ft'es- Telegraaf.
Het is nader gebleken, dat de persoon, die te Stafford door de policie
is aangehoudentot den voorlvlugtigen Frans Miiller in geene betrekking staat.
De Canadasche spoorweg heeft aan de gekwetsten en de nagelaten be
trekkingen der overledenen, ten gevolge van hel ongeluk, nabij St. flilaire
voorgevallenschadevergoedingen van 5 tot 1200 dollars toegekend.
Zalnrdag avond is het stoomschip Golden Pledge, bestemd om met
eene rjjke lading te trachten door het blokkade-eskader de zuidelijke havens
der Vcreenigde Stalen te bereiken, aan den mond der Mersey in aanraking
gekomen met het van Cadix opsloomende schip Cognac, met het gevolg dat
eerstgenoemd vaartuig met drie der schepelingen in de diepte wegzonk; de
overige werden gered.
Te La Valetta, op Malta, hebben bij het feest van San Carmelo ern
stige ongeregeldheden plaats gehad, ten gevolge eencr onheusche behandeling
van een Engelschman jegens eene Malthcser dame, waarbij ieder voor zijne
landgenoolen partij trok, zonder dat de mecsten eigenlijk wisten hoe de
zaak zich had toegedragen. Het gevolg hiervan was, dat de honderden stoe
len die aldaar ten gebrnike der dames waren nedergezetdadelijk aan
stukken geslagen en gebruikt werden om elkander af te kloppen, terwijl te
gelijker tijd door anderen de straalsteencn werden uitgebroken, zoowel om
daarmee een gczamenlijken aanval te doenals om de tegenpartij van zich
af te houden. Een duizendtal Malthesers geraakten op die wijze slaags met
een paar honderd Engelschentot eindelijk de gouverneur verscheen, die
dadelijk drie compagniën militairen liet aanrukken, om de menigte uileen
te drijven. Een aantal personen is bij die gelegenheid gewond geraakt.
Een op Nieu «Zeeland verschijnend blad deelt het volgende mede:
Hel bevestigt zich in allen decle, dat op ongeveer 35 Engelsche mijlen van
Nelson eene aan goud buitengewoon rijke streek is ontdekt. Nelson, Pic-
ton en Blenheim zijn bijna geheel verlaten en alle goudgravers zijn naar
Waskamarina getrokken, waar ieder man wekelijks 18 oneen goud verza
melt. Zes personen vonden in eene week meer dan 150 or.cen, en drie
Maorics op eenen ochtend 36 oneen. Naar men verzekert heeft zeker gezel
schap in een half nur lijds 5 pond goud gevonden.
Volgens bcrigten uil New-York is de nieuwe minister van financiën;
de lieer Tessenden er niet in geslaagd om eene geldsom van 50 millioen op te
nemen. In een schrijven uit Richmond wordt voorts medegedeeld, dat die
stad alleen door uithongering kan worden vermeesterd, dat dit Grants plan
is, en dal de inval der zuidelijken in het grondgebied der Unie vooral ten
doel had het gevaar van uithongering te verwijderen door het tijdig aan
voeren van nieuwen voorraad.
FRANKRIJK.
PARIJS, 26 Julij.
Men verzekert hier, dat er lusschen onze regering en die van Enge
land gaandeweg eene toenadering lot staud komt. De Engelsche regering
zou zich bereid nebben verklaard aan een Europeesch congres deel te nemen.
De reis van koning Leopold zou met het een en ander in verband slaan.
De Mon. de l'armée berigt omtrent den slaat van zaken in Algerië,
dat een gedeelte van de Harrars een aanval hebben gedaan op Frenda en
hoewel met verlies teruggeslagentoch nog altijd in vcrccniging met de
Ouled-Sidi-Cheikh het open veld houden. Ook blijkt het, dat zelfs de streng
ste maatregelen de vele brandstichtingen niet geheel hebben kunnen te keer gaan.
Berigten uit Tunis stellen den staat van zaken aldaar als zeer slecht
voor. Khasnadar volhardt bij zijn eiscli tot betaling eener belasting van 36
piasters. De opstandelingen hebben het kamp der troepen van den bey, dat
in de nabijheid van Tunis was opgeslagen, verwoest.
De aartsbisschop van Parijs heeft in verschillende gemeenten tegen eene
geringe jaarwedde een twintigtal priesters geplaatst, die uit Polen naar hier
de wijk hebben genomen. De keizer heeft den aartsbisschop eene som geld
toegezondenten einde in de eerste behoeften dier aan alles gebrek lijdende
geestelijken te voorzien. Het aantal der opstandelingen, dat er in geslaagd
is Franseh grondgebied te bereikenbedraagt p. m. 2000. Prins Czarto-
rysky heeft het hem tocbehoorcndc hotel Lambert tot toevlugtsoord voor hen
doen inrigten.
