LE1DSCUE C OER A AT. 1863. N". 43. VRIJDAG 7 APRIL. STADS-BERIGTEN. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke nomtners zijn tegen 10 Cenfs verkrijgbaar. BURGEMEESTER ett WETHOUDERS van LEYDEN doen te welendat wegens den invallenden feestdag, de Beestenmarkt, in plaats van op Vrijdag 14 April aanslaande, zal worden gehouden op Woensdag den 12den bevorens. Burgemeester en Weihouders voornoemd, D. TIEBOEL SIEGENBEEK., Burgemeester. Leyden, 30 Maart 1865. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Tweede Zitting van den Militieraad, BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN, Getirn art. 92 der wet van 19 Augustus 1861, betrekkelijk de nationale militie Staatsblad n°. 72); Gelet op de missive van den Luifenant KolonelMilitie-Commissaris in het 3de dis trict der provincie Zuidholland; Doen te weten: dat de tweede zitting van den Militieraad voor deze gemeente wordt gehouden in de Lakenhal aan den Ouden Singelop Maandag en Dingsdag den 10dcn en lldc" April 1865, des morgens ten half tien ure. tot het doen van uitspraak, zoo omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken, als ten aanzien van hen, die als plaatsvervanger of nommerverwisselaar verlangen op te treden; voorls, dat tot het opmaken der daartoe vereischte bewijsstukken, van heden af, ter Secretarie dezer gemeente, van des voormiddags tien tot des namiddags drie ure, de Zonda gen uitgezonderd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de belanghebbenden worden vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den loleling, die reeds bij de militie is ingelijfd, overeenkomstig het bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde wet, door den Koning, niet dan in bijzondere gevallen, het stellen van een plaatsvervanger kan worden vergund. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en W ethouders voornoemd Leïden 23 Maart 1865. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien het adres van Eiiazer Bannex, huidenzouter, wonende] alhierwaarbij hij verzoekt, het pakhuis in de Barbara-steeggeteekend wijk III. n°. 676, tot slagt- plaats van vee te mogen bezigen; Gelet op het Koninklijk besluit van den 31ste0 Januarij 1824, rakende vergunnin gen ter oprigting van sommige fabrieken en trafieken Doen te wetendat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naastbijge- legene en belendende panden, ten opzigte der information de Commodo et Incom- moiodoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 10deu April aanst., des voormiddags te 11 uren; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen dat ver zoek op dien tijd in te brengen, terwijl, hij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leïden, 6 April 1865. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. BINNEiVLANDSCHE BElslIiTKN. LEYDEN 6 April. In de maand Maart zijn binnen deze gemeente geboren 129 kinderen, als: 62 zoons en 67 dochters; waaronder zijn begrepen 2 tweelinggeboorten. Overleden 120 personen, als: 22 mannen, 13 vrouwen, 49 zoons en 36 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 8. Voltrokken21 huwelijken. Gisteren avond hield mevronw van Calcar in de gehoorzaal hare tweede voordragt alhier, welke aan eene beschouwing van Fröbel als leidsman en opvoeder der vrouw gewijd was. Werd de spreekster met aandacht gevolgd waar zij Fröbel in zijne levensomstandigheden en ontwikkeling deed kennen en de beteckenis van zijn persoon in het licht stelde, met belangstelling ontving men de mededeelingdat een reeds voor geruimen tijd bij haar op gerezen plan thans tol rijpheid gekomen was en dat zij besloten had pogin gen in hel werk te stellen tot hel in hel leven roepen van eene opvoedings school voor meisjes, waaraan, bij hel groote, en toch nog niet voldoende getal *an bewaarscholen, dringende behoefte bestonden welke zij te Leyden wenschte gevestigd te zien. De spreekster meende de medewerking van allen, en in de eerste plaats die der vrouwen, tol het verwezenlijken van dit plan te moeten inroepen en besloot hare rede met eene dankbetuiging voor de sympathie, die hier ler plaatse voor haren arbefd was aan den dag gelegd. Toen mevrouw van Calcar geëindigd hadnam de heer Maronier het woord op. om de begaafde spreekster en voor zich en, gelijk hij ver trouwde, als tolk der aanwezigen dank te zeggen zoowel voor de belang rijke door haar gehouden voordragt, als voor de eer, die zij onze gemeente aandeed, met deze le willen stellen in liet bezit eener school, welke onge twijfeld weldadige vruchten voor het geheele vaderland zou afwerpen, en om tevens voor het welslagen barer pogingen en de bekrooning van haren arbeid de beste wenschen uit le spreken. Bjj de uitgevers Longman GreenLongmanRoberts Green le Londen is onder den titel van: The Pentateuch and book of Joshua critically exa mined by Professor A Kuerten of Ley deneene Engelsche vertaling ver schenen