Per Telegraaf, ISurgctiijfcc Jgttanb. WARSCHAU, 21 Julij. De builenlandsche dagbladen spreken ieder oogen- blik van overwinningen, door de opstandelingen op de keizerlijke iroepen behaald. Al die overwinningen, zonder uilzondering, zijn verdicht. De meeste gevechten, door de dagbladen opgesomd, hebben niet eens plaats gehad. De bende van Troniczynskisterk 3000 man is door het detache ment van den kolonel Walneff. in het district Ostrelcnkaverslagen. Den 15de" Julij is een bende van 250 man te voet en 40 man te paard komende uit het hertogdom Posen, onder bevel van Ganier, niet ver van Peisern hel koningrijk binnen gedrongen. Zij werd bij Ruda Wurchynska, met een verlies van 60 man aan dooden en gewonden en 12 gevangenen, versla gen. Ganier heeft zijn heil op Pruissischen bodem gezocht. WEENEN, 22 Julij. De Russische gezant alhier zal zich voor drie we ken naar Petersburg begevenom nieuwe instructiën te halen en tegen half Augustus alhier terug te zijn. NEW-YORK, 11 Julij. (ff. O.) De New York-Herald meldt dat over de vredc-quaestie in hel kabinet is beraadslaagd. De heer Sewardsecrela- laris van staal voor de buitenl. zaken deed het voorsteleen amnestie uit te vaardigen; den eigendom en de rcgten van het zuiden te beschermen, doch met uitzondering van de hoofden van den opstand de acte van ver beurdverklaring te vernietigen en de vrijmaking der slaven af te kondigen. Eene ministeriële crisis was hiervan het gevolg. De heer Stephens heeft een boodschap van president Jefferson Davis overgebragt, waarin deze voor stelt: scheiding tusschen Noord en Zuid, wat de regering betreft, doch met e'e'n president. 13 Julij. De legers van Lee en Meade staan tegen elkander over en ma ken zich gereed lot een veldslag. Hier ter stede heeft de krjjgsopschrijving ernstige ongeregeldheden veroorzaakt. INGEZONDEN. 111. Quiconquc ne respccte pasetc. Zijn de dingen die ons bezig houden in de daad waarddat wij er ons zoo ernstig bezorgd over maken Mogt nu voortaan het schrijven over wie gelijk zal hebben, ophouden, en daarvoor in de plaats komen het schrijven in appaiserenden loon. om beter dan ik het kan aan te toonen dat de dingen die ons bezig houden niet waard zijn dal wij er ons zoo ernstig bezorgd over maken. De quaestie loopt over eene louter materieele zaak, over guldens en centen en wie die administreren zal. Wat mij aangaat 'l kan mij met scheelenaan beide kanten slaan waardige, voortreffelijke mannen, en daar zullen bij beiden wel goede administrateurs zijn. Wie nu administreren, zwarten of blanken ouden of nieuwen, 'tdoet er niets toe, als het maar eerlijk gedaan wordt, en wat de rigling betreft die er achter zit, en die gij zegt dal het ergste is, laat ons maar aan 't weduwen bezoeken gaan in hare verdrukking. Wij hebben gezien dal dan de rigting glad en kant vergeten wordt. Wel zou ik wenschen dat, wie ook administreert, men den dominés maar weer de ƒ200 gaf. Niet omdat ik geloof dal die heeren 't zoo noodig hebben. Neen, ik heb altijd gezegd een dominé heeft veel Ie veel tractement, maar die lui hebben het nu eens gehaden ze zouden het zoo prettig vinden om het weêr te hebben. Bovendien ik ken hen, en ik vind hen, op mijn woord, zulke brave I en verstandige mannen, dat ik niet welen zou wien beter geld toe te ver- j trouwen. Gelooft niet dat zij zijn van gelijke bewegingen als wjj. Z(j die ons elke week spreken van matigheid en regtvaardigheid en toekomend oor- deel, bjj hen weegt elke cent die niet op de allerwaardigste wijs hesleed is, meer dan b(j u en mij 100. Gij hebt dus den besten waarborg. Boven alles laat men ophouden met procederen. Wat dan Loten. Wat? Even of oneven. Spot gjj? Niet in het minst, de regtcr is een mensch. Juist. Een wezen door zijne rede met heerlijken aanleg begiftigd en dat zich bovendien een schat van kundigheden heeft verworven. Maar hij heeft obstructies. Hoe zegt gij? Obstructies met tuberkels in de onderbuiksingewanden. Daar begrijp ik niets van. De wet is geschreven de regter leest dc wet en doel uitspraak. O gij hebt die ziekte nooit gehad. Dan laat men tl paardrijden en veel beweging nemen en of dan hel bloed dik wordt en de bloedvaten druk ken op de oogzenuw, lezer! ik heb weinig medische kennis, dat weet ik niet; maar ik weet wel dal men dan anders ziet. Als gij nu komt om te pleitendan weet gjj volstrekt niet of uw regter tuberkels heeft. Heeft j hjj ze dan leest hij zwarte duistere letters in de wet. Is het over en heeft hij eene goede tijding gekregen of is hem een lang afgebeden kind geboren dan blinken de letters en dat alles is van invloed voor den patient die op de bank der aangeklaagden zit. Lezer! ik ben een landbouwer, en wij boeren zeggen »die pleit om eene koe geeft er eene toe." Neem daar nu bij dat een van onze geachtste rcgls- geleerden mij gezegd heeft, dal het beste proces altijd toch eene loterij blijft, dan loot ik liever zonder dien omhaal van regthanken en advocaten, j Wat dan hel meest rationeel zal zijn mag twijfelachtig blijven, maar wat het meest goedkoop zal zijn niet in het minst. Maar ik vind het toch heel ongepast om over zulk een ernstige zaak te willen loten. Volkomen toegestemd, lezer. Ik ben ook volstrekt geen dobbelaar, bij leggen is beter. Bijleggen is een kostelijke zaak en als nieuwe en oude