STADSVER LIGHTING.
Ir maatschappij op te leiden. Om dil doel Ie bereikenwerd tol de op-
gting der Kweekschool voor Zeevaartd. i. tot praktische opleiding van
iheepsjongens en matrozen, besloten. Karakteristiek voor de nieuwe in-
igting was, dat zij noch van den slaat, noch van de provincie, noch van
e gemeente subsidie verlangde. Van den slaat verlangde zij alleen goed-
curing van haar plan en deze medewerking in het verschatten van zooda-
jge hulpmiddelenwelke alleen de staat verschatten en zonder welke de
mderneming niet tot stand komen konzoo als een oorlogsvaartuig met
nateriöel en de voor de instructie noodige bemanning enz. l)e gemeente
.eyden stond een lokaal af. Wat de geldelijke middelen betreft, deze kon-
|en alleen door vrijwillige bijdragen van belangstellenden verkregen worden.
Het onthaal dat de nieuwe onderneming bij het publiek vondwas in den
lanvang niet bemoedigend. Velen glimlachten over het planvelen haalden
;r de schouders over op. liet vond juist deze soort van passiven tegen
stand of liever deze niet-medewerking welke dikwerf zekerder doodt
dan de heftigste oppositie. Niet tegenwerken, maar «stil laten doodbloe
den" is eene wijze van opponeren, die reeds vele goede denkbeelden en
nuttige plannen in de geboorte gesmoord heeft. Men begon die taktiek ook
tegen de Kweekschool. Men zeide niet openlijk, dat het plan belagchelijk
was maar men was er geestig en vernuftig over: Leyden zou eene zeeha
ven, eene oorlogshaven worden; men zou korvetten, fregatten en liniesche
pen langs het katwijksche kanaal zien binnenkomen; men zou zeegevechten
vertoonen op het Galgewater enz. De opposanten die niet geestig waren,
waren praktisch. De ondernemers warenzeiden dezezeer welgezinde en
achtenswaardige menschen, maar zij maakten zich illusion. Zulk een plan
kon nooit slagenalthans niet in Leyden. Zij wisten niet welk slag van
volkje hel waswaar zij mede zouden te doen krijgenpaupers waren de
grondstof niet, waar men zeelui van maken kon. Men stuitte dus op tweeër
lei oppositie: die der onverschilligheid en die van het vooroordeel.
Dat, niettegenstaande dit ontmoedigend onthaal, de Kweekschool ont
stond, dat zij wasdom en bloei heeft gekregen, dat zij, na tien jaren,
geworden is wat zij is, dit heeft men vooral te danken aan den ijver en
de volharding barer oprigters. Zij hebben zich noch door de spotternij der
geestige, noch door de bezwaren der praktische opposanten laten afschrik
ken. Een jaar nadat tot de uilvoering van het plan besloten was, kon de
commissie van oppertoezigl en beheer reeds met voldoening op de verkregen
resultaten wijzen. Door hel gouvernement was eene kanonneerboot inct
equipage, door de stad eene takelplaats beschikbaar gesteld. In hel jaar
1855 waren reeds 17 kweekelingen bij de oorlogsuiarinc of de koopvaardij
in dienst getreden; in 1856 klom het getal tot 37; in 1857 traden er in
dienst 35; in 1858, 60; in 1859, 61; in 1860, 67; in 1861, 67; in 1862,
106; in 1863, 65; in 1864. 55. In tien jaren tijds traden dus bij de oor
logsmarine of de koopvaardij 570 kweekelingen in dienst. Van de in dienst
gelredenen werden 360 bevorderd, als:
27 tol bootmansleerlingen ls'c klasse.
17
7
1
4
3
1
16
146
114
7
idem
slnurmans-leerlingcu.
tweeden stuurman.
i> derden idem.
vierden idem.
matroos lsle klasse.
idem 2de
idem 3de
liglmatroos.
kwartiermeester.
2dc klasse.
tweeden timmerman.
derden idem.
vierden idem.
hofmeester.
sergeant-schrijver.
ziekenoppasser.
botieliersmaat.
koksmaat.
konstabelsmaat.
machinist-leerling.
marinier 2dc klasse.
