van oorlog aan de tweede kamer ingediend liet rapport der commissie tot j
het herzien der kustverdedigingwelk rapport, voor zoover het tol openbaar
making geschikt is, thans is gedrukt. De commissie heeft als grondstelling
erkend en opgevolgd, dat de verdediging van havens, reeden en vaarwaters
door vaste sterkten behoort te geschieden, bijgestaan door drijvend mate
rieel. Zij oordeelt, dat er twee soorten van gepantserde vaartuigen voor
de binnenlandsche verdediging bepaald noodig zijn, namelijk: 1°. sloom-
rammeu, bij welke de werking door den schok te verkrijgen de hoofdzaak
uitmaakt en de bewapening daaraan geheel ondergeschikt is; 2». eene soort
van monitors, dat wil zeggen, zwaar gepantserde vaartuigen met een be
weegbaren toren, waarvan de weerbaarheid gelegen is in het geschut dat
zij voerenen die daarbij voldoende beweegbaarheid moeten bezitten. Om
een vijand het doordringen op onze stroomen te beletten, is de commissie
van gevoelen, dat zulks thans niet anders te beletten is dan door middel
van versperringen, die goed bewaakt en krachtig verdedigd worden. Zy
oordeelt het onderwerp der versperringen zoo gewigtig te zijn, dat zy
meent te moeten voorstellen daarvoor eene afzonderlijke commissie te benoe
men, zamen te stellen uit officieren der zeemagt en der genie, ingenieurs
van den waterstaat en van de marine. Wat de bewapening betreft, acht
de commissie hel wenschelijk, dat zoo spoedig mogelijk worde aangekocht
een of twee stuks van die soorten van zware vuurmonden, welke buiten
's lands in gebruik of in een gevorderden staat van beproeving zijn; niel
alleen om de uitwerking van dit geschutmaar ook om de bezwaren te
leeren kennen, aan de behandeling en bediening van zwaar geschut op draai
schijven verbonden üe commissie ontveinst niet, dat er groote uitgaven
zullen worden gevorderd lot het ten uitvoer leggen van hare voorstellen,
uitgaven, die echter uit den aard der zaak over een zeker aantal jaren ver
deeld en daardoor betrekkelijk minder drukkend voor de natie zullen zijn.
Zij heeft evenwelbij den tegenwoordigen toestand van het zeewezen en
der krijgskunst, geen minder kostbaar stelsel kunnen ontwerpen, wilde zij
niet tot halve maatregelen hare toevlugt nemen, waarvan de gevolgen hoogst
verderfelijk zouden kunnen zijn.
'sGRAVENBAGE, 5 October.
Z. M. heeft benoemd tol ridder der orde van den Nederl. Leeuw de lilt.
mr. C. H. Stork, te Almelo, vice-president van den raad van administratie
van den spoorweg Almclo-Salzbergenen A. Kistel, te Almelo, ingenieur-
directeur van dien spoorweg.
Tot ontvanger der directe belastingen enz. zijn benoemd: te Koudum,
de heer D. L. H. van Basen Jongbloet, thans te Dalen; te Beilen de
heer G. J. Soelekou, thans te Denekamp, en te Dalen de heer A. Merens,
thans surnumerair in INoordholland.
Z. ffl. heeft goedgevonden op hunne aanvrage op pensioen te stellen
den majoor P. J. de Waal, van het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs,
onder toekenning van den rang van luit.-kolonelen den kapitein L. P. D.