van de twee eerste hoofdstukken des eersten deels van liet werk van den lioogleeraar Kuenen Historisch-kritisch onderzoek naar het ont staan en de verzameling van de boeken des Ouden Verbondsdal door den boekhandelaar P. Engels alhier wordi uitgegeven en waarvan het derde deel ter perse ligt. Deze vertaling is bewerkt en nog met eenige aanleeke- ningen voorzien door den ook hier te lande niet onbekenden bisschop van Natal, den heer J. W. Colenso, Deze vertaling in het Engelschdat slechts zelden aan in 'l Nederlandscli uitgegeven boeken te beurt valt, is gewis een bewijs, dal ook in het buitenland aan dit werk eene hooge wetenschap pelijke waarde wordt toegekend. In den laatsten tjjd is het munt- en penningkabinet der hoogescliool onder anderen vermeerderd geworden door: Den heer J. A. Buddingh, regeringstolk voor de Chinesche taal te Mun- tok, op het eiland Banka, met eene aanzienlijke bezending Aziatische mun ten van verschillende landen, gedurende Z. E. verblijf le Emoy, in China, in de jaren 1863 en 1864 verzameld. De heer B. schrijft in den geleidebrief: »ik heb deze verzameling met zeer veel moeite en onkosten bjjeengebragt. Een groot aantal munten is met heele en halve dollars per stuk betaald; voor enkele veel meer; het is in China zeer oioeijelijk eene muntverzameling le vormen omdat er len alien tijde zoo veel liefhebbers onder de Chinezen zelve, zoowel als onder de vreemdelingen in dat land zijn geweest en nog zijn. Er bestaan munt-verzamelingen van Chinezen, die van geslacht tot geslacht overgaan; bovendien wordt er door het geheele volk veel waarde gehecht aan oude munten; er wordt dezelfde kracht aan toegekend als aan amuletten; soms nog meer. In het noorden zjjn vooral belangrijke verza melingen in particuliere handen. Het zou mij niet verwonderen of er be slaan zelfs gouvernemenls zoo niet privaat keizerlijke muntverzame lingen in Peking. Er worden in China vele boeken over muntendoch meest in handschriftaangetroffen." De door den heer Buddingh aangebodene verzameling bevat eenige hon derdtallen Chinesche munten van verschillende vorm en grootte, van vóór den tijd van Christus geboorte tot en met dien der regering van den tegenwoor- digen jeugdigen keizer. Men vindt daaronder Chinesche, Mongoolschc en Tartaarsclieook eenige zeer oude amuletten en munten van Chinesche op standelingen onder anderen eene uiterst zeldzame van de Tai-piogs uit onze dagen. Verder zijn er een aantal bijgevoegd van Japan, liet rijk Annam, Cochincliina (ook, volgens opgave van prof. Hoffmann, van den vorst Tu Due), en twee zilveren van Siam (een bolvormige oude en een platte ronde nieuwe, hebbende op de voorzijde drie pagoden en op de keerzijde een oliphant binnen een aantal versierselen.) Verder eenige van het eiland Hongkong, als in zilver dollar; in brons en dollar; eindelijk een tweetal munten van Britsch IndiC in koper. De door den heer Buddingh aangeboden munten maken mei de vroeger door den heer de Grijs, prof. de Vriese, mp. J. A. van der Chijs, enz. ge zondene, een fraai geheel uit. Door den heer C. Slibolt, scheepsreeder te Drammen (Noorwegen) met een Deensch-Noorweegsch muntbillct van vijf rijksdaalders 1781; een dito van één rijksdaalder 1791dito (blaauwen volgens opschrift bestemd voor Denemarken, Noorwegen, de Vorstendommen en IJsland) 1792; dito (wit, doch van zeer slecht papier) 1803; dito van 12 skilliug 1809, eindelijk met een munlbillet van Finland 1824, voor één roebel gangbaar. De lieer C .N. SliboltNederlandsch consul te Cliristiania had de goedheid deze stukken namens den grijzen bezit ler aan het kabinet te doen toekomen. De verza meling papierengeld van verschillende volken en uit verschillende lijden is belangrijk en lelt vele honderde stukken. Hoe vele er ook voorhanden zijn, toch ontbreken nog vele in het kabinet, ilct oudste dat er gevonden wordt is een billet van de bank van John Law te Parijs, welke bank aanleiding gaf tot den windhandel van 1720, die in Nederland ook zoo vele slagtoffers gemaakt heeft; in ouderdom volgen die van verschillende N. Amerikaanschc staten gedurende hunnen vrijheids-oorlog tegen Engeland. Door N. N.student in de reglen aan de hoogeschool, met een N. Ame- rikaansch fraai bewaard munlbillet van 4 dollar, van de uitgifte van 17 Julij 1862, alsmede met eene Perzische munt, hebbende de afbeelding van een hert, benevens een opschrift. Door hh. curatoren, namens liet ministerie van binnenl. zaken, weder met twee groote bronzen medailles uit de serie van de gebroeders Wiener le Brussel, zijnde thans de afbeeldingen van den dom te Bamberg en van dien le Florence, op de voorzijde der medailles uitwendig, op de keerzijde van binnen te zien. Verder met opgaven van den stichtingstijd, die van groote herstellingen enz. Het geheele getal van deze serie medailles met de afbeeldingen der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 1