Verder zijn van de scheepsjongens enz.
19 overleden. 2 veroordeeld bjj vonnis van den
1 gesneuveld. krijgsraad.
27 ontslagen, omdat hun diensttijd 2 gedeserteerd,
verstreken was en om andere
redenen.
Bij de koopvaardij waren van de 570 geplaatst 31 kweekelingen.
In liet tweede jaar van het bestaan der Kweekschool besloot de commissie
van oppertoezigl en beheer in verschillende gemeenten sub-couimissiën in het
leven te roepen, die zich met haar als hoofdcommissie zouden in betrekking
stellen, ten einde van uil het ganschc land knapen Ier opleiding naar Ley
den te zenden. Er zijn thans vaste sub-commissiën te Amsterdam, Arnhem,
Dordrecht, Delft, Enkhuizen, 's Gravenhage's HertogenboschGoes, Go-
rinchemGouda, Haarlem, Harlingen, Hoorn, Middelburg, Nijmegen,
Oostergo, Rotterdam, SncekUtrecht, Zwolle, Zutphen en Leeuwarden.
lloewel onze stad, wat het artikel «licht" betreft, goed gesorteerd en
ruim voorzien is, daar vele hoofden en handen en velerlei beurzen zamen-
werken om het op stoffelijk en geestelijk gebied helder te doen schijnen,
zoo hoort men toch nog gedurig aanmerkingen en klagten. Wie veel heb
ben, zijn niet tevreden; wie iets hebben, willen meer of stellen zich aan
als stond het te vreezendat zij hun I eetje eerlang zouden moeten verliezen.
Letten wij op onze stedelijke gaz-fabriek. Wal voortreffelijke inrigting
is zij. wat zuiver licht geeft zij! In plaats nu dat aan het gemeentebe
stuur en den ijverigen en bekwamen directeur algemeen ecre toegehragl
werd, hoort men van sommigen een gemompel: de stad raag geen trafikaul
zijn! terwijl sommige anderen, die er hel meest van profiteren, de eigen
lijke gaz-verbruikersvan den meer gegoeden stand, stoutweg beweren, dat
de overwinst der fabriek behoorde Ie strekken in mindering van den prijs
des fahrikaats. Foei! ze mogten zich wel stil houden, daar zij toch, wat
niet te ontkennen valt, het privilege genieten dat de stadsregering zorgt
voor hunne verlichting, beter en goedkooper althans dan zij liet zeiven
konden doen.
Geen wonder dat tegenover hen weder sommige anderen uit de minge-
goede volksklasse opstaan en zeggen: indien er voor rekening van de ge
meente eene affaire gedreven wordt, van welke nu blijkt dat de kansen
gunstig staan en de winsten groot zjjn, dan dienen wij, die het privilege
der gaz-verbruikers missen er toch ook wel een extratje van te hebben al
was 't b. v. maar dat de coke uitsluitend aan ons, en dan op eene gemak
kelijke wijze en voor (ageren prjjs, werd verkocht!.. Maar ook dezen
klagers voegen wij toe: foei! gij mogt u ook wel stil houden; gij geniet
weder andere voorregten en wel geheel gratis, waarvoor de rijke duchtig
betalen moet en ook voor u betaalt.
