De minister van binnenl. zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor ver-
leenen.
Dezer dagen heeft Z. K. H. prins Alexander, in de kazerne van het
reg. grenadiers en jagers, een aanvang gemaakt met de practische militaire
oefeningen.
De minister-president van het Luxemburgsche kabinet, de heer Tor-
naco, is gisteren middag in de residentie aangekomen.
In de zitting van de tweede kamer van gisteren is door den heer
Thorbecke het voorstel gedaan dat het wetsontwerp op de uitgifte van
woeste gronden in erfpacht op Java aan de orde ter behandeling zou wor
den gesteld na den afloop der beraadslagingen over de wets ontwerpen waar
van de behandeling reeds aan de orde gesteld was. Dit voorstel lokte eene
breedvoerige gedachtenwisseling uit, waaraan, behalve de voorsteller, deel
namen de heeren Rochtissen, Keuchenius, van Zttylen van Nyevelt, Fransen
van de Putte, Pijnappel, Godefroi, van Nispen van Sevenaer en de minis
ters van koloniën en van binnenl. zaken. Zrj die voor een uitstel gestemd
waren, bragten als grond daarvoor bij, dat het aangevangen onderzoek,
welke regten de inlandscbe bevolking van Java op de woeste gronden had,
eerst moest zijn afgeloopen; alvorens men een juist oordeel over het be
doelde wels-ontwerp zou kunnen vestigen. Zij die zich gunstig voor het
voorstel verklaarden, deden dit öf uit overweging dat het bedoelde onder
zoek niet behoefde te zijn afgeloopenóf in de meening dat de vraag om
trent de wenschelijkheid van het al of niet uitstellen der behandeling ook
bij de algemeene beschouwingen van de voordragt kon worden beantwoord.
De minister van koloniën gaf in antwoord op de hem gestelde vragen, of hij
bet voorstel van wet met overtuiging verdedigen zouindien het door de
kamer aan de orde gesteld wierd, eene bevestigende verklaring, en zeide
dal hij de mededeeling aan de kamer omtrent het instellen van een onder
zoek gedaan had, omdat lij) zich niet zou hebben verantwoord geacht, in
dien hij deze bijzonderheid aan haar had verzwegen. De minister van
binnenl. zaken gaf den wensch te kennen dal de vergadering, bij de rege
ling harer werkzaamheden, de behandeling van het wels-ontwerp op de schut
terijen waaraan zoowel bij de regering als bij de katner in den laatsten tijd
met ijver gewerkt was, niet op den achtergrond mogt schuiven. Hel voorstel
van den heer Thorbecke werd daarop met 49 legen 16 stemmen aangenomen.
Daarna werden de beraadslagingen hervat over de begrooting van het
dep. van koloniën. De minister beantwoordde de in de zittingen der beide
laatste dagen gemaakte aanmerkingen, zette zjjne beginselen omtrent het
koloniaal beleid niteenen gaf omtrent onderscheiden bijzonderheden inlich
tingen. Zoo deelde hij mede, welke uillegging hij aan de bepalingen van
de arlt. 56 en 60 van het regeringsreglement van Indië gaf, verdedigde het
door hem genomen besluit tot intrekking der beschikking nopens het niet
aanleggen van nieuwe koffijtuineii verder dan vier palen van de woonplaat
sen en gaf op wal hem bekend was omtrent het voorgenomen onderzoek
in lndie aangaande het rcgl van den inlander op den grond, en welke de
vraagpunten waren die ter oplossing aan eene commissie waren onderwor
pen. Voorts gaf hjj te kennen wat hij ter bevordering der gouvernements
cultures dacht te doen en herinnerde daarbij aan hetgeen hij reeds in de
gewisselde schrifturen en in zijne eerste rede dienaangaande had gemeld.
De hh. Keuchenius enj Rochussen voerden daarna nog het woord. Zij tra
den nog in eene beschouwing over het regeringsbeleid in koloniale aange
legenheden en de handelingen van vroegere besturen, terwijl tevens een
oordeel werd geveld over de door het tegenwoordig bewind zoo hier als in
lndie genomen maatregelen.
