zaken en koloniën, der staatsbegrooting. In hel eerstbedoelde antwoord wordt o. a. gezegd, dat, naar hel oordeel van den minister, de interna tionale sanctie op het losmaken van Limburg van het üuilsche Verbond wenschelijk, doch niet noodzakelijk is. Omtrent de quaestie der Ooster- Schelde verklaart de minister vooralsnog niet meer te kunnen zeggen dan hij in de eerste kamer heeft gezegd: In het antwoord van den minister van koloniën wordt het programma der regering ten opzigle >an het be stuur in lndië in bijzonderheden uiteengezet. Dat programma kan aldus worden zamengevat: naauwgezette handhaving der wetten; regeling en ver betering van het onderwijs; regeling der uitgifte van gronden tot uitbrei ding der particuliere nijverheid; herziening der voorwaarden van concessie tot mijn-ontginning; verbetering van het regtswezen en de polieic; bevor dering en verbetering der gonvernemenls-cnltures en van alle zoodanige maatregelen, welke de welvaart der koloniën kunnen bevorderen. 's GRAVENHAGE, 31 Januarij. Door Z. M. is eene gratificatie van tien gulden en een loffelijk getuig schrift verleend aan F. van der Plas, J. de Vrij K. Vuil, C. Zwart, J. Stam, J. Groen, P. Zwart en D. Boes, behooreudc tot de bemanning der te Egmond aan Zee gestationeerde reddingsboot, wegens bet met levensge vaar] redden der equipage van het op de btiilcnbank onder Bergen gestrande Nederl. barkschip Petschorain den nacht van 28 Dec. 1866. Door Z. lil. is aan den heer A. F. M. Bellini te Botterdam, vergun ning verleend tot hel aannemen der versierselen van ridder van St. Sylvester Tan den Gouden Spoor, hem door den Paus geschonken. Tot procureur bij de arrond.-regtbank te Botterdam is benoemd de heer mr. H. Trostorff, advocaat aldaar, en lot notaris te Boskoop de heer J. Maarschalk cand.-notaris aldaar. Tol ontvanger der registratie enz. te 's Gravenhage is benoemd de heer P. J. Bisdom, thans in die betrekking te Helmond. De commies der posterijen 2s kl. W. J. Snellen is verplaatst van het expeditiekanioor der posterijen op den Ned. Rijnspoorweg te Amsterdam naar het postkantoor te 's Gravenhage, en de commies der posterijen 2e kl. J. P. van Nieuwkuyk van 's Gravenhage naar genoemd expeditiekanioor. Aan de hoofdcommissie ter regeling en behartiging der belangen van Ned. industriëlen en kunstenaren bij de tentoonstelling, welke in 1867 te Parijs zal worden gehouden, zijn toegevoegd als leden voor de aldeeling schoone kunsten, de bh.: S. L. Verveer, kunstschilder te 's Gravenhage J. Israels, kunstschilder te Amsterdam; en A. J. Lamme, directeur van het museum Boymans te Roiterdam. De officier van gezondheid 3de kl. bij de zeemagl D. Matak Fontein, is bevorderd tot officier van gezondheid 2de kl. BUITENLANDSEHE BKRIGTKNB JENTGEL,ALS.' I». LONDEN. 29 Jannarij. Zaturdag II. hadden alhier eenige ongeregeldheden plaats. Verschil lende bakkerswinkels, in de Commercial road East, werden belegerd door eene menigte sjouwers en dokwerkers, en daarna geplunderd. Waar de bakkers tegenstand bodenwerden de glazen ingeworpen en beging men andere buitensporigheden. liet bestuur der Atlantische telegraaf-maatschappij heeft aan de aan deelhouders medegedeeld dal de zuivere opbrengst der exploitatie in den tjjd van 5 maanden 81880 heeft opgebragt. ERANHHIJH. Naar men verneemt heeft de minister van financiën aan den voorzitter der vereeniging van Parijsche effecten-makelaars de verzekering gegeven dat het hem toegeschreven plan van eene geldleening van eene belasting op effecten en andere roerende goederen, en van eene hervorming der stede lijke accijnscn niet bij hem bestond. Er is aan de beurs sprake van een plan tot conversie van Mcxicaansche obligatiën iu Fransebe staatsschuldbrieven, waarbij de eerste tegen een ge deelte van hare nominale waarde in