het breken van den keiling tegen de ijzeren deur van hel drooge dok ge sleurd en bragt vervolgens aan een ander schip zware schade toe. Eene ter rèede liggende Mecklenburger hark, voor anker driftig wordende, brak de boegspriet en beschadigde het metselwerk aan den mond der oude haven. Een schoener, die juist de bassins verliet, dreef legen 3 schuiten aan en brak den mast van een Nederlandsch kofschip, waardoor een schipper doo- delijk gekwetst werd. Een der kleine torentjes van de vierde galerij der hoofdkerk stortte om en viel op de derde galerij neder. Gedurende den storm sloeg de bliksem te Longehamps in de stoomfabriek lot bewerking van rot ting van den heer E. van Oije van Deurne. Door het venster van de machinekamer, waar ongeveer 60 menschen werkten baande de bliksem zich een weg door de gebouwen, nam de helft van een dak weg, stortte een muur om en verdween weder door een raam aan de andere zijde der fabriek. Gelukkig werd geen der arbeiders getroffen. Berigten uit de Kaapstad van 19 Maart jl. melden dat de vijftigste ver jaardag van koning Willem III der Nederlanden aldaar den 19de" Febr. jl. door Nederlanders en andere ingezetenen feestelijk is gevierd. Voorts wordt gemeld, dat, daar de Basuto's, hoewel zich nog van dadelijke vijandelijk heden onthoudende, door hunne houding toonen weder te willen strijden voor het gebruik van den gronddien zij bij het vredesverdrag aan den Oranje-Vrijstaat hebben afgestaan, de regering van dit gemeenebest, over tuigd van de bedoeling der Basuto's, terstond heeft gemeend te moeten handelen, en last gegeven om 2000 burgers op te roepen, de Basuto's van hun voormalig grondgebied te verdrijven en het door hen gezaaide gewas te vernietigen. In de dezer dagen bekend geworden verslagen van commissiën van rapporteurs der eerste kamer nopens verschillende hoofdstukken der staats begroting, en de antwoorden daarop van de regering, wordt wat betreft het hoofdst. bnitenl. zaken door den minister gezegd dal hij in de tegen woordige omstandigheden zoozeer overtuigd is van de wenschelijkheid van het behoud eener missie in Zuid-Duitschlanddat hij het voornemen heeft op de eerstkomende begrooting andermaal de daarvoor benoodigde gelden aan de vertegenwoordiging aan te vragen. Immiddels is den raad van lega tie bij de gezantschappen aangeschreven als zaakgelastigde ad interim te Munchen en te Carlsruhe op te treden. De minister merkt te dien aanzien nog op, dat hel standpunt van een minister van buitenl. zaken niet gedoogt steeds alle beweegredenen bloot te leggendie hem dezen of genen maatre gel noodzakelijk doen achten. De beginselen in de zitting der kamer van 28 Dec. ontwikkeld, blijven den minister tot rigtsnoer strekken bij de di plomatieke handelingen, die met de afdamming der Ooster-Schelde in be trekking staan. De minister is niet in slaat eenige nieuwe mededeeling van eenig belang omtrent deze zaak te doen. Wat betreft de hoofdstukken voor eerediensten hebben de daarbij betrokken ministers in een gemeen schappelijk antwoord o. a. te kennen gegeven Er zijn twee kerkgenoot schappenwaarop de slaat nog altijd meerderen invloed oefent dan met het grondwettig beginsel van vrijheid en zelfstandigheid der kerk vereenigbaar is. Hel zijn het Hervormde en Israëlitische kerkgenootschap. Ten opzigte van de vraag, in hoever het verkieslijk zijn zou de thans bestaande admi- nislraiiën weder door de vroegere departementen van eeredienst te vervan gen, meent de regering, dat het, ook met het oog op art. 73 der grondwet, niet lot een onderwerp van beraadslaging moet gemaakt worden. Voor het tegenvvoordige vindt zij daartoe geene overwegende redenen. Mogt later eene andere regeling worden gevorderd, zij zal niet in gebreke blijven tot dat einde aan den koning de noodige voorstellen te doen. Door hel aan bieden van een ontwerp van wet zal eene nieuwe poging worden gedaan tot regeling der pensioenen van de leeraren van alle kerkgenootschappen. 