Inderdaadzoo is het. De geringe stand heeft hier te Leyden insgelijks
zijne privilegiën zelfs een verlichtings-privilege van bjjzonderen aard en
van veel hoogere waarde dan het genot der fraaiste gazvlam ooit hebben
kan. De stadsregering heeft namelijk in de Scheistraat eene bewaarschool
geopend, waarde kleine arme kinderen, in die buurt woonachtig, het eerste
intellectuele en morele licht ontvangen kunnen, dal ze zoo bitter noodig
hebben om op zesjarigen leeftijd eenigzins vatbaar te zijn voor het lagere
onderwijs. Wel is waar is dil slechts een buitenkansje voor die eene
buurt; want het lokaal is voor meerdere honderden, die er regt op zonden
hebben, niet rnim genoeg en de kleinen van andere buurten kunnen buiten
dien viermaal daags zoo ver niet loopen, vooral niet in den winter. Maar
ziet nu, een groot aantal edele menschenvrienden hebben, opdat niemand
der armen over achteruitzetting zou kunnen klagen, der stadsregering in
dezen de behulpzame hand geboden, door nog in drie ver verwijderde buur
ten dergelijke scholen te slichten, waarvoor ook door de stadsregering
zelve een paar oude gebouwen welwillend zijn verstrekt geworden. Zoo
worden dan nu op deze drie inrigtingen dagelijks nog gratis en zonder ver
schil van godsdienst niet minder dan 1000 kinderen opgenomen en opgeleid,
zoodal hierdoor aan alle mogelijke klagl over partijdigheid voor deze of die
wijk voor goed een einde is gemaakt. Veel tijd en zorg is jaren achtereen
aan die jeugdige Leydsche burgers besteed, ook veel liefde-arbeid van dames
die hen jaarlijks van eenige nieuwe kleertjes voorzienveel geld ookdat
men te zamen gerust op ƒ25000 schatten kandie onder de zorg der resp.
directiën bij honderden menschenvrienden moesten ingezameld worden.
Maar dit alles getroost men zich gaarne, want eene dringende behoefte
wordt er door vervuld en deze soort van stadsverlichting strekt niet min
der lot nul van 't algemeen dan de stoffelijke. Men zou dus zeggen: wat
reden kan er nog overig zijn om aanmerkingen te maken of klagten te
uiten. Elk krijgt zijn deel; elk geniet zijne privilegiën gelijktijdig, gelijk
matig in de schoonste harmonie. Opmerkelijk is daarbij dat eene dier be
waarscholen, bestemd voor wijk V, gevestigd is in de onmiddelijke nabij
heid der gaz-fabriek en even als deze op gemeentegrond. Hoe eigenaardig
vormen die twee, bij groot verschil van aard en strekking, e'e'n schoon ge
heel en geven zij te zamen een aanschouwelijk bewijs dat er hier in de
onderscheidene behoefte aan licht bij dezelfde burgerij met vereenigde krach
ten voorzien wordt. En nu gaat men daar eensklaps alarm blazen. Men
meent dat die harmonie zal verstoord worden, ja dal er strijd zal ontstaan
tnsschen licht en licht, een aandoenlijke strijd op leven en dood, waarop
elk met belangstelling zal staren. Zelfs verneemt men bij wie hier bang
zijn het onderspit te zullen moeten deiven, reeds onrustige uitingen van
vrees, dat zij dan hun licht zullen moeten missen ten behoeve van hel
andere licht. Ook tol zulke angstvalligen zeggen we insgelijks nog: foei!
wat zijt gij voorbarig. Wacht toch bedaard de toekomst af; het zal nog
wel goed afloopen! Dit hopen wij althans.
Is er grond voor deze hoop? Ons dunkt ja. Immers, indien wij wel
onderligt zjjn, dan is de zaak eenvoudig deze: De directeur der gaz-fabriek
heeft verklaard terrein noodig te hebben voor een kalk- of kolenhok en lol
dat doel zou beschikt moeten worden over den grond waar hare geestelijke
zuster, de bewaarschool, staat. Zinkt deze grond haar.onder de voeten
weg, dan is zij natuurlijk verloren, wanneer zij niet tijdig op een andere
veilige plek kan overspringen, liet komt ons evenwel voor dat de twaalf
jarige tot dien sprong krachtig genoeg zal zijn, namelijk wanneer hare
directie haren post niet verlaat. Maar dal kan en mag deze ook niet. 't Geldt
hier eene bijzonder leedere aangelegenheid, waarin de consciëntie gemoeid is.
't Geldt volstrekt geen eigenbelang, maar dat van 300 stadskinderen en 275
hoofden van huisgezinnen. Die directie heeft nu eenmaal door hare be-
mocijing deze lieden in den waan gebragt, dal een voorregt, lang genoten,
een soort van regt zou geworden zijn. En de stad heeft door afstand van
'tgebouw daartoe niet minder medegewerkt, dan door de oprigting van
eene bewaarschool voor een gedeelte van den geringen stand in deze stad.