betaling zouden worden aangenomen. Uit Florence meldt men dal de senaat besloten heeft lot het in staat van beschuldiging stellen van den admiraal Persano, en wel met 83 tegen 48 stemmen op het tweede punt der aanklagtte welen ongehoorzaamheid, en met 116 tegen 15 stemmen op Int derde punt, onbekwaamheid en na latigheid. Gelijk men weet was de aanklagt betreflende lafhartigheid met meerderheid van stemmen verworpen. Per TeJeg'riaisi. KONSTANTINOPEI,30 Januarij. Jozef Karam heeft Syrië verlaten en zal naar Algerië vertrekken, De benoeming van een christelijk vorst lot gouverneur van Candia wordt te gemoet gezien. Albanië is voorloopig bevredigd. BERLIJN, 30 Januarij. De Prov. Corresp. bevestigt, dal het Noord- Duitschc parlement den 24stcn February geopend zal worden. FLORENCE, 30 Januarij. Admiraal Persano is heden voormiddag op vrije voeten gesteld de behandeling van zijn proces zal 32 )laart a. s. aanvangen. Aan den Gemeenteraad van Leydeyi. De Kamer van Koophandel en Fabrieken rekent zich verpligt TJ hare bedenkingen te doen kennen, tegen het door een lid uwer vergadering gedaan voorstel, tot ver hooging der schoolgelden in deze gemeente. Indien het voorstel alleen betroffen had het schoolgeld door de vermogendste klasse van ingezetenen betaald voor de opleiding hunner kinderen tot het hooger onderwijs, met andere woorden, eene ver hooging der kosten van het Gymnasium, wij zouden het buiten onze roeping en onzen werkkring geacht hebbendaarover onze meening te zeggen. Doch het voorstel omvat ook de Hoogere Burgerschool en twee categoriën van scholen voor lager onderwijs. Het grijpt dus ook bepaaldelijk in de voorwaarden en kosten van onder wijs der middenklassender burgerij in engeren zinen door deze verhooging van kosten belemmert en belet het vooral deze verstandelijke ontwikkeling der nijvere bevolkingwelke wij steeds hebben beschouwd als eene eerste voorwaarde voor eene krachtige nationale nijverheid. Het is dit motief bovenalhet motief dat eene verhooging der schoolgelden op j de scholen van lager onderwijs en op de Iloogere Burgerschool onvermijdelijk ten gevolge zal hebben dat klassen die door dit onderwijs bij uitnemendheid trachten zich te bekwamen tot bet uitoefenen van handwerkenambachtenneringenin één woord van eenigen tak van particuliere nijverheid, daarin door de meerdere kosten zullen bemoeijelijkt of verhinderd wordendat ons noopt onze bezwaren hiertegen bij U in te brengen. Sedert jaren is het onze vaste overtuiging, dat zoo de neder- landsche nijverheid, het woord in den ruimsten zin genomen, in menig opzigt nog niet op gelijke hoogte staat met die van andere landendit voor een groot deel j moet geweten worden aan ongenoegzame en onvoldoende middelen om het verstand te ontwikkelen en zich voor zijn vak te bekwamen. Wij hebben dit meer dan eens verklaard. Toen in 1862 de Regering ons oordeel vroeg over een ontwerp van verla ging van het indisch tarief, als overgangs-maatregel tot eene aanstaande afschaffing der differentiële regten, was eene der redenen waarom de Kamer tegen dit plan adviseerde deze, dat onze nijverheid de bestaande bescherming nog behoefde «zoo- //lang geen, ook bepaaldelijk voor de arbeidsklasse doeltreffend ingerigt lager en middelbaar onderwijs de gelegenheid geeft, bekwame industriëlen te vormen. Een //nederlandsch ondernemer van eenigen tak van bedrijf1, merkte toen reeds de Kamer op, //heeft yeel meer moeite zich voor zijn vak te bekwamen dan buitenlandsche «industriëlen hebben, omdat Nederland de nijverheidsscholen mist, welke in andere «landen, b. v. in Duitschland en Zwitserland, voortreffelijk zijn ingerigt. De neder- «landsche industriëel mist deze gelegenheid tot wetenschappelijke opleiding, terwijl «in den tegenwoordigen tijd zonder wetenschap geene