zonden kunnen beloopennoodigende de minister het bestunr der stad uit
zoo spoedig mogelijk kenbaar te makenof men genegen zou zijn deze som
geheel beschikbaar te stellen of ten minste eene aanzienlijke som daartoe
bij te dragen. Daaromtrent werd besloten, aan de liooge regering de vraag
te rigten of eene bijdrage van ƒ50000 geacht kon worden genoegzaam te
zijn; terwijl het verder uit de discussii'n bleek, dal, mogt deze som onvol
doende wezen, men alsdan bereid zou zijn zich elke opoffering te getroosten
al ware hel de som van ƒ100,000 of zelfs, desgevorderd nog meer.
Te Rotterdam bragten gisteren namiddag twee bejaarde vrouwen, die
in het armhuis aldaar verzorgd wordenbeide in zeer beschonken toestand
een bezoek bij iemand in de Vogelenzang, alwaar eene dezer vrouwen van
de trappen viel en eenige oogenblikken daarna overleed. Zij had den ou
derdom van 78 jaren bereikt, terwijl hare vriendin 88 jaren oud is.
Door den gemeenteraad van Amsterdam zijn op de voordragt, ter be
noeming van een hoogleeraar aan hel athenaeum aldaar, geplaatst de hh.
dr. T. Zaaijer, te Leyden, en dr. P. Q. Brondgeest, te Utrecht.
Bij de overdragt van hel rectoraat aan de Groningsche hoogeschool,
in de vorige weekwerden ook de gouden medailleswegens het be
antwoorden van prijsvragen, uitgereikt aan de vroeger reeds vermeldeheeren
F. F. Kroon, lilt. cand. te Leyden, W. C. van Maanentheol. slud. te
Utrecht, en O. W. Star Nutnan, lilt. cand. en jur. stud, te Leyden. Aan
laatstgenoemden heer was die onderscheiding te beurt gevallen bij loling,
tegenover zijnen mededinger, den beer W. A. Reiger, jur. cand. te Gro
ningen; maar het heeft Z. M. den koning behaagd ook aan den laatstge
noemde eene gouden medaille toe te kennen.
Te Middelburg heeft, naar men verneemtde plaatselijke schoolcommis
sie, op de door burg. en weth. van die gemeente tot haar gerigte uilnoodi-
ging, om op de openbare scholen collecten te doen plaats hebben ten behoeve
van liet gedenkteekenenz. voor 1813, geantwoord dat zij meent daarin
niet te moeten tredenmaar dat zij het wenschelijk acht de kinderen op de
scholen voor min- en onvermogenden bij gelegenheid van de feestviering tot
herinnering aan Nederlands verlossing op ververschingen te onthalen, waar
toe zij dan ook een crediel aanvraagt.
Men verneemt dal de minister van binnenl. zaken ook te Roermond
eene ryks hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus wenscht te vestigen
en daartoe voorstellen aan den gemeenteraad heeft gedaan. Deze is echter
niet gezind dc aanzienlijke gebouwendoor hem aan den bisschop tot vesti
ging van een bisschoppelijk collegie afgestaan, aan hel rijk daartoe in ge
bruik te geven.
's GRAVENHAGE, 14 October.
Door Z. M. zijn benoemd, voor de dienst der Ncd. bezittingen ter
kuste van Guinea: lol boekhouder-kassier en officier van justitie, levens
belast met de funcliën van griffier bjj de regtbank S'. George d'Elmina,
de resident voor de dienst der gemelde bezittingen C. II. van Uien; tot
fabriek- en magazijnmeester de heer 11. J. J. Jansen, bouwkundige te Am
sterdam; en tot adsistent de heer K. II. Variet, te Amsterdam.
Voor de burgerlijke dienst in Ned.-Indië zijn benoemd: tot ambtenaar
lsle kl., de heer mr. A. J. Imminken tot ambtenaar 2de kl.de heer F.
Mayor, gewezen kweekelingen aan de kon. akademie te Delft.
Tot lid en voorzitter van den raad van toezigl op de spoorwegdiensten
is benoemd de generaal-majoor C. Th. van Meurs.
Z. M. heeft, op hun verzoek, eervol ontslag uit de zeedienst verleend
aan den officier van administratie 3de kl. G. J. G. Verdoorenthans in dc
West-Indien, alsmede aan den met verlof hier te lande aanwezigen O. I.
ambtenaar YV. A. Duvelaar van Campenlaatstelijk resident van Saparoea
en llarocko.