De teleurstelling zou dan al te bitter zijn en liet gemis tc diep gevoeld worden
dan dat men niet met alle inspanning de opheffing der school of ook maar
de stagnatie van het onderwijs zou trachten te verhoeden. Men mag dit
ook gerust van de directie, die ook ijverig en bekwaam is, verwachten.
Maar althans mag men het verwachten van onze stadsregering, die de
belangen van hoogere en lagere burgerij en ook van de bewoners der ver
schillende wijken met de slrikstc onpartijdigheid en gelijkmatigheid pleegt
te behartigen. Wie kan zich ooit voorstellen dat zij in dit geval zou gc-
doogen, dat aan hare rijke gaz-fabriek hel ooi-lam van den arme moest
worden opgeofferd, zonder volledige schadeloosstelling, welke echter in niets
minder zou kunnen bestaan dan in eene gelijktijdige verplaatsing der be
waarschool naar een in dezelfde wijk gelegen of nieuw gebouwd lokaal met
goed ingerigle speelplaats. Zal dit veel geld kosten, och, laat de gaz-fa
briek er een halfjaartje van hare overwinsten voor afslaan als een extra-
voordeeltje voor de niel gaz-verbruikers! Dit is, onzes inziens, de beste,
zoo niet de eenige weg om velerlei moeijelijkheid voor tc komen en onbe
grijpelijk veel blijdschap en zegen te verbreiden.
Mogt dit evenwel wij zouden echter niet welen hoe voor onmoge
lijk gehouden worden; nu, dan kan men toch aan de gaz-fabriek misschien
nog wel een ander terrein aanwijzen al zon 't ook uit hel water van den stads-
cingel opgehaald moeten worden Even als bij de stadspoorten, komt het
hier op hel nut aan. En nuttiger is het buiten kijf, water in land te her
scheppen dan eene bewaarschool voor arme kinderen in eene bewaarplaats
van kolen of kalk te veranderen. Dit laatste zou een al te treurig en
stuitend gezigt opleveren en levens al te zeer indruischen tegen den geest
des tijds, die nu eenmaal de volksverlichting tol zijn afgod gemaakt heeft
en vooral voor de intellectuele ontwikkeling der jeugd schatten overheeft.
Het afbreken op de Langegrachl zon een al te akelige schaduwzijde wezen
van den nieuwen bouw op de PieterskerkgrachtZoo iets laat zich haast
niel denken.
Daarom, wanneer, gelijk in dez.en lijd zeer dikwerf voorkomt, de bewo
ners dier wijk of met knorrige of met bedroefde en bekommerde aangezig-
ten ons over de zaak spreken en vragen en klagen dan zeggen wij met
tamelijke vrijmoedigheid: Weest niet voorbarig. Wacht bedaard de toe
komst af. Vertrouwt op de directie, en bovenal op het wijze, regtvaardige
en menschlicvcnde beleid van onzen gemeenteraad!
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie Zuidholland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Stalen van den 8slc™ Aug. 1865n°20;
Gelet op art. II der Wet van den 13deI1 Junij 1857 Staatsblad n°. 87);
Brengt Ier kennis van de belanghebbenden, dal, ingevolge bovengemeld
besluit
1°. de opening der jagl op klein wildopgenoemd in dc 2de zinsnede van
art. 17 der Wet van den 13den Junij 1857 Staatsblad n°. 87), voor dit.
jaar in de provincie Zuidholland is vastgesteld op Zaturdag den 2de" Sep
tember aanstaande, met zonsopgang;
2". dat van die opening is uitgezonderd de uitoefening van lietjagtbedrijf,
vernield in art. 15, lelt. e, der aangehaalde wel; en
3*. is bepaald, dat de korte jagt dagelijks en de lange jagl slechts drie.
malen 's weeks cn wel des WoensdagsVrijdags en Zaturdags zal mogen
worden uitgeoefend.
En zal deze kennisgeving worden geplaatst in het Provinciaal Blad en
in de Nederlandse/ie Staats-Courant.
De Commissaris des Konings voornoemd,
's Gravendage 9 Augustus 1865. J. LOUDON.