LEÏD8CHE
COURANT.
VRIJDAG 10 FEBRUARIJ.
NOTIFICATIE.
De Courant wordt MaandagIFoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel
jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10
Cents verkrijgbaar.
Gedeputeerde Stalen der Provincie Zuidlioliand
Gelet op liet 2de lid van art. 73 der Wet van den 4dcn Julij 1850 Staats
blad n». 37);
Noodigen de inwoners dezer provincie, die elders dan in Zuidholland in
's rijks directe belaslingen zijn aangeslagenuit, om daarvan vóór den lste0
April aanstaande aan deze vergadering te doen blijken, door overlegging
van liet aanslagbiljet of van een uittreksel uit de kohieren der directe belas
tingen, ten einde daarop worde gelet bij bet opmaken der lijst van de
hoogst aangeslagenen, voor de benoeming van leden der eerste kamer van
de stalen-generaalzullende de bedoelde stukken behooren te worden inge
zonden aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Zuidbolland, niet
opgave van: a. den naam, de voornamen en de woonplaats van den aange
slagene; b. de gemeente en de dagteekening zijner geboorte; en c. de dag-
teekening zijner naturalisatie, zoo deze beeft plaats gevonden.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
's Gravenuage, 31 Januarij 1865. J. LOUDON, Voorzitter.
JUST de la PAIS1ÈRES, Griffier.
BINNEN LANDSLUIE iSEKltiTKN.
LEYDEN, 9 Februarij.
In de maand Januarij zijn binnen deze gemeente geboren 143 kinderen,
als: 78 zoons en 65 dochters; waaronder zijn begrepen 4 tweelinggeboorten.
Overleden 98 personcuals: 12 mannen, 22 vrouwen, 26 zoons en 38 doch
ters, daarenboven als levenloos aangegeveu 11. Voltrokken 16 huwelijken.
Gisteren middag ten 12 ure droeg de hoogleeraar H. Halbertsma Jz.
het rectoraal der hoogeschool aan zijnen opvolger, den hoogleeraar mr. R.
van boneval Faure, over, met het houden eener redevoering in de grooie
gehoorzaal van het akadeuiiegebouw waarbij hij verslag gaf van de lotge
vallen der hoogeschool gedurende hel jaar 1864/65 (de Usquae academiae
Lugduno-Batavae anno 1864—1865 tristia et laeta acciderunt).
Na den afloop dezer plegtigheid begaven hh. curatoren zich naar de aka-
demische bibliotheek, ten einde aldaar de nieuwe leeszaal, die eerstdaags
voor belanghebbenden zal opengesteld worden, in oogenschouw te nemen.
Zfl toonden met de fraaije en doelmatige inrigting dier zaal ten hoogste
ingenomen te zijn.
Als secretaris van den akademischen senaat is opgetreden de hoogleeraar
mr. J. E. Goudsmit.
Wij vernemen, dat de rede van den afgetreden rector magnificus weldra
bij de heeren de Breuk en Smits alhier bet licht zal zien.
11. K. H. prinses Frederik der Nederlanden heeft alreeds ingezonden
een prachtig canape'-kussen voor de loterij van hand- en kunstwerken ten
behoeve van hel orgel der Evaiig. Lulli. gemeente alhier.
Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier is bij de ministers
van binnenlandsche zaken en van koloniën liet volgende adres ingediend
De kamer van koophandel en fabrieken te Leyden neemt de vrijheid
zich tot Uwe Excellentien te wenden, ten einde opheffing te verkrijgen van
eene voor de nijverheid der katoendrukkcrijen en verwerijen zeer belemme
rende bepaling. Wjj bedoelen de bepaling, gemaakt bij koninklijk besluit
van 28 November 1839, n». 106, dat voorlaan geene certificaten van Ne-
derlandschen oorsprong voor katoenen lijnwaden zullen worden geviseerd,
dan alleen voor de zoodanigen, als binnen 's lands zullen zijn geweven en
alle verdere bewerkingen zullen hebben ondergaan zoodal ook geene certi
ficaten van Nederlandschen oorsprong meer zullen worden geviseerd voor
geverwde of gedrukte katoenen, indien dezelve niet geverwd of gedrukt
zfln op lijnwaden, die binnen 's lands zijn geweven en aldaar alle verdere
bewerkingen hebben ondergaan Het bedoeld koninklijk besluit schijnt niet
afgekondigd te zijn; het is althans niet te vinden in bet Staatsblad van
1839 noch in de Staatscourant van dal jaar. Ook is het besluit zelf aan
de kamers van koophandel en fabrieken niet medegedeeld, maar alleen van
zijnen inhoud kennis gegeven bij circulaire van den staatsraad, gouverneur
van Zuidholland dd. 18 December 1839 n°. 2983/32708 ProvBlad van
Zuidholland. n°. 131).
«Deze bepaling is voor den Nederlandschen katoendrukkoren verwer vooral
daarom drukkend, omdat hij, door zijne nijverheid, aan de calicots eene
hoogere waarde van 80 tot zelfs, in enkele gevallen, van 250 pCl. geeft,
terwijl de katoenwever, door zijne nijverheid, slechts eene waarde van
25 pCt. aan de vreemde grondstof welke bij bezigt (het Engelsch garen)
bijzet. In gewone lijden en by normale garenprijzen kan men aanne
men, dat dc waarde aan garen van een stuk katoen, wegende 1.5 Ned.
pond, bedraagtƒ2.50,
de weverij verkoopt de waarde met- 0.75,
bleekerij en opmakerij - 0.30,
drukkerij (gemiddeld) - 1..75,
roodverwerij - 3.50.
