keizers den eed afgelegd. De keizer betuigde hun zijnen dank dat zij er in
hebben toegestemd hunne betrekking van senator neder te leggenom een
ambt aan te nemen dat hun een werkzamer aandeel in de politiek verschaft.
i\(; i:/.o\n i:\.
EEJNE RUJNSTBESCHOLIWIJNG.
Vervolg en slot, zie L. C. van 9 Oct.)
De kleine verschoppelingenbehoorende tot de nagelatene verzameling
schilderijen van den heer C. M. Bronkhuyze, waren voor den dag gekomen
en door ze op den grond onder degroole schilderijen eene plaats te gunnen,
aan het oordcel des publieks onderworpen. Hier en daar liet zich nog een
goed stukje opmerken; de meeste waren echter oude kennissen en onder
deze was er wel eens een, die vroeger op naam van den heer L. was ge
gaan en toch van mijuheer 15. was, of met eene andere letter uit het alpha
bet werd gedoodverwddoch een liefhebber wil om den naam ook wel eens
wat hebben.
Eergisteren werden de stukken van de dusgenaamde moderne school
ik had bijna rigting geschreven het eerst in veiling gebragt. Dat er
goede prijzen zouden besteed worden, was te wachten, minder dat men
elkander sommige stukken bijna zou betwist hebben. Onder de voornaamste
schilderijen ging N». 2, van llcnri Bource, voor 310, N\ 3, van A. Calame,
voor 750, N°. 4, van denzelfden, voor ƒ250. Het fraaije schilderijtje,
N°. 5, van David Col, geen algemeen bekend meester, werd voor 155 ver
kocht. N°. 6, Pieler Bor, van J. L. Cornet, werd voor 305 verkocht.
N°. 7, eene verbazend gele zee van Gudin, gold ƒ260, N°. 8, Amsler-
damsche weezen, van H. van Hove, de aanzienlijke som van ƒ2125,
N°. 9, J. Kobell, een lief schilderijtje, 255, N°. 10, de fraaiste Koek
koek, ƒ3210 (ongeveer het dubbele der som door den vorigen bezitter be
steed), N°. 11, van denzelfden, 2030 (beide aan den heer Hollender),
N». 12, van denzelfden ƒ500. Mejufvr. Kuys werd de gelukkige bezitster
van N°. 13, C. Krusemans Beatam me dicent omnes generationes" (alle
geslachten zullen mij zalig noemen), voor 700. N». 14, 11. Leys, ging,
hoog genoeg, voor ƒ730, N°. 15, J.B. Madott, voor 1590, het eerste aan
den kunstk. ilollender, het laatste aan den kuustk. Lamme. Voor eene zee,
N®. 16, van Louis Meijer, werd 470 besteed. N°. 18, niets meer dan
een aanleg van Ary Schefïer dat üw koningrijk kome", bragt 1510 op,
koninklijk betaald! N». 19, een kapitale winter van A. Schelfhout, ƒ2450,
N°. 20 510 en N°. 21 ƒ280, beiden van denzelfden kunstenaar, N°. 23,
woelig water van J. C. Schotel310, N°. 24, P. van Schendels kaars
licht, 1680, N®. 25, Eug. Verboeckhovenweide met vee, f410, een
klein' stukje, N°. 26, van W. Verschuur, 200, N». 27, S. L. Verveer
(en immers J. J. Spohler?), ƒ440, N®. 29, A. Waldorp, zeegezigt, ƒ600,
welke nommers met de ongenoemden de som van 23354 uitmaken voor
moderne kunst.
Gisteren lag de oude school aan de beurt, en onder deze heeft men zich
gedeeltelijk niet laten verschalken door sommige namen van meesters. N®. 41.
van C. Decker, is verkocht voor 200 en N». 42van dcnzelfdeneene we
verij, voor ƒ155. N®. 51, Constanten Nctsclicr, was nog al bijgewerkt; zij
gold echter ƒ610. N°. 55 Jan Steen.... Jan Steen, afkomstig uit den
boedel van Mr. William Fleming, voor eenige jaren docent in de Engelsche
taal te Lcyden en kunstliefhebber, werd verkocht op eene boekverkooping
ten huize van den heer C. C. van der Hoekvoor nog geen 50 en
l0enen toenJan Steen is thans verkocht voor ƒ645! Zou het
geen neefje zijn van Jan Steen?" vroeg ik, als een volslagen pyrrhouist
aan een vriend. »Ik zou haast betwijfelen" antwoordde hij, of er zelfs
wel verwantschap beslaat." Zooveel is zeker, de voorstelling is gemeen en
plat en geen schilderij om met genoegen op te zien. Ik kan niet nalaten
hierbij te voegen dat de beide ijzerachtige portretjes, op naam van G. Ter
burg gesteld, te zamen 29 hebben opgebragt. Zooals te denken is waren
er nog vele andere min of meer belangrijke schilderijen, wier dorre opsom
ming vervelend zou worden, doch met de genoemde tot een bedrag van
4075.75 verkocht zijn.
