fiuvgcvltjfcc BIDSTOND VOOR ISRAEL, bier geschied is, juist versterkt is in zijne opinie dat de stad weeskamer- fondsen had genaast. De ontkenning der feiten door hem gesteld, noemt hij hopeloos, dewijl erkend wordt dal de stad saldo's heeft beheerdom welke saldo's het juist ie doen is. Omtrent de jnridieke verwering merkt hij op, dal door partij hel hoofd doel der wet verkeerd is gesteld want dat bij de vervanging van die oude besturen voornamelijk in het oog gehouden werd de afgifte van de saldo's aan de geregtigden en dat de bepalingen der wel algemeen zijn en die be sturen, die partij bedoelt, volstrekt niet uitsluiten; dat de beperking tot ben, die in 1852 niet meer beheerden, volstrekt niet opgaat, dewijl de bepalingen dier wet daartegen strijden en dal de wetgever ook gedacht beeft aan het mogelijke ontnaastentijdens dat hel ontwerp was ingediend en behandeld werd. Bij het bespreken van de ingeroepen verjaring, ver melde spreker dat hij het gevoelen van von Savigny genaast had en dal er in bei systeem van partij verwarring heerscht. De gedaagde toch rekent zich ontslagen van het doen van rekening en verantwoording en behoudt de fond sen. De verjaring begint op 't oogenblik dat de zaak ophoudt, de termijn js 30 jaar na de gestie. De stad kan zich niet ontslagen rekenen rekening ie doen aan de erven of aan de personen door de wet daartoe geroepen. De siad beeft beheerd; wel beweert zij, maar bewijst niet eigenaar te zijn, wel beweert zijmaar bewijst evenmin de obligation te hebben terugge geven; bij gevolg, besluit spreker, de stad beheert nog. Verjaring kan dus niet worden ingeroepenwant de gestie heeft nog niet opgehouden. M'. Neeb, daarentegen, bepaalt zich bij dupliek lot de zaak zelve. Bij de naasting der boedels is het niet de vraag of Leyden daartoe geregtigd was hij neemt zelfs aan dat Leyden daartoe niet geregtigd was maar, dewijl hij aangetoond heeft dat Leyden, volgens de toenmalige begrippen, vermeende daartoe geregtigd te zijtt, waren die boedels niet gekomen in be heer, maar in bezit, en wel volgens de bedoeling van de resolutie van 1733. Men beloofde toch restitutie. Hoe was die belofte mogelijk bij beheer? Bij beheer toch, zou men rekening en verantwoording beloofd hebben. Men gaf last aan den tre'sorier om alleen de interessen ten behoeve van de stad te gebruiken. Hoe kon men dal bepalen, zonder vermeend bezit? Partij begrijpt de resolutie verkeerd. Zij bepaalt tochdat de trésorier rekening en verantwoording aan de stad moest doen. En wat nn de rente van de boedels betreft, deze ontving de stad voor licit zelf, blijkens de resolution en quilanci6n. Eindelijk herhaalde pleiter dat de resolutie van 1769 den toestand van 1733 had opgeheven: dal toch toen de obligation, die als weeskamer-obli gatie gemerkt waren, met inbranding van die woorden, zijn teruggegeven, zonder dal blijkt dal de stad geld daarvoor ontvangen heeft. Overgaande tol de vorderingdeed hij het hoofddoel der wet, volgens zjjn systeem, nog nader uitkomen met verwijzing naar de beraadslagingen, die voor het systeem van partij niet gunstig warenbesprak de houding van partij om de actie uit art. 4 der welin plaats van die, als in de regten der weeskamers optredende te hebben ingesteld, welke actie, gelijk bij eerste termijn voorgesteld werd, tneer dan eens door de commissie was verloren; betwijfelde verder dal de weesmeesters vóór 1852, die toch publieke ambte naren waren, zich, volgens hel systeem van partij, zouden hebben doen ontnaasten en hield vol dal de feitelijke gestie opgehouden heeft, door de resolutie van 1769. üuitrent de door hem ingeroepen verjaring deelde hjj nog mede, dat hel doel der verjaring is de regtszekerheiddie door liet maatschappelijk belang gevorderd wordt. Is Leyden nu, gelijk in dit geval, animo domini eige nares geworden, dan vordert het maatschappelijk belang dal daaromtrent regtszekerheid bestaat. En is die eigendom gewettigd? Ongetwijfelddoor de nalatigheid gedurende geruimen lijd. Verder deelde hij de opvatting omtrent de verjaring onder het Romeinsch, oud-Hollandsch en tegenwoordig regt mede, en paste die toe