De heer Thorbecke vroeg en bekwam daarna verlof om op een nader te
bepalen dag lot de regering eenige vragen Ie rigten omtrent een antwoord,
in het Noord-Duitsche parlement dezer dagen door den Pruissischen presi
dent-minister gegeven op eene interpellatie over de betrekkingen en hel lot
van het groothertogdom Luxemburg. De heer Thorbecke wil enkele vragen
aan den minister van huitenl. zaken doen naar aanleiding van de woorden
voorkomende in bovenbedoeld antwoord: dat de Nederlandsche regering
door haren gezant alhier ons hare goede diensten aanbood ten behoeve der
door haar veronderstelde ouderhandelingen van Pruissen met Frankrijk over
hel groothertogdom Luxemburg."
In de zitting van lieden deelde de voorzitter mede dat het eindverslag
gereed is over het wets-ontwerp lot verhooging van hoofdstuk V (ziekte
rundvee). De dag van discussie zal nader worden bepaald. Voorts is
bepaald dal de interpellatie-Thorbecke over Luxemburg morgen ochtend
ten 11 ure zal plaats hebben.
Daarna zijn de algemeene beraadslagingen over het hoofdstuk koloniën
vcortgezet.
De heer van Foreest schetste de houding, welke hij tegenover de rege
ring dacht aan te nemen. Hij sprak de krachtige overtuiging uit dat de
behoudende koloniale politiek alleen strekte tot verhooging van de wel
vaart en grootheid van Nederland.
De heer Fransen van de Putte verdedigde zijne handelingen als minister,
ten aanzien van den aanleg van een zijtak van den Indischen spoorweg en
de beweerde vervalsching van kaarten. Hij heeft steeds acht geslagen op
het algemeen belang. Daartoe beriep hij zich op den minister van koloniën.
De minister van koloniën slaafde die bewering.
De heer van de Putte besprak vervolgens onderscheidene punten. Hij zou
vóór deze begrooting stemmen, nadat de minister verklaard had hel erf
pacht ontwerp te zullen verdedigen.
De heer Keuchenius beantwoordde in eene uitgebreide rede den heer
Rochussen. Hij kwam op tegen de insinuatie van vrije arbeiders, alsmede
tegen gedwongen koITijciiltiturzooals die thans is geregeld Hij wees voorts
op het verband tusschen dwangcultuur en Christendom en hjj schreef aan
dwangculluur toe dat men onder 13 mtllioen zielen naauwelijks 1300 Chris
tenen kon aanwijzen. Java zou z. i. te gronde gaan, als men niet den
koninklijken, den regtraardigen weg van het Christendom betrad. Hij be
antwoordde ten slotte den heer van Foreest.
Nadat de bh. van Nispen en Stieltjes nog het woord hadden gevoerd,
antwoordde de minister van koloniën de sprekers. Uit zijne rede bleek dat
bij onder de conservatieve banier in dit kabinet had plaats genomen en
hij de conservatieve beginselen nog was toegedaan.
Van den 4 lot en met 9 April a. s. wordt in het gebouw derTeeken-
akademie alhier eene tentoonstelling van planten, knol- en bolgewassen,
bloem-bouquetten, tuinsieraden, tuingereedschappen, enz. gehouden.
De Ned. herv. gemeente alhier heeft zich bij de stemming, die dezer
dagen plaats hadvoor de nieuwe regeling van hel verkiezen van ouderlin
gen en diakenen en het beroepen van predikanten verklaard.
Bij de heden aan het dep. van binnenl. zaken gehouden herbesteding,
was voor het maken van verschillende gebouwen en inrigtingen op het sta
tion Heerenvecn van den staatsspoorweg, de minste inschrijver de heer
R. van der Vlugt, te Warmond, voor 163,000.
De jaarlijksche vergadering van het algemeen collegie van toezigt op
het beheer van de goederen vat gemeenten der Nederl. herv. kerk wordt
in deze week gehouden. Dat collegie heeft zoo veel zaken te behandelen,
dal daartoe verscheidene zittingen uoodig zullen zijn.
In den afgeloopen nacht heeft er ter hoogte van het badhuis te Sche-
veningen eene botsing plaats gehad tusschen twee pinken. Van eene pink
werd het voorschip verbrjjzeld, en de andere bekwam eene zoo belangrijke
lekkaadje dat zij onmiddelijk vol water stond en slechts met groole moeite
den wal kon bereiken. De bemanning was verpligt in het want te klim
men en werd twee uren later door de reddingboot van boord gehaald.
BUITENLANDSCHK BERlüTEiM.
ENGELAND.
LONDEN 2 April.