Het stuk dus dat, ongedrukt3.55 waard is, is, na hel drukken ƒ5.30
en na het verwen ƒ8.80 waard.
«Niettegenstaande de Nederlandsche drukker en verwer, wanneer hij
vreemde grondstof (buitenlands geweven katoen) bewerkt, daaraan, door
zijne bewerking, eene ongelijk hoogere waarde geeft, ontneemt het besluit
van 1839 hem, bij invoer in lndie, de bescherming welke het verzekert
aan den Nederlandschen wever, die evenzeer vreemde grondstof bewerkt
waaraan evenwel zijne (nijverheid slechts eene geringe verhooging van waarde
geeft.
«Wij meenen te meer op de intrekking van het besluit van 1839 Ie mo
gen aandringen, omdat het, de nyverheid van den Nederlandsehen katoen-
drukker en verwer belemmerende, tevens bet doel niet bereikt heeft dat
het als motief aangeeft, namelijk de katoenweverijen gelegenheid te gever,
«zich met ijver toe te leggen op het weven ook van die qualiteiten van
lijnwadenwelke voor de drukkerijen en verwerijen bij voorkeur gewild
«zijn, en tot hiertoe meestal van buiten 's lands worden getrokken." Hel
besluit werkt juist legen dit doel in. Voortdurend worden nog vele calicots
ter verzending naar lndie door Nederlanders in Engeland aangekocht. Daar
nu echter hel Nederlandsch tarief die calicots by invoer alhier met 5 pCt.
der waarde belast, en hel besluit van 1839 ze, hoewel hier te lande ge
drukt en geverwd. het certificaat van Nederlandschen oorsprong (en daar
mede het lager invoerregt in Ned. Indie) ontzegt, is het gevolg, dat de
Nederlander liet dikwerf voordeeliger vindt zijne in Engeland aangekochte
calicots ook daar te doen drukken en verwen, dan ze naar hier tc laten
konien, bezwaard met het invoerregt en eene kosten-rekening van 3 pCt.
daarenboven. De intrekking van het besluit van 1839 zal dus de nijverheid
van het katoenweven weinig of niet schaden, doch, daartegen, die van het
katoendrukken en verwen zeer bevoordeelen. Niet alleen toch zal de Ne
derlander dan zijne iu Engeland gekochte calicots, ten einde van liet lager
invoerregt in lndie te profiteren, hier doen drukken en verwen, maar het
is te onderstellen dat-ook de Engelschman die in Ned. Indid wil invoeren,
zgne calicots naar hier zal zenden om ze in onze drukkerijen en verwerijen
deze bewerking te doen ondergaanwelke hen een certificaat van Neder
landschen oorsprong kan doen verwerven.
«Wij meenen hiermede de aandacht Uwer Excellentien genoegzaam op
dit onderwerp te hebben gevestigd en met reden de verzochte intrekking
van genoemd besluit van 1839 fê mogen verwachteneene intrekking welke
inderdaad slechts twee Nederlandsche industriën wanneer zij beide vreemde
grondstof bewerken, op eenen voet van gelijkheid plaatst."
Sedert onze laatste opgave is het munt- en penningkabinet der hooge
school onder anderen vermeerderd geworden
Door hel ministerie van binnenlandsche zaken met een zestal bronzen me
dailles, als die op het 250-jarig bestaan der Groningsche hoogeschool, in
September 1864 plegtig gevierd; die ter herinnering aan hel muziekfeest te
Arcen (11 Julij 1864); twee eeremedailles der. steden 's Gravenhage en Maas
tricht; eindelijk eene zeer fraaije medaille op eene den 25steD Aug. 1864 ge
vierde zilveren bruiloft, en eene dito, te Oudewater vereerd aan den heer
W. Putman, na 65-jarige dienst als organist, in Junij 1864.
De meeste dezer, veelal fraai uitgevoerde, penningen, zijn het werk van
de rijks-graveurs van der Keilen en Mengerde Maaslrichtsche echter van
wijlen den Luikschen stempelsnijder Jehotte.
Door den heer mr. O. C. J. Hoogendijk van Domselaar, lid der prov.
staten van Gelderland, te Tiel, een der overgeblevenen van het 2e regiment
gardes d'honneur, dat in 1813 te Melz door de dwingelandij van Napoleon I
en zijne satellite!) vereenigd was, met een exemplaar van de groote zilveren
medaille, op 'smans kosten vervaardigd tol een aandenken van de na 50 jaren
plaats gehad hebbende hereeniging van 25 in hel leven gespaarden van dat
regiment, op 18 Junij 1863, op den huize Rust en Vreugd, bij Voorburg.
De medaille is gegraveerd door den heer S. de Vries te 'sHage, en weegt
meer dan een Nederlandsch lood. Zij heeft op de voorzijde toepasselijke
zinnebeelden, terwijl op de keerzijde, behalve dc namen der feestgenoolen
ook die van de 23 overgeblevene grijsaards voorkomen welke door verschil
lende omstandigheden aan bet merkwaardig herinneringsfeest geen deel kon
den nemen.
Door dr. K. W. M. Montgn, te Brielle, met zilveren, rood- en geelkope
ren en tinnen munten, en penningen van Nederland (een legpenning van
1622); Engeland (een penning van koning Willem IV eu gemalin)Spanje,
Loikde stad Roermond, Mexico (een reaal der republiek in 1842 geslagen)