lijke greep gedaan, in de tweede plaats werd uieer opzettelijk de vraag behandeld, in hoe ver raen het hoofddenkbeeld der nieuw voorgedragen wij ziging beamen kon, hierop nederkomendedal geneeskunsloefenaren aan de bij het tegenwoordig wets onlwerp bepaalde slaals-examina zouden worden on derworpen, zoodanig dat ook de theoretische examens aan de akademiën het regtsgevolg zouden verliezendat zij volgens de oorspronkelijke bepaling van art. 7 van het ontwerp behielden. Verscheidene leden stelden bij de behandeling van dit punt op den voorgrond, dat als men de theoretische examens op de akademiën vervallen liet, daardoor de vernietiging van het liooger onderwijs, zoo als dit ihans hier te lande geregeld is, voor zoover de medische faculteit betreft, wordt uilgesproken. Anderen gingen verder. Zjj meenden, dat in geen geval aan de tegenwoordige wet eene rigting moest worden gegeven, die hel universitair onderwijs aan het kwijnen bragt of geheel deed vervallen. Door alle deskundigen werd op dat universitair on- derwjjs, met name ook voor den toekomstigen geneesheer, hooge prijs ge steld. Op deze laatste beschouwingen werd o. a. geantwoord, dat er van aanranding der privilegiën van akademiën hier geen sprake kon zjjn. Het eenig voorregt, dat aan het bezoek der akademie behoort verbonden te wezen, is dat men daar beter onderwezen worde, eene meer volledige op leiding erlange dan overal elders. Welke voordeelen ook aan de universi- laire opleiding verbonden zjjn, het beginsel, dat het alleen aankomt op het bezit der vereischle kundigheden, en dat het niet ter zake doet, waar en hoe die verkregen zijn, verdiende toejuiching. Na deze gedachtenwisseling werd in enkele der afdeeiingen de vraag overwogen, of de hoofdbezwaren legen het regeringsvoorstel niet door beperking daarvan weg te nemen of te maligen waren. Zoo kwam in aanmerking, of de regering niet had kun nen volstaan met de weglaling van art. 1 van het oorspronkelijk ontwerp en de overbrenging van art. 2 naar de overgangsbepalingen. Het regtsge volg daarvan zou zijn, dat met behoud van de vrijstellingen, in het oor spronkelijk arl. 7 vervat, zij, die aan de akademie hunne volle opleiding hebben genoten, voortaan uitsluitend wat het praktische gedeelte betreft aan het staals-examen zullen worden onderworpen. 's GRAVEN U AGE 16 Maart. Z. 31. heeft vergunning verleend aan den heer J. T. Zur Mühlen Oostenr(jksch vice-consul aan den Helder, tot hel dragen der versierselen van ridder der Orde van Frans Jozef, hem door den keizer van Oosten rijk geschonken. Z. M. heeft goedgevonden te verkenen de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 Sept. 1855, en een loffelijk getuigschrift, aan P. Fase, schipper te St. Annaland, wegens hel met levensgevaar redden van drie personen van een brandend vaartuig, in den nacht van 24 Dec. 1864, in de Zandkreek. Tot kanlonregter te Heusden is benoemd de heer mr. W. D. Bosch, advocaat te 's Hertogenbosch. Tot ontvangers der directe belastingen enz. zjjn benoemd te Nieuwe- sluis de heer J. M. Kleeuwens, thans te Montfoort; en te Montfoort de heer jhr. G. J. M. Bowier, thans te 's Gravendeel. Voorts is aan den heer F. Ermerins, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ontvanger der directe belastingen te Heinkenszand. Tot landmeter bjj het kadaster 1"* kl. is benoemd de heer A. Bevers, thans landmeter 2Je kl. De minister van binnen), zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor verleenen. De opper-ceremoniemeester heeft bekend gemaakt, dat HH. MM. de koning en koningin, mitsgaders de overige leden der kon. familie, op aan staanden Dingsdagden 21stcn dezer, in het paleis in het Noordeindc, eene openlijke audiëntie van rouwbeklag zullen verleenen wegens het overlijden van H. M. de koningin-weduwe der Nederlanden, aan de leden van hel corps diplomatique en derzelver dames, des avonds ten half negen ure, en aan de overige heeren en dames, ten hove voorgesteld, kwartier vóór negen ure. De opper-ceremoniemeester heeft nog, als aanvulling van het programma voor de begrafenis van 11. 