nijverheid bestaan kan. De «nederlandsche industriëel mist deze gelegenheid èn voor zich zeiven èn voor zijne «werklieden. Wij mogen niet aarzelen het te zeggen. De nederlandsche fabriek sarbeider staat bij dien van andere fabrieklanden achter, zoowel in verstandelijke als «ligchamelijke ontwikkeling. Hij is zwak, zoowel intellectueel als physiek. En hij »is dit, voor een groot deel, door oorzaken buiten hem, door den hoogen prijs van «zijne eerste levensbehoeften welke door de lands- en gemeente-belastingen op het «verbruik zoozeer verhoogd wordenen doordien hij verstoken is van het middel eener doelmatige opleiding in zijn bedrijfwelke hem anders zou kunnen dienen om in zijn vak vooruit te komen" Drie jaren later werd het plan van 1862 weder opgevat, en de Kamer erkende toen in haar nader advies, dat aan velen harer vroegere be zwaren reeds was te gemoet gekomen, en met name ook dat de sedert 1862 tot stand gebragte regeling van het middelbaar onderwijs was geweest «een eerste stap «om te geraken tot deze vorming en ontwikkeling der industriële klasse, welke wij «beschouwen als eene onmisbare voorwaarde voor eene gezonde en bloeijende nijverheid.11 Behoeven wij thans nog te zeggen, met hoeveel leedwezen wij den Gemeenteraad den stap achterwaarts zouden zien doen van het verhoogen der schoolgelden, bijzon der voor die vakken van onderwijs waaraan de industriële klassen der bevolking de grootste behoefte hebbenen die het bezoeken der school voor menigeen ondoenlijk zou maken? Want het is, onzes inziens, eene dwaling, wanneer men alleen in de onderste lagere scholen, de eigenlijke volksschool ziet en in de burger- en hoogere burgerscholen inrigtingen van onderwijs uitsluitend bestemd voor de gegoede burgerij die hare kinderen niet naar de Hoogeschool zendt. Naar onze meening en zij j isgelooven wijook de bedoeling der wet is alle onderwijs één zamenhangencl 1 geheel, in trappen gescheiden om de keuze van het verlangde onderrigt voor ieder gemakkelijk te maken en opdat men van het minder uitgebreid onderwijs zou kun nen gaan tot het meer uitgebreide, doch geenszins om slagboomen te stellen waar binnen de verschillende standen der maatschappij zich, elk op zijn gebied, zouden moeten bewegen en beperken. Yoor ons is alle onderwijs volks-onderwijs en zijn alle scholen vo^sscholen. In de lagere scholen worden de eerste beginselen van algemeene onmisbare kennis geleerd, die later, door meer uitgebreid onderwijs, kan voortgezet en voltooid worden. De woorden »lager onderwijs" en lagere school" hebben zekerlijk geenerlei betrekking tot het personeel dat er gebruik van maakt; het heet alleen déarom «laag", omdat het de eerste, de onderste sport is die men betreden moet om tot hoogere kennis te geraken. In de gewone burger-, de am- bachts- en de hoogere burgerschool worden deze speciale kundighedende gronden der technische kennis, geleerd, door welke men zich voor de uitoefening van eenig bepaald beroep wil bekwaam maken. De Hoogere Burgerschool is niet eene in wezen en doel van de gewone burger- en ambachtsschool afwijkende inrigting, even weinig als de school voor meer uitgebreid lager onderwijs tot eene andere klasse van scholen behoort dan de gewone lagere school. Bij het middelbaar gelijk bij het lager onderwijs blijft, hoewel de inrigting der ouderscheiden scholen van elkander moge verschillen, haar zamenhang en verband bestaan, omdat zij allen leiden naar hetzelfde doel. De benaming Hoogere Burgerschool" moet ons niet in verwarring brengen. Zij is eene «hoogere" schoolomdat zij eene hoogere ontwikkeling geeft en den kring van haar onderwijs verder uitbreidt dan de gewone burgerschool omdat zij gelegenheid geeft meer te leeren maar niet omdat zij bestemd is eenen bij zonderen stand van burgers te vormen die hooger