Door curatoren van het athenaeum te Deventer is aan den raad dier gemeente voorgesteld den hoogleeraar dr. van Violen te ontslaan van zijne betrekking bij het athenaeum of zoo de raad daartoe niet gezind is, als dan aan hen ontslag te verleenen. De r. k. gemeente te Enschedé is, bij uiterste wilsbeschikking van den heer G. Larink, tot erfgename van diens nalatenschap ingesteld ouder gehou denheid, om daarvan eenige legaten uit te keerenwaaronder aan de r. k. armen en aan den algemeenen armenstaat ieder ƒ500, en lot het overlijden van des testateurs zuster, aan deze het vruchtgebruik der nalatenschap over te laten, terwijl alsdan het gelegateerde zal kunnen worden gebruikt, als bijdrage tot oprigting van het een of ander liefdadig gesticht. De geheele nalatenschap wordt geschat op ƒ60000 a ƒ70000. In het gehucht Holten bij Bijlen zijn hij een hevig onweder weder drie boerenwoningen door den bliksem getroffen en in korten tjjd eene prooi der vlammen geworden. Eene kraamvrouw is met moeite uit een der brandende gebouwen gehaald. Het vee, dal gedeeltelijk op stal was, is gered. Te Pingjum in Friesland heeft men bij een landman ongeveer ter waarde van ƒ400 aan jnweelen, gouden en andere sieraden, aan zijne dochter toebehoorendegestolen. Men is den dader of de daders niet op het spoor. Nabij Groningen is men eene gruwelijke misdaad op het spoor. Een paar gehuwde lieden, waarvan de vrouw voor eenige dagen bevallen was, worden beschuldigd hun kind te hebben doen verslikken en het vervolgens in een voor hunne woning staand schapenhok in den grond verborgen te hebben. In de vorige week is te Weert de justitie, ten gevolge van loopende geruchten, tot de ontdekking gekomen dat de weduwe L., herbergierster, aldaar heimelijk was bevallen en het kind had omgebragt. Het lijkje vond men, in oude doeken gewikkeld, in den schoorsteen hangen. De ontaarde moeder is gevankelijk naar Roermond gebragt. Het internationaal congres voor de sociale wetenschappen zal dit jaar weder te Brussel gehouden worden. Uit Paramaribo wordt gemeld, dat de commissie, benoemd tol hei ontwerpen van een adres om, ter bevordering van den aanvoer van vrije arbeiders binnen de kolonie, een geldelijk voorschot van het moederland te erlangen, dit stuk bjj de koloniale staten heeft ingediend. Zjj stelt daarin voor, een beroep te doen op de regering in Nederland, om ten behoeve der kolonie renteloos beschikbaar te stellen vijf millioen golden, naar evenre digheid van de behoefte, doch niet te boven gaande een millioen gulden per jaar. 's GRAVENHAGE, 4 Junij. Door Z. M. is mr. A. baron Bentinck, minister van staat en Zr. Ms. gezant te Londen, bevorderd lol grootkruis der orde van den Nederl. Leeuw, en graaf C. M. E. G. van Bylandt, hoogstdeszelfs gezant te Berlijn, tot commandeur dier orde. Tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw is be noemd de heer C. M. van der Heyden, prov. directeur der directe belastin gen enz. in Limburg. Tot burgemeester der gemeente Utingeradeel is benoemd de heer mr. B. J. Buma, in de pUals van jhr. W. Iloldinga Lycklama a Nyeholt, op zijn verzoek, als zoodanig eervol ontslagen, en tot burgemeester der ge meente Zaamslag de heer L. van Dixhoorn. Tot leden der commissie belast met bet in dit jaar in Nederland afne men van hel examen bedoeld bij art. 4 van het kon. besluit van 10 Sept. 1864, houdende vaststelling der verordening op hel benoemen van ambtena ren hij de burgerlijke dienst in Ned. Indie, zijn benoemd de hh.lot lid en voorzitter, mr. A. J. Swart, lid in den raad van statete's Gravenhagelot leden: L. Droogleever Fortuyn, leeraar aan de hoogere burgerschool te Rot terdam; J. R. P. F. Gonggrijp en dr. A. W. T. Juynboll, leeraren aan de gemeente-instelling voor onderwijs in de Indische taal-, land- en volken kunde te Delft; mr. S. Keyzer, directeur aan die instelling; den hoogl. dr. H. W'. Schroeder van der Kolk, leeraar aan de hoogere burgerschool te Deventer; mr. J. L. de Brnyn Kops, hoogl. aan de polytechnische school te Delft; dr. ill. P. Lindo, inspecteur van het lager onderwijs in Zuidholland te 's GravenhageK. Mars, leeraar aan de hoogere burgerschool te Gouda; J. J. Meinsma, leeraar aan de gemeente-instelling voor onderwijs in de In dische taal-, land- en volkenkunde te Delft; W. J. A. Nietiwenhuisenoud- ingenieur der lste kl. van de burgerlijke openbare werken in Ned. Indie, te 's Gravenhagedr. A. van Oven, leeraar aan de hoogere burgerschool te Dordrecht; H. Kleyn van de Poll, oud-resident op Java, te Wageningen; dr. J. Pijnappel Gz.hoogl. aan de rijksinstelling voor onderwijs in de In dische taal-, land- en