LMMCflE COURANT. N°. 1867. MAANDAG 28 JANUARIJ. STADS-BERIGTEN. NATIONALE MILITIE. De Courant wordt MaandagIVoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zalurdag avond. tf De prijs der Courant is f 3.— per vierendeel jaars. Afwonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet van den 19de° Augustus 1861 {Staatsblad n°. 72) allen, die volgens art. 15 dier Wet voor de nationale militie beliooren te worden ingeschreven (zij die op don lsten Januari) hun 19de jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 1 N48), verpligt zijn zicli daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tii«sclie*ii det|USstcn en ilen 3sten .Sanuitrijdat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den militiepligtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tol het doen van die aangifte verpligt is; en dat overtreding van art. 18, krachtens art. 183, wordt gestraft met boete van ƒ25 tot ƒ1045. Voor hen, die verzuimden zich op de door hel Gemeentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden, wordt alzoo daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter gemeente-secretarie, van 's voormiddags 10 tol 's namiddags 3 urenop iederen werk dag, tot en met den 31slen Januarij aanstaande, op welken dag het register van in schrijving, des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt gesloten. En wordt deze door plaatsing in de Leydsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leyden, 19 Januarij 1867. y. e. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTK.AMMER, Secretaris. BINNElVLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN26 Januarij. Bij kon. besluit van 12 Januarij jl. is de jaarwedde van A. C. M. Vink, eersten commissaris van policie te Leyden, met ingang van 1 Januarjj ver hoogd met ƒ200 en alzoo vastgesteld op 1800. Het getal der in hel Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 338 tol 365 personen. Vol»ens eene opgave omtrent het verkeer en de opbrengst van de kan toren van" den rijks-telegraaf gedurende het jaar J866, zijn in dat jaar ver zonden 624,345 beriglen en ontvangen 636,861 berigten. De opbrengst is geweest 482.233.15Jwaaronder ƒ92,185.91 J als opbrengst van 291,543 doorgezonden berigten. Aan het kantoor te Leyden zijn in 1866 verzonden 7648 en ontvangen 8023 berigten, waarvan de opbrengst is geweest 4349.40. Uil Katwijk aan Zee meldt men ons het volgende: Donderdag mor gen werd de visch, door schipper Jan de Joug, van den reeder D. Meerburg, aangebragt, buitengewoon duur verkocht. Voor 3 tarbotten en 120 ton gen werd in den afslag besteed ƒ61; voor de tarbot werd 7 per stuk en voor de tongen 35 cents per stuk betaald. De schol gold 6 en de rog ƒ4.20 per mand. De gezamentlijke besomming bedroeg ƒ225. Bjj gunstig weder zullen vele schuiten ter visscherij afgaan. De Staatscourant bevat hel rapport der commissie, in 1866 belast met het afnemen der examens als hulpapotheker, omtrent liet in de maand December jl. gehouden examen. 23 candidate!) hebben zich aan het examen onderworpen, van welke 8 zijn toegelaten en 15 afgewezen. Acte van be voegdheid werd uitgereikt aan. L. J. van der Harst, geboren te Middel burg; G. H. van Hoolwerff, geb. te Hoorn; 11. Lumkemangeb. te Helder; G. P. G. Moeys, geb. te Hees; P. C. Plngge, geb. te Middelburg; K. van Ringh, geb. te Sneek; W. J. II. van Veerssen, geb. te Nijmegen; J. de Wil, geb. te Enkhuizen. Met hel oog op het uitbreken der veeziekte in onderscheidene nabij de Nederl. grenzen gelegen Pruissische gemeenten, zijn de Pruissische policies en belastingbeambten herhaaldelijk aangeschreven niet alleen hooi, stroo, nagras