moeten staan dan het gros der burgerij. Het spreekt van zelf, dat niet allen die de lessen der gewone burgerschool en der ambachtsschool bijwonen, ook die der Hoogere Burgerschool volgen zullen. Doch de gelegenheid daarvoor bestaat, en men mag verwachten dat er ook leerlingen zullen zijn die, na de eerstgenoemde scholen doorloopen te hebben, verlangen hunne reeds verkregen kennis aan te vullen en te voltooijen door gebruik te maken van het meer uitgebreid onderwijs der Hoogere Burgerschool. De thans daartoe be staande gelegenheid moet, onzes inziens, behouden blijven. Wij zouden het als eene onbillijkheid beschouwendat men de leerlingen, die het meer uitgebreid onderwijs der Hoogere Burgerschool verlangen, den toegang daartoe belette, door van hen een schoolgeld te eischendat menig hunner niet zou kunnen betalen. En dit zou, vreezen wij, voor velen het geval zijn, wanneer de Gemeenteraad tot de voorgestelde verhooging besloot. In het algemeen zijn, naar ons gevoelen, de in Leyden geheven schoolgelden reeds hoog genoeg, en soms zelfs te hoog om de scholen voor de massa der burgerij toegankelijk te maken en ze in waarheid te doen zijn volksscholend. i. inrigtingen van onderwijs voor allen en ten dienste van elk's vak. Inzonderheid geldt dit voor de Hoogere Burgerschool. In vergelijking met hetgeen in andere landen, b. v. in Duitschland, in Zwitserland enz., voor de zelfde soort van scholen betaald wordt, zijn de schoolgelden voor het middelbaar onderwijs in ons land hoog. Men kan dit reeds eenigzins afmeten naar hetgeen voor de hoogste inrigtingen van het middelbaar onderwijsde polytechnische scho len elders betaald wordt. Te Zürich wordt slechts in ééne klasse (de mathema tische) 100 francs betaald en voor alle andere klassen 80 francs, dus ƒ50 en ƒ40, terwijl hier de Hoogere Burgerschool reeds ƒ60 kost. In het polytechnisch instituut te Praag, met 26 docenten, wordt voor het volgen van eenen bepaalden cursus ƒ15.75 ^jaars betaald, en voor het bijwonen van slechts zekere lessen ƒ8.40. In eene dergelijke instelling te Weenen met een personeel van 104 docenten en adsistenten, is het schoolgeld ƒ12.60 in het jaar1)- Onder de scholen hier te lande staat Leyden thans, wat het schoolgeld der Hoogere Burgerschool betreft, nog ge lijk met Utrecht, Arnhem, Nijmegen, Zutphen, 'sGravenhageRotterdamHaarlem en Zaandam. Hoogere schoolgelden worden gevorderd in Amsterdam (ƒ180)2), Delft (ƒ70) en Enschedé (ƒ70), waarbij echter valt op te merken dat die in do laatstgenoemde gemeente eene Bijzondere hoogere burgerschool" isbepaaldelijk in gerigt als «industrie- en handelsschool," zoodat zij daardoor minder vergelijkbaar wordt. In Dordrecht is het schoolgeld wisselend tusschen ƒ54 en 72. Lagere schoolgelden worden betaald in Tilburg (ƒ30), Middelburg 40), Groningen (ƒ50), 1Deze opgaven zijn overgenomen uit het artikel van tien hoogleeraar Bierens de Haan over hot industriëel onderwijsvoorkomende in het nemmer van de Gidsvoor Au gustus 1861. [Bij het afdrukken van dit adres ontvangen wij nog de volgende medcdeeling: Rcalschool te Keulen. 6° klasse (le jaar) ƒ36. 5e (2e -36. 4e (3e =-48. 3e (4e =-48. 2e (5e =-56. ie (6e =-64. Dc verschillende prijzen der klassen zijn ten gemakke van hen die niet den ganschen cursus, maar slechts eenen twee- of driejarigen cursus volgen willen. Doorloopt men ech ter alle klassen, dan is het verschil nog zeer ten onzen nadeele want terwijl de zes jarige cursus van de Rcalschool 288 (gemiddeld ƒ48 'sjaars) kost, bedraagt de vijf jarige cursus van onze Hoogere Burgerschool, (a ƒ60 'sjaars) reeds ƒ300.] 2) Aan het Koninklijke Athenaeum te Brussel (gelijkstaande met onze Hoogere Burger scholen), met 29 docenten, is het schoolgeld 100 francs 50).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2