V ERK.1EZ11NGEJN.
meer verwachten kunt, dan van den heer Schimtuelpenninck. Waarom I;
niet liever iemand als de vroeger afgevaardigde van dit districtde heer j|
Gevers van Eudegeest, tot uwen candidaat gesteld? Van diens lange poli- ]'a
tieke ervaring en onloochenbare talenten had althans bij hel onderzoek van g
wetsontwerpen en de openbare discussie daarvan, ten algemeencn nutte
partij kunnen worden getrokken. Neen, welke uwe staatkundige rigting
ook zij nooit kan het u ernstig genteend wezen een afgevaardigde ter sla-
len-generaal te zenden, die zijne taak daarin gelegen acht, dat hij alles
moet tegenwerken wat van de regering komt, niet omdat het kwaad is,
maar omdat het komt van ministers, welke hij dwingen wil van liet kus
sen te gaan, en die overigens, waar het de behartiging dier vele belangen
geldt, die niet tot politiek terrein behooren, maar daarom niet minder
in 's volks belang zijn, zich op den achtergrond terugtrekt.
Kiezers, die uwe denkbeelden in den heer Schimmelpenninck waant te
zien afgespiegeld, onderzoekt zulks nog eens ter dege. Onder hen, die
zich niet tol de liberale partij willen gerekend zien, zijn er zoovelen, in
wie toch een echt liberale geest en een warme zin voor vooruitgang huis
vest, en die alleen om zekere grieven tegen dit ministerie of een of meer
zijner leden, loochenen wat zij in werkelijkheid zijn. Tot de zoodanigen
kan men zeggeu: stapt over die grieven heen; brengt uwe aan personen
verbondene bezwaren ter wille van het groole beginsel van het liberalisme
ten offer. Bedenkt het welde strijd door graaf Schimmelpenninck gevoerd
is niet een strijd alleen tegen het ministerie Thorbecke, maar een strijd te
gen het liberaal beginsel 111 het algemeen, dat beginsel, waardoor gij vrij
zijl en voorspoedig, en weder groot worden kunt. Aan die vele kiezers
en zij vormen de meerderheid in dit district wier gezindheid wezenlijk
liberaal is, ontga het waarschuwend teeken niet, dat hel hoofd der antire-
volutionnairen den heer Schimmelpenninck heeft opgenomen onder dat klein
aantal uitverkorenen, die, zijns inziens, waardig zijn in de kamer hunne
plaats te behouden. Mogen toch eindelijk de schellen van de oogen vallen!
moge toch eindelijk het gevaar worden ingezien, dat er gelegen is in het
bevorderen van beginselen zóó vijandig aan onze tegenwoordige orde van
zaken! Wat te verwachten van den man, in wien de anti-revolutionnaire
partij een bondgenoot ziet. De anti-revolutionnaire partij gij kent haar
alleen uit couranten en brochures eilieve zie hare leer ook eens in toe
passing gebragt, en kijkt eens even over de grenzen in het vette land van
Pruissen, en zegt eens hoe ge denki van die adelijke jonkersdie daar den
eerzameii burger trappen, en de minister von Bismarck, die de zweep tot
de hoogste uitdrukking des regts verheven heeft!
Neen, ons kiesdistrict mag niet langer een man als den heer Schim
melpenninck ter slaten-generaal afvaardigen, een man, die de ware stem
ming van dat district inderdaad niet uitdrukt. Wij moeten een ander ver
tegenwoordiger hebben, een knap en onafhankelijk vertegenwoordiger, die
zich niet door blinde vooringenomenheid laat leiden, maar alleen door een
helder oordeel en door eene warme liefde voor 's lands belangen. Wij
moeten kiezen een liberaal representant; iemand die zijue overtuiging volgt
als eenigen leiddraad; die de regering steunt, niet omdat de heer Thorbecke
aan haar hoofd staat, maar omdat, en voor zoo verre zij liberaal is. Wij
hebben een afkeer van stelselmatige oppositie, maar wij schuwen tevens die
politieke afgodendienst, die in een persoon, hoe talentvol ook, een beginsel
oplost, en van vrije mannen slaafsche volgers maakt. Onafhankelijkheid
van karakter is bij ieder eene groote deugd; bij den volksvertegenwoordiger
een hoofdvereischte.