11. de koningin-weduwe, bekend gemaakt, dat de secretaris generaal bij het ministerie van justitie, de heer Clant, als moe tende tegenwoordig zijn bij de verzegeling der kon. lijkkist, overal in de kerk en in den kon. grafkelder volgen zal den minister van justitie. Naar men verneemt zal Z. D. H. de groothertog van Saxen-Weimar- Eisenachna afloop der treurige plcgtigheid, spoedig naar Weimar lerug- keeren. H. K. H. de groothertogin zal nog eenigen lijd in de residentie verblijven. De ministers, de voorzitters der beide kamers en de ledeu van hel corps diplomatique zijn door Z. M. uitgenoodigdom de begrafenisplegtig- heid in de Nieuwe kerk te Delft bij te wonen. Reeds zijn er heden zeer vele personen in de residentie aangekomen, tot bijwoning van de begrafenis-plegtigheid op morgen. Onder anderen zijn aangekomen de deputaliën van de marine, mariniers, verschillende corpsen der landmagt en van het Indische leger enz. Tot de deputatie behoorde de met roem bekende Nederlandsche matroos Hobein. Op de kist, waarin het stoffelijk overschot van H. M. de koningin weduwe rust, is eene zilveren plaat bevestigd, met hel opschrift: «Anna Paulowna, koningin-weduwe der Nederlanden, groot-vorstin van Rusland, geboren Ie S'. Petersburg, den 7/19 Januarij 1795, overleden den 17 Fe- bruarij/1 Maart 1865." Tegelijkertijd is op die kist bevestigd een met edel gesteenten versierd gouden kruis, door Z. M. den keizer aller Russen daar voor toegezonden. Door den gemeenteraad is gunstig beschikt op het adres der commissie tot oprigting van een standbeeld voor wijlen hertog Bernhard van Saxen- Weimar, om dat gedenkteeken te plaatsen in het midden der voormalige paardenmarkt in het Lange Voorhout. Bjj de heden aan de bureaux der staatsspoorwegen gehouden aanbeste ding voor het leveren van 200 stuks stalen wissels was de minste inschrijvers de Grma Enthoven alhier ad 106,600 en voor het maken en stellen van zes draaischijven de heer Ch. Everaerte Brussel, 15780. Kleine oorzaken hebben somtijds groote gevolgen. Dit bewees eene zaak, die dezer dagen bjj den hoogen raad, kamer van strafzaken, werd behandeld. De officier van justitie te Leyden had zich in cassatie voorzien tegen twee vonnissen der regtbank aldaar, waarbij v. d. Z., bouwman onder Nieuwveen, ontslagen was van regtsvervolgingwegens tolweigering van tweemalen 2£ cents op een weg, behoorende aan het heemraadschap van Amslel en Nieuwer-Amstel. Deze gerequireerde was wegens die feiten door den kanlonregter te Woubrugge veroordeeld tot twee boeten, ieder van /1.25J; en terwijl het O. M. bij het kanlongeregt te Woubrugge tegen die vonnissen in hooger beroep was gekomen bij de regtbank te Leydenhad die regtbank bij vonnissen van 13 Jan. jl. beslist, dat de weg, waarop de tol was geplaatst, was een walerschapsweg en dat de kon. besluiten van 29 Oct. 1833 en van 5 Mei 1850 alleen van toepassing waren op wegen; ten koste van provinciën, gemeenten of particulieren aangelegd. Voor dei hoogen raad werden die vonnissen verdedigd door den advocaat van dei gereq., mr. A. Wm. Jacobson. Den 21slen dezer zal het O. M. in deze zaak conclusie nemen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren werd overgegaan tot de benoeming van eenen commies-griffier, waartoe gekozen is de heer mr, J. P. R. Tak, commies van slaat bij den raad van state, die bij eene vierde stemming 32 stemmen bekwam, terwijl de heer mr. H. A. Piepers, gewe zen commies van slaat bij den raad van state, er 28 op zich vereenigde, en e'e'n blanco-billet in de stembus werd gevonden. Verder zjjn de volgende wels ontwerpen behandeld en aangenomen: dal tot bekrachtiging eener met L. C. de Geep te Bergen-op-Zoom gesloten dading over novaal tiendregt onder de gemeenten Bergen-op-Zoom en Halsterendat tot verkoop van rijksgrond aan de gemeente llellevoetsluis; dat lot aanvulling der begroo ting van het fonds, voortspruitende uit de koopprijzen van domeinen voor de dienst van 1864; dat tot onteigening van