Nederburgh, van hel 3',c reg. vesting-artillerie, onder toekenning van den
*»«ir»rr wan mainnP 0 _v_0
gen gehouden over het wets-onlvverp tot het nemen van buitengewone maat
regelen lot wering van besmettelijke veeziekten. De heer Reinders verklaarde
zich voor hel wets-onlwerphij beschouwde met de regering het verbod van
in-, uit- en doorvoer van vee lussclten plaatsen waar eene besmettelijke vee
ziekte is uitgebroken en nog bestaat, als een afdoenden maatregel tot we
ring van de uitbreiding. De heer Wintgens bestreed de houding die de
regering van den aanvang af in deze aangelegenheid aangenomen had; be
toogde de wenschelijkheid om alsnog te kennen den inhoud van hel verslag
der voor dal onderwerp aangestelde commissie, die, naar hij meende, doel
treffende maatregelen had voorgesteldwelke door de regering niet opge
volgd waren, en verklaarde zich tegen het door de regering aangenomen
stelsel om ton aanzien van deze zaak alleen de gemeentebesturen te laten
handelen. Wat het wetsontwerp zelf betreft, zoo zon hij zich daarmede
vereenigenofschoon hij van meening was dat de voorgestelde bepalingen
reeds in bestaande wetten en verdere besluiten waren opgenomen, die toe
gepast hadden kunnen zijn. De heer van Nispen van Seveuaer uitte de
meening dat de regering in dwaling verkeerde, door de gemeentebesturen
hierin alleen te laten te werk gaan, en verklaarde dat hij gaarne gezien
zou hebben dat zij hierin vroeger doeltreffend had gehandeld. Ten aanzien
van het wets-ontwerp had hjj bedenking legen hel denkbeeld om daaraan
een blijvend karakter te geven. De heer Godefroi, zich vereenigende met
het gevoelen van hendie meenden dal de minister van binncul. zaken
hierin overdreven decentralisatie had in acht genomen, wees op eene in het
wets-onlwerp naar zijn gevoelen beslaande leemte, namelijk het gemis eener
bepaling tot verzekering der uitoefening van hel regt van visitatie. De heer
Viruly Verbrngge zeide ter wegneming van liet bezwaar waarin hij deelde,
betreffende het blijvend karakter dat de wet droeg, een amendement op het
eerste artikel te willen voorstellen. De heer Idzerda verlangde algemeene
maatregelen betreffende het vervoer binnen 's lands, naar de omstandighe
den in de onderscheiden deelen des rijks gewijzigd. De lib. van Bosse, de
Brauw en van Li I h de Jeude deelden over het algemeen de gevoelens van
de hh. Godefroi en van Nispen omtrent de handelingen der regering in deze
zaak en de heer van Nierop wenschte dat eene veebelasting en een vee
fonds weder mogten worden ingevoerd, en wel in verband met de vergoe
ding aan de veehouders bij onteigening van besmet vee te verleenen. De
minister van binnen), zaken lichtte de strekking van liet voorgedragen wets-
ontwerp toe, verdedigde zijne in deze zaak genomen maatregelen en be
toogde niet anders te hebben kunnen handelen, daar andere middelen niel
noodig waren, en dat, zoo die vereischl waren geweest, hij alsdan bevo
rens bij de wet de bevoegdheid moest hebben bekomen. Hij bestreed het
gevoe'en dat de bestaande wetgeving op dit punt voldoende was, en deed
opmerken dat niet ie veel van regeringswege moest worden gewacht, maar
dat dr belanghebbenden en gemeentebesturen vooral en in de eerste plaats
moesten werkzaam zijn. Hij verklaarde zich tegen de oprigting vari een
veefonds, levens aanwijzende, hoe hy de onteigenings-wet voor deze ge
vallen wilde toegepast hebben.
In de zitting van heden worden de beraadslagingen voortgezet.
Gisteren zijn eenige slagters alhier voor den heer regler-commissaris
verschenen, om inlichtingen te geven omtrent eene door hen geplaatste
advertentie, houdende mededeeling, dat de prijs van het vleeschten gevolge
van de heerschende veeziekte, hier te lande, moest worden verhoogd.
BU1TENLANDSCHE BERIGTEN.
ENG HL A "V
LONDEN 3 October.
In Canada is reeds voor lang het denkbeeld geopperd om het grond
gebied der kolonie uit te breiden door het afkoopen der regten, welke in
eene vorige eeuw door de Er.gelsche regering aan eene vereeniging van
kooplieden en pellerij-handelaren, de Hudsonsbaai-compagnie, op eene groote
landstreek in het noorden van Noord-Amerika bewilligd zijn; doch de vraag
was, hoe de regering van Canada het daarvoor noodige geld zou bekomen.
Volgens de Times schijnt de regering thans de kolonie daartoe in staal te
willen stellen door borg te zeggen voor eene tot dal einde aan te gane
geldleening.
De veeziekte breidt zich thans ook uit in Norfolk, meer bepaaldelijk
in hei district Blofteld en de omstreken van Antigham, voorts in Berkshire
in de nabijheid van Reading. In het oostelijk gedeelte van Kent worden
dagelijks meer runderen aangetast, terwijl de ziekte er zich evenzeer uit
breidt onder de schapen en varkens. De sterfte onder deze laatslen is zelfs
buitengewoon groot. In Essex zijn ook een aantal schapen gestorven. Te
Windsor heeft de ziekte zich ook aan de paarden medegedeeld. Twee dezer
dieren zijn daaraan reeds gestorven.
- Volgens den lieer J. R. Price, te Maidstone, zijn de schapen, lamme
ren en kalveren te Maidstone, Ashford, New Romneyen naar hij meent
ook in geheel Kent, dezer dagen niet gestorven aan de runderpest, maar
aan eene longziekte, veroorzaakt door een worm (strongylus filaria). Hij
heeft in de genoemde plaatsen een aantal lammeren geopend en alstocn eene
massa dezer wormen in de longen en luchtpijpen gevonden.