En in wien zullen wij het best vereenigd vindenwat wij in den volks
vertegenwoordiger zoeken: liberale beginselen en onafhankelijkheid van ka
rakter? Ons dunkt, dat die man als van zeiven aangewezen is in onzen
burgemeester D. Tieboel Siegenbeek. Ieder onzer stadgenoolen kent zijne
gematigdheid, zijne onpartijdigheid, zijne zucht naar reglvaardigheid. Wij
voor ons hebben de vaste overtuiging, dat de heer Siegenbeek een sieraad
onzer vertegenwoordiging wezen zou, die met zijne veelzijdige gaven van
verstand en hart woekeren zou ten bate van het Nederlandsche volk. En
zouden wij, kiezers van een der belangrijkste districten des lands, zouden
wij, overtuigd door onze stem iets goeds te kunnen te weeg brengen, zulks
nalaten? zoudt gijwaar eene keuze Ie doen valt tusschen den heer Schim-
melpeuninck en den heer Siegenbeek, den eersten de voorkeur geven? Voor
zeker niet. Uw liberale zin, uwe in alles op te merken zucht naar voor
uitgang, uwe waardering der voortreffelijke hoedanigheden van onzen bur
gemeester dit alles geeft een waarborgdat gij eene goede keuze doen
en den heer Siegenbeek ter staten-generaal afvaardigen zult.
Een vergeten burger.
Om der wille van de smeer
Likt de kat de kandeleer.
De candidatuur van den heer Mr. D. Tieboel Siegenbeek, burgemeester dezer
gemeente enz. enz. wordt ondersteund door de redactie van het Leidsch dagblad in
eenige hoofdartikelen van welke dat in n°. 1318 het meest de aandacht trekt.
Ik raad de kiezers en andere belangstellenden aan, zich dat nummer aan te schaf
fen en het bedoelde artikel te lezen.
Dat die candidatuur door genoemde redactie zon worden ondersteund, daaraan
twijfelde niemand en heb ik voor mij daar vrede mede. Maar de wijze waarop
die aanbeveling geschiedt, doet mij vermoeden dat meer nadeel dan voordeel aan
die candidatuur zal aanbrengen. De aanbeveling is onhandig. Ik betwijfel ook of
de heer Siegenbeek wel gediend zal zijn met eene aanbeveling van de redactie van
het Leidsch dagblad, gepersonifieerd in een ambtenaar ter gemeente-secretarie.
De verkiezing van den heer Mr. D. Tieboel Siegenbeek komt mij alleen om deze
reden niet verkieslijk voor, omdat ik begrijp dat de betrekking van lid der Staten
Generaal (Tweede Kamer) onvereenigbaar is met die van burgemeester der gemeente
Leiden. Een voorbeeld in den heer Mr. N. Olivier, die wethouder der gemeente
zijnde tevens lid was der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Rotterdam. De heer I
Olivier kon zelden of nooit de bijeenkomsten van burgemeester en wethoudersop
Maandag en Donderdag, des morgens om elf ure bijwonen, want hij vertrok des
morgens te tien ure per spoortrein naar 's Hage en keerde niet voor vijf ure terug.
Bij de raadsvergaderingen was de heer Olivier dikwijls afwezig, terwijl bij de
behandeling der begrooting voor 1862 ZEd. Achtb., toen wethouder van finantiën,
brillait par son absence.
In 1860 hield de gemeenteraad 23 vergaderingen, daarvan was de heer Olivier
10 malen absent; en in 1861 waren er 25 raadsvergaderingen waarvan ZEd. Achtb.
er slechts 7 bijwoonde.
Dit is ook het geval met den heer Taets van Amerongendie lid is van de tweede
kamer der Staten-Generaal en tevens was van den gemeenteraad. Van 23 vergaderingen
in 1860 was ZEd. Achtb. 13 malen absent; in 1861 was hij van de 25 vergaderin
gen 14 malen absent; en in 1862 van de 26 vergaderingen 13 malen absent.