'sGRAVENHAGE, 25 April. L M. heeft benoemd tol ridders der orde van den Nederl. Leeuw de till dr. J. C. G. Boot, hoogleeraar te Amsterdam; J. W. Bake, admi nistrateur van de Huil. ijzeren spoorwegmaatschappij; dr. 1). Ltibach, te Haarlem; dr. G. A. N. Allebé, te Amsterdam en dr. M. Polanote Rotterdam. Tot burgemeester der gemeente Breukelen c. a. is benoemd de heer mr. J. A. Spengler, in de plaats van den heer G. I). Duuring, op zijn ver zoek eervol ontslagen, en lot burgemeester der gemeente 's Gravesande de lieer A. S. M. llageman, in de plaats van jhr. J. L. tl. I'ouipe van Meer- dervoort, mede op zijn verzoek eervol ontslagen. Door Z. M zijn benoemd: lol bevelhebber in de l8te militaire afdeeling de generaal-majoor P. A. C. van Wickevoort Crommelin, tot dusver be velhebber in de opgeheven 3dc milit. afd.; tot bevelhebber in de 2de mili taire afdeeling de generaal-majoor W. J. Knoop, tol dusver bevelhebber in de opgeheven 7dc milit. afd.tot bevelhebber in de 3de militaire afdeeling de generaal-majoor A. E. C. de Sturler de Frienisbergtol dusver bevel hebber in de opgeheven 6de milit. afd.voorts is belast mei hel bevel in de 4de militaire afdeeling de kolonel L. A. C. de Bock, kommandant van hel 8ste reg. infanterie, en zijn, op hunne aanvrage, op pensioen gesteld de luit.-generaal C. H. Happé; inspecteur van het wapen der infanterie, en de generaal-majoor G. baron van der Duyn van Maasdam, bevelhebber in de thans opgeheven l8te milit. afd. (aan den laatstgenoemde ouder toekenning van den rang van luit.-generaal)verder op non-activiteit gesteld de generaais- majoor H. V. E. Klapp en C. P. F. G. van Emde, tol dusverre bevelhebbers respectivelijk in de opgeheven 3de en 5de milit. afd. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen: bij den groolen staf, tot luit.- generaal den generaal-majoor W. J. Knoop, bevelhebber in de 2de milit. afd. bij den staf der infanterie, tol luit.-generaal en inspecteur van het wapen, den generaal-majoor J. H. Engelbregt, van den groolen staf, tot dusverre bevelhebber in de thans opgeheven 4de milit. afd.bij het wapen der infan terie: bij het 2dc reg., tot lslen luit. den 2den luit. G. van Tienhoven, van het corps; bij het 3de reg., tol kapitein 3dn kl. de lslt luitt. jhr. A. W. Storm van 's Gravesande en J. H. van Haeften, beiden van het reg. grena diers en jagers; hjj het 7de reg., tol l8te" luit; den 2den luit. A. C. Alma van het corps, en op pensioen te stellen: op zijne aanvrage den kapitein II. T. Prins, van hel 88ll! reg. infanterie, en den opperwachtmeester W. van Ling, kwartiermeester bij het wapen der maréchaussée, onder toeken- j ning van den rang van 2dcD luitenant. Aan den luit.-kolonel der artillerie van het leger in Ned.-Indië J. L. Lindwurm, thans met verlof in Nederland, is op zijn verzoek eervol ontslag uit de dienst verleend, onder toekenning van den rang van kolonel. Door Z. M. is de kaptein-luit. ter zee A. L. Palm met 15 Mei eervol ontheven van het bevel over hel schroefstoomboot het Metalen Kruis en hel bevel over dat schip opgedragen aan den kapitein-luit. ter zee J. Vos. HH. MM. de koning en koningin, benevens Z. K. H. de prins van Oranje, vergezeld van DU. gevolg, hebben zich gisteren middag ten 1| ure met een extra-spoortrein uit deze residentie naar Amsterdam begeven. Z. M. droeg de uniform van opperbevelhebber der zeemagt en Z. K. tl. dat van generaal der cavalerie. De vorstelijke personen zijn ten 3 ure op het paleis in de hoofdstad aan gekomen, en toen zij zich op het balkon vertoonden, door de bevolking 1 met geestdrift begroet. II. M. de koningin heeft heden de Sophia-school en de tentoonstelling in Arti et Amicitiae bezocht. De minister van marine zal morgen en die van binnenl. zaken over- morgen geen gehoor verleenen. In de zitting der eerste kamer van de staten-generaal van heden zijn de algemeene beraadslagingen aangevangen over het wets-ontwerp tot defi nitieve vaststelling der staatsbegrooting voor 1867. De heer Fransen van de Putte kon de politieke gedragslijn dezer regering niet overeenbrengen met de beginselen door haar voorgesteld in de openings rede der tweede zitting. Spreker noemde de houding van den heer Mijer tegenover de kamer onverantwoordelijk. Nopens ons defensiestelsel en i vooral dat van marine bestond