en andeie voor aanneming der smetstof vatbare voorwerpen uit Hol land en België aan de grenzen af te wijzen, maar dit ook te doen met de daarin gepakte waren, welke langs spoorwegen of op stoombooten naar Pruissen worden verzonden. Daar, niettegenstaande dit gebod reeds lang uitgevaardigd is, nog menige overtreding ten opzigle van verzendingen uil Nederland en België plaats heeftzoo is de commissaris des konings in Zuidholland door den kon. Pruissischen regerings-president te Dnsseldorf uitgenoodied geworden, het vorenstaande zoo veel mogelijk in Nederland ter algemeene kennis te brengen. Door het prov. kerkbestuur van Noordholland is, op hun verzoek, emeritaat verleend aan d'. J. Prins, pred. te Weesp, en aan d9. J. M. BroekhofT, pred. te Medemblik. Tol predikant bij de herr. gemeente te Oud-Alblas is beroeper. ds. Verhofff, pred. te Scheveningenen lot predi kant bij de herv. gemeente te Kethel de heer G. W. Stegnarproponent bij het herv. kerkgenootschap aan de Kaap. Aan eene commissie, bestaande uit de hit. J. P. A. Franijois, te Rot terdam, d'. D. de Loos, te Leyden, d'. J. C. van Deventer, te Dordrecht, en dr. E. Piaget, te Rotterdam, is opgedragen een reglement te ontwerpen voor de algemeene Vereeniging van de leeraren van de hoogere burgerscho len, welke men hoopt lot stand te brengen, en dat op eene algemeene ver gadering, op Zatnrdag 20 April te Utrecht te houden, in beraadslaging zal worden gebragt. Volgens hel Amst. Effectenb. is de leening voor het Palcis voor volksvlijt volteekend. Te Ilellevoelsluis is het berigt ontvangen dat bij het verongelukken van een Franschen logger, voor de haven van Galais, de aan boord zijnde dienstdoende Nederlandsche loods zijn graf in de golven heeft gevonden. Maandag avond II. waren te Arnhem vele personen de dupe eener mystificatie. Door middel van strooibillelten en omroepen was aangekon digd, dat des avonds ten 9 ure eene narre-sledevaart in costuum, met mu ziek en fakkellicht, zou plaats hebben, beginnende van de Groote Markt. Gedurende ongeveer een uur was het marktplein vol menschen en waren de ramen der omliggende huizenwaaronder ook die van den commissaris des konings, met dames bezet. Er verscheen evenwel gcenc enkele slede en morrende en ontevreden keerde de menigte huiswaarts. Een paar snalceu die de grap verzonnen hadden, zaten intusschen in een naburig kofifijhuis en vermaakten zich met het schouwspel der teleurstelling hunner sladgenooten. Door den gemeenteraad van Zwolle is dezer dagenop voorstel van den burgemeester, een crediet verleend van ƒ1200, ten einde de sneeuw voor rekening der gemeente van de straten te doen wegruimen. Men bere kende dat die som geheel daarvoor zou noodig zijn. Te Harlingen heeft Maandag II. eene soort van demonstratie van de zijde van een vierdehalf honderd broodelooze werklieden plaats gehad; die, in hunne verwachting om stads werk te bekomen, teleurgesteld, zich voor het huis van den burgemeester verzameldenten einde dezen om arbeid te vragen. De demonstratie was van vreedzamen aard en zou geene gevolgen gehad hebben, indien men niet een der werklieden wegens zijne brutali teit in hechtenis had moeten nemen. De heer II. Pijls, burgemeester te Maastricht, wiens diensttijd geëin digd was, is als zoodanig niet herbenoemd, liet collegie van wethouders heeft daarop zijn ontslag ingediend en de raad nieuwe wethouders benoemd waardoor de heer II. Pijlsals oudste in jaren der nieuw gekozen wethouders, volgens de bepalingen der wethel burgermeesterschap ad interim blijft waarnemen. 