Vele stukken zijn door kunstkoopers aangekocht, zoodat men welligt
eerst in later tijd zal vernemen, waar een of ander stuk is aangeland.
lntusschen heeft deze verkoopitig nog iels ter leering en stichting
achtergelaten. Men heeft dikwijls en herhaaldelijk gemeend dat in het alge
meen en op tentoonstellingen in het bijzonder, meer de naam dan het werk
der kunstenaars in aanmerking wordt genomen. Men heeft hierover niet
weinig klaglen geuit, en telkens getracht de liefhebbers tot andere gevoelens
te brengen. Groolcndcels te vergeefs. Ziet de een niet door de oogen van
een ander, een volgende gaat blindelings op den naam af en laat het
werk varen. Bij zulk een kunstminnaar zou men bijna kunstkennis gaan
betwgfeleii. Ik geloof dat op deze kunstverkooping het een noch het ander
gebleken is, zonder daarom geheel overtuigd te zijn. Hel gehcele bedrag
maakt 27429.75.
15 October 1863. A. J. K.
Door plaatsgebrek zijn wij gcnoodzaakl hel stuk van Een oud-kerkeraads-
lid voor een volgend nommer te laten ligeen.
ITABI-BEKICTKM.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN,
In aanmerking nemende dat in de maand November aanstaande de her
denking van Neêrlands herkregen zelfstandigheid, in 1813, zal worden ge
vierd, die voor deze gemeente moet worden gesteld op den 19der- November,
zijnde de dag waarop vóór 50 jaren het eerst de Nederlandsche vlag weder
van den toren van het Raadhuis werd uitgestoken;
Hebben beslotenop Donderdag den 19Jcn Nfovembcr dezes jttars
hieraan feestelijk te gedenkendoor het uitsteken van vlaggen aan de Ste
delijke gehouwen en hel hier en daar aanbrengen van verlichting, alsmede
door het geren van volUsvermakelijkhedenterwijl zij den wensch uitdruk
ken, dat de ingezetenen, door het uitsteken van vlaggen en lut
verlichten hunner ironlngenzullen medewerken om dezen dag tot
ccn algemeenen feestdag te maken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester.
Leyden, 20 October 1863. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
VERGADERING van den Gemeenteraad van LeydenDonderdag den
22steD October 1863, 's namiddags ten 2 ure.
Onderwerpen
1". Benoeming van eene derde hulponderwijzeres aan de openbare school voor
meer uitgebreid lager onderwijs lsle klasse, voor meisjes.
2'. Voorstellen van de IIH. A. Librecht Lezwyn c. s.betreffende de gasfabriek.
3°. Voordragt omtrent het verleenen van tegemoetkoming aan diensipligiigc
schutters in de kosten hunner kleeding.
4". Begrootingen voor 1864,
a. der gesubsidieerde instellingen van weldadigheid:
het Heiligen Geest weeshuis
p. het Roomsch Catholijk weeshuis;
y. het Evangelisch Luthersch weeshuis;
het Gereformeerd minnehuis;
r. het Israëlitisch armbestuur;
het Werkhuis;
b. der niet gesubsidieerde instellingen van weldadigheid
a. het Roomsch Catholijk armbestuur;
p. het Oude mannen- en vrouwenhuis;
y. Vrouwen kraammoeders;
d. de Gemeente-apotheek;
t. de Vereenigde gast- en leprooshuizen.
5". Rekening van de Armbakkerij, over 1862.
6°. Adressen om afschrijving van plaatselijke directe belasting 1863, van
a. S. A. Meerburg qq.
b. J. II. Wijnstroom.
7". Adres van Wa. C". Ramp, tot continuatie der pacht van het Blaattwe
hek aan de Haarlemmer trekvaart.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat door
den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den ls,en October 1803, is vast
gesteld de volgende
VERORDENING
houdende Instructie voor de keurmeesters van levensmiddelen enz. te Leyden.
Art. 1. De keurmeesters worden door Burgemeesters en Wethouders, na den we-
tenscbappelijken keurder gehoord te hebbenaangesteld en ontslagen. Zij worden
voor zoover zij niet reeds voor een bepaalden tijd benoemd zijn, benoemd tot 1 No
vember 1865 en later telkens voor drie jaren. Zij zijn op hunne aanvrage herbe
noembaar. Er zijn minstens dertien keurmeestersbepaaldelijk belast inct de keuring
van vee en vleesch (1 eerste en 2 tweede) 3, van brood (daarbij gevoegd meel,
beschuit, koek en gebak, grutters- en kruidenierswaren) 4, van viscb 1, van melk
1, van aardappelen 2, van hooi 1, van rijtuigen 1.
