['rinses Maria van Hohenzoilernjongste dochter van den te Dttssel- orp woonachtigen prins Anton von Hohenzoilern, is verloofd aan den graaf van Vlaanderen, broeder van den koning der Delgen. De prins bevindt i-ïcl» thans in deze hoofdstad en heeft een bezoek hij den koning afgelegd, die hem ook een tegenbezoek heeft gebragt. Uit Weenen meldt men dat de keizer aan graaf Delcredi hel gevraagde vol ontslag heeft verleend, onder toekenning van het grootkruis der orde van S'. Stephanos. De baron von Denst is tot minister-president benoemd en met de waarneming van hel slaatsministerie belast. INGEZOIteES. DÜIiNWATERLKIDIJNG. In het nommer dezer courant van 8 Fehruarij jl. komt een belangstel teode op legen het hoogc cijfer, waarvoor in de circulaire van de hh. de eer c. s. het duinwater aan Leydens ingezetenen zal worden verkrijgbaar gesteld, en wordt dit als een bezwaar genoemd, dal sommigen weerhoudt om, door onderleekening van het, bij de circulaire gevoegde, voorloopig bewijs van deelneming, van hunne belangstelling in deze zaak te doen blijken. Daargelaten de al of niet gegrondheid van dat bezwaarbehoeft dit echter geene reden te zijnwaarom men niet zoude teekeuendaar toch wel moet worden bedacht dal deze onderleekening minder eeuc verbindtenis is om ook werkelijk voor den in de circulaire genoemden ijs water te zullen nemen, dan wel eene verklaring van ingenomen heid met het denkbeeld om eene jzoo [nuttige, ja voor Leyden bijna onontbeerlijke inrigting lol stand te brengen. Uoe meer algemeen door alle standen der burgerij dit bewijs van belangstelling wordt gegeven deslemeer ans bestaat er dat het door de hh. de Veer c. s. opgevatte denkbeeld uit voering zal kunnen erlangen, lerwjjl dan welligt later, wanneer werkelijk lijken mogt dat de maatstaf van berekening, in de circulaire opgenomen, voor Leyden minder juist is, maatregelen kunnen worden beraamd om aan dit bezwaar te gemoet te komen. Vooreerst echter moeten Leyden's iu- ezelenen hunne belangstelling en ingenomenheid met de zaak zelve ken baar maken, opdat de onderteekenaren der circulaire, bij het reeds gedane verzoek om concessie bij de liooge regering, daarop, als een krachtig be wijs van de noodzakelijkheidkunnen wijzen. Voor hen dus die met den schrijver van het aangehaalde artikel van mee ting zijn, dat de prijs te hoog is gesteld, blijft altijd de gelegenheid open m bij de onderleekening de voorwaarde te voegen; op voorwaarde, dat het tarief aanmerkelijk werd gewijzigd" of iels dergelijks. Het hoofddoel er circulaire wordt dan bereikthet blijkt dan namelijk hoevelen en wie erlangend uitzien naar het tot stand komen der Duinwaterleiding, zoowel voor hen zeiven, als voornamelijk ook voor liet algemeen belang vari dat eroot gedeelte bewoners onzer stad, die van drinkbaar water zijn verstoken. Zij, die reeds de circulaire ongeteekend hebben teruggegeven, op grond an hel bezwaar van te hnogen prjjs, kunnen steeds, zoo zij met de ho- engenoemde voorwaarde nog wenschen toe te treden daartoe hij den 011- ergeteekende in de gelegenheid worden gesteld. Mr. J. VAN HEUKELOM. Mijnheer de Redacteur! In uw blad werd, in navolging van andere bladen, dezer dagen een ericht overgenomen, als zou in de laalstgehoudene vergadering van et hier gevestigd Deparlement der Maatschappij lol Nut van 't Alge- teen eene Commissie benoemd zijn, om dit Departement van de Maat- ihappij, waarvan het een onderdeel uitmaakt, af te scheiden. Tervoor- oming van verkeerde gevolgtrekkingen, waartoe deze mededeeling reeds bij sommigen heeft aanleiding gegeven, heeft men mij verzocht deze zat nu zij in hel publiek, waarvoor zij niet bestemd was, besproken is, o in het publiek eenigsints nader toe te lichten. En wanneer ik u ij mededeel dal zij zich volgenderwijs heeft toegedragen, laai ik gaarnea u en ieders onpartijdig oordeel over of het bedoelde bericht niet minsta voorbarig mag worden genoemd. In de bewuste Departemenls-vergadering toch werd door het besla aan de leden voorgesteld om, ter behandeling in de aanstaande algemee vergadering der Maatschappij, dezerzijds op de punten ter beschrijvi het voorstel Ie plaatsen, om voor het vervolg hel quotum, dat door gezamenlijke Departemenlen ad f 2.10 per lid telken jare aan de al;, meene kas wordt uitgekeerd, lol op f 1.50 te verminderen. Aan de gemeene ingenomenheid, waarmee dit voorstel werd ontvangen, paard] zich belangrijke en uitvoerige discussiën, zoo over de verhouding van Departementen lot de Maatschappijals over de meermalen geuite klaa dal door het hoofdbestuur telken jare de begrooting, stelselmatig en nt deloos, zoo hoog mogelijk werd opgevoerd, om daardoor een, in helot van velen, veel te hoog quotum te kunnen heffen. Hieruit nam een der leden aanleiding tot het Bestuur de vraag j richten of men zich om deze en andere redenen niet van de Maatschap; zou kunnen afscheiden; eene vraag, die, hoewel niet direct aan de ordt toch door velen in zoo naauw verband met het aanhangige voorstel wet geacht, dal zij tot langdurige beraadslagingen aanleiding gaf, zonder di men 't evenwel voor de beantwoording er van scheen eens te zulle worden. Ten einde aan dien woordenstrijd een eind te maken, en om te vooi komen dat men, werd eventueel later die vraag weder eens gedaannit andermaal in het onzekere omtrent een antwoord zou veikeeren, dee een der leden van het Bestuur hel voorstel dat, daar men hel voot recht had vele beroemde rechtsgeleerden onder de leden van dit Depai te it! ent te tellen, de Vergadering eene Commissie zou benoemen aan wi de laak zou worden opgedragen te onderzoeken in hoeverre die vra» later voor toestemmende beantwoording zou vatbaar wezen. Dit voorstt werd aangenomen en daarbij tevens bepaald dal die Commissie in d volgende Vergadering zou worden benoemd. Zoo is de loedrachl der zaak. Ieder oordeele nu in hoeverre he bericht, daaromtrent in verschillende couranten opgenomen, juist is. Uw dienstw. W T. W. Tc Leyden Ier Boekdrukkerij vail J. C. DKABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 6