volkenkunde te Leyden; H. C. Rogge, leeraar aan de hoogere burgerschool te Leyden; dr. T. Hoorda, mr. M. W. Scheltema en dp. P. J. Velh, hoogleeraren aan de rijksinstelling voor onderwijs in de Indische taal-, land- en volkenkunde te Leyden; A. van Vierhouten, huis onderwijzer te 's Gravenhage; II. A. F. de Vogel, oud-controleur 2<le kl. bij I de landelijke inkomsten en cultures op Java, te 's Gravenhageen C. Wig- gersoud-resident op Java, te 's Gravenhage; tot lid en secretaris dr. D. J Steyn Parvé, inspecteur van hel middelbaar onderwijs, te 's Gravenhage. Tot plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor Noordbra bant en Limburg is benoemd de heer dr. E. A. P. van den Bogaertvoorts is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan den heer J, A. Koch, als plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor Friesland en Groningen. De minister van oorlog zal Donderdag aanst. en die van marine Vrijdag aanst. geen gehoor verleenen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren is o. a. ingekomen eene missive van den minister van buitenIzaken, ten geleide van een af schrift van hel den 1 lden Mei jl. te Londen gesloten tractaat tot herziening van het tractaat van April 1839, voor zooveel het groothertogdom Luxem burg betreft. Dit werd verzonden aan eene commissie, bestaande uit de hh. Thorbecke, J. K. van GoltsteinRochussen, Wintgens en van der Maesen. De heer van der Maesen verzocht den minister van binnenl. zaken, in de vergadering tegenwoordig, aan zijnen ambtgenoot voor de huitenl. zaken te vragen de overlesging niet alleen van het protocolmaar ook van de cor respondentie te dezer zake gevoerd. De minister gaf daarop te kennen dat het beter was, die vraag regtstreeks tot zijnen ambtgenoot te rigten. De heer van der Maesen, verwonderd over dit antwoord, meende dat, daar de minister van huitenl. zaken niet tegenwoordig was, de parlementaire wel levendheid medebragt, dat de minister de tolk hij zijn collega zou zijn tol het overbrengen der gedane vraag. Overeenkomstig het voorstel van den voorzitter werd besloten het doen der vraag in eene volgende zitting aan de orde te stellen en daarvan aan den minister van huitenl. zaken kennis te geven. Hierna werden de beraadslagingen voortgezet over het wets-ontwerp tot regeling der schutterijen en wel over art. 238, door den heer Geertsema voorgesteld, tot opneming van liet beginsel, dat van vonnissen van de schut tersraden appèl zou worden toegelaten, en waarover de stemmen hadden gestaakt. In omvraag gebragt, werd art. 238 (nieuw) met 40 tegen 30 stem men aangenomenen alzoo het beginsel van appèl uitgemaakt. De minister verklaarde daarop, na de gewone pauze, dat de regering dien uitslag moge lijk achtende, eenige aril, in gereedheid had gebragt om het appèl in de wet op te nemen, maar daarbij tot grondslag aan te nemen, dat dit appèl bij de regtbanken zou overgebragt worden. De voorzitter stelde daarop voor, die artikelen te doen drukken en ronddeelen en de discussie daarover op heden te bepalen. De heer Pijnappel wenschte echter dat reeds dadelijk in behandeling genomen werd het beginsel van het voorstel der regering, dat het appèl bij de regtbanken zijn zou. Na eenige discussie werd echter het voorstel van den voorzitier met 54 tegen 13 stemmen aangenomen. Toen werden nog, mede op voorstel van den voorzitter, de artt. 262 lot 270 van het ontwerp behandeld en goedgekeurd, omdat die met de quaestie van het appèl enz. niet in verband stonden. Bij de behandeling van art. 270 werd door den heer van Delden een amendement voorgedragen, om het lijdslip der invoering van de wet te bepalen op 1 Mei 1868, welk amendement met 38 tegen 29 stemmen werd verworpen, zoodat liet lijdslip der invoering op 1 Aug. 1867 vastgesteld blijft. In de zitting van heden gaf de voorzitter kennis dat de heer van der Maesen voorloopig heeft afgezien van het doen der vragen aan den minister van huitenl. zaken. De beraadslagingen over het wets-ontwerp tot regeling der schutterijen werden voortgezet en wel over art. 238a, zooals het door de regering is voorgesteld. De opdragt van het appèl aan de regtbanken werd bestreden door de hh. Pijnappel, Geertsema, Fokker, Storm en Go- defroi, en verdedigd door de hn. van Eek, Zinnicq Bergmann, van der Linden, en de ministers van binnenl. zaken en van justitie. Na verschillende replieken werd 1°. het subamendement Godefroi, strek kende om de zamenslelling der schuttersraden in hooger beroep uit talrijker personeel te doen bestaan, verworpen met 37 tegen 34 stemmen; 2°. het amendement Geertsema, om in art. 238a het beginsel