Art. 2. Zij moeten in de gemeente wonen en mogen elkander niet in den eersten
of tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap bestaan, voor zooverre zij
keurders zouden zijn van voorwerpen van dezelfde soort. Zij genieten eene jaarlijk-
sche bezoldiging van
die van vee en vleesch 1 eerste ƒ800, 2 tweede, ieder ƒ300, die van brood enz.
ieder ƒ200, die van visch ƒ350, die van melk ƒ100, die van hooi ƒ100, die van
rijtuigen ƒ25.
De commissaris van de aardappclenmarkt en de algemeene marktmeester keuren
de aardappelen, zonder vermeerdering van tractemcnt.
Art. 3. Voor de betrekking van keurmeester van vee en vleesch, zullen zij bij
voorkeur in aanmerking komen, die als rijks-veearts zijn toegelaten.
Art. 4. Alvorens hunne betrekking te aanvaarden, leggen zij in banden van Bur
gemeester en Wethouders den eed of de belofte af, dat zij hunne betrekking naar
hun beste welen, met naauwkeurigheid en onpartijdigheid zullen waarnemen.
Art. 5. Bij die waarneming zijn zij steeds van iiunuc acte van aanstelling voor
zien en gehouden deze, des verlangd, te vertonnen.
Art. 6. Zij zijn in het algemeen vèrpligt zorg te dragen voor de naleving en de
stipte uitvoering der hcpalingen, vervat in de Algemeene Policieverordening van 20
September 1861, te dier zake betrekking hebbende, en die verordeningen welke
later gemelde verordening zullen vervangen of daarbij worden gevoegd, en voorts al
datgccn te verrigten, wat. naar aanleiding van de bun toevertrouwde betrekking,
door Burgemeester en Wethouders mogt worden bevolen.
Art. 7. Keurmeesters houden, voor het vak waarvoor zij zijn aangesteld, registers
tot aanleekening van 1°. de bepaalde personen door wie handel wordt gedreven (ten
aanzien der broodbakkers ook van hunne cijfers), 2°. de vaste plaaster, alwaar de
orider bun toezigt staande levensmiddelen verkocht of ten verkoop aangeboden wor
den, 3°. de gemaakte prijsbepalingen en bestede prijzen, 4°. de gedane keuringen,
5°. de bekeuringen met de gronden daarvoor, benevens de opgemaakte verbalen.
Art. 8. Bij bet verrigten der hun opgedragen werkzaamhedenhebben zij, met
uitzondering van den keurmeester der rijtuigen, bet regtonder inachtneming van
art. 3 der wet van 31 Augustus 1853, de lokalen, waar de neringdoenden hunne
voorwerpen, aan keuring onderworpen, bewerken of hergen, ten allen tijde binnen
te treden. Zij zijn bevoegd, bij hunne arnbstbezigheden de dadelijke hulp en mede
werking der policie in te roepen.
Art. 9. Keurmeesters constateren* bij proces-verbaalop bunnen ambtseed opge
maakt door ben ontdekte overtredingen en zenden dit aan het Hoofd van liet ge
meentebestuur, binnen 24 uren. De voorwerpen, waaraan of waarmede de over
treding is geschied zenden zij zoo mogelijk, geheel of gedeeltelijk verzegeld en ge
waarmerkt, aan den wetenschappelijken keurder, met afschrift van het proces-verbaal.
Art. 10. Zij leveren elke maand aan Burgemeester en Wethouders een schriftelijk
verslag van de wijze waarop zij werkzaam zijn geweest, van al 'tgeen in art. 0
en 7 vermeld staat en van hetgeen verder ter zake hunner betrekking in het belang
der gemeente is.
De keurmeester der rijtuigen evenwel doet dat verslag slechts éénmaal *sjaars, na
afloop der gewone keuring van voer- en rijtuigen.
Art. 11. Zij zijn verpligl de orders van den wetenschappelijken keurder stiptelijk
na te komen. Zij doen aan dezen, even als aan Burgemeester en Wethouders
maandelijks schriftelijk verslag van hunne verrigtingen en geven bun inzage van dc
registers bedoeld in art. 7. Deze bepaling is niet van toepassing op den keurmeester
der rijtuigen.
Art. 12. Des gevraagd deelen zij aan de Commissarissen van policie de noodige
inlichtingen mede, ter zake der deugdelijkheid van levensmiddelen.
Art. 13. Voor eene afwezigheid builen de gemeente van 24 uren hebben zij ver
lof van den Burgemeester, voor eene langere dat van Burgemeester en Wethouders noodig.
Art. 14. Keurmeesters mogen, op straffe van ontslag, geen belooning of geschenk
aannemen van hein die regtstreeks of zijdelings bij de keuring belang heeft.