LËÏDSCHE mm j ('61'BAIïT. De Courant wordt MaandagIVoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. WOENSDAG 15 MEI. De prijs der Courant is f 3.per vierendeel jaars. afzonderlijke nommers zijn legen 10 Cents verkrijgbaar. STA DS-BER1GTËN. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN doen te weten, dat, ter a voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 StaatsblN°. 17), weder een aan- van" ral worden gemaakt met de inschrijving voor de Schulteilijke dienst van de- 9 ecnen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1833 tot 1841 ingesloten, welke zich 1 hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met der woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hun paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen zullen worden ingeschreven achter in de registers, waartoe zij volgens hun- 1 nen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 4 S I'-ï zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1867 en het tiende of dat der geborenen in 1832, van het vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Schulterlijke dienst hebben bekomen. J Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Woensdag den 15 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getre den) bij ontdekking, alsnog achter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreveu met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den Schnt- tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zon der loting bij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aan zien bestondenterwijl in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebragt te wordenalles onverminderd zoodanige straf bepalingen als, uit krachte der wet van den 31 December 1832, op hen rnogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel hij van geen bewijs van zijne geboorte voorzien is, voor hen, welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen afhalen ter Secretarie dezer Gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van heden af aan, van des voor- middags 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl zij, welke elders geboren zijnzich dat be wijs onverwijld vóór de inschrijving zuilen moeten aanschaffen zullende een ieder verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van het geboortejaar, nbusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij hij de inschrij ving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaatsbenevens het wijk en het huisnommerhun beroep en dat hunner Ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijnen in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om zich van een extract uit het huwelijks-register te voorzien, om daarop door den fleer der Gebuurte, waarin zij wonen, het getal hunner kinderen te doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van des voorrniddags 10 tot 's namiddags ten 1 uur. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een iegelijk, in die terinen vallende, hij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuisen wel Op Woensdag den 15 Mei 1867, de bewoners van Wijk I, II en III, benevens de bewoners van de Buitenwijk. Op Donderdag den 16 Mei 1867, de bewoners van Wijk IV, V en VI. Op Vrijdag den 17 Mei 1867, de bewoners van Wijk VII en VIII: telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 uren; met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich sliplelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hehbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de Wet, vóór den 1 Julij aanstaande geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden hekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. M'. besluit, van den 7 September 1828, StaatsblN°. 55) roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of als weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren, om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar op tc maken algemeene Schutters- rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te gevenof zich daartoe ter secretarie aan tc meldendes voor middags tusschen 10 en 1 uur, vóór de aan te vangen inschrijving, en dus uiterlijk tot den 14 Mei aanstaande; zullende, wanneer deze kennisgeving door den belang hebbende mogt zijn verzuimd en hij dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-verbaal tegen hem moe ten worden opgemaakt en aan de Reglhank toegezonden ten einde op de nalatigen toe te passen de strafbepaling van ait. 1 der Wet van den 6 Maait 1818 {Staatsbl. W». 12), houdende eene geldboete van ten hoogste ƒ50, en eene gevangenisstraf uiter lijk van drie dagen, hetzij afzonderlijk, of wel beide de straffen te zamen genomen. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRANDELER Burgemeester. i Beiden 7 Mei 1867. v. PUTTKAMMERSecretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN doen te weten, dal door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 20s,en April 1867, is vastgesteld de volgende V 15 It R E N I SI G houdende bepaling omtrent de bewaring en den verkoop van bronolie petroleumbinnen de gemeente Leyden. Art. 1. Het is, overeenkomstig de koninklijke besluiten van 31 Jannarij 1824 Staatsblad n°. 