EEN NIEUW PLAN. daan om een offensief verbond tegen Pruissen te sluiten, doch dat Oosten- Hl rijk aarzeling aan den dag legde, daar de heer von Beusl et tegen was, hoewel de militaire partij te Weeoen er gunstig over dacht. Frankrijk nu ij heeft, ten gevolge van Oostenrijks aarzeling, zich sedert teruggetrokken en 1 is daarop meer tot Pruissen genaderd. IKfiFZOSiDESI. Wij gelooven dat ieder wien de bloei onzer gemeente ter harte gaat, met genoegen kennis zal genomen hebben van eene circulaire eenige dagen geleden hier ter stede verspreid en waarbij een tiental geachte ingezetenen aan hunne sladgenooten het plan onderwerpen om op het Ruïne-plein een gebouw op te rigten voor gezellige bijeenkomsten, muziek-uitvoeringeuten-loon stel lingen, lees-inrigting enz., enz. Dit plan is de weder-opvatting op eenigzins gewijzigde grondslagen van een plan dat reeds vóór een paar jaren geopperd en toen herbaalde malen besproken is. Het gronddenkbeeld is hetzelfde, maar de wjjze van uitvoe ring verschilt, en wij gelooven dat het latere plan rijper overwogen en praktischer ingerigt is dan het eerste ontwerp. Het gronddenkbeeld is en blijft dit, om in Leydendoor vereeniging aller krachten, eene gelegenheid van nut en vermaak te scheppen waar men, voor weinig kosten, aan het publiek eene verscheidenheid van genietingen aanbiedt, die men thans óf ontberen óf veel te dunr betalen moet. Deze inrigting is eene geheel eigen aardige, die niet naar eenige bier bestaande inrigting kan afgemeten en be oordeeld worden. Het is noch eene sociëteit op groote schaal, noch een koffijhuis; bet is een vereenigings-punt voor een zeer groot gedeelte van Leydens ingezetenen, voor vele verschillende doeleinden. Voor de bijdrage van ƒ15 zal men den dagelijkschen toegang voor zich en zijne dames heb ben tot de conversatie-zaal, de billard-kamersden tuin, de zomer- en winler-concerten en de leeszaal. Wij meenen te weten dal ook voor bui tengewone muziek-uitvoeringeu, casino's, ten-toon-stellingen kunstbeschou wingen, lezingen en alle dergelijke ondernemingen van het bestuur der Vereeniging uitgaande, aan de leden de deelneming op voordeeliger voor waarden dan aan hei overig publiek gesteld wordenzal worden verzekerd. Zooveel mogelijk zal men trachten ieder te bieden wat hem het uteest aan trekt. De inrigting is eene gemeenschappelijke inrigting voor alle leden maar die ook bestemd is eene geschikte gelegenheid te verschaffen aan hen die voornamelijk toetreden om van enkele harer deelen gebruik te maken. In handen van één bestuur, zullen de kosten van beheer en onderhoud aan zienlijk minder bedrageu dan de som dier kosten van de nu overal ver spreide en verbrokkelde administratiën bedraagt, terwijl thans nog zoo menigen inrigting ontbreekt, wier gemis men telkens gevoelt. Is het ge bouw eenmaal aanwezig, men zal dan het meer en meer bij voorkomende gelegenheden zich leeren ten nutte maken. De voorstellers van het plan wijzen te regt op het tweeledig doel dat zal kunnen bereikt worden. »In de eerste plaats" zeggen zij, »zal daardoor «verkregen worden eene zamenwerking van velerlei krachten die thans ver- «spreid en versnipperd zijn en daarom niets groots of duurzaams kunnen «tol stand brengen; terwijl tevens daardoor zal bevorderd worden de toe- «nadering van de verschillende standen der burgerij, die thans, ten gevolge «van verouderde vooroordeelenmaar al te zeer van elkander zjjn afgeschei- «den en vervreemd." Het laatste motief is zekerlijk niet het minst gewigtige. Die scheiding tusschen burgers en burgers want wat zijn wij allen in den grond der zaak anders? heeft nooit eenig nut en nooit eenig meerder genoegen verschaft, maar alleen uitgewerkt dat men voor onevenredig hooge kosten een zeer beperkt genot heeft .moeten koopen. Dit angstig zich opsluiten en verkeeren in kleine coterietjes heeft doodend gewerkt op onzen publieken geest, op den wil om eenige groote onderneming te beproeven en het heeft, zelfs waar de wil bestond, de krachten verlamd die baar konden en moes ten tot stand brengen. De lijst der aanvankelijke deelnemers toont aandat het «verouderd voor- «oordeel" reeds zeer voor het jonge oordeel heeft moeten wijken. De 132 die zich reeds terstond bereid hebben verklaard tot het plan der tien ont werpers toe te tredengeven een verheugend blijk dat de behoefte tot aaneensluiting en zamenwerking, als de noodzakelijke voorwaarde om iets groots en goeds tot stand te brengen, in de verschillende klassen der bur gerij begint begrepen en erkend te worden. F,n wanneer dit algemeen zal begrepen en erkend zijnzal men met minder middelen veel meer en veel doeltreffender uitwerken dan thans. Ook daarom begroeten wij dit plan met groote ingenomenheid. Deze denkbeeldige scheidsmuren die men tusschen de verschillende klassen der burgerij optrekt, rusten op geenerlei houdbaren grond en hebben steeds tot groot nadeel van de ontwikkeling onzer gemeente gestrekt. Zamenwerking daarenboven tot eene groote publieke inrigting van nut en genoegenbehoeft intimen omgang niet in te sluiten. Op deze groote schaal ingerigten be stemd om ieders verlangen te bevredigen, blijft ook elk vrij te kiezen aan wat of aan wie hij zich wil aansluiten. In dit opzigl heeft deze vereeniging veel voor boven de particuliere sociëteitenwaar men niet kan ontgaan dagelijks in eene kleine ruimte personen zamen te voegen die zich volstrekt niet tot elkander getrokken gevoelen en toch dagelijks met elkander in onmiddelijke aanraking komen. In eene sociëteit »an 150 a 200 leden en de meeste sociëteiten hebben een geringer aantal voelt men zich dikwerf gegeneerd jegens medeleden met wie men geene kennis wil aanknoopen en van welke men toch dikwijls notitie moet nemen. Doch waar, in eene daarop berekende ruimte, 000 a 700 leden eener vereeniging zamenkomen, is het duidelijk dat van verpliglen omgang geene sprake kan wezen. Voor ieder is daar gelegenheid met zjjne eigene kennissen en vrienden om te gaan, en niemand hindert een ander. De band die allen vereenigt is zoo ruim mogelijk; het is alleen de band van het gemeenschappelijk belanghet is te doen om eene instelling in het leven te roepen en in hel leven te houden die, door vereeniging der krachten bereiktwat niet bereikt kan worden door de geïsoleerde pogingen van bjjzondere vereenigingen der afzon derlijke klassen. Hel doel kan bereikt worden, en met betrekkelijk geringe middelen, maar hel kan dan ook alleen hierdoor bereikt worden, dat allen de handen ineenslaan en zamenwerken. De burgerij maar ook de gansche burgerij moet, indien zij het doel wil ook de middelen willen om hel doel te bereiken en deze inrigting helpen schragendie zonder hare deelneming noch ontstaan kan, noch blijven bestaan. AH.ABKMIE-ÏSSEÜWS, PROMOTIEN AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 13dea April de heer H. F. M. van Lanschot, van 'sHertogenbosch, in de regtenmet stellingen. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 6