Er zijn bovendien nog vele andere bezigheden aan de betrekking van burgemeester
verbonden en daarom komt het mij voor dat het onmogelijk is die betrekking te ver
eenigen met het lidmaatschap der tweede kamer zonder dat de dienst der gemeente
groot nadeel lijdt.
Onder de vele voortreffelijke eigenschappenden heer Siegenbeek door de redactie
aan het Leidsch Dagblad toegekendheb ik te vergeefs gezocht naar dieom op
twee plaatsen tegelijkertijd tegenwoordig te kunnen zijneen noodzakelijk vereischte
voor het gelijktijdig bekleeden van de betrekking van burgemeester en die van het
lidmaatschap der Staten-Generaal. In de waarneming van de eene of andere betrekking
moet men te kort schieten.
Men moge nu al het voorbeeld stellendat de heer Kien burgemeester van Utrecht
sints jaren lid is der tweede kamer en Utrecht zooveel verder van de residentie is
verwijderd dan Leidenmaar omdat anderen daarmede genoegen nemen en daarin
verkeerd handelen is dit geen reden om hunne handelwijze te volgen.
Men zegt, de heer Siegenbeek zal bij eventuele benoeming als burgemeester zijn
ontslag nemen. Maar dat zou een groot verlies zijn voor de gemeente. Iemand
die volgens de redactie van het Leidsch dagblad zoo veel voor Leyden gedaan heeft
moet men als burgemeester trachten te behouden. Dit is eene reden te meer om
den heer Siegenbeek niet te kiezen.
Charitë bien ordonne'e commence par soi même.
Men gaat reeds zoover van den opvolger van den heer Siegenbeek te noemen.
Misschien heeft de redactie van het Leidsch dagblad reeds een burgemeester in petto
en zal zij ter bekwamer tijd de vrijheid nemenhare zienswijze aan het geëerd pu.
bliek, misschien wel aan den minister van binnenlandsche zaken, kenbaar te ma
ken zooals geschied is bij de vacature van wethouder in de plaats van den heer
Bucaille, toen als met den vinger werd aangewezen op wien de keuze van den
gemeenteraad zich behoorde te vestigen.
In een der artikelen in de Leydsche courant van Vrijdag 11. waarin de Candida-
tuur van den heer Siegenbeek mede wordt aanbevolen, wordt die heer genoemd
de natuurlijke candidaat van het kiesdistrict Leiden. Zoude dat ook eene drukfout
zijn, en moeten vervangen worden door de repermps-candidaat?
Met de plaatsing van bovenstaande regelenmijnheer de Redacteurzult UEd.
zeer verpligten
Den Kiezer,
X.
T A H it - »5 K It I I. 1 t V j
De BURGEMEESTER der Gemeente LEYDEN herinnert de bepalingen
van ari. 330, 331 en 332 der Algerueene Policieverordeninghoofdzakelijk
inhoudende dat, zoodra pokken of gewijzigde pokken zich in eeltig
huisgezin openbaren, zulks door de zorg van het hoofd des gezins aan de
huisdeur, op de bepaaldelijk aangeduide wijze, moet worden kenbaar ge
maakt; alsmede dat door de Geneesheeren, ter Gemeente-Secretarievan die
ziekte door hen behandeld, schriftelijk moet worden kennis gegeven.
Hij noodigt allen, wien zulks aangaat, uit, zich naar die voorschriften,
Ier voorkoming van mogelijke vervolging, stiptelijk te willen gedragen.
De Burgemeester voornoemd
Leyden, 11 Junij 1864. D. TIEBOEL SIEGENBEEK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN,
Gezien het adres van Cornelis Franciscus van Leeuwen spekslager, wonende
alhierwaarhij hij toeslemming vraagt tot het houden en mesten vim meer dan
twee varkensuithoofde van zijn bedrijf, achter zijn hnis op de Haarlemmerstraat, i
geteckend wijk VI. n°. 297
Gelet op art. 303le alin.der Algemeene Policie-verordening, vastgesteld den
26*ten sept. 1861
Doen te wetendat tot het hooien der eigenaars en bewoners van de naastbijge-
legene en belendende panden, ten opzigte der informatiën de Commodo et Incom-
mododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis
dezer Gemeente, op Maandag den 13den Junij aanst., des voormiddags ten 11
uur; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen die ver
zoeken op dien tijd in te brengenterwijlbij verzuim daarvanzij gehouden
zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leyden, 11 Junij 1864. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester.
v. rUTTKA.MMI.ltSecretaris.
