duinwaterleiding.
iSurgcrHj&c £st«uib.
HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND
loo als ieder weet, die eenigzins met de ziekte hekend is,- heeft zij
thans eene uitgebreidheid gekregen dat aan almaken binnen de lijn van
afsluiting niet meer te denken valtde regering heeft zulks zelve erkend
door het besluit tot afmaking in te trekken, en wanneer men de wekelijk-
sche opgave in de Staatscourant naziet, dan zal men tot het besluit komen,
dat in ééue week ttjds zich houderden landbouwers aan die rampzalige
afmaking zouden moeten onderwerpen; ik zeide daar, rampzalige afma
king, omdat zij als eene tweede ramp moet worden beschouwd en ook als
zoodanig door bijna alle veehouders beschouwd wordt.
Tot heden immers hebben dc veehouders binnen de lijn van afsluiting,
op kleine uitzonderingen nahel voorregt genoten hun vee te mogen laten
doorziekenhebben zij aan de eene zijde door die ziekte groote verliezen
geledendoordien van den eenen de helftvan den anderen een derde of
meer van hun vee stierf, van de andere zijde had ook hel gedeelte dat
overbleef en van de ziekte hersteld was, eene veel grootere waarde, zoodat
400, en meer, somtijds voor herstelde runderen wordt betaald; met die
herstelde runderen heelt de veehouder voorts zijn bedrijf kunnen voortzet
ten, hij is veehouder gebleven en heeft daardoor aan zijne verpliglingen
kunnen voldoen, ja, zelfs zijn verloren vee kunnen remplaceren.
Gaat echter het voorstel der commissie door, wat zal dan hel gevolg
zijn? dan zal de veehouder die slechts één zieke onder zijn vee krjjgt, ai
zijn vee moeten opofferen, tot zelfs zijne herstelde kocijen, die zulk eene
groote waarde hebben; want wie zal hem gelooven als hij verklaart dat
hij zooveel stuks vee hersteld heeft, daar tot heden verzuimd is de herstelde
beesten een brandteeken te geven. En tegen welken prijs zal nu dal vee
onteigend worden
Veronderstel zelfs dat men hem eene waarde geeft van 300. en meer
voor elk stuk vee; is de man daardoor geholpen? volstrekt niet; h(j kan
immers zijne bouwerij niet weer beginnen, want vee mag hij immers niet
weer inslaan, zijn hooi, stroo en stalgereedschappen zijn mede onteigend,
ja, zelfs tot zijne mest toe. En wanneer zal hij weer vee kunnen inslaan?
Als de ziekte zal zijn geweken! En wanneer zal deze geweken zijn?
Zie, dit is eene vraag, welke de commissie voorzeker niet zal beantwoor
den, wanneer zij wil zien hoe de ziekte niettegenstaande versterkte lijnen
en cordons in korte dagen is uitgebroken op de meest van elkander ver
wijderde plaatsen in het rijk|, als in Friesland, Groningen, Overijssel,
Gelderland, Noordbraband en de Zeeuwsche eilanden.
De commissie schjjnt vergeten te zijn of niet te weten dal de longziekte
{vroeger de besmettelijke longziekte genaamd), in den aanvang even veel,
zoo niet meer runderen dan de typhus wegsleepte. Heeft men toen ter
tijde ook onteigend en doodgeslagen zoo als men nu wil? Volstrekt niet,
men heeft de boeren laten tobbenen door tobben zijn zij niet alleen staande
gebleven, maar hebben eenen uooit gekenden trap van voorspoed bereikt.
Zie, mijnheer de Redacteur! ik ben zelf veehouder, de zaak gaat mij
ter harte, ik heb zelfs veel, zeer veel vee verloren, en toch roep ik dagelijks
met honderdiénja duizendengetuige de vele rekwesten aan de hooge re
gering ingezonden en door duizenden onderlcekend«Laat ons vrij vergun
»ons in te koopen buiten de lijn of waar wij kunnen, dan zullen wij in
«drie of vier jaar ons geheel beslag aan gebeterde kocijen hebben de ziekte
»zal dan van zelve geweken zijnzonder dat hel millioeneu schats aan het
urijk zal gekost hebben, die wij nutteloos verspild achten, de landerijen
«zullen hunne waarde behouden en de groote voorspoed, die wjj sedert
«eenigc jaren door Gods zegen moglen ondervinden, zal spoediger, veel
«spoediger lerugkeeren, dan door onteigenen en doodslaan zoo als de com-
«missie wel heef! gelieven voor te stellen.