In het lagerhuis heeft de minister Disraeli te kennen gegeven, dat
hij voorstellen zal de bepaling der reformbill betreffende hel dubbele stem-
regt te schrappen, maar de overige qitaestiën bij de beraadslaging in co
mité' wenscht te behandelen.
De dagbladen geven over het algemeen hunne ontevredenheid te kennen
over de inlijving van het Russische gebied in Amerika bij de Vereenigde
Stalen. Zij zien in dien stap een uitvloeisel van vijandige gezindheid jegens
Engeland. De Times is echter van gevoelen dat Engeland geen regt heeft
zich tegen die inlijving te verzetten; er worden geen van Engelands belangen
door die schikking gekrenkt.
Op den 8slcn dezer zal de commissie voor de zaak der Feniansclte
gevangenen in Dublin hare zittingen beginnen. Eenige der voornaamste
schuldigen zijn van hoog verraad aangeklaagd; doch de overigen slechts van
wangedrag. Reeds zijn 400 personen opgeroepen als bijzondere jury in
deze zaak.
De juweelen van prins Esterhazy hebben 37760 opgebragt. Een
diamant, 17 karaat; bragl 4000 op. De beroemde met 10000 paarlen
geborduurde Hongaarsche uniform is in vier percelen geveild en heeft 2175
opgebragt.
Naar men uit New-York meldt geeft de president Johnson met gema
tigdheid, maar zonder tegenstreving uilvoering aan de ondanks zijn protest
gemaakte wet tol wederopbouwing der Unie. Het congres heeft bij die
wet het voormaals afvallige deel der Vereenigde Staten in vijf groote dis
tricten verdeeld en bepaalddat ieder van die districten voorloopigals
veroverd land, een militair bestuur zal hebben met eenen generaal van het
eedgenootschappeljjke leger aan het hoofd, en dat onder de leiding van dat
bestuur aan eiken van de Zuidelijke Staten eene nieuwe regering en eene
nieuwe staatsregeling zullen worden gegeven door de stem der aan de Unie
getrouwe burgers, zullende dan eerst de bestaande bezwaren legen de toe-
laling der zttideljjke afgevaardigden in het congres der Unie weggeruimd
zijn. Dien ten gevolge zjjn de generaals Shofleld, Sickles, Thomas, Ord
ett Sheridan door den president gekozen om hel Zuiden Ijjdelijk te besturen,
en er ieder in een van de vijf groote districten het oppergezag uit te oefenen.
FRANKK1JH.
PARIJS2 April
De Moniteur du Soir zegt aangaande de interpellatie in den Noord-
Duitschen rijksdagbetreffende Luxemburg, hel volgende: Deze interpella
tie, die in den tegenvvoordigen toestand van Europa eene noodlottige uit
werking zoude kunnen hebben geeft ons over het algemeen een goeden
indruk. Terwijl vele beweringen van den heer Bennigsen 'oor eene ernstige
wederlegging vatbaar zijn, heeft hij ronduit erkend hoe wenschelijk het is,
dat de Duitsche en Fransche natiën hare betrekkingen van vriendschap en
goede nabuurschap onderhoudenen hoe noodlottig een oorlog zou zijn.
Graaf von Bismarck heeft in bewoordingen vol verheffing de noodzakelijk
heid doen geldendat Duitschland acht geeft op de gevoeligheid der Fran
sche natie. Hij heeft bovendien, onder zijne vele belangrijke verklaringen,
aangetoond, dal Luxemburg een onafhankelijke staal is, waarover de koning
der Nederlanden in volle souvereiniteit op zyue eigene verantwoordelijkheid
kan beschikken. Hij heeft ook niet beproefd hel allezins onwederleghaar
feit te betwisten, dal de inwoners van Luxemburg een levendigen tegenzin
zouden gevoelen ten opzigte eener inlijving bij Duitschland. Eindelijk heeft
hij met nadruk gewezen op den invloed, dien het verlangen naar de hand
having van vredelievende betrekkingen met een magtigen nabuur op de poli
tiek van de Pritissische regering moet hebben.
De Constitutionnel brengt hulde aan de betrekkelijk gematigde taal,
door graaf ton Bismarck in den Noord-üuitschen ryksdag ten opzigte van
Frankrijk gevoerd, ntaar voegt er bij: Frankrjjk heeft geen oorlogzuchtige
bedoelinamaar wordt slechts geleid door een diep gevoel van hetgeen regt
en billijk is. Maar nu zou hel niet regt en niet billijk zijn, indien Pruis-