19) en 29 April 1864 Staatsblad n°. 39), verboden bewaarplaatsen van bronolie (petrolenm) te maken of te veranderen, zonder schriflelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders. Deze bepalen, na verhoor of behoorlijke oproeping der geburende plaatsen waar localentot bewaring van bronolie bestemd zullen mogen worden ingerigt, alsmede den vorm en de zamenstelling van die bewaarplaatsen. Gebouwen waarin tot huishoudelijk gebruik niet meer dan 20 kannen geborgen wordenzijn hieronder niet begrepen. Art. 2. Binnen veertien dagen na de afkondiging van deze verordening zijn de houders van bewaarplaatsen van bronolie, welke ten tijde van het in werking tre den van het Koninklijk besluit van 29 April 1864 Staatsblad n°. 39) reeds be stonden, verpligt aan Burgemeester en Wethouders een schriftelijke, juiste en volle- dige opgave te doer, van de ligging en inrigting dier bewaarplaatsen, en van de wijze waarop de bronolie aldaar wordt bewaard. Art. 3. Niemand mag in eene bewaarplaats van bronolie, binnen den kom der gemeente, of in een winkel waar bronolie verkocht wordt, eene grootere hoeveelheid voorhanden hebben dan van 350 kannen zijn bewaarplaats en winkel gedeelten van hetzelfde gebouw, dan mag de hoeveelheid bronolie, daarin voorhanden, te zamen niet meer dan 450 kannen bedragen. Art. 4. Het is verboden in bewaarplaatsen van bronolic a. kunstlicht te hebhen b. gasleiding aan te brengen; c. eenig vuur te hebben d. tabak of sigaren te rooken. Art. 5. Verkoop, verwerking of aflevering van bronolie mag niet geschieden dan door personen hoven de 16 jaren. Art. 6. Het verkoopen en bewaren van ongezuiverde bronolie is binnen deze ge meente verboden. Art. 7. flet is niet geoorloofd bronolie in grooter hoeveelheid dan van 500 kan nen door deze gemeente te vervoerenzonder voorafgegane kennisgeving aan de policie en met inachtneming der door haar voorgeschreven behoedmiddelen. Art. 8. Ter verzekering van de nakoming der in deze verordening vastgestelde bepalingen, wordt aan de ambtenaren der policie, den directeur van het brar.dwezen en de rooimeesters, de bevoegdheid toegekend oni, met inachtneming der voorschrif ten van art. 3 der wet van 31 Augustus 1853 Staatsblad n». 83), de woningen of andere panden der ingezetenen en de vaartuigen der schippers of schuitenvoerders hun ondanks, ook tusschen zonsonder- en opgang, binnen te treden. De voornoemde beambten maken van alle overtredingen dezer verordening, op den ambtseed, procesverbaal op, aan den Burgemeester in te dienen. Art. 9. Overtreding dezer verordening wordt, voor zoo ver in dit onderwerp niet bij de wet, algerncerien maatregel van inwendig bestuur of provinciale verordening is voorzien, gestraft met eene geldboete ten bedrage van tien tot vijfentwintig gul den en gevangenis van één tot drie dagente zamen of afzonderlijk. Art. 10. De regler is bevoegd de bronolie, ten aanzien waarvan in strijd met de bepalingen van deze verordening gehandeld is, verbeurd te verklaren, alsmede de voorwerpenwaarin ze is vervat. Vastgesteld door den Raad der gemeente Levden. in zijne openbare vergadering van den 20sleQ April 1867. De Burgemeester, v. D. BRANDELER. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuidholland, volgens hun hcrigt van den lsttn Mei 1867, B. u°. 2197 (le afd.), G. S. n°. 36, in af schrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoortden 14den Mei 1867. Burgemeester en Wethouders voornoemd V. D. BRANDELER, Burgemeester, v. PUTTKAMMER, Secretaris. B1NNENLANUSCIIE BERIGTIiN. LEYDEN. 14 Mei. Op den li4™ Mei jl is te Londen tusschen de gevolmagtigdcn van Belgie, Frankrijk, Grnot-llriitanniëItalië, LuxemburgNederland, Oos tenrijk, Pruissen en Rusland een traciaat geteekend ter regeling der wijzi gingen in de artikelen 3, 4 en 5 van liet verdrag van den 19Jcn April 1839, noodig geworden ten gevolge der onbiuding van den Duilschen bond. Stc Van wege den minister van binnenl. zaken is ter kennis van belang hebbenden gebragt, dat het toelaiingsexamenbedoeld bij art. 2 van dc voorwaarden om als kweekeling aan 's rijks veeartsenijschool te worden opgenomen, zal plaats hebben op Diugsdag den 5dcD Julij e. k., en dat zij, die tot dit examen wenschen toegelaten te worden, zich in persoon of schriftelijk, mits portvrij, vóór den 15Ilen Junij e. k. bij den directeur der school moeten aanmelden. Wij vernemen dat gisteren tegen den avond iwee gedetineerden in de militaire strafgevangenis nabij deze staddie eenige werkzaamheden ver- rigtten buiten het gebouw, gelegenheid hebben welen Ie vinden te ontvlug- ten. Men beeft bun spoor niet kunnen ontdekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 1