G. C. VAN DER HOEF.
Onlangs zijn overal in de stad nituondigingen tot voorloopig abonnement
voor het gebruik van 'duinwater rondgebracht, liet is te hopen, dal velen
hun naam onder die voorloopige verbintenis plaatsen. Wie de openbare
vergadering van de Leidsche afdeeling der Maatschappij van Nijverheid heeft
bijgewoond en daar van den hoogleeraar van der Boon IVlcsch gehoord heeft
hoe het over hel algemeen in onze stad met het drinkwater is gesteld, die
weel dat het verkrijgen van beter water een zaak van het allerhoogst be
lang voor ons moet worden geacht. Niet in alle deelen der stad is de
behoefte aan verbetering even dringend. Maar alleen door samenwerking
van zeer velen kan eene onderneming van zulk een omvang als de thans
ontworpene tot stand komen, en liet is billijk, dat ook zij, die voor zich
zeiven liet duinwater niet zouden begeereu medewerken om het te verschaf
fen aan anderen, die het zonder hunne deelneming waarschijnlijk niet zou
den kunnen verkrijgen.
Er bestaat evenwel tegen die algemeene de lneming een belangrijk be
zwaar. De prijs, waarvoor het water verkrijgbaar zal worden gesteld, is
veel te hoog Men heeft het tarief van Amsterdam overgenomen. Dat zou
goed zijn, wanneer Leiden een stad was als Amsterdam. Maar als men
het tarief dat voor Amsterdam geschikt wordt geacht op Leiden loepast,
begaat men een groote onbillijkheid. De jaarlijksche contributie, waarvoor
men zich abonneert, wordt berekend naar het aantal kamers in het huis,
dat men bewoont. Nit is men hier in Leiden veel ruimer gehuisvest dan
in Amsterdam. Hetzelfde huis zou daar twee- mogelijk driemaal de huur
gelden waarvoor men het hier verkrijgen kan Wanneer dan ieder zich
naar zijn vermogen inricht zal een Lcidenaar minstens tweemaal zoo ruim
wonen als een Amsterdammer van dezelfde inkomsten cu dus ook tweemaal
zoo veel voor hel duinwater betalen. Dat zou billijk zjjn, als men meer
water gebruikte, naarmate men meer kamers had. Maar dat is natuurlijk
het geval niet. Er volgt daaruit dal ons het water, volgens hel Amsler-
damsche tarief, veel te duur zou worden berekend. En dai geldt niet alleen
van hen, die in groote huizen wonen, maar nog meer van de armen. Die
leven iu Amsterdam op kamers of in kelders waarvoor maar één vertrek iu
rekening kan worden gebracht. Iu onze achterbuurten daarentegen vindt
men een aantal huisgezinnen iu een afzonderlijke woning met twee of drie
kamertjes. Voor zulken zou de gelegenheid om het duinwater te gebruiken
door dit tarief ten eenemale afgesneden zijn.
Zou dit bezwaar niet opgeheven kunnen worden?
Van 31 Jantiai-ij tot en met G FebruariJ 1867.
BEVALLENE. van Leeuwen geb. Wollers, Z. K. van Houten, geb. van
Rossen, Z. C. L. van der Linde geb. Voorhagen Z. F. van der Walle
geb. Kollen Z. M. A. Keyzer, geb. Wouters, Z N. Wallaartgeb. Kraan,
Z. C. v. d. Walle geb Wiede D. M. E. v. d. Steen geb. Thyssen Z.
H. M. A. M. Tange, geb. Bonte, D. W. F. Braggaar geb. van GentZ.
J. M. Muldergeb. Verlint Z J. Lui geb. BonteD. C Boldergeb. Ca-
pello, Z. J. M. Zirkzee, geb. Aalbersberg, Z C. 11. Wouterlootgeb.
Blom, Z. J. G. Coerman, geb. de Blank Z. W. de Graaf, geb. Houvast
D. C. Groengeb. v. d. Weyden D. M. Schoutengeb. ReinliartD. M.
C. Dageletgeb. KremsD. J. Kokkedee, geb. MazurelD. S. Tegelaar
geb. Bonte, Z.
AHAUI.t!!E-,\ IK IIWS
PROAIOTIKN AAN DE LETDSCIIE HOOGESCIIOOL.
Den 6den Februarij de heer A. M B. Hanlo, van Amsterdam, in de reg-
ten, na openbare verdediging van zijn akademisch proefschrift: over zamen-
loop van misdrijven volgens de verschillende hedendaagsche wetgevingen.
Den 7deD Februarij de heer J. G. A. Slingeland, van Schoonhoven, in de
regten, met stellingen.
AHVEIiTENTIEN.
Getrouwd:
H. J. WANNA
Leyden, 5 Februari 1867.
en
L H. BRINKMAN,
van Amsterdam.
Getrouwd
H FILIPPO,
Weduwnaar van J. M. van Wijk,
Leiden, 6 Februari 1867.
en
S. M. VAN WIJK.
Getrouwd:
Godda, 6 Februari 1867.
Eenige kennisgeving.