Heden heeft het prov. gereglshof in Zuidholland in hoogcr beroep uit
spraak gedaan in dc zaak van C. Ncderslegl, arbeider te llooginade, bij
vonnis der arrond.-regtbank te Leyden, ter zake van verwonding en mis
handeling veroordeeld lol 2 jaren gevangenisstraf en 8 boete, benevens tol
schadeloosstelling aan de twee beleedigcrs van ƒ120 en ƒ5. Het bof heeft
het vonnis bevestigd.
In de zitting van de tweede kamer der staten-gencraal van heden is
ingediend een belangrijk wels-onlwerpdal de strekking heeft om dc
noodige fondsen aan Ie vragen tot oprigling van een nationaal gedenkteeken
van het halve eeuwfeest der herinnering van Nederlands onafhankelijkheid.
Dit monument zal bestaan in eeu Paleis voor de vertegenwoordiging tot
herdenking van de vernieuwing van den band tusschen Nederland en Oranje
op constitutionele grondslagen. Dit gebouw zal dc vertegenwoordiging van
een vrijheidlievend volk waardig zijn. Men wil weten, dat het denkbeeld
van dit nationaal gedenkteeken voor de gebeurtenissen van 1813 uitgegaan
is van Zijne Majesteit den koningen dat voor de verwezenlijking een mil-
lioen gulden zal worden beschikbaar gesteld, opdat dit zigtbaar gedenkteeken
van de liefde, welke ons vorstenhuis en de natie volgens grondwettige grond
slagen aan elkander verbindt, steeds in allen deele grootsch en waar
dig zij.
AMSTERDAM, 14 October.
De taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschappen
hield Maandag II. eene gewone vergadering die bijgewoond werd door de
hh. Koenen, Bake, Boot, van den BerghDelprat, Brill, Fruin, tan Ueusde,
Scholten, G. de Vries Az., Karsten, Dirks, Goudsmil, Beets, Hoffmann,
VV. C. Mees, Janssen, M. de Vries, Vissering, te Winkel, Six en Moll.
De heer Brill leverde eene bijdrage over de strekking en de gevolgen van
let 12-jarig bestand, welke zijns inziens uit een gunstiger oogpunt moesten
beschouwd worden dan lot nog toe bij de schrijvers en in de leerboeken
geschiedde.
De hh. Fruin, Brill en Delprat wisselden hierover van gedachten. De
eerste verklaarde zich in den grond met de zienswijze van den spr. te
vereenigen, maar bragl nog eenige opmerkingen in het midden, die door
den (weiden werdcu beantwoord.
De hh. Delprat en Beets traden in eene gedachlenwisseling over den oor
sprong van het S'. Nicolaasfecstnaar aanleiding van bel ter vorige verga
dering door den heer van Lennep in het midden gebragte over de vraag:
hoe het kwam dat hier te lande de viering van dal feest in zwang was ge
bleven, terwijl onze Duitsche naburen en ook de Noordsche volken die vie
ring hadden vervangen door de viering van het Kersfeest.
De heer Karsten besprak eene opvalling van de bekende ode van Iloratius
aan Augustus (lste boek, llde ode) en deelde zijne zienswijze mede om
trent den tijd waarin die ode zoude zijn vervaardigd.
De heer Dirks gaf eenige mededeelingen omtrent den stand van het pen-
ningwerk van van Loon.
Door den heer M. de Vries werd de 16de aflevering van Maerlant's Spieghel
Ristoriael en door den heer Boot een exemplaar van het door de akademie
bekroonde Latijnsche vers aangeboden.
BUITENLANDSCHE BËRIGTEN.
ENGELAND.
LONDEN13 October.
Twee verkiezingen voor het parlement die dezer dagen plaats hadden
zijn niet gunstig voor het kabinet uitgevallen, zoodat de partijen in het par
lement nagenoeg in getalsterkte gelijk staan.
Uil Carlisle zijn dezer dagen verscheidene huisgezinnen van wevers ver
trokken, om naar Nieuw-Zeeland te worden gevoerd.
De jongste berigten uit New-York melden dat er eene nieuwe ligting
werd verwacht; dat er reeds omstreeks 20000 kleurlingen in de krijgsdienst
der Unie zijn, en dat alle tot 1 September in krijgs gevangenschap geraakte
militairen van het leger der Unie uitgewisseld waren, terwijl nog 40,000
Zuidelijke krijgsgevangenen in de handen der Noordelijken waren gebleven.
Het bevestigt zich dat de generaal Rosencrantz door twee corpsen van
het leger van den generaal Meade versterkt is. De Zuidelijke dagbladen ver
spreiden het gerucht dat aan Rosencrantz alle gemeenschap is afgesneden.