op zijn on derwerp en besloot, dal dan alleen onverjaarbaarlieid kon aangenomen wor den, wanneer er feitelijk beheer is. De reglbank stelde de stukken in handen van het openbaar ministerie, hetwelk den 27s,cn October e. k. conclusie zal nemen. En hiermede zijn de pleidooijen in "deze voor Leyden zoo belangrijke zaak afgeloopen, waarbij dus ook het bcrigt van den verslaggever een eimie neemt. Maar voorda. ik van lien, die dit verslag gelezen hebben, afscheid neem, reken ik mij vcrpligt nog een enkel woord Ie zeggen. In de Courant van 13 dezer is mr. Neeb openlijk opgekomen legen mijn verslag en noemt dat geheel onjuist. Ik ben verzekerd dal zij die met mij die pleidooijen heb ben aangehoord zich met dat oordeel niet zullen vereenigen. Had ntr. Neeb gezegd dat mijn verslag niet volkomen juist of bier en daar onvolledig was, ik zoude de eerste zijn, die dit zou willen erkennen, omdat ik het moeije- lijke van de opgenomen laak heb ondervonden, vooral bij bel verschil of ik den oenen of den anderen pleiter te volgen had. Doch dal ik den plei ter een aantal beweringen zou hebben in den mond gelegd die door hem niet gevoerd zijn, daarvan ben ik mij volstrekt onbewust. Veeleer zou ik zelfs de aantijging verwacht hebben dat ik iels zou hebben overgeslagen wal wer kelijk beweerd was, dan wel dat ik iets als bewering zou hebben opgege ven, wal niet beweerd was. Hel doel, dat ik met dit verslag beoogde, was niet anders dan mijne sladgenoolen eenigzins in te lichten aangaande deze voor ieder hunner belangrijke quaestie. Voor den arbeid, dien ik daaraan besteed heb, is het mij genoegzame voldoening dat mr. Delpratin tegenwoordigheid van mr. Neobmij verklaard heeft dal hij mijn verslag met genoegen gelezen had, omdat daarin zoowel liet door hem gevoerde pleidooi als daL van partij met naauwkeurigheid was wedergegeven. Dit zelfde hebben mij evenzeer anderen verklaard, en daaronder die eerste mannen van de stad. die uit belangstelling al de pleidooijen hebben bijgewoond en die ik volkomen be voegd reken een juist oordeel daarover te vellen. M'. L. D. SUR1NGAR. Het genootschap Mathesis Scientiarum Genilrix hield op Donderdag 17 September II. zijne jaarlyksche algemcene vergadering, ditmaal in hel locaal op de Pieterskerkgrachl. Bene commissie uit liet gemeentebestuur, bestaande uil de hoeren wethouders mr. C. W. Uubrechl en P. J. de Fremery, daar toe door bel bestuur uilgeuoodigdvereerden deze bijeenkomst met hare tegenwoordigheid Hel verslag werd uitgebragl door den vicc-voorzitter den lieer J. van Heukelom jr.waarbij deze aan de leden de veranderingen opgaf die in het afgeloopen genootschappelijk jaar hadden plaats gehad, zoowel in het bestuur als met betrekking tol de scholen en liet onderwijzend personeel. Hij herdacht daarbij met dankzegging de veeljarige diensten, door den heer H. J. Giczen als secretaris aan het genootschap bewezen, en vond in den loop zijner rede gelegenheid het oordeel van bet bestuur mede te deelen over den invloed der gemaakte veranderingen, die in vele opzigten gunstig mogt genoemd wordenvooral blijkbaar uit het gedrag en de vorderingen der leerlingen. Met loffelijke vermelding moglen genoemd worden: Rekenkunde: J. Huge, U.J. van der Meer, F. de Jong J. van der Horn C. de Vink, A. Vonk, II. la Rivière, C. Stolp. Algebra: T. A. Thomese, P. van Duin, H. la Rivière, C. Stolp, W. A. van Litli. Meetkunde: P. van DuinH. la Rivière, C. Stolp, P. G. Forlanier. Bouwkundig rekenen: P. van Duin, F. Jansen. Handteekenen: P. J. Hus, J. P. E. Meerburg, J. Deggeller, C. Stolp, W. J. Abspoel, J. de Vink, C. de Vink, A. Korenhof, F. W. van Eyndhoven, G. van Brugge. Teekenen naar de methode der Gebr. Dupuys: W. J. Ouwerkerk G. van Brugge, A. Korenhof, A. Verloop, J. II. van der Mark, 11. Piket, C. Stolp. LetlerteckenenP. C. Roodenburg, K. E. la Lau. Bouwkundig teekenen: W. A. van LithJ. W. F. van Brussel, A. J. Molet, R. de Wringer, P. van Vliet, P. Bernard, J. A. Thomese, L. Griet- huyzen, P. H. Lozier, P. van Rijn, C. F. van Gelder. Bouwkundig schaduwenA. P. de KruyfT, P. G. Forlanier, P. van der Waals. Machine teekenen: A. II. Moolen. De