Per Telegraaf. wyksche-; Molen- en Voorliocksche wegen onder Zegwaarl, helwdk is aan genomen voor eene som van 16994 door de heeren A. van een Berg aannemer te Boskoop, H. Wagman, timmerman te Zoetermeer, en H. de Borst, aannemer te Boskoop. Tot vee-inspecteur voor de gemeenten Zoetermeer en Zegwaart is be noemd de heer T. van Rliijn, van Voorschoten. Sedert den 3den Slaart II. zjjn in die gemeenten geen koeijen door den lieerschenden vee-typhus aangetast geworden. De Amst. C. deelt mede dat de burgemeester der hoofdstad een tele gram uit 's Hage heeft ontvangen, inhoudende dat de conferentie door de groote mogendheden aangenomen is en dat die mogendheden den koning groothertog uitgenoodigd hebben voorstellen te doen tol regeling der poli tieke aangelegenheden. Gedurende de week van 14 tot 20 April zijn door vee-typhus aange tast: in Zoidholland 555 runderen, in Utrecht 30, in Noordholland 12, in Gelderland 17, totaal 614. In de week van 7 tot 13 April bedroeg het aantal aangetaste runderen 761 en in de week van 31 Maart tot 6 April 783. In eene mededeeling uit Londen aan de N. R. C. wordt het berigt van de Staatscourantomtrent bet openstellen van den invoer van levend slagt- vee in de haven van Harwich, tegengesproken, ten bewijze waarvan eene missive van de rijks autoriteit in Engeland wordt medegedeeld waarin ge zegd wordt dat te Harwich geen vee uil Rotterdam op wettige wijze kan worden aangebragt. HH. MM. de koning en de koningin en Hll. KK. IIH. de prins van Oranje en prins Alexander hebben Zondag II. te Amsterdam de godsdienst, oefening bijgewoond in de Nieuwe kerk, onder het gehoor van ds. Strieker, die tot tekst gekozen had Rom. VI: 136. Des namiddags bragten llil. MM. een bezoek aan de diergaarde, waarin het aantal bezoekers zoo groot was dat de passage bijna gestremd was. Eenige jongeliedenals ceremonie meesters, baanden voor de hooge gasten een weg door de menigte. Giste ren morgen is de kon. familie weder naar de residentie teruggekeerd. Ds. Rochedieu, pred. bij de Waalsche gemeente te Delft, heeft het beroep naar Brussel aangenomen. Te Zandvoort is na eene afwezigheid van verscheidene dagen een al daar te huis behoorende bomschuit aangekomen, waarvan de stuurman, Klaas Paap genaamd, over boord geslagen en verdronken is. Hij laat vijf ouderlooze kinderen achter. Te Schoonrewoerd zijn bij het afmaken en begraven van aan den vee- typhus lijdende beesten, op den stal van zekeren A. B., moejjcljjkheden ontstaan. Aangezien de verzamelde menigte aanschouwers op herhaalde aan vraag niet wilde uiteengaan is door liet aldaar aanwezige detachement in fanterie gevuurd, ten gevolge waarvan twee personen zijn gedood en twee zwaar gekwetst. Men is daarna terstond teruggetrokken en er zijn geene verdere stoornissen voorgevallen. Volgens de laatste berigten hadden er geene verdere ongeregeldheden plaats gehad. De toestand der gekwetsten was niet erger. De commissaris des koniugs en de procureur-generaal van het prov. geregtshof, die terstond naar de plaats van het verzet waren vertrokken zijn weder naar 's Hage teruggekeerd. Vrijdag II. had te Hengelo de opening plaats van de Tweulsche han delsbeurs; een doelmatig ingerigt gebouw, bij het station van den staats spoorweg gelegen. De hoogleeraar Vissering, van Leyden, daartoe door het bestuur der Twentschc handelssocieteit uitgenoodigd, hield bij die gele genheid voor een uitgelezen publiek eene populaire redevoering, waarin lijj eene schets gaf van de geschiedenis van Twenthe, en deed uitkomen dat het door eigen kracht en energie was dal die streek thans het brandpunt was der vaderlandsche nijverheid. Na het uitspreken dezer redevoering ver- eenigden zich de genoodigden aan een diner. Te DocUum is Zaturdag nacht een man die weinige uren te voren nog door de policie gezien waslevenloos naast zijn schip uit het water gehaald. Verschillende omstandigheden doen vermoeden dat men hier aan eene misdaad te denken heeft. Een persoontegen wien men zware ver moedens koesterde, is nog dien zelfden nacht door de policie uil zijn huis gehaald en voor den commissaris van policie gebragt, waar hij een voorloo- pig verhoor ondergaan heeft. Te Neuzen is in verzekerde bewaring geuomen eene dienstmaagd, welke beschuldigd wordt haar zoontje, oud 14 jaar. door het ingeven van petroleum te hebben willen om het leven brengen. De policiedoor de bu ren van het feit onderrigtbeeft dadelijk geneeskundige hulp ingeroepen, doch er schijnt weinig hoop te beslaan het kind in hel leven te zullen behouden. Men zegt datdaar de moeder met Mei naar elders wenschle te vertrekken, de last van haar kind, hetwelk te Neuzen besteed was, haar te zwaar viel, en zij op zulk eene gruwelijke wijze zich daarvan meende te bevrijden. 