeling der Ro- meinsche quaestie. De grondslag dier aangenomen conferentie was het na tionaal programma, zonder evenwel eene mogelijke schikking met den paus van de hand te wijzen. Hij neemt het votum van 1861 aandoch be schouwt de quaestie van Rome als hoofdstad eene quaestie van tijd, en be houdt zich voor de middelen Ie kiezen om den nalionalen wensch te ver wezenlijken. Hij gelooft, dat de paus door den drang der omstandigheden genoopt zal worden, de medewerking van de Italiaansehe regering in te roepen Dn zal het zekerste middel zijn om naar Route te gaan en er te blijven. LONDEN, 19 December. Uit een te Wolverhampton gevonden document blijkt, dat de Fenians hel plan hadden opgeval de wapenmagazijnen der militie in alle sleden van Engeland tegelijk aan te tasten. PARIJS, 18 December. De Palrie verzekert, dat Engeland zich voor het houden eener beperkte conferentie verklaard maar Frankrijk dit plan r.og niet goedgekeurd heeft. UtUEZOirDEN. Met grooie belangstelling heb ik de correspondentie lusschen N. en W. over de fabriekskinderen gevolgd, en niet zonder teleurstelling doorliep ik de Leydsche Courant van Maandag II. zonder een antwoord van N. op W's laatste stuk te vinden. Misschien is N. van plan later te antwoorden, mis schien evenwel acht hij 't geschrijf van W. geen antwoord waard, in die onzekerheid waag ik 't, naar aanleiding van de gevoerde correspondentie, een enkel woord in 't midden te brengen, vooral over dal laatste stuk van W.; de fabriekskinderen toch hebben wel rechtte verwachten dat men ook eens meer bepaald over hen denke, en hunne bleeke magere gezichtjes roepen ons dringend toe: iikunt ge ook niet iels voor ons doen?" In andere landen wordt er wel over de fabriekskinderen gedacht, en ook wel iets voor hen gedaan. Ons goede Nederland is in dit opzicht wel niet volkomen werkeloos, maar waarom moeten wij altijd aehteraankomen en zelfs van onze medeburgers zoo dikwijls van loomheid en traagheid beschui disd worden? 't Getal is, wel is waar, gelukkig niet gering van hen, die t lot der fabriekskinderen beklagen eu die meenen dal men 'l recht niet beeft een jong kind, al is 'took doodarm, volle dagen in een fabriek op te sluitenmaar dat is niet genoeg. Die medelijden iu 't hart heeft met die kinderen mag niet rusten vóór hij iets ten voordeele van hen gedaan heeft, en vooral niet denken dal, omdat 'I moeielijk is iets voor hen te doen, daarom hun lichamelijke en geestelijke toestand geen verandering behoeft. YV. is een uieusch die wil bewijzen dat 't met de fabriekskinderen niet kwaad gesteld is. Zijn taak is niet licht. De publieke opinie heeft hij, meen ik. niet vóór zich. Zelfs js er wel eenige grond te vermoeden dal vele menschen (zqii doel bemerkende) van zijn argumenten geen kennis zul len willen nemen, en ze met evenveel antipathie zullen ontvangen als een boekje ten voordeele der slavernij zou ontvangen worden. Hoe begint W? VV. vindt dat zijn tegenstander zich maar niet met een 2e antwoord had moeten vermoeien Dat is ongetwijfeld de beste weg om alles ill statu quo te laten; maar iemand, die naar waarheid zoekt en die zich niet in zijn eentje wil zitten te verkneuteren in de volle overtuiging van de voortreffelijkheid zijner denkbeelden, zoo iemand moet toelaten dat ook een ander spreekt. Maar ter zake: W. geeft den raad aan zijn' be strijder om de fabrieken te bezoeken