De beide legers versterken hunne stellingen bij Chattannooga. De zuidelijken
trachten de gemeenschap tusschen Chattanooga en Nashville te beletten.
FRANKRIJK.
PARIJS, 13 October.
Er moet nog altijd druk onderhandeld worden over de Poolsche quaestie,
vooral te Weenen. Hiermede moet in verband staan het vertrek van graaf
Apponyi, Oostenrijksch gezant te Londen, naar Weenen. De Weener Presse
wil weten dat de graaf naar Londen zal terugkeeren met de instructie zij
ner regering, dat Oostenrijk gezind is een gemeenschappelijken stap te doen,
en Rusland vervallen te verklaren van zjjne reglen op Polen.
La France betoogt de noodzakelijkheid, dat aan de onzekerheid, die
ten aanzien van de Poolsche quaestie heerschteen einde kome. Het blad
hoopt, dat de keizer, nog voor de opening der kamer, het besluit der drie
mogendheden zal openbaar kunnen makenof dat hij zich anders van ver
dere bemoeijingen ten gunste der Polen zal onthouden daar het dan ge
noegzaam zal zijn gebleken, dat, indien de Polen aan hun lot worden over
gelaten, daarvan niet de schuld op Frankrijk geworpen kan worden.
Men beweert dat onze regering, in overleg met de gezanten van Frank
rijk en Ruslandeene minnelijke schikking heeft ontworpen in de geschil
len tusschen Duitschland en Denemarken.
De Moniteur meldt de volgende benoemingen tot gezanten van Frank
rijk: te Londen, dc heer de Latour d'Auvergnc; te Rome, de Sartiges; te
Turijn, baron Malaret; te Brussel, markies de Ferrière-Levayer; te Hanno
ver, de beer Reisette Nassau, markies Astorg.
Dc keizer heeft aan baron Gros, teruggeroepen gezant bij het Britsche
hof, een brief geschreven, waarin hij o. a. zegt: »Op het oogenblik dat
gij dacht tol het ambteloos leven terug te keerenhebt gijuit gehechtheid
aan mijn persoon en ons land, de betrekking van gezant te Londen aange
nomen, en hierdoor nieuwe aanspraken op mijne welwillendheid verworven.
Heden laten de omstandigheden mij toe u uit deze betrekking te ontslaan;
maar alvorens u een opvolger te geven, wil ik u verklaren dat ik mij zeer
gelukkig gevoel uwe lange en eervolle loopbaan met een blijk van vertrouwen
te hebben kunnen sluiten."
De heer Billault, minister van staat en als zoodanig voorzitter van den
ministerraad, is overleden. Daar hij de woordvoerder der regering was in
de kamers, en daarbij steeds veel talent aan den dag legde, zoo kan dit
overlijden voor haar een gevoelig verlies genoemd worden. De Dloniteur
zegt, dat het overlijden van den heer Billault in geheel Frankrijk eene smar
telijke gewaarwording veroorzaakt. Zijn dood is een groot verlies voor den
slaat, en voor den keizer, dien hij met evenveel gehechtheid als talent en
welsprekendheid diende.
De maarschalk Ornano, gouverneur der invaliden, en een van de weinige
generaals van het eerste keizerrijk die nog in leven zijn, is mede overleden.
Een brief uit Blidah verhaalt op de volgende wijze de executie van
Boudière, jager van het 2de ATrikaansche bataillon, door den krijgsraad van
Blidah ter dood veroordeeld wegens poging tot moord, gevolgd door dief
stal, op een zijner krijgsmakkers: Den 5den Oct., 's morgens 6 uur, begaf
zich het garnizoen van Blidah naar de plaats der executie. Ten 7 ure kwam
Boudière, voorafgegaan door een eskadron huzaren en begeleid door eene
compagnie jagers en eene compagnie zouavcn. Hij werd ter linkerzijde on
dersteund door een zijner krijgsmakkers, aan den anderen kant door den
pastoor van Blidah. Boudière wilde niet dat men hem zou blinddoeken en
ging vrijwillig staan op de plaats, waar hij lot mikpunt zou dienen voor
het peloton, tot zijne executie gecommandeerd. Nadat hij op hartelijke wijze
afscheid genomen had van zijn krijgsmakker en den pastoor, commandeerde
hij zelf op een vasten toon: vuur! Daarop wankelde hij en liet zich eer
zelf op den grond vallendan dat hij door de kogels viel. Hij verwachtte
het genadeschot van den sergeant. Deze mikte op het oor, doch het geweer