commissie bijleggen wilden, dat zou ik heerlijk vinden. Misschien hebt gij hel wel eens gemerkt, maar anders moet ik het u zeggen: ik ben niet erg kruiperig. Maar als het helpen kon ik zou een voetval willen doen eerst voor oude commissie, dit zijn de deftige lui, die hebben de oudste brieven, en dan voor nieuwe commissie, en ik zou hun smeekenlegt toch bij. Wees haastelijk welgezind jegens uwe wederpartij, zou ik zeggen, terwijl gij nog met hem op den weg zjjt, opdat de wederpartij niet misschien u den regter overlevercen de regter u den dienaar overlevere en gij in de gevangenis geworpen wordt. Voorwaar zeg ik u! gij zult daar geenszins uitkomen lot dat gij den iaalsteu penning zult betaald hebben. Gij kunt dus begrijpen, lezer, hoezeer ik voor bijleggen ben. Een wclmeenend ijveraar voor de zaak van oude commissie, die zegt dal hij de pen niet voeren kan, en het toch, dunkt mij, zoo meesterlijk doet, wil ook bijleggen Maar lezer, is dit toch niet wat'heel naïf voorgesteld? Neen mjj dunkt het moet heel anders wor den en van beide zijden komen. Men moet vergeten hetgeen achter ligt en zich uitstrekken naar hetgeen vóórts; bijv. om nu maar iels te noemen (gjj lezer zult het misschien dwaas vinden, maar goed, noem maar wat anders, zoo komen wij er wclligt) als nu al de leden van den kerkeraadal de le den van de nieuwe gemeente-commissie, al de leden van de oude gemeente- commissie, al de notabelen, zich bereid verklaarden om af te treden, zoo dra de gemeente in al de ontstane leemten bad voorzien. Eene hoogerc ker kelijke autoriteit, tusschen beide tredende op uituoodiging >an beide partijen moest dan de gemeente weken achtereen oproepen, en dagen achtereen een «TALOS- KER1GTEN HER-IJ K. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN, gezien het besluit van Ge deputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den 6d™ Januarij II., n°. 5 [Prov.-Blad n°. 3), bepalende het tijdstip van den lier-ijk der maten en gewigten in Zuid-llolland, en gelet op de voordragt van den arrondissements-ijker alhier, van den 30sUn der vorige maand; herinneren bij deze den ingezetenen dezer gemeente hunne verpligting, tot het doen her-ijken van al dc bereids te voren geijkte lengte- en inhoudsmaten en gewigtenbenevens de bij de inhoudsmaten van drooge waren he- hoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z. M. besluit van den 21stra December 1822 [Staatsblad n°. 54), moeten worden afgestreken. En worden zij ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverdaan het Lokaal van den Ijk, in de Lange School steeg;— zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk I, van den 19 tot den 22 Junij. II, van den 23 tot den 25 Junij. III, van den 26 Junij tot den 2 Julij. IV, van den 3 tot den 6 en van den 9 tot den 13 Julij. V, van den 14 tot den 21 Julij. VI, van den 22 tot den 31 Julij. VII, van den 1 tot den 11 Augustus VIII, van den 12 lot den 19 Augustus de Buitenwijk van den 20 tot den 31 Augustus, met uitzondering echter van de goud en zilversmids-benevens de apothekers- of medicinale-gewigtenvoor welker her-ijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden, te welen voor de goud-en zilversmids-gewigten voor Wijk I, II, 111 en IV op den 12 Junij, voor Wijk V, VI, VII, VIII en de Buitenwijk, op den 13 en 15 Junij, voor de medicinale gewigten, voor Wijk 1, II, III en IV, op den 16 Junij, V en VI, op den 17 Junij, VII, VIII en de Buitenwijk, opden 18 Junij; telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 1 ure, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. En vermanen Burgemeester en Wethouders voornoemd een iegelijk wien het aan gaat, om zich bovengemelde dagen ten nutte te maken, aangezien de termijn voor den her-ijk in dit jaar eindigt met den 31st<,n Augustus aanstaande, en terstond na het eindigen van dezen termijn het gebruiken of voorhanden hebben van onherijkle maten en gewigten, volgens koninklijk besluit van den 30slen Maart 1827 [Staatsbl. n°. 13), verboden en, behalve met verbeurdverklaring der maten en gewigten, strafbaar is met eene boete «an tien tot honderd gulden. Wordende aan de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de Notificatie van Gedcp. Staten van Zuid Holland, in dato 4 Augustus 1820, volgens welke dc ijkpligtigheid zich uitstrekt lot alle handel- pn neringdoende lieden, fabriekeurs en ambachtslieden, die in hunnen handel of hun bedrijf eenige maten of gewigten gebruiken, en de apothekers of mcdicijnberciders ii let bijzonder, aan art. 3 en 5 van Z. M. besluit in dato 21 October 1819 [Staatsbl. n°. 52), bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting lot den jaarlijkschen her-ijk daarvan, alsmede aan hel koninklijk besluit van den 5dcn Fe bruary 1826, n°. 153, volgens hetwelk de medicinale grein-gewiglenzonder die eenige stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den ijker moeten winden nagezien eii onderzocht. En wordt wijders door deze ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dal tot jaarlelter gedurende 1863 voorden ijk der maten en gewigten bepaald is de irttei t En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leyden, 6 Junij 1863. D. T1EBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Van 16 tot en met 22 Julij 1863. BEVALLEN C. de