en noemt tevens op welke weienschap men daar opdoet: Ten eerste: dat die jonge kinderen een aardig sommetje verdienen. Natuurlijk! maar is daarmêe aangetoond dat 't goed is dat kinderen gansche dagen op de fabrieken zijn? Zon de concurrentie 'l zoo be paald onmogelijk maken, dat een man die den gansclien dag werkteen stuk brood verdient voor zijn gezin? En indien er eenige hulp der kinderen noodig is moeten dan hunne jeugdige krachten geheel verwoest worden? A'olwassen menschen kunnen zonder ontspanning en frissche lucht niet ge zond blijven; zal de bezoeker der fabriek dan voldaan kunnen zijn wanneer hij hoort dat die teêre vingertjes toch een aardig sommetje verdienen? Ten tweede zegt W. dat ze op de fabriek meest zingende zijn als de vogelkens in het ivoud. Dus: ze hebben pret ook nog, die jonge bloedjes; katl 't be ter? Met evenveel recht zou VV. de slavernij kunnen verdedigen en schrij ven die slaafjes en slavinnetjes ze auinseeren zich toch perfect onder elkadr. Mo°elijk bedrieg ik mij, maar dat tweede artikel schijnt uiij veel te hebben I van spotten met de ellende van anderen. Ten derde dat ze meer levenslust aan den dag leggen dan menig jong grammaticus. Welk soort van jonge grammatici W. op 'toog heeft weet ik niet, ik kan hem dus hier niet weerleggen, maar toestemmen zal W. mij dat de levenslust der jonge gram- j matici in quaestie dan wel oneindig klein moet zijn. Ten vierde dat zij niet hun werk kunnen omspringen als een schrijver met zijn pen. Dat die jonge kinderen geen zwaar werk verrichten is licht te begrijpen maar al deden ze niets, alleen '1 feit dat ze gansche dagen op de fabriek en 's avonds ten overvloede in 't schoolgebouw zijn, moet noodlottig op hun ontwikkeling werken, Na de opsomming dezer vier punten komt W. op zijn stokpaardje (reeds in zijn vorig schrijven gemeld) dat de onbeschaafdheid niet zoo welig in fabrieken tiert dan wel op andere plaatsen waar de beschaafdheid slechts in naam bestaat; er sellQnt zelfs een betoog over dit onderwerp in aan tocht te zijn; maar wal heeft zoo'n stelling, hoe diepzinnig overigens, met 't lot der fabriekskinderen te maken? Indien zij, die in de gelegenheid zijn van hunne rechten als mcnsch gebruik te maken, 't niet willen doen, dan licht dat voor hun rekening. Maar daarmee zijn de fabriekskinderen niet gebaat. Vraagt men eindelijk wat W. dan toch wel wil? Hij wil aan de fabrieksarbeiders peen en peulvruchten te eten gevennog al rationeel. Een boer zoekt voor zijn koeien een goed grasland cu geeft ze 's winters koek of wat anders, doet hij dat niet dan gaan zijn koeien dood. Verder geeft W. ook eenige hoop op (schrikt niet!) een vereischt aantal schapen en koeien die aan zullen rukken om aan de fabrieksarbeiders hunne diensten te komen presenteeren; maar zullen die schapen en die koeien dan obsti naat wegbl(jven als de kleine kinderen wat minder werken en wat meer Ieeren 't Is mogelijk dat W. vindt dat P. ook maar had moeten zwjjgen, en dat andere menschen die spreken over 't ellendige lot der fabriekskinderen ook maar moeien zwijgen; maar toch kan de warme belangstelling van 't publiek blijven beslaan. W's raad om nader met de fabrieken en 'lieven in de fabrieken kennis te maken, verdient opgevolgd te worden. De bezoe ker zal vinden zingende kinderen, maar aan vogeltjes in 't woud zal hij niet denken, veeleer zal de overtuiging in