Per Telegraaf. einde, na belanghebbenden geboord le hebben, eene nadere voordragt te doen. De vergadering is daarop gescheiden tot aanstaanden Dingsdag, des morgens ten elf ure. In hel berigt nopcus de zitting van Donderdag (zie ons vorig nommer) staal, dat van den heer P. F. llubrechl berigt is ontvangen, houdende me- aedeeling van zijn verlangen, om wegens «treurige omstandigheden" ver schoond te mogen worden vau het lidmaatschap eener commissie. De woor den«wegens treurige omstandigheden," moeten zijn: «wegens drukke werkzaamheden." BUlTENLAlMDSCUE BER1GTEN. V KAN H RIJ H. PAIt IJS, 5 November. In de rede, waarmede de keizer heden de zitting der kamers beeft ge opend, gaf Z. M. een gunstige schels van den binnenlandschen toestand. Z M. toonde aan dat de vooruitgang, in weerwil van de gedurige strem ming van den arbeid in zekere lakken, niet verminderd was, en dat de nijverheid met voordeel tegen de vreemde concurrentie had gestreden, zoo dal de vrees voor het handelslractaal met Engeland was verdwenen. Wat hel fiuaniiële betreft, zcide de keizer, dat hel uit het rapport van den minister van financiën zou blijken dat de inkomsten waren toegenomen en datzonder buitengewone hulpmiddelen in de uitgaven voor den oorlog in Mexico en Cochinchina kon worden voorzien. Bij hel spreken over de hiiiieulandscbe politiek werden op den voorgrond geplaatst de expeditie in Mexico en de Poolsche quaeslie; vooral de laatste werd uitvoerig behan deld. Laat ons vertrouwen, zeidc de keizer, in onze overzeesche onderne mingen, die begonnen zijn om onze eer te wreken; zy zullen eindigen met de zegepraal onzer belangenen indien bevooroordeelde gemoederen al niet beseffen wal die kiemen, voor de toekomst uitgestrooid, vruchtbaars bevat ten, laten wij den verkregen roem, als liet ware aan twee uiteinden der wereld, te Peking en te Mexico, verkregen, niet bezwalken. Na voorts den loop der onderhandelingen in de Poolsche quaeslie blootgelegd te hebben liet de keizer zich o. a. aldus uil: Wal blijft er dan nu le doen? Zijn wij slechts tol liet alternatief van oorlog of van stilzwijgen gebragt? Neen, er blijft ons nog een middel over, zonder de toevlugt te nemen lot de wa- p nen en zonder le zwijgen. Dat middel bestaat hierin dat de Poolscbe quaeslie onderworpen wo;de aan eene Europesehe uitspraak. Rusland heeft verklaard dat coiifercntiënwaarop alle andere qiiaesliën die Europa beroe ren, in behandeling zouden komen, zijne waardigheid in geen enkel opzigl zouden kwetsen. Nemen wij acte van deze verklaring. De tractaten van J815 hebben opgehouden le bestaan. De drang der omstandigheden heeft ze vernietigd, of strekt om ze le vernietigen. Bijna overal zijn ze vernie tigd; in Griekenland, in België, in Frankrijk, in Italië en aan den Dnnau. Dnitschland is in beweging om ze te veranderen. Engeland heeft ze edel moedig gewijzigd door den afstand der Jonische eilanden, en Rusland treedt ze te Warschau met voeten. Wat is dus billijker en verstandiger, dan om de Europsche mogendheden uit le noodigen tot een congres, waar alle eigenliefde en wederstand zouden verdwijnen voor de hoogste uitspraak? Deze roepstem, geloof ik, zal bij allen gehoor vinden. Eene weigering zou geheime plannen doen onderstellendie het daglicht schuwen. Er zijn twee wegen open. De eene leidt lol den vooruitgang door middel van ver zoening en vrede; de andere leidt vroeg of laat noodlottiglijk tot den oor log, ten gevolge der hardnekkigheid, waarmede men een verleden handhaaft, dat ineenstort. Gij kent thans, mijne heeren! de taal, die ik voornemens ben tol Europa te voeren. De lUoniteur zegt dat de troonrede des keizers met de grootste geest drift ontvangen en toegejuicht is, en in Frankrijk zoowel als in Europa den diepstcn indruk zal maken. Aan de beurs zijn, toen de troonrede bekend was, de koersen, na eene kortstondige rijzing, verder gedaald. Velen, overtuigd dat het houden van een congres tot de onmogelijkheden behoort, houden zich verzekerd, dat de Poolsche quaeslie niet dan door eenen oorlog zal (en einde gebragt wor den. Niet te verwerpen is het gevoelen van hen die gelooven, dat de keizer hel houden van een congres slechts heeft opgeworpen om tijd te winnen en otn zijne ware bedoelingen le verbergen. Volgens berigten uit Athene heeft koning George een manifest uitge vaardigd, waarin o. a. het volgende voorkomt: Ik breng tt noch bekwaam heid ui het regeren noch een geoefend verstand, maar daarentegen opregte liefde. Ik geloof aan de toekomstige gemeenschap van ons beider lol; ik zal er naar streven mij Grieksche gebruiken eigen temaken, terwijl ik de zeden