's GRAVENHAGE 26 Januarjj. Z. M. heeft als blijk zijner goedkeuring en tevredenheid de zilveren medaille, ingesteld bij besluit van 22 Sept. 1855, benevens een loffelijk ge tuigschrift verleend aan P. Bergs, veerman te Slein, wegens het met levens gevaar redden van twee personen uit de Maas lusschen Vucht en het gehucht Maasband, in den avond van 1 December II. Z. M. heeft goedgevonden te bepalen, dat tot belooning dergenen be- hoorende tot de rol van 's rijks stoomschip Sindoro die zich in de maand April 1866 hebben onderscheiden bij de expeditie tegen Radja Gobang (Sim pang Keri), op de Westkust van Sumatra, bij afzonderlijke dagorders, zoo in Nederland als in Ned. Indië, eervol zullen worden vermeld: de luitt. ter zee 2de kl. jlir. A. F. Meijer en J. 11. de Bruynde officier van gezond heid 2de kl. C. J. van Slockumde adelborsten lsle kl. H. Bernelot Moens en C. L. de Jong; en de 2de bootsmansmaat P. Albers, sedert bevorderd tot l"1™ bootsmansmaat. Door Z. M. is geagreëerd de opklimming van den eersten kapittel-ridder C. W. baron van Dedem lot jongsten commandeur der Duitsche orde, balye van Utrecht, en van den ridder-expectant A. U. G. graaf von Miinster- Langelage tot tweeden kapittel-ridder en te gelpker tijd tot eersten kapittel ridder van gemelde ordeen tevens vergund de opklimming der comman- deuren, welke ten gevolge van het overlijden van A. T. A. graaf von Kiel- mansegge kan plaats hebben. Tot regter in de arrond.-regtbaiik te Gorinchem is benoemd de heer mr. D. J. Mom Visch, thans regter plaatsvervanger bij die regtbank; tot kantonregter te Ginneken en Bavel de heer mr. A. H. de Bruyn, thans griffier bij het kantongeregt aldaar; en lot griffier bij genoemd kantonge- regt de heer jhr. mr. G. Six, advocaat te Breda. Z. M. heeft goedgevonden aan den heer mr. E. N. Rahusen, ingevolge zijn verzoekeervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van secretaris van hel collegie voor de zcevisseherijenen in zijne plaats voor hel loo- pend jaar en de jaren 1868 en 1869 als zoodanig te benoemen den heer mr. J. T. Buys. Tot commissarissen van policie te Amsterdam zijn benoemd de hh. mr. K. N. Zur Mühleii, thans advocaat te Alkmaar, en J. C. van Scherm beek jr., thans commissaris van policie te Zaandam. Aan den luit.-kolonel der infanterie van het leger in Ned. Indië C. F. Doerrleben is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit de militaire dienst. De minister van justitie zal Woensdag en Donderdag stanst, geen ge hoor verleenen. Naar men verneemt, heeft Z. M. dezer dagen een besluit genomen, waarbij geregeld wordt de bezoldiging van de referendarissen en van de hoofdcommiezen, gelijk dit vroeger heelt plaats gevonden ten opzigte van de commiezen en verdere ambteuaren der onderscheidene departementen van algemeen bestuur. BL'ITENLAADSCIIK BERIGTEN. ENeiiLAA 16. LONDEN, 24 Januarij. Tegen den 29stfn dezer is eene zamenkomst van liberale parlements leden belegd, ouder voorzitting van lord Russell, om zich te verslaan over de aan te nemen houding bij de beraadslagingen in het parlement. Veie liberale leden achten den heer RtisseR niet meer bekwaam om de leider hunner partij te zijn en daar ook de lieer Gladstone zich «oor die taak heeft aangeboden, zoo heerscht er eene aanmerkelijke verdeeldheid onder de liberalen, die de lory's gunstig voor hunne partij achten. Volgens de ministeriële Alorn. Ihr. is het zenden eener expeditie naar Abyssinië onwaarschijnlijk en hel tierigl daaromtrent minstens voorbarig. De stremming der scheepvaart op de Theenis heeft eene massa arbei ders broodeloos gemaakt, zoodat de bureaux der liefdadige inrigtingen eer-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 1