P KUISS EN.
BERLIJN 26 Julij.
Uit Weenen meldt men, dat heden namiddag ten ée'n ure aan het mi
nisterie van buitenlandsche zaken de eerste zitting der conferentie is gehou
den, welke ook werd bijgewoond door de tweede gevolmagligdenbaron
Brenner, baron Wcrlhcr en kolonel Kauffman. Van het verhandelde in die
zitting is niets bekend geworden.
Het bezetten van Rendsburg door Pruissische troepen schijnt te Wee
nen, naar den toon der dagbladen te oordeelengeen gunsligen indruk te
hebben gemaakt. Zij beijveren zich om te doen uitkomen, dat die stap
buiten weten der Oostenrijksche regering is geschied. De Ocst. Zeit. zegt:
Hel Oostenrijksehe volk is tot dus ver over de Pruissische alliantie volstrekt
niet bijzonder verrukt geweest. Onze regering heeft door die verbindlenis
reeds menig onaangenaam oogenblik beleefd. En voorvallen, als dat te
Rendsburg, zijn voorwaar niet geschikt om den band lusschen de twee
grootste staten van Duitschland te versterken. De Presse verlangtdat het
Oostenrijksche legercorps na het gebeurde aan hel Pruissische opperbevel
onttrokken worde.
Het Premdenhlatt Iaat zich o. a. aldus uit: Eene nieuwe dagorder zal
nu de heldenfeiten der Pruissen verheerlijken, want er behoort moed, er
behoort veel moed toe, om den generaal der bondslroepenomringd van
zijne vier compagniën uit Rendsburg te verdrijven. Er behoort onlzagche-
1 ijk veel moed toe om der wereld hel schouwspel te vertoonen van Duitschers
weggejaagd door Duitschers. Indien men niet tijdig genoeg den triomf-
togt der Pruissen tegengaat, dan zullen wij hen misschien nog in den loop
van dezen zomer achtereenvolgens Hamburg, Hanover en Dresden zien be
zetten eene eenvoudige dagorder van prins Karei is daartoe toereikend.
Te Rendsburg is eene vergadering van gedelegeerden gehouden, waarin
110 verecnigingen vertegenwoordigd waren. Na langdurige beraadslagingen
werd met meerderheid van stemmen in den vorm eener resolutie het vol-
gende besloten: «De vergadering moet het dringende verlangen der bevolking
uiten, dat door spoedige vestiging .van Slceswijk-Holstcin als zelfstandigen
staat onder zijnen hertog Frederik van Auguslenburg binnen den kortst mo
gelijken lijd een einde kome aan den tegenwoordigen met de grootste na
doelen gepaard gaanden voorloopigen staat van zaken, en levens moet zij
met allen nadruk tegen de Oldcnburgsche aanspraken opkomen. Alleen de
hertog met medewerking van de vertegenwoordiging is bevoegd tot bewilli
ging van de vergoeding, welke aan de Duilsehe groote mogendheden toe
komt voor de groote oflers die zij aan hel land gebragt hebben, en ook in
dit opzigt zal de spoedige opdragt der regering aan den hertog het beste
middel wezen om de regten des lands met de belangen dier mogendheden
in overeenstemming te brengenvermits vorst en volk hunne verpligting
erkennen om in het algemeen belang offers te brengen." lntusschen wordt
door het orgaan van den heer von Bismarck betoogd, dat het bezadigde
gedeelte der bevolking van Sleeswijk en Holstein geenszins voor den hertog
Frederik is gestemd, en dat een door de beide groote mogendheden gevoerd
bewind vurig gewenscht wordt.
De kamer van afgevaardigden in Wuricmberg heeft met eenparige
stemmen een voorstel van een harer leden aangenomenwaarbij de regering
uilgcnoodigd wordt, om, in zamenwerking met andere staten, tegen de
handelingen van Pruissen te Rendsburg op te komen.
In Polen heerscht eene groote verbittering tegen de Duitschers, welke
gedurende den jongstcn opstand nog zeer is toegenomen en waaraan de
verkoop der vaste goederen, welke dezer dagen is aangevangenweder nieuw
voedsel geeft. De Duitschers, die van de gelegenheid gebruik maken om
voor weinig geld aanmerkelijke grondeigendommen aan te koopen, onder
vinden ten gevolge daarvan vele onaangenaamheden.
WEENEN, 27 Julij. De avond-editie van de Wien. Zeit. verklaart van
grond ontbloot de bewering, dat graaf Rechberg te Parijs en Londen heeft
doen verklaren, dat de volkomen afscheiding der beide hertogdommen van
Denemarken het maximum der Duilsehe cisclion en dat de demarcatie-linic
Apcnrade-Tondercn nog mogelijk is.
TURYN, 27 Julij. De Stampa verzekert, dat prins Humbert naar het
kamp van Chalons vertrekken en daarna Engeland bezoeken zal.
