NEDERLAND EN ORANJK VADERLAND EN ORANJE. GRONDWET EN KONING. Per Telegraaf. OEGSTGEEST. KIES VERKEN IGING KïESVEPtEEiMGIJNG Europa teruggekomen en heeft zijne heirekking van lid der voorloopigc rege ring aanvaard met le protesteren legen de openlijke belofte zijner ambtge- noolcn om den eigendom van de verkochte kerkgoederen niet te betwisten. Deze daad is geheel in strijd met de vroeger door den keizer gedane verzekeringen. 'sGRAVENHAGE, 3 December. In de zitting van de tweede kamer van lieden was aan de orde hel hoofdstuk nationale schuld der staatsbegrooling. Over een amendement van den heer «au Bosse om, behalve de voorgestelde som, nog 5 millioen voor amortisatie te bestemmen, hebben de stemmen gestaakt. Maandag zal eene beslissing genomen worden. De minister van financien heeft medegedeeld dat er eene billijke overeenkomst was gesloten tncl de tegenwoordige gebruikers van de St. Agatha-goederendie spoedig aan de kamers ter bekrachtiging zal worden ingediend. LONDEN, 5 December. (II. O.) Uit Calcutta meldt men van 16 Nov. dat lord Elgin lijdt aan eene kwijnende ziekte. Uit Shaughae meldt men van 26 Oct. dat door generaal Gordon de plaatsen Patolhou, Seckadis en Puliutgwow zijn bemagligd. In Japan heerscht meer rust. INGEZONDEN. Iets over <lc verkiezing op aanstaanden Dinsdag. Nog een paar dagen, en Leiden's ingezetenen zullen zich op nieuw van hun burgerpligt hebben te kwijten. Wat zal de uilslag wezen? Zal men ook thans als wel meer is gebeurd te weinig met hel stadsbelang te rade gaan en weder aan den leidband loopen van een bepaalde kiesvereeniging die men maar blindelings volgt? Voor de eer der Leidsche burgerij hopen wij, dat de uitkomst moge toonen, dal men die noodlottige, den burger van het vrije Nederland onwaardige gewoonte voor goed heeft verlaten, dat men, bewust van de waardij van het regt, dat men uitoefent, een kenze moge doen. die de stad ten zegen zal wezen. En die keuze is thans zoo moetjeiyk niet. Er zijn vijf heeren voorgesteld, en daaronder twee, die reeds vroeger candidateu van een kiesvereeniging warenmaar toen be merkt hebben, dat zij niet de sympathie van de meerderheid der kiezers genoten. Wij bedoelen de heeren Hoog en Lisman. De eerste mag een 1 verdienstelijk man wezen, maar de belangen, die hij in Rijnland voorstaal, I hebben in den Leidschen raad geen vertegenwoordiger noodig. Ook de ver diensten van den lieer Lisman miskennen wij niet; die verdiensten hebben evenwel niet belet dat luj, tot tweemalen toe, bij de keus van een raads- lid de nederlaag heeft geleden. En zal het nu anders wezen? Wij geloo- ven het niet. De nederlagen, die de heer Lisman bij twee vroegere stem mingen geleden heeft, waren zoo volkomen, dat men hel zelfs onverstandig mag heeien hem thans aan de kans van een derde bloot te stellen. De drie andere heeren, die voorgesteld zijn, kunnen welligt te voren wel eens genoemd zijn, maar candidateu van een kiesvereeniging zijn zij nog niet geweest. Over hen hebben de Leidsche kiezers nog geen uitspraak gedaan. Het zijn de heeren Schellema, Wolfson en Coninck Liefsting. Wat den eersten betreft, zoo rnccnen wij. dat zijn keus niet wenschelijk kan ge acht worden. In den raad zitten niet minder dan zeven fabriekanten, en liet kan dus werkelijk niet noodig geoordeeld worden dal clement nog te versterken. Neen, het is een andere specialiteit, die wij behoe ven. Hoe dikwijls komt hel niet voor, dat een of ander publick werk in den raad besproken wordt? En hoe dikwijls is hel niet aan elk moe ten blijken, dal wij iemand in dat collegie missen, die volledig op de hoogte is van hetgeen tot de wetenschap der bouwkunde behoorten die zijne medeleden omtrent hetgeen zij aanraadt of ontraadt kan inlichten? 'l'el- kens, ten minste in den laalslen lijd, was óf het bouwen van een school óf van een brug aan de orde, en men sprak daarover, maar regt beoordeelen kon men, althans over het algemeen, de zaak zeker niet, want men kende de wetenschap le weinig, wier taak het was over hel voorstel uitspraak te doen. Het gemis, waarvan wij spraken, behoeft voortaan niet meer gevoeld te wor den. De heer Wolfson hield zich jaren lang met bouwkundige studiën bezig, is een man die zich naam heeft verworven en die niet met le veel nadruk kan aanbevolen worden. Heeft Grondwet en Koning een verstandige daad ge daan, met een man als den heer Wolfson lot caudidaal te stellen, zij plaatste naast hem een ander, die den Leidschen raad niet minder tot eer zou kunnen verstrekken. De lieer Coninck Liefsting is een mail van uitne mend verstand en groote gaven, die, hoewel nog jong, den ladder der ma gistratuur reeds een aanmerkelijk eind beklommen heeft. Zulk een man mogen wij evenmin in den raad missen. Hij en de heer Wolfson zullen trouwe behartigers wezen van Leiden's belangen en zullen, waar zij ook geroepen worden die voor te slaan, hel bewijs geven, dat men met regt veel van hen verwachtte. Maar, zegt men, de twee, die Grondwet en Koning aanbeveelt, wonen te kort in de stad dan dat zij genoegzaam met hetgeen Leiden behoef! bekend zijn. Eu zelfs is dit argument in deze zelfde cou- rant aangewend geworden, om de candidatuur van de heeren Wolfson en Coninck Liefsting te bestrijden, hoewel hunne namen niet genoemd werden. Het valt zeker zeer gemakkelijk op die wijze het stemmen op mannen te ontraden, van wie men anders niets weet te zeggen, wal daartoe bewegen moet. Dal argument, wat ik bijna zinledig zon kunnen noemen, bewijst evenwel niets. Zal ik daarom alleen aan de heeren Lisman en Scheltema mijne stem geven, omdat zij jaar en dag over een brug hebben gewandeld, wier herstelling op een zekeren dag wordt voorgesteld en die slem aan de heeren Wolfson eu Coninck Liefsting weigeren, alleen omdat zij liet geluk niet hebben zooveel voetstappen op Leiden's grond gezet te hebben, al moet ik aannemen dat het oordeel van de beide laalslen zwaarder weegt dan dat van de anderen? Wij willen volstrekt niet beweren, dat er niet in Leiden zouden wonen, die evenzeer als de heeren Wolfson en Coninck Liefsting verdienden aanbevolen te worden. Daarover hebben wij echter thans niet te spreken. Wij hebben slechts de candidateu te beoordeelen, die door de drie kiesvereenigingen zijn gesteld gewordenomdat wij zeker wetendat wie ook mogt genoemd worden buiten de vijf voorgestelde heeren toch niet in ernstige aanmerking zal komen. Welaan dan, moge de aanslaande ver kiezing hel toonen, dal Leiden's burgers hel belang der stad, die hun lief is, begrijpen, en er prijs op stellen mannen in hun midden te bezitten, I wier bekwaamheden hen bij uitstek geschikt maken om deel uit te maken van liet bestuur der stad. sting in het bjzonder acht ik mij verpligt mijne medekiezers op het vol gende opmerkzaam te maken. De heer C L. is lid der arr.-regtbank alhier. In den gemeenteraad hebben reeds zitting de bh. van Outercn en Tollens, voorzitter en lid van diezelfde regtbank. In de aanhangige procedure voor dat collegie, tiisschen de commissie van liquidatie der momboirkamers en de gemeente Leydenhebben de beide laatstgenoemde hh. zich reeds als reglers moeten laten vervangen, daar hunne kwaliteit als leden van den gemeenteraad hen verbood le oordeelen over eene zaak waarin de belangen der gemeente betrokken waren. Indien nu de heer C. L. ook tot lid van den gemeenteraad wordt verkozen, in het onmogelijk dat er eene procedure waarin de gemeente Leyden betrokken is voor de arr.-regtbank alhier worde behandeld. Er zijn misschien nog andere proceduren in het verschiet. De plaatsvervangers, de hh. v. Pnttkatnmer en Neeb, worden, de eerste als gemeente-secretarisde tweede als belast met de verdediging van de belan gen der gemeente, verhinderd de reglers te vervangen. Er blijven derhalve niet anders over, dan de lib. Delbaere.en Olivier, terwijl ten minste drie leden vereischt worden. De heer C. L. heeft, om redenen van gezondheid, zijne betrekking als regter-commissaris nedergelegd en is door een der an dere reglers vervangen. Ik betwijfel of men den heer C. L. eene dienst zoude doen met hem tot lid van den gemeenteraad te kiezen, waardoor toch zijne bezigheden zouden vermeerderen, die reeds zijn toegenomen door zijn lidmaatschap der plaatselijke schoolcommissie. Daarenboveu reken ik het onnoodig het getal leden-juristen te vermeerderen. In den gemeente raad hebben zitting de hh. Cock, Gevers, Goudsmil, Hubrecht, van Oute- ren, du Rieu, Siegenbeek en Tollens. Is liet nu noodzakelijk den heer C. L. aan dat getal toe te voegen? De bekwaamheden als jurist zullen dan toch wel de reden (misschien de eenige) zijn, waarom de heer C. L. wordt aanbevolen. Op ander terrein is ons de heer C. L. gansch onbekend. De meermalen gemaakte opmerking dat de kiezersvereenigingen hel er op schijnen toe te leggen, om personen als candidaten voor te dragen, die weinig of in het geheel niet bekend zijn bij de meeste kiezers, acht ik een ongelukkig verschijnsel. Leyden, dal blijkens de mededeelingen in bloeijen- den financiëlen toestand verkeert, blijkt achteruit te gaan, wat betreft het aantal geschikte personen voor vacerende betrekkingen. Nog een enkele vraag mijnheer de Redacteur. Zoude het waar zijn dat de kiezers-vergaderingen ook worden bijgewoond door personendie het radicaal van kiezer verlorenof nog niet verkregen hebben Zoo jawat beduiden dan die vergaderingen? Het eerste vereischte om eene vergadering van kiezers bij te wonen zal dan toch wel zijn, dal men zelf het radicaal van kiezer bezitte. Met de plaatsing van bovenstaande regelen zult UEd. verpligten Uw Dw. Dr. Leyden 5 December 1863. n. Een woord over de lezing van den heer Cremer kunnen wjjwegens plaatsgebrek, eerst in ons volgend nommer opnemen. 252'" Staats-Loterij. Trekking der Vijfde Klasse. 8ste Trekking. Nos. 13127 en 13360 ieder een prijs van ƒ1000. ABVERTENTIEl. Voorspoedig bevallen van een Zoon Vrouwe M. D. NEDERBURGH, geb. TIJKEN. Warmond, 4 December 1863. De Groenmakers bij de Nationale Volksfeesten te Oegstgeest voelen zich gedrongen openlijk hun dank te betuigen aan den neer Burgemeester voor de prijzen, hun, buiten de reeds uitgeloofde, op den 4den dezer zoo ruim schoots geschonken, alsmede aan den Heer Wethouder G. C. van der UOEF voor zijn gul onthaal hun te beurt gevallen. Oegstgeest, 5 December 1863. Allen die iels te vorderen hebben van, verschuldigd zijn aan en boeken of geschriften onder zich hebben, behoorende lot de nalatenschap van wijlen den Wei-Eerwaarden Heer LAMBERTDS GERAHDUS CORNEL1S LEDE- BOER onlangs overleden te Benthuizen, worden verzocht daarvan zoo spoedig mogelijk opgave, betaling of afgifte te doen, ten Kantore van den le Soctermeer resideren den Notaris ISAAC MOLENAAR Corneliszoon'. De Kiczersvereeniging heeft in hare Vergadering van 3 December 1863 tot Candidaten voor Leden van den Gemeenteraad gekozen Den Heer J SCHELTEMA te stellen op het witte briefje en den Heer Mr. SI. H. A. LISMAN, te stellen op het blaanwe briefje, voor de stemming op 8 December 1863. A. TI EL EM AN, VoorzL ML J.T. BODEL NHENHUIS, Secret5. Door de Kiesvereeniging worden als Candidaten voor hel Lidmaatschap van den Gemeenteraad, bij de verkiezing op Dingsdag 8 December a. s. aanbevolen de Heeren (wit briefjeJ. SCHELTEMA. (blaauw briefjeMr. M. C. HOOG. Namens hel bestuur der Kiesvereeniging, Leyden, P. L. TICHLER L. Voorzitter. 2 December 1863. KN EPPELHOUT van STERKEN BURG. Secretaris. Door de Kiesvereeniging Grondwet en Koning worden bij de verkiezing van 8 December a. s. als Leden van den Gemeenteraad aanbevolen: de Heer B. L. IVÖLFSON, voor bet witte stembillel, en de Heer Ml F. B. CONLA CR LIEFSTUVG, voor bet blaauwe stembillel. Namens de Kiesvereeniging voornoemd, J. van HEUKELOM, Voorzitter. J. LUZAC, Secretaris. Mijn Heer de Redacleur. In liet laatste nommer uwer courant worden de kiezers bekend gemaakt met de namen der candidaten, welke door de drie kiezersvereenigingen worden aanbevolen voor de vervulling der beide beslaande vacaturen in den gemeenteraad. Met betrekking tol de candidatuur van den heer mL F. B. Coninck Lief-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 2