LICHT. fitirgcrltjfcc KATWIJK AAJN ZEE. Onder ééne mits evenwel. Mits men niet te uitsluitend niet te aristo cratisch zij- Wanneer men voor zulk cene onderneming alleen rekent op de zoogenaamde fatsoenlijken en toongevers, op de heeren der regering, de f eren der justitie, de heeren professoren, de heeren officieren en enkele fabriek- of handelsheerendan kan dit plan nooit gelukken. Wanneer men den gezeten burgerman uitsluit, wanneer men vreest, dat onze «fat soenlijkheid" besmet en verkreukt zal worden, indien zij in e'éne zaal of in e'énen tuin zamenkomt met eenen man die manufacturen verkoopt, met je vrouw van een' man die »in tabak doet," met de dochters van een man die pasteijen bakt, met een jong heer die misschien 's morgens nog poeders klaar maakte, met een jong meisje die les geeft in de muziek, dan js de ruïne-onderneming, van den aanvang af, totaal geruïneerd. De hooge «fatsoenlijkheid" van Leyden schijnt zeer impressionabel te zijn en dit heeft, hoewel het zeer gedistingeerd staat, toch ook zijne ongelegen heden. Wat zonden wij veel meer genoegen voor veel minder geld kunnen hebben, wanneer wij niet zoo bevreesd waren, dat fatsoenlijke menschen die manufacturen of sigaren verkoopen, die pasteijen bakkenpoeders klaar maken en les in de muziek gevenkwaad zullen doen aan het fatsoen van deze nog veel fatsoenlijker menschen, die recepten of adviezen verkoopen, preeken of conclusien maken en les in de economie geven. Evenwel ook hier is een verblijdend tceken op te merken. Nadat de Buiten-Sociëteit hare zomerconcerten begon te geven, hebben zeer vele fatsoenlijke burgerlui het gewaagd op de zoo.erconcerten van Zomerzorg te teekenen terwijl de Leydsche aristocratie zich daarom aan deze concerten niet heeft onttrokken. En nu is ons geen enkel voorbeeld ter oore gekomendat het fatsoen van de vrouw of dochters van een raadslid of regterlijk ambtenaar er iets bij geleden heeft, dat in de buurt van haar tafeltje het tafeltje stond waarom heen de vrouw en dochters van den pasteiman, of de vrouw en dochters van den manufacluurman zaten. Dit is reeds iets gewonnen. Men mag verwachten dat dezelfde gunstige uitkomst de proef zou bekroonenom ze aan tafeltjes in den aanstaanden tuin der gewezen Ruïne te laten zitten. Gehikte ook dit, men zou eenc tweede stoute proef kunnen wagen; men zou kunnen wagenof deze twee elementen vreedzaam naast elkander in eene groole ruime zaal zouden kunnen plaats vinden. Men zou kunnen be proeven, of 's winters in eene zaal te luisteren naar eene symphonie van Beethoven voor het onbevlekt houden der hooge fatsoenlijkheid gevaarlijker is, dan des zomers in een tuin te luisteren naar eenc wals van Strauss. De mannen die den moed hebben deze stoute proeven in Leyden te wil len nemen, verdienen toegejuicht te worden, maar vooral te worden onder steund. De llaaiiwe onverschilligheid en de laffe moedeloosheid, öf zooveel geld te krijgen is, óf het renten geven kan, óf er publiek genoeg in Leyden is, dat het versland heeft voor weinig geld veel genoegen tekoopen,— behooren plaats te maken voor ijver en volharding. Beproef of hel kan, laat ieder, naarmate van zijn vermogenmedewerkenzie hoever gij het brengen kunt met vereenigde krachten, en laten vooral zij die het voorregt hebben zeer fatsoenlijke mannen te zijnde hulp niet versmaden van hendie alleen maar fatsoenlijke mannen zijn. naar hun standpunt toegaal, hen aanmanen om beleefd te groeten. Dat groeten, ge weet niet welk een kracht daarin gelegen is, vooral als men van standpunt verandert. Ik zal hel beproeven, maar ik zie er vreesselijk tegen op. Die het moeilijkste werk doet, is hel meeste loon waard. Wat bedoelt ge met loon? Zelfvoldoening. Toch geen dank van menschen. Neendie zult ge er meer mede verliezen dan winnen. Men zal zeg gen, dat ge u bemoeit met zaken, daar ge niet mede van noode hebt, maar wat ik u bidden mag, stoor u daar niet aan. Kunt ge hen maar op het andere standpunt krijgen, dan zijn ze van zelf geneigd concession, opoffe ringen te doen, dan zullen ze dingen laten varen, die ze vroeger als hun pligt beschouwd hebben voor den nog duurder pligt van het zaad van den vrede te stroojjen en als het opgekomen is de zwakke kiemen te verzorgen en met teederheid te kweeken. Als ge een zieltje winnen kunt voor den vrede, vertraag dan niet. Leyden, February 1864. G. G. SNELLEN. (Wordt vervolgd.) CORRESPONDENTIE. In antwoord aan X. zij op nieuw bcrigtdat wij geene plaats verleencn aan een schrijven, waaromtrent vyij niet weten van wien liet afkomstig is. §TADS-BERIGTËN. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leyden, doet te weten, dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld tweeop den lstcn dezer maand invorderbaar verklaarde Ko hieren voor de belasting op het personeel, beiden over het dienstjaar 1863 en 1864, terwijl ieder verpligt is zijnen aanslag, op den bij de Wet be paalden voet, te voldoen. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, Leyden, 7 Maart 1864. D. TIEBOEL SIEGENBEEK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN; Gelet op art. 150 der wet op de Nationale Militie, van den 19de° Augus tus 1861 (Staatsblad N°. 72); Noodigcn de Loteüngen dezer Gemeente uil, die verlangen bij de Zce- Militie te dienen, zich daartoe aan te melden vóór den lslen April aan staande, op alle werkdagen, van tien ure des voormiddags tot drie ure des namiddags, ter Secretarie dezer Gemeente. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. Leyden, 5 Maart 1864. v. PUTTKAMMER, Secretaris. li. 't Is 'n schande voor onze stad. Juist j en daarom heeft ieder er be lang bij. Aanvankelijk ging 't alleen de Ned. Geref. gemeente aan, maar nn iedere partij zijne zaak in 't openbaar in de couranten bepleit heeft, nu stellen alle welgezinden, zelfs onder Doopsgezinden, Walen, Remonstran ten, LulherschenCatholieken, ja onder Israelilendie builen de kerk zijn, er belang in dat de vrede wederkeere in de gemeente, en als gij nu en uwe vrienden doen wat in hun vermogen is, dan helt ik waarlijk thans eenige hoop. Maar zeg dan toch wat ik moet doen en mijne vrienden om uwe hoop te bevestigen. Gij moet even als de welgezindenwaarvan gij gesproken hebtzeggen dat het een schande is voor onze stad, als menschen die meenen de gods dienst der liefde toegedaan te zjjnleregt gesteld worden voor een wereld lijken regler, die van geen liefde weel, menschen die e'e'nen meester hebben en broeders moesten zijn. Gij moet hun dat met zachtheid en liefde onder bet oog brengen, nemen al de ruwheid en scherpte weg van het pad, dat die menschen tot elkander kan voeren, in e'én woord alles doen om hen bijeen te krijgen. Gij meent toch niet die oude gemeente commissie en die nieuwe ge meente-commissie als zoodanig, omdat ge zoo van hel geding spreekt. Dat weet ge immers wel beter, maar daarin zijn de partijen vertegen woordigd. Ik bedoel natuurlijk ieder die oude en nieuwe commissie is van zjjn geloof. Dat is geen gemakkelijke taak. Neen, en ik verg nog veel meer van u. Gij zult harde onverdiende woorden moeten aanhooren met geduld. Gij zult menschen, die gij lief hebt onverdiend hooren beschuldigen en hun bedoelingen toedichtendie ze nooit gehad hebben. Gij zult menschen ontmoeten die overal een angel onder 'tgras zien, die zich met u niet wagen op hel terrein daar gij hen hrengen wilt, omdat ze op de voetangels denken te treden die van jesuilen-streken gewagen door hunne tegenpartij in hel werk gesteldwaar in de daad niet dan de eerlijkste bedoelingen bestaan. Gij zult als ge de menschen vermaant zich met hunne tegenstanders te verzoenen, hooren zeggen: «Niets zou ik liever wenschenmaar dat is volslagen den moriaan geschuurdniets is on beproefd gelaten; met die menschen is letterlijk niet te handelen, ze zijn koppighardharder dan de hardste steen. Daar is zoo veel met die men schen gesprokenzoo veel aan hen geschreven, dat, als gij het ondervonden hadt, gij het overbodig zoudt achten om lot zachtheid aan te manen." Dit alles en nog veel meer zult ge aan te hooren hebben. Gij zult de menschen vermanen afstand te doen van pralerij en preekerijvan ingenomenheid met eigen idee, van lange onvruchtbare speeches