11. C. COE8ERGH, van Leyden,
Weduwnaar van A. A. J. van Bree,
en
P. H. VAN CATZ.
Heden overleed, na een langdurig lijden en voorzien van de H. Sacra
menten der Stervenden, lol mijne en mijner kinderen diepe droefheid, mijn
waarde Echtgenoot LEONARDDS VER11AAFF, in den ouderdom van 67
jaren, waarvan wij 41 jaren mogten vereenigd zijn.
H. G. VERHAAFF, Klok.
Leyden, 6 Februarij 1867. J. A. SMULDERS.
E. J. SMULDERS, Veruaaff.
Voor de bewijzen van belangstelling, mij betoond bij de bevalling mijner
Echlgenoote, betuig ik inynen liartelijken dank.
Leiden, 7 Febr 1867. G. JAPIKSE.
Voor de menigvuldige en hartelijke bewijzen van deelneming, die wij
mogten ondervinden bij het afsterven van mijnen dierbaren Echtgenoot den
Wel-Eerw. fleer J. v. DUUREN, breng ik bij deze, namens mijne Kinde
ren en Behuwd-kinderenmynen welgemcenden dank aan familie, vrienden
en bekenden.
Leiden, 8 Februari 1867. Wed. J. v. DIIUREN, Donker;
De GEMEENTE-COMMISSIE V AN HET NEDER DUITSCU HERVORMD
KERKGENOOTSCHAP alhier, berigl hij deze aan belanghebbenden; dat
op heden zijn Uitgeloot de navolgende Aandeelen in het renteloos voor
schot voor de vernieuwing van het binnenwerk der Pieterskerk, als NM.
101, 13, 88, 8, 50, 97, 77, 98, 48, 9.
Wordende de Houders dier Aandeelen verzocht dc aflossing te laten ont
vangen ten huize van den Commies-Kamerbewaarder J. de PECKER, die
daartoe zal vaceren iederen werkdag, des middags van 12 lot 2 ure.
Namens de Gemeente Commissie voornoemd,
Leyden, 6 February 1867. SCHELTEMA Lid en Secretaris.
DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van RIJNLAND brengen b(j deze
ter kennis van ingelanden
1°. dat de lijsten der stemgeregligde ingelanden van het Hoogheemraad
schap voor het dienstjaar 1867, volgens art. 29 van het reglement, gedu
rende veertien dagen na heden (Zondagen uitgezonderd) van des morgens 9
tol des middags 12 ure ter inzage zullen liggen als volgt:
de lijsten van al de zestien districten ter Secretarie van Rijnland,
alwaar zij tevens, tegen betaling van 10 cents voor elke lijst,
verkrijgbaar zijn;
die van het derde district aan de Cruquius
die van liet vierde district aan de Lynden
die van het zevende district aan de Leeghwater
die van elk der overige districten ter Gemeente-Secretarie van de
hoofdplaats van dat district en van elk onderkiesdistrict;
2». dat zij, die vermeenen dat de lijsten niet naauwkeurig zijn opge
maakt, volgens art. 30 van bel reglement, gedurende veertien dagen na
het aanplakken dezer kennisgeving, hunne bezwaren, met overlegging van
de vereischle bewijzen, kunnen onderwerpen aan de beoordeeling van de
Vereenigde Vergadering, welke op den eersten Donderdag in Maart over de
ingekomen reclames zal beslissen.
Dijkgraaf en Hoogheemraden voornoemd,
II. C. J. HOOG, Dijkgraaf.
Leiden, 7 Februarij 1867. W. G. de BRUYN KOPS, Secretaris.
GEHUWD: W'. G. Boomjm. en G. Beltman jd. G. van Rijswijk wedr.
en C. van den Aarlweg.jd. L. C. van der Klugt, jm. en J. M. Catin, jd. G.
J. Floryn wedr. en J. Kretjd. L. van Egmond jin. en N. van Gesseljd.
41. J. van Gesseljm. en M. C. Piketjd. H. J. Wanna jm. en L H. Brink
man jd. H. Filippo, wedr. en S. M van Wjjk jd.
OVERLEDEN: L. A. Verkoren, D., 3d. - A. J. Blom46 j. - S. S. Schop-
huizeii20 j. W. Klein54 j. M. J. Brouwer51 j. J. J. de Jong
Z.15j. E. J. F. PontD.11 m. J. F. Prins, Z.21 j. M. van der Leur,
wed. J. van der Veer, 79j. P. H. van Oijen 77j. H. Esschcrs Z.19j.
P. H. de Huu Z.5 m. J. van den Bos, 52 j. P. A. Schar wachter61 j.
H. C. Leusveld Z.2 m. C. Abieswed. M. Langeveld71 j. H. Pb. Prille-
vitz28 j. L. S. Engers, Z.20 j.