Uil het onderzoek, dat te Swansea omtrent de aldaar uitgebroken gele
koorts is ingesteld, blijkt, dat aldaar het schip Ilecla van Cuba was aange
komen, aan boord van welk vaartuig de gele koorts heerschte, zijnde nog
bij de aankomst een der manschappen daaraan overleden. Onmiddelijk wer
den door de autoriteit alle vereischte maatregelen genomen, doch niet te
min was de besmetting reeds op eenige personen uit de bevolking der stad
overgegaan, met hel gevolg dal er 10 daaraan bezweken. De lijken wer
den ten spoedigste begraven en de kleederen het beddegoed en andere voor
werpen, waarmede de lijders in aanraking waren geweest, onmiddelijk ver
brand. Dr. Buchanan heeft de nog lijdende patiënten bezocht en na afloop
daarvan zijne tevredenheid betuigd over de genomen maatregelen. Hij hoopte
7 'v,uw,v «unumjgvivu uw 'uvii5a.ig ütt zfchiv gcoiull
zon worden, zonder toepassing der «Disease Prevention Act", doch hierom
trent moet nog nader beslist worden. Wanneer die wet wordt afgekondigd
dan moeten alle door de gele koorts aangetaste personen naar een afzonder
lijk gebouw worden overgebragt en alle huizen, waar de besmetting door
dringt, onmiddelijk gesloten worden.
De geheel vernieuwde Ilollandsche kerk is gisteren door dr. H. Gehle
ingewijd.
In den loop van hel regtsgeding legen de aangehouden Fenians, dat
thans te Dublin aanhangig is, is door het openb. min. voorlezing gedaan
van een briif, geschreven door den heer O'KeefTe, ecnen letterkundige, die
tot de leiders der beweging behoort en gevangen genomen is. De°ze' aan
ecnen vriend gerigte brief behelsde heftige uitvallen tegen de adellijke grond
bezitters, aan welke al de jammeren van hel lerschc volk werden geweten
en stelde de uitroeijing dier volksklasse als het eerste werk der" beoogde
voor. üe hertog van Leinstcr met zijne 72000 acres land, de graaf van
Ormond met 100,000, en de markies van Sligo met 50000 acres, schreef
O'Keeffe, mogen worden beschouwd als officieren in dal groote leger van
alles verslindende grondeigenarendie het Iersche volk uit zijn geboorteland
bannen. Gij vroegl mij, hoe wij die lieden in onze inagt krijgen zouden.
Ik antwoord met de vraag, hoe de Franscben het hebben aangelegd om
zulke aristocraten in hunne magt te krijgen. De Franschen hebben de
aristocratie eerst met de pennen hunner Voltaire's omver gestooten en toen
met de handen der sansculotten uitgeroeid. Eveneens kunnen wij handelen.
Revolutie heeft geen ander doel dan de slooping der aristocratie."
Uit hel verslag omtrent den staal van het Britsch museum alhier ge
durende het jaar 1864-1865, blijkt, dat de bibliotheek gedurende dat tijd
vak -.ergroot is met 28842 deelen; dal 106000 personen de groote leeszaal
hebben bezochten dal het getal bezoekers 432480 heeft bedragen. De
onkosten van deze instelling bedroegen 97533 terwijl men verwacht dat
er in het vervolg bijna 5000 meer zullen noodig zijn. Daaronder zijn
begrepen de bezoldigingen van 16 bibliothecarissen en opzieners, van 63
helpers, van 27 schrijvers en copiïslen, en van 138 knecbis, bedienden,
wachters enz.; in het geheel zijn er aan de instelling 244 personen
werkzaam.
Naar men uil New-York meldt is de positie van den heer Davis veel
verbeterd. IIij wordt met voorkomendheid behandeld en het is hem vergund
boeken te lezen. Het schijnt twijfelachtig of hij teregt zal staan.
Berigtcn uit Montevideo van 29 Aug. en uit Rio Janeiro van 8 Sept.
behelzen bijzonderheden betrekkelijk de jongste krijgsbedrijven in de Plala-
laiuen. Het gevecht, waarin een corps van het leger van Paraguay is ge
slagen, is den 17den Aug. te Yatay in den Argentijnschen staat Corrientes
voorgevallen; de Paraguayers, 3000 man sterk, werden door 9000 man
Argentijnsche en Uruguaysche troepen aangevallen, verweerden zich met