uitslag van den gewonen jaarlijkschen wedstrijd in het leekeneu, enz., was, dat werden uitgereikt: Foor het teekenen naar pleister-antiekenDe gewone zilveren medaille aan W. J. Ouwerkerk, het aecessit aan G. van Brugge. Foor het teekenen naar pleister-ornamentenDe bronzen medaille aan A Korenhof, hel aecessit aan J. II. van der Mark. Foor de vervaardiging en teekening van een eigen ontwerp zijnde eene Dorpsherberg: De groote zilveren medaille aan C. F. van Gelder, bij wijze van aecessit de kleine zilveren medaille aan A. van der Heyden. F oor de opmeting van een gebouw en de beste teekening daarvanDe gewonen zilveren medaille aan P. de Wringer, het aecessit aan P. Fontyri. Foor het best uitgevoerde werkstuk. De bronzen medaille aan J. P. de Koning, het aecessit aan P. H. Lozier. Na korte toespraak lot de bekroonden, vermeldde de spreker welke loop van zaken geleid had tol het indienen door het bestuur van een adres aan den gemeenteraad het verzoek behelzende om een subsidie te erlangen, waartegenover hel genootschap zich zou verbinden om ecne burger-avond school op te rigten die zou moeten voldoen a3n de behoefte dezer gemeente. Hij achtte zich gelukkig liet berigt te tnogen mededeelendat die slap met goeden uilslag bekroond was, zijnde dit verzoek met overgroote meerder heid. ja bijna eenparigheid van stemmen door den gemeenteraad toegestaan. Hij bragt 'den regtmatigen dank aan het gemeentebestuur niet alleen voor de welwillende ondersteuning van dit verzoek, maar ook voor zijne krachtige bemoejjingen tol regeling hier ter stede van hel lager onderwijs, dien grond slag voor het onderrigl dat door het genootschap kan en moet gegeven worden; en besloot met opwekking der leden tot voortdurende belangstel ling in deze nuttige instelling en vermaning der ouders en leerlingen tot juiste waardeering van aard en strekking van hetgeen daar wordt onderwezen. Dr. E. van der VEN, Secretaris des Genootschaps. AKA»ËMIE-NIEIIW». PROMOTIEN AAN DE LEYDSCÜE IIOOGESCUOOL. Den 21S,CD September de heer E. J. Kiehlvan 's Gravenbagein de regten na openbare verdediging van zijn academisch proefschrift Ons verdrag met Amerika; traclaat van vriendschap en commercie tusschen haar hoog mogendede slaten-generaal der vereenigde Nederlanden en de rereenigde staten van Amerikad. 8 October 1782. Denzelfden dag de lieer A. P. Fokker, med. doet., van Middelburg, in de verloskunde. PROMOTIE AAN DE OTREC1ITSCHE HOOUESCiMO!.. Den IS11™ September de heer D. G. G. Muller Massis, van Leyden, in de godgeleerdheid, na verdediging van zijn academisch proefschriftDisqui- sitio historico theologica de Justint Febronii libro de statu ecclesiae et legitima romani pontificis potestatesive de Johanne Nicolao Honlhe- mio strenuo libertatis ecclesiasticae vindice. ONDERTROUWD: F. C. van Opdorpjm.37 j en A. Karpesteyn jd. 37j. A. de Vroede, jm. 31 j. en A. J. .1. VVagtendonk jd 38j.T. L. V'ooren, jtn. 32 j. eu M. Nelisse, jd. 23 j. 1'. Massaar, jm. 25 j. en E. van llontum jd. 25 j. J. Iltiner, jm. 21 j en A. C. van Dam jd. 20 j. A. D Vavier. jm. 25 j. en M. M. Susan jd. 26 j. D. Smitjm. 25 j. en C. Kram jd. 32 j. P J. »an der Horst jm. 20jen M. Por.t, jd 21 j. VV. F. Peltjm. 22 j. en J. M. Zwarts jd 21 j. Aan hel Bureau dezer Courant is ten behoeve van den 11-jarigen knaap, aan wien Zalurdagll. in de fabriek van de hh. Ably üudendorp en C°. een zoo ernstig ongeluk is overkomen (zie ons vorig nommer). ontvangen: van A. B een coupon groot ƒ2 47|; van de dames A..L. 2.50. ADVERTENTIE». Op heden mogt ons hel bijzondere geluk ten deel vallende vijftig, jarige Echtvereeniging te vieren van onze geliefde Ouders H 1IOOGENSTRAATEN' Dzn. Leyden. 23 September 1863. Den 19dcn September 1863 overleed, lot onze biltere droefheid, onze geliefde Dochter JOS1NA CLARA MARIA, in den jeugdigen leeftijd van 15 jaren. J. C. van TELLINGEN. Leyden. Kapitein 4de Regim'. Infanterie. J. C. M. van TELLINGEN, Roiffaer. In de ZAAL, Noordeinde, Wijk I. N". 29, Op Vrijdag 2S September 1S63 's avonds ten 7\ ure. Spreker: P. 1). BAHLEK, van Deventer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 3