zijn gemoed ontstaan of versterkt worden: dat er in overleg met hb. fabriekanten of op welke wijze dan ook middelen moeien beraamd worden om aan de kinderen in de fabrieken te toonen dat er meer noodig is voor hunne vorming dan peen en peulvruch ten, en schapen en koeien in spe, 17 December. P. fiurgcrlijlie Van 13 tot en met 18 December 1867. BEVALLEN: S. de Klerk geb. Disseveld Z.M A. de Neys, geb. Opgee- nend D. L. de Mey, geb. Wolters, Z.J. F. Sparenberg geb. Scalongne, D. M. van Polanen geb. de Paauw, L. A. F. E. de Kuyter, geb. Bovenkerk, D. M. van Oosten geb. DeeZ. C. van Zaanen geb. LambooyD. A. M. van der Hart, geb. Schneiders, Z. D. C. Kooreman geb. Booda Z. C. Neyenhnizen geb. Joost en Z. J. A. Franken geb. Nieuwoldt, Z. J.H. Piena geb. van Duuren D. M. E. van Snicktgeb. de Bolster, D. R. Koet- ser, geb. Vos, 1). A. de Haasgeb. Dingjan Z. A. C. Valkgeb. Leus D. M. C. van Kerpelgeb. van Dijk Z. H. Ouwerkerk geb. Bavelaar, D. W. Zandvoort, geb. van Mygaard, Z. G. M. de Haas geb. StaatsI). E. Barendse, geb. GressiZ. S. R. Boon geb. Forlrie, D. M. de Haas, geb. Kok, D. GEHUWD: C. de Roodejm. en J. Lepelaar, jd. F. van Viersen jm. en J. de Feyjd. J. J. van der Blom jm. en J. M. Galjaard jd. L. Clavan jm. en G. Stikkelmanjd. A. van de Wetering jm. en M. Vroom wede. D van der Linden, jm. en L van der Reyden jd. W. F. Stouten ,jm. en J. C. Gal jaard jd F. K. Kroljm. en E. H. Neuhaus, jd. OVERLEDEN J. Bonarius, 95 j. A. DasD.19,j. J. Reidinger,68j. J. van der Linden70 j. M. S. E. BottemanneD.15 d. I. Seriier40 j. A. van Nierop, Z. 2 j. en 9 m. J. J PlanjerD. 3 m. J. Zitman 83 j. VV'. Dnyverman Z.8 m. tl. Pont, Z 1 m. en 10 d. L. Maas, 63 j. J. J. MastriglZ.,3m. W. A. Cainpenhoutgeb. van Veen 56 j. M. de Just, 54 j. A. A. des Amorie van der Hoeven 35 j. S. L. van den BergZ.9j. VV F. Horree36 j. G. LeupeZ.3 j. A KSP Mï IK - I Bv IW 8 PROVIOTIKN AAN DE LEYDSCHE HOOOESCHOOL. Den 18deo December de heer P. L. Muller, van Koog aan de Zaan, in de letteren, na openbare verdediging van zijn academisch proeschrift: ge schiedenis der regeering in de nader geünieerde provinciën tot aan de komst van Leicester (1579—1585). Den 19den December de heer J. L. E. M. de Knyper, van 's Hertogenhoscli iu de regten, met stellingen. ADVEKTEAT1EK. Getrouwd: F. K. KROL, van s Hertogenbosch en Leiden, 18 December 1867. E. U. NEUHAUS. Bevallen van eene Dochter, welke bij de geboorte overleden is, J. P. M TIMMERMANS, geliefde Echtgenoote van Venlo, 17 December 1867. Mr. J. G. DE SAIN. Eenige kennisgeving. Na een langdurig en smartelijk lijden ontsliep heden, zacht en zalig in hope, AGATHA ABRAHAMINA DES AMORIE VAN DER HOEVEN, leedergeliefdc en diep betreurde Zuster van J. PIJNAPPEL Gz. er. Th. M. PIJNAPPEL, Leioen 15 December 1867. des Amorie van der Hoeven. Heden ontvingen wij het treurig berigt dat te Deventer, op den 17den dezer, overleden is onze geliefde Behuwd-zuster E. H. VAN AARDENNE, Echtgenoote van den Heer A. J. WILHELM. C. J. HEINTZ. C. HEINTZ, Wilhelm. Leyden, 18 December 1867. J. C. LUBERTI. Eenige kennisgeving. J. J. LUBERTI, Wilhelm. Heden overleed onze dierbare Moeder en Behuwd-moeder Mejnfvrouw SARA JOHANNA EONGEPEEWed. van den Heer JOHAN FRANS VAN ELD1K, in den ouderdom van circa 73 jaren. Uit aller naam, Leiden, 18 December 1867. Z. A. E. VAN ELD1K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 3