van appel bij schut tersraden op te nemen, verworpen met 50 tegen 21 stemmen; en 3°. het art. 238a der regering (appel bij de regtbanken) aangenomen met 50 tegen 21 stemmen. De heer Geertsema trok nu al zrjne amendementen op de overige artt. in, die, de meeste zonder discussie, werden aangenomen. Zaturdag II. heeft de riimeester-adjndant Desertine, van het alhier in garnizoen liggende regiment huzaren, benoemd tol majoor prov. adjudant in Noordbrabant, van zijn regiment afscheid genomen. Namens hel corps officieren werd hem door den kolonel baron van Dedem een fraai geschenk aangeboden, en van de zijde der onderofficieren een prachtig album, bevat- lende hnnne portretten, benevens die van den oudsten korporaal en van de twee oudste manschappen. Het bad-saizoen te Scheveningen zal op 17 Junij geopend worden. BUITENLANDSCHE BERTGTEN. ENGKLAN 59. LONDEN, 2 Junij. Men verzekert, dat de koningin van het gedurende de 5 jaren harer afzondering gespaarde geld eene som van 500.000 heeft afgestaan voor het houwen van een gasthuis voor herstellende zieken. In de met 25 Mei geëindigde week zijn hier te lande 84 nieuwe ge vallen van runderpest ter kennis der regering gekomen. De ziekte blijft zich nagenoeg uilsluitend tot de hoofdstad bepalen. De kon. maatschappij voor aardrijkskunde heeft dezer dagen harejaar- Ijjksche vergadering gehouden. Z(j heeft hare eerste medaille geschonken aan den Russischen admiraal Butakof, omdat hij het eerst schepen op het Aralmeir gebragt en die binnenzee bevaren had, waarvan de vestiging ecner regelmatige stoomvaart op liet Aralmeir en op de groote rivier Jaxartes, dat is de opening van eenen binnenlandschen waterweg voor Iluslands han delsverkeer met China, het gevolg was geweest, en verder omdat hij de voornaamste uitmondingen van den Üxus in het gebied van den vorst van Khiwa opgenomen en met goede uitkomsten onderzocht had. De tweede medaille Is toegekend aan den Amerikaan doctor Hayes, omdat hij bij zijnen togt lot onderzoek van het land onder de Noordpool een meer noordelijk punt had bereikt, dan een van de hem vooraf gegane Noordpoolreizigers. Hier ter stede is zekere Reinhold Jeiger aangehouden, die Nederland- sclie coupons nagemaakt heeft. Zjj waren zoo kunstig vervaardigd, dat een vrij groot aantal sedert geruimen tijd met goed gevolg in en buiten Enge land in omloop zijn geweest. In eene steenkolenmijn nabij Manchester heeft eene ontploffing plaats gehad, ten gevolge waarvan 7 personen het leven hebben verloren. fr'KA* HKMk. PAR IJS2 Junij. De keizer van Rusland is gisteren middag ten half vjjf ure alhier aan gekomen. Hij is in de wachtkamer van het stationsgebouw door den keizer en de ministers ontvangen. De monarchen hebben elkander de hand ge drukt. De geestdrift was groot en de zamengesiroomde volksmenigte onaf zienbaar. De stoel is ten vijf uur aan het paleis der Tuilerifn aangekomen. Keizer Alexander heeft heden morgen de mis in de Russische kerk bijgewoond. Terwijl de keizer van Rusland Parijs binnentrok was hel wetgevend ligchaam vergaderd en bezig te beraadslagen over de wet op de vennoot schappen. Een lid opperde het voorstel om wegens de komst van dien sou- verein de zitting te sluiten; maar hij werd door den voorzitter aTgewezen met eene strenge herinnering aan den pligl en de waardigheid der volksver tegenwoordiging, hetgeen algemeenen bijval bij de vergadering vond. Naar men uit Konstautinopel meldt zal de Sultan, om de kosten zijner reis naar Parijs en Londen goed te maken eene leening moeten doen. Ge durende zijne afwezigheid zal de groot-vizier Ali-pacha regent des rijks zijn. De reis des Sultan maakt geen gunstigen indruk bij hel Turksche volk, vooral niet bij de geestelijkheid. De koning en de koningin der Belgen zijn weder van hier vertrokken. Zoowel hier als te VVeenen is bij de regering berigt uit de Vereenigde Staten ontvangen, dat de stad Queretaro den 15d,n Mei door de Mexicaansche republikeinen is ingenomen, en dat keizer Maximiliaan zich onvoorwaarde- delijk aan Escobedo, den aanvoerder van het krijgsvolk van Juarez, heeft overgegeven. Wat den keizer verder was wedervaren was bij het afzenden dier bcriglen niet met zekerheid bekend; doch Escobedo wordt geacht wel in slaat te zijn tot onmenschelijkheden waarvoor Juarez zou terugdeinzen. Te Monianban, de geboorteplaats van den schilder Ingres, heeft men liet plan gevormd voor dien kunstenaar een standbeeld op te rigten. Volgens brieven uit Tanger van 23 Meidoor den Moniteur medege- - deeld, heeft eene bende bergbewoners van het Rif gewelddadigheden ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2