IIEftTlJ K.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, gezien het besluit van Ge
deputeerde Stalen der provincie Zuid-Holland, van den 194™ Januarij II., n°. 19
Prov.-Blad n». 13), bepalende het tijdstip van den her-ijk der maten en gewigten in
Zuid-llollanden gelet op de voordragt van den arrondissements-ijker alhier, van
den 64™ der loopende maandherinneren bij deze den ingezetenen dezer gemeente hunne
verpligting, tot het doen her-ijken van al de bereids te voren geijkte lengte- en
inhoudsmaten en gewigten benevens de bij de inhoudsmaten van drooge waren be-
hoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z. M. besluit van den
21st™ December 1822 [Staatsblad n°. 54), moeten worden afgestreken. En worden
zij ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde maten en gewigten, wel
schoon gemaakt en gezuiverd, aan het Lokaal van den Ijk, in de Lange School
steeg; zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd:
Voor Wijk Ivan den 20 tot den 22 Jnnij.
II, van den 23 tot den 25 Junij.
III, van den 27 Jnnij tot den 2 Julij.
IV, van den 11 tot den 18 Julij.
V, van den 19 tot den 26 Jnlij.
VI, van den 27 Julij tot den 5 Augustus.
VII, van den 6 tot den 16 Augustus.
VIII, van den 17 tot den 23 Augustus.
de Buitenwijk van den 24 tot den 31 Augustus,
met uitzondering echter van de goud- en zilversmids-benevens de apothekers- of
medicinale-gewigten, voor welker her-ijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden,
te weten:
voor de goud-en zilversmids-gewigtenvoor Wijk J, II, III en IV op den 13 Junij,
voor Wijk V, VI, VJIVIII en de Buitenwijk, op den 14 Junij,
voor de medicinale gewigten, voor Wijk 1, II, III en IV, op den 15 Junij,
V en VI, op den 16 Junij,
VII, VIII en de Buitenwijk, opden 17 Junij;
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 1 ure, uitgezonderd Zon- ca
Feestdagen.
En vermanen Bargemeesler en Wethouders voornoemd een iegelijk wien het aan
gaat, om zich bovengemelde dagen ten nutte te maken, aangezien de termijn voor
den her-ijk in dit jaar eindigt met den 31sten Augnstus aanstaande, en terstond na het
eindigen van dezen termijn het. gebruiken of voorhanden hebben van onherijkte maten
en gewigten, volgens koninklijk besluit van den 30st™ Maart 1827 [Staatsbl. n°. 13),
verboden en, behalve mei verbeurdverklaring der maten en gewigten, strafbaar is
met eene boete van tien tot honderd gulden.
Wordende aan de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de
Notificatie van Gedcp. Staten van Zuid-Holland, in dato 4 Augustus 1820, volgens welke
de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, fabriekeurs
en ambachtslieden, die in hunnen handel of hun bedrijf eenige maten of gewigten
gebruiken, en de apothekers of medicijnbereiders io Let bijzonder, aan art. 3 en 5
van Z. M. besluit in dato 21 October 1819 Staatsbln°. 52), bepalende hunne
gehondenheid tot het bezit van een vol stel gewigtenen medeverpligting lot den
jaarlijkschen her-ijk daarvan, alsmede aan het koninklijk besluit van den 5iett Fe
bruary 1826, n°. 153, volgens hetwelk de medicinale grein-gewigten, zonder
die eenige stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den ijker moeten worden
nagezien en onderzocht.
En wordt wijders door deze ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot
jaarletter gedurende 1864 voor den ijk der maten en gewigten bepaald is de letter U
En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leyden, 9 Junij 1864. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester,
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.