houden, waar men op zalven- den toon zijn' eigen deugden hoog verheft, en de tegenpartij verantwoor delijk stelt voor de gevolgen, als zij niet toegeeft en haar dingen onder den neus houdt, waar zij niet van gediend blieft, daar ze ongaarne aan herin nerd wordt. Dal bouwt niet op, maar dat breekt af, dat wint niet maar dat verliest, dal is niet te gemoet gaande, niet voorkomend, niet lief, niet verdraagzaam, niet liberaal, niet Christelijk. Bovenal moet ge trachten de menschen van hun standpunt af te brengen. Als ge dal gedaan krijgt, dan zal Gods zegen op u rusten! Maar doe het vooral met beleid, zachtjes aan, kwets hen niet, reik hun vriendelijk de hand bij 't afdalen. Ze zullen bang zijn om de waardigheid van hun standpunt te benadeelcn. Wend dus alle scherpte af, want ik ken hen, ze zijn overgevoelig en ligt geraakt. Wat gij niet merken zoudt, doet hun al zeer. Bij 't opstijgen van het standpunt der tegenpartij zullen ze het steil vinden en er afkeer van heb ben, dan moet ge hun moed in 't lijf spreken en niet verlaten, voordal ze er op zijn en vooral bij 't overloopcnals zc dan iemand tegenkomen, die In den lialclijksten vin van hel woord niemand ergere zich hieraan. ONDERTROUWD: A. J. van Lissemberg, jm. 32 j. en M. van Veen, jm. 23 j. J. P. L. Mahie, jm. 26 j. en J. van Heldenjd.28 j. D. J. Dobbe, jm. 32 j. en J. C. E. Hesselbergjd. 23 j. 253sle Staats-Loterij. ivpltlfillp t]p-r r iprap Ixïnwp l«" Trekking. N». 9171 een prijs van ƒ5000. N«8.' 9068, 15373 en 18716 ieder esn prijs van ƒ1000. 2de N®. 8226 een prijs van ƒ2000. Nos. 998 en 19111 ieder een prijs van ƒ1000. De Vereeniging tot voortdurende ondersteuning der nagelalen betrekkin gen van verongelukte visschers der Reederijen te Katwijk a. Z. en Noord- wijk a. Z.berigt onder dankbetuiging dal ontvangen is: bij d8. Maro- nier, door ds. Cohen Stuart te Rotterdam, van E. S. H. in 3 coup. 5.44, bij den heer P. van Duyvenbooden te Katwijk a. Z. van J. H. en eenige vrienden uit Havre 152.50, van N. N. 1, en door lusschcnkomsl van ■1. P. van J. v. 11. te Rotterdam ƒ30 en J. v. D. te Overschie 10, en door de Amsterdamsche Commissie bij ds. van der Goot van K. G. ƒ25, bij ds. Hasebroek van N. N. ƒ20, bij d8. Laurillard van H. B. ƒ2.50 en van A. F. door het Bureau der Amst. Cour 2 50 en bij d8. Smart van Z. A. 50. te zamen 298.94 vorige opgaaf - 5490.76® 5789.70® Namens de Vereeniging, M®. S. LE POOLE. Leiden, 8 Maart 1864. U8 J. II. MARON1ER. P G. C EIGEMAN. Mr. J. G. DE SAIN. A. van DRIEL. Wij vestigen ook hier ter stede de algemeene aandacht op de in circulatie zijnde prospectussen ter oprigling eener maatschappij lot verbetering der va- derlandsche brandstoffen uit inlandsche veenen. Mogt onze belangstelling ten deze reeds verleden winter door de voordragten van een onzer geachtste en verdienstelijkste hoogleeraren alhier zijn "opgewektthans hopen wij de verwezenlijking daarvan weldra op onze rijke veenen toegepast te mogen zien. De maatschappij, die zich ten dien einde zal vormen, is door bijzon der gunstig gesloten overeenkomsten met een voornaam veen-eigenaar te Smilde, als ook door aangeknoopte relation met een Duitsch technicus in het vak, in staat gesteld met een betrekkelijk gering kapitaal van ƒ125000, verdeeld in aandeden ad 250, zeer gunstige, zoowel finantieele als tech nische resultaten te mogen verwachten. Deze nieuwe brandstof, door machi nale bewerking en persing der veen lot eene homogene en ijzervaste zelf standigheid gevormd, overtreft bij lageren prijs den turf in alle opzigten en evenaart de steenkool in alle, overtreft hem in vele opzitten. Wij hopen dat dit nieuwe, in hel buitenland zoo hoog geschatte product, ook hier te lande op den verdienden prijs zal worden gesteld en dal de algemeene belang stelling in en medewerking tot het tol stand brengen van deze maatschappij de onverklaarbare onverschilligheid zal vervangen, die tol dusverre op eenc onbegrijpelijke wijze in ons land betrekkelijk dezen naiionalen tak van nij verheid heeft gehccrscht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1864 | | pagina 3