z. i. betreurenswaardige onzekerheid. Spre ker wees op de weifelende houding van den minister van financiën en drukte zijn wantrouwen uit in het beleid van den minister van buitenl. zaken; hij hoopte dat de Lnxemburgsche quaestie voor Nederland niet een bron van bemoeijelijking mogt worden. De lieer Duymaer van Twist besprak het gewiglig vraagstuk van publiek regterlijken aard, dat in de laatste maanden het land heeft beroerd. Hij deed zijn gevoelen kennen in vier stellingen: 1". de ministers zijn verant woordelijk voor alle regeringshandelingen uitvloeisels van de regeermagt des konings en dus ook voor benoemingen door den koning gedaan; 2°. ieder der beide kamers is bevoegd door een besluit kritiek uit te oefenen op de regeringshandelingen, waarvoor de ministers verantwoordelijk zijn; 3". de grondwet heeft niets voorgeschreven noch omtrent den vorm waarin, noch omtrent de gelegenheid waarbij elke kamer hare meening mag uitspreken, en 4°. het besluit van eene der kamers om kritiek te oefenen op de regering kan niet als een vonnis worden beschouwd. De heer Cost Jordens treedt in zeer uitvoerige financiële berekeningen en komt lot de slotsom dat onze finantiële toestand groole omzigtigheid vordert, De heer Hein zag in het onlbindings-rapport van 27 September niets anders dan een proef om de ministeriële oppositie in te krimpen en dus de vrije beoordeeling van de regeringshandelingen der staten-generaal te beperken. De heer Schimmelpenninck van der Oye heeft de motie eene onkieschheid geacht. Hij ontzegde der staten-generaal hel regt besluiten te nemen welke konings prerogatief den doodsteek geven en om de benoeming te wraken van een gouverneur-generaaldie 's konings vertrouwen bezit. De heer Eysinga leidde uit de verklaringen van den minister af dal er geen vast regeringsstelsel ten aanzien van Indië thans bestond. Hij zwaaide lof toe aan den minister van binnenl. zaken. De heer Messchert van Vollenhoven beantwoordde den heer Duymaer. Het gold z. i. hier de toepassing der quaestie, niet in het studeervertrek, maar op practisch staatkundig terrein. Hij verdedigde de regering in deze. De heer C enters stelde zich op een onzijdig standpunt. Den 2den Julij aanst. en volgende dagen zal in het gebouw Diligentia alhier de 90ste algemeene vergadering en het congres gebonden worden der Ned. maatschappij ter bevordering van nijverheid. Den 2den en 4den Julij zullen de zittingen van de algemeene vergadering plaats hebben, en Woens dag 3 Julij hel congres van nijverheid. Onder de punten, die ter algemeene j vergadering zullen worden behandeld, behoort een voorstel van een der de- j parlementen, om zich nogmaals met een krachtig adres tot de hooge rege ring te wenden, ten einde de voor den handel en nijverheid zoo ongelijk matige en onbillijk drukkende patentwet in meer overeenkomstige verhouding met de tegenwoordige omstandigheden gewijzigd worde. Ook zal worden j beraadslaagd over een ontwerpprijsvraag, houdende dat de maatschappij algemeene beschouwingen verlangt over de bestaande accijr.swelten en aan- wijzing der middelen die tot verbetering kunnen leiden. Bij gelegenheid van deze algemeene vergadering der maatschappij, zal er in hel gebouw der 1 teeken-akademie alhier eene tentoonstelling 'gehouden worden van visscherij- gereedschappen en voortbrengselen van de visscherijzij zal den l8le° Julij geopend worden. Tijdens het houden van het congres, en om de belang rijkheid daorvan te verhoogen zal er gelegenheid zijn lot het plaatsen van werktuigen, modellen, producten, praeparaten en alle andere voorwerpen, welke de belanghebbenden onder de aandacht van gemeld congres mogten wenschen te brengen. BUITKNLAMISCIIE BERIGTEN. j ËNGKLAAD. LONDEN, 23 April. B(j besluit van H. M. de koningin van 24 Maart 1866 is bepaald dat al het vreemde vee, in eenige haven van het vereenigd koningrijk aange- bragt, daar zal moeten worden geslagt. Thans is, met afwjjking van die bepaling, vergunning verleend om, te rekenen van 11 April 1867, het vreemde vee, aangebragt in de haven van Harwich, graafschap Essex, per

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2