percelen ten behoeve van de verruiming der rivier de Waal hij Zalt-Bommel; dal tol onteigening van percelen ten behoeve der verbetering van den Neder-Rjjn boven Wjjk bj Duurstede; en dal tot onteigening van percelen voor den spoorweg van Hee renveen naar Leeuwarden. Hierna vroeg en bekwam de heer van Zuylet van Nyevelt verlof om den minister van binnenl. zaken eenige inlichtingen te vragen over een paar onderwerpen met de zaak der spoorwegen in be trekking slaande en wel over het verband te brengen lusschen de dienst van den Rijnspoorweg en van de staatsspoorwegen; alsmede over de aansluiting der residentie aan het algemeen spoorwegnet. In de eerste plaats over dt dienst van de staatsspoorwegen met die van den Rijnspoorweg. Naar mei hem verzekerd had zou de Rijnspoorweg weigerachtig zijn om een noodza kelijk verband tusschen de beide spoorwegen tot stand te brengen. In d: tweede plaats wenschte hij eene inlichting te erlangen nopens de aanslui ting van de residentie aan hel spoorwegnet en wat de stand van dezt zaak op dit oogenblik vvas. De minister van binnenl. zaken antwoorddi dat hem niets bekend was van eene weigering van de Rjjnspoorwegmaa! schappij om de dienst aan te sluiten aan de staatsspoorwegen, maar wei- wat de inrigting betreft van gemeenschappelijke stations; wat betrof 4 verbinding 's Hage en de haven van Seheveningende eerste vraag oi concessie was gedaan door de hh. Swaan en van Heyningcn. Op die vraaj waren de noodige onderzoekingen ingesteld en de voorwaarden, waarop dt concessie zou kunnen worden verleend, aan de aanvragers medegedeeld, et een paar dagen geleden hadden zij hunne bezwaren deswege kenbaar ge maakt; terwijl ook onderzoekingen door het dep. van oorlog moesten wor den ingesteld. Heden zal de kamer behandelen de conclusie van hel rapport der co» missie van onderzoek der stukken betreffende de ontzegging van verblijf» Ned. Indië aan de hh. Roorria van Eysinga en Nosse, en Zaturdag aansi zal zjj beraadslagen over het door de regering gewjjzigde voorstel van wt regelende de voorwaarden tot verkrjjgiug der bevoegdheid van gcneeskui dige enz. BUITEMLANDSGHE 8ERIGTKN. ENG ELAN I>. LONDEN. 14 Maart. Naar aanleiding van hel door sommige fabriekanten geuite denkbeeli om de werkzaamheden in Staffordshire voort te zetten met werklieden, dt daartoe uit andere plaatsen zouden worden aangenomen, is het arbeider] comité op het denkbeeld gekomen, dat de fabriekanten niet ongeneigd zulle zjjn om in eene schikking Ie treden, wanneer hunne arbeiders, zoowel i: hun eigen belang als in dal der goede orde, zich daartoe geneigd beloonei Het comité gelooft daartoe het beste middel te zien in een overleg met i fabriekanten tot vaststelling eener schaal van werkloonen waarvan gedi rende een bepaalden tijd niet zal worden afgeweken en die berekend zi worden naar een gemiddeld cijfer der gunstigste en ongunstigste tjjdcn ra den ijzerhandel. Het comité heeft dit thans in nadere overweging genomei ten einde in de eerstvolgende bijeenkomst van de vertegenwoordigers de werklieden zon kunnen worden overgegaan lot de benoeming eener cod missie, die op dezen grondslag .zou beproeven in onderhandeling te trede met de ijzerfabriekanten. Een onlangs overleden schuitenvoerder heeft de som van 9000 vet maakt aan verschillende instellingen van liefdadigheid en daarenboven lOOi geschonken aan elk van de dertien policie-bitreaux der hoofdstad. In het graafschap van Hiddlesex heeft zich een comité gevormd omit Junjj het 50-jarig beslaan van den vrede tusschen Frankrijk en Engeland plegtig te vieren. In dagbladen van Richmond wordt gehandeld over de vraag of d« hoofdstad der zuidelijke staten al of niet moet worden ontruimd. Do* eenigen werd dit uit het militaire oogpunt aanbevolen, door anderen al onstaatkundig ontraden. Een aantal leden van het congres hadden Rid mond verlaten, zoodat hel soms moeite kostte eene voltallige vergaderiai te houden. Er heerschte veel bezorgdheid onder de bevolking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 2