KOPENHAGF^N, 26 Julij. RO.) Faedrelandel meldt dat reeds een
wapenstilstand van negen maanden is gesloten; de Duitschers zullen blijven
in het bezit der hertogdommen. Indien deze tijding zich bevestigt, is het
mogelijk dat de zaak geschikt zal zijn door een buitenlandschen bemidde
laar vóór de aankomst van de Deensche gevolmagligden.
LONDEN, 28 Julij. Op het feestmaalgisteren door den lord-mayor alhier
gegeven, heeft lord Palmerston eene rede uitgesprokenwaarin hij o. a. zeide:
«De vrede heeft ook zijne overwinningen, zoowel als de oorlog. De zege,
die Engeland telkens behaalt, wordt verkregen door zijne over den aardboi
verspreide kapitalen." Graaf Russell, die ook het woord voerde, deed uit
komen dal Engeland zich nog nooit op zulk een fier standpunt bevond als
dat waarop het nu staat, en dal zijn invloed nog nooit zoo groot is geweest
als thans.
INGEZONDEN.
Aan den Heer J. Scheltcma. Leiden, 27 Julij 1864.
Wel Edele Heer!
Uw brief, geplaatst in het vorige nommer der Leydsche Courant,
bevat twee uitdrukkingen, die óf «ongelukkig" óf onopregt zijn: 1°. de
phrase, waarmede uw brief begint, «eindelijk is het mij dan toch gelukt
enz.;" op uwe eerste aanvrage toch heb ik dadelijk geantwoord iu hoe ver
ik de verantwoordelijkheid van het door den Heer Zaalberg geschrevene
reeds op mij had genomen, en hetgeen gij eene onbewimpelde verklaring
noemt niet eindelijk, maar oiimiddclijk nadat uw billet mij ter hand ge-
komen was, gegeven, 2°. dat gij mij laat zeggen, dat de kerkeraad niet
gelukkig was in zijne uitdrukking, terwijl ik wat nog al verschilt te
kennen gegeven heb, dal ik zulks zou moeten stellen, indien uwe, naar
mijn oordeel, volstrekt niets beteekenende aanmerkingen iets bij mij golden.
Gij schrijft, dal ik aanvankelijk met welgevallen en schijnbaar met in
stemming gewezen heb op het werk van den Heer Zaalberg. Waaruit u
van dit welgevallen is gebleken, weel ik niet; maar werkelijk moest ik
schijnen in te stemmen met het algemeen resultaat van zijn onderzoek. Tot
voorkoming van misverstand verklaar ik dat ik dit waarlijk en ook niet slechts
aanvankelijk deed, vermits mijn oordeel niet is veranderd; of liever, daar
ik sedert door uw schrijven aanleiding vondom naatiwkcuriger van dc
zaak kennis Ie nemen, dat ik nog vaster overtuigd ben geworden, dal de
administratie veel te wenschen overliet en er reden genoeg bestond, om te
verlangen dat het beheer aan behoorlijke controle onderworpen werd.
Vervolgens moet ik u zeggen, dat ik tegenover u niets meer op mij wilde
nemen dan ik reeds gedaan had, 1°. omdat ik liefst met u mij niet verder
in correspondentie begaf dan noodig was, 2°. omdat gij niet het minste
regt liadt meer van mij te verlangen3°. omdat ik u in het onregtvaardig
ter zijde stellen van den Heer Zaalberg niet wilde behulpzaam zijn; maar
volstrekt niet daarom, dat ik in hetgeen hij tegen u beweerde fouten zou
hebben ontdekt. Dat er fouten van aanbelang in gevonden worden zal ik
niet gelooven, vóór zulks wordt bewezen. Hoewel gij in uw laatstcn niet
uitdrukkelijk zegtdat gij het tegen de administratie ingebragte niet zult
gaan refuterenschijnt mij toch het doel daarvan te zijn, de wederlegging,
waarmede gij, zooals gij verklaarde!, mij wel zondt hebben willen vereeren,
Ie ontduiken. Ik herhaal wat ik schreef, dat men in de door u gestelde
voorwaarde niets anders zien zal dan een «jammerlijk" voorwendsel, om u
van de zaak af te maken en na te laten, waartoe gij u niet in staat ge
voelt. Ik wil niet ontveinzen zelf zeer tot die meening over te hellen.
Gelijk mij is gebleken, zijn velen met mij verontwaardigd over de wijze,
waarop gij hebt goedgevonden n over den Heer Zaalberg uit te laten; doch
ik heb nog niet vernomen, wat ik ook niet verwachtte, dat uw schrijven
hem in iemands schatting heeft doen dalen.
Ik heb de eer met verschuldigde achting te zijn,
VVel-Edclc Heer!
UEd. Dw. Dienaar,
J. 11. STUFFKEN.