's GRAVENHAGE, 30 April. Z. M. heeft benoemd tot ridders der orde van den Nederl. Leeuw den heer mr. E. J. Asser, president van de hoofdcommissie lot de zaken der Israelite!), en de lieutenant de vaisseau P. E. M. II. Reveillère, comman dant van het keiz. stooinvaartuig l'Abeille, laatstelijk gestationeerd in Fransch Guyana. Z. M. heeft vergunning verleend aan mr. J. P. J. A. graaf van Zuylen van Nyevell minister van buitenl. zaken, den heer D. de Graefï van Pols broek, Nederl. consul-generaal en politiek agent in Japan, en den heer L. F. Kleintjes, kanselier bij dat consulaat-generaal, lot het dragen der ver sierselen, te weten eerstgenoemde van ridder-grootkruis en laatslgemelden respectivelijk van commandeur lste kl. en ridder der Danebrogsordehun door den koning van Denemarken geschonken. Z. M. heeft den gepens. luit.-generaal C. 11. Happé benoemd lol staats raad in buitengewone dienst. Door Z. M. is aan den heer dr. A. Gusserow, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de geneeskunde aan de hoogeschool te Utrecht. Door Z. M. zijn benoemd tot kantonrrgler te Hindeloopen de heer mr. D. J. R. Brants, thans griffier bij bet kantongeregt te Lochem, en tot plaatsvervangend kanlonregter te Alphen de heer P. C. Sloop, burgemeester der gemeente Benthuizen. Tol notaris te Sliens is benoemd de heer P. S. SchaafF, cand.-notaris aldaarin de plaats van den heer J. A. Schaal! op zijn verzoek eervol ontslagen. Door Z. M. zijn benoemd: tot ontvanger der directe belastingen enz. te Texel de heer J. A. Eschauzier, thans Ie Oldemarkt; tot ontvanger der in- en uitgaande regten te Eede de heer W. H. G. van Santen, thans te Neer (Limburg); tot hoofdopziener der domeinen in Zeeland, de heer J. J. Brandt, thans opziener der domeinen te Middelburg; tot ontvanger der registratie te Eindhoven, de heer W. L. Stroom, thans te Zevenaar; te Terturg, de heer J. S. Hussem, thans te Gennep; te Zevenaar, de heer B. C. van Berkcl, thans surnumerair; te Gennep, de heer C. F. E. H. Lannoy, thans surnumerair. Tot surnumerair van den waterstaat is benoemd de civiel-ingenieur J. A. E. Musquetier. In de zitting van de eerste kamer van gisteren zijn de hoofdstukken VI en VIII der staatsbegrootingmarine en oorlog, alsmede het wets ontwerp tot verhooging van hoofdst. VIII der begrooting, kosten van aan leg van forten, met algemeene stemmen aangenomen. Naar aanleiding van gemaakte aanmerkingen trad de minister van marine vooraf in eene uitvoe rige ontwikkeling van het door hem voorgedragen stelsel omtrent ons zee wezen, ten einde de onzekerheid omtrent zijne voornemens, die te dezen opzigte konden zijn overgebleven, weg te nemen. Hij deed uitkomen dat hel nu aan te schaffen materieel moest strekken tot verdediging van kus ten zeegaten en stroomenmaar dat daarin ook middelen voorhanden waren om des noods actief te handelen. De minister van oorlog trad mede in uitvoerige beschouwingen, de strekking hebbende om het door hem ge volgde stelsel van defensie nader toe te lichten. De vraag of de buitenlinien ook moesten verdedigd worden beantwoordde hjj toestemmend, aantoonende de voordeelen die daarvan te verwachten waren, in verband met de om standigheid dat aldus de gelegenheid zou geopend worden, om ter geschikter tijd de inundatie bij de Utrechlsche linie te stellen, terwijl de leruglogt voor van de buitenlinien terugtrekkende legercorpsen niet die bezwaren zoude hebben, welke door sommigen werden vermoed. Niet ontkennende dat voor de zoogenaamde IJssel-veslingen moeijelijkheden bestonden, wilde hij gaarne plannen ontwerpen, ten einde zoo mogelijk daaraan te gemoet te komen. Vervolgens werden ook hoofdst. VIIB, dep. van financiën, ent hoofdst. IX, koloniën, mede met algemeene stemmen, aangenomen. Bij de 1 behandeling van hel laatstgenoemde hoofdstuk verdedigde de minister van koloniën zich tegen het hem gedaan verwjjt, dat zyne handelingen het kenmerk van onvastheid en onzekerheid zouden dragen en twijfel moesten doen rijzen omtrent het door hem gevolgde stelsel. Zijne beginselen had hij meermalen ontwikkeld en mondeling en schriftelijk toegelicht. Daaraan herinnerende trad hij in beschouwingen over den eigendom van den grond, en deelde zijne inziglen mede over de regeling der cultures en die van koffij en suiker in het bijzonder, de bijzondere nijverheid, enz., tevens toonende wat zijns inziens moest worden verrigt ter ontwikkeling van de stoffelijke en onstoffelijke belangen der inlandsche bevolking. Ten slotte werden nog met algemeene stemmen aangenomen het wets ontwerp tot re geling van het gebruik van het koloniaal batig slot van 1864 en hoofdst. X, onvoorziene uitgaven. De kamer is lol nadere bijeenroeping gescheiden. BIHTEM-AADSCIIE IIKRIGTEA. ENG EI>A A IS. LONDEN. 28 April. In de met 20 April geëindigde week zijn hier te lande vijf nieuwe gevallen van runderpestvoorgekomen op twee stallen in onderscheiden dee- len des lands, ter kennis der regering gebragt. Afmaking van gezond vee wegens aanraking met besmette runderen heeft er in die week niet plaats gehad. Te Cork zijn aan boord van een zeilreè liggend schip vier Fenians gevangen genomenwaaronder zekere Geary, een opperhoofd, op wiens aan houding reeds in September 1865 een prijs was gesteld. EKAlf li 113.9 K. PARIJS. 28 April. De uitzigten op het behoud van den vrede zijn eenigzins verhelderd. Aanleiding daartoe heeft gegeven eene verklaring van den lieer Rouher in het wetgevend ligchaam, betreffende het verzoek van den heer Favre tot het doen eener interpellatie omtrent de Luxeniburgscbe zaak. De regering, zeide hij koesterde den levendigen wcnsch om aan de openbare magten en aan het land alle feiten met betrekking tot de quaestie van hel groother togdom bloot te leggen. Wanneer zulke inlichtingen, mits voldoende, dade lijk mogelijk waren dan zou hjj die gegeven hebben; maar inmiddels'waren de onderhandelingen ten gunste van den vrede aangeknoopt en werden deze door de groote mogendheden met allen ijver voortgezet. Deze diplomatieke toestand legde aan de regering de grootste reserve op. Ten gevolge dier verklaring hebben de bureaux van het wetgevend ligchaam het verlof tot bet doen der interpellatie geweigerd. De laatste tnededeelingen van onderschei dene dagbladen strekken roede om de hoop op eene minnelijke schikking te verlevendigen. Reuters Office meldt dat Pruissen de nitnoodiging tot deel neming aan eene conferentie betreffende Luxemburg aanneemt, maar dat bet vooraf in geene voorwaarden wil treden, aangaande de slechting of aangaande de ontruiming der vesting. Mogt evenwel de conferentie in zoodanigen zin be sluiten, dan zou Pruissen, onder waarborg der Enropesche mogendheden, daarin toestemmen. Volgens la France en andere bladen zou een voorstel van Engeland lot grondslag hebben eene verbindtenis van Pruissen tot ont ruiming van Luxemburg en het houden eener conferentie te Londen, ten einde over het toekomstig lot van Luxemburg te beslissen. Frankrijk en Pruissen zouden reeds in eene conferentie toegestemd hebben op den grond slag van de neutraalverklaring van Luxemburg. Bij gelegenheid dal de heer Rouher bovenvermelde verklaring in het wetgevend ligchaam aflegde, verzocht de heer Favre den minister geen de finitief besluit te nemen zonder de kamer te raadplegen; een lid der oppo sitie, de heer Glais Bizoln, riep: «Men handele niet weder als in de zaak van Mexico." PRÏIIISSEN. BERLIJN 28 April. De Kreuzzeitung zegt, dat de verklaringen der mogendheden aangaande de Luxemburgsche quaestiealhier ontvangen, van zoodanigen aard zijn, dat men de handhaving van den Europeschen vrede als mogelijk kan beschouwen. Men meent alhier op goede gronden te kunnen verzekeren dat de con ferentie over de Luxemburgsche quaestié spoedig te Londen zal bijeenkomen. BERLIJN, 29 April, lieden is de zitting van den landdag door den koning in de witte zaal geopend. Onder het voorlezen der troonrede, die uitsluitend gewijd was aan de bonds-constitntiedie aan het oordcel van den landdag onderworpen werd, werden bij herhaling bijvalsbetuigingen gehoord. Aan het slot zijner rede verklaarde de koning dal zijne regering zich zon beijveren, al wat den vrede van Europa zou kunnen stóren, door alle middelen, die met de eer en de belangen des vaderlands strookten, te voor. komen. Toen de koning geëindigd had werd een leve de koning! aangeheven. Heden namiddag ten 2 ure is een ministerraad gebonden, onder voor zitting des koniugsdie eenige uren heeft geduurd en bygewoond werd door den kroonprins en de leden van het militair, zoowel als van het civiel kabinet, ji PARIJS, 30 April. De Moniteur bevat een artikel, waarin 0. a. het volgende voorkomt. De vredelievende berigten der laatstvcrloopen dagen helt-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2