en de taal zal eerbiedigen en de consliltilie zal naleven. Ik zal de bekwaamste mannen rondom mij vereenigen zonder op vroegere po litieke verdeeldheid te letten, en hoop Griekenland tot eenen modelstaat voor het Oosten Ie maken. RD§LAND. Het nationaal bestuur le Warschau beeft eene proclamatie uitgevaar digd, waarin zij den moord van den regler van instructie te Lemberg den heer Kuczynski, die, hoewel Pool van afkomst, geacht werd met gestreng heid jegens de Polen te werk te gaan, ten eenenmale van zich afwerpt, roet de bijvoeging dat deze misdaad het gevolg van particuliere wraakzucht was. Bedoeld bestuur heeft voorts de vrouwen aangemaand, om geen rouw te dragen ten einde hare eer en haar leven le vrijwaren voor de onbe schoftheid der Russische soldaten. Men verneemt dat de superior en de prior van hel Augustijner klooster te Warschau, welke beide geestelijken eene voor Russische soldaten gunstige getuigenis hadden afgelegd, vergiftigd zijn geworden. Eerstgenoemde is spoedig overleden en de tweede ernstig ziek. WEENEN, 6 November. Bijna alle morgenbladen zijn van gevoelen, dat de troonrede van keizer Napoleon reden tot ongerustheid geeft. Uit Konstanlinopel meldt men. dat hel geschut in de Dardanellen en den Bosporus zeer vermeerderd is. De Circassiërs hebben zes Russische officie ren als spionnen doodgeschoten. BERLIJN, 6 November. Volgens de Nordd. Zeil. zal de koning aanst. Maandag de beide kamers van den landdag in persoon openen. PARIJS, 7 November. De Constitulionnel zegt in een artikel van den beer de Limayrac, overtuicd te zijn dat de regeringen en de volken reeds te lang lijden door den staat der zakendie niet meer overeenkomt met de nieuwe behoeften en de iLciiwe wcnschendan dat zij een congres zou den afkeuren, hetwelk tot uitkomst zou hebben een waren vrede en geen hersenschiminigen vrede, die ons altijd niet verre van den oorlog verwijderd houdt. Vervolg en slot van de conclusie van den heer officier van justitie (zie ons n". van 6 November). Geheel in het systeem van de gedaagde omtrent liet verband lusschen de siedrl(jke regering en de stedelijke instellingen, en de ondergeschikte rol dezer laatstenbeweerde spreker dat in zaken de beschikking over derge lijke fondsen de stedelijke overheid bevalalsof er geene andere instelling bestond en dat die instelling tijdelijk gehoorzaamde. Het goede vertrou wen, waarin de stedelijke regering verkeerde, blijkt duidelijk uit de cor date wijze, waarop zij tot die handelingen besloot, en de duidelijke woor den waarin zjj die omschreef. Ook de wil van de toenmalige regering tot naasting van interessen, die niet werden afgehaald, en tot intacte bewaring van kapitalen, in afzonder lijke administratie, tot mogelijke reclame, die uil de stukken blijkt, deed spreker de goede trouw der voorvaderen lof wedervaren, die, even als de tegenwoordige regeringer niet op uil waren om zich met het goed der min derjarigen te verrijken. Dit voorop gesteld hebbende gaat spreker over om le onderzoeken of de eischeres in dezen stand der zaak rekening en verantwoording van die ka pitalen en interessen kan vorderen. a. Kapitalen. Uit de vermelde feiten blijkt dat de stad door de over name der kapitalen eene administratie ten behoeve van derden schiep, welke door de vroedschap of die van den gerechte aan haar werd opgedragen en die zij op zich nam. Zij belastte zich met het beheer dier weeskamer-fond sen niet ten behoeve der weeskamer, maar om die bij eventueele repetitie aan de geregtigden uil te keeren. Door dit ontrukken van de administratie dier kapitalen aan de weeskamer, had zij eene nieuwe orde van zaken in het leven geroepen. Zij verkreeg daarvoor lusten door te verkrijgen dat, waar toe niet ée'ne wetsbepaling haar hel regt gaf, maar tevens lasten waartoe de gevestigde weeskamer bestemd was. In 1787 b. v. werden er fondsen gereclameerd; de stad stelt de weeskamer in slaat die te betalen; zou zij dal gedaan hebben als zij vermeende algeheele eigenares en niet rekenpligtig te zijn? De stad werd alzoo verantwoordelijk bestuurder, eerst tegen de even tueele geregtigden, later tegenover dc algemeene commissie van liquidatie. Zy bleef die administratie voeren, ook na dc invoering der wel van 1852, om blijkens hare bereidverklaring aan de eventueel geregtigden uil te keeren, hetgeen hnn mogt toekomen. De gedaagde is in dwaling wanneer zij de verkoop der fondsen als ont slag van rekening en verantwoording beschouwt en vermeent dal, mogt zjj dan beheerd hebbendal beheer op dat tijdstip is opgehouden. De ware stand der zaak mag niet over het hoofd gezien wordende ad ministratie was verkregen door oppermaglige beschikking in strijd met den aard van het stedelijk bestuur en in strijd met de verpligling der weeska mer. Die toestand is blijven bestaan, de weeskamer heeft het lijdelijk aan gezien. In dien toestand komt de algemeene commissie op, vervangt de weeskamer, gesteund door de wel. Zij vraagt rekening en verantwoording vau de kapitalen, die, volgens de eigene resolutiën der stad, door de stad werden geadministreerd met het meermalen genoemde doel. t Al beweert nu de stad: ik heb alles verkocht, mijn beheer is geëindigd, dan heeft de commissie regt te beweren, dat door verkoop geen beheer ein digt, maar dat de stad daarvoor in een anderen geldelijken toestand is ge komen en dat, wanneer de stad wegens dat beheer niet is gedechargeerd, dat zij dan rekening en verantwoording verschuldigd is van hel provenu der 56 boedels. In deze stelling, die spreker tot de zijne maakt, vervallen vele bewerin gen, zoo omtrent het ongerijmde van het beheer als omtrent dc continuatie daarvan door partij geopperd. En is nu deze gemeente Leyden nog verpligt le vergoeden, wat Leyden in de vorige eeuw heeft verbruikt? Spreker ant woordt, dal wanneer in die verpligling iets onbillijks mogt zijn gelegen, zulks de regering aanleiding had kunnen geven om deze vordering te laten rusten maar geenszins den regter kan magtigen de vordering af le wijzen. Omtrent dc ingeroepen verjaring, gaal spreker het reeds aangevoerde nog één voor één na, om daaruit te besluiten dat de actie tot rekening en ver antwoording niet verjaart over beheer dat nog niet geëindigd is, welk be heer hij, naar aanleiding van het betoogde, vermeent nog niet geëindigd le zijnook zelfs niet na de wet van 1852. De gedaagde beeft dus bedoelde kapitalen beheerd, de eischeres is dus gcregligd van dat beheer rekening en verantwoording le vragen. b. Interessen. Bij dc beschouwing van dit tweede gedeelte der vordering, deed spreker uiikomen dat die actie strekt tot rekening en verantwoording omtrent dc interessen, door de stad sedert den jare 1780 genoten, maar geenszins van dc kapitalen, waaruit zij voortvloeiden. Uit de resolutiën en stukken, aangehaald om het bewijs der rekenpligligheid omtrent het beheer der kapitalen te staven, blijkt ten duidelijkste, dat die interessen geenszins moesten worden geadministreerd, maar ten bate der stad aangewend. Door dc resolutiën toch, waarin dit uitdrukkelijk werd vermeld, achtte de stad zich ter goeder trouw geregtigd die ten haren behoeve te aanvaarden. Het is de schuld van de stad niet, dat dc toenmalige weeskamer, die daartoe de be voegdheid hadzich niet legen dien maatregel verzet beeft eu dien lijdelijk heelt aangezien. De weeskamer toch had eene actie tot terughekoming de zer interessen kunnen instellen, maar nimmer eene actie lot rekening en ver antwoording omtrent fondsen die niet in administratie waren gegeven of genomen, maar eenvoudig ten gevolge, van besluiten der vroedschap genaast en in bezit genomen. In dien stand der zaak beweert spreker, dat de algemeene commissie nooit meerdere regten kan uitoefenen dan de voorma lige weeskamer, en dat zij alzoo is onbevoegd tot het vragen van rekening en verantwoording van in bezitmaar geenszins van in administratie geno men interessen. Omdat alzoo met betrekking tot die interessen alleen quaeslie is van be zitgeenszins van beheer, kin dal gedeelte der vordering niet worden toe gewezen. In deze zaak strekt dus dc conclusie van bet openbaar ministerie: 1". lol toewijzing van bel eerste gedeelte der vordering nl. het doen van rekeningen verantwoording van de boedels die, krachtens besluit der vroedschap van 1 Junij 1733, onder het beheer der stad zijn overgegaan; 2°. lot niet ontvankelijk-verklaring en ontzegging van de vordering om trent het doen van rekenjng en verantwoording van interessen, sedert 1780 genoten. De eerste vordering wordt berekend op ƒ45000 ruim, de tweede op 2000 jaarlijks. In verhand hiermede strekt tevens de conclusie om het bedrag, waarvoor dc inbeslagneming en verkoop van gcmeenlegoederen (bij niet af legging van rekening), le bepalen op ƒ45000, en de vorm van executie en bereidverklaring tol mededeeling van stukken toe le wijzen. De kosten van dit geding te compenseren. Uitspraak 29 December c. k. L. I). S. COKRESI'ONDENTIE. Aan v. D. Uw stukje zal in een volgend nommer geplaatst worden. Voor lieden ontbrak ons dc ruimte. VERBETERING. Onder de advertentie van het overlijden van den heer D. Wtjsvua, in de courant van Woensdag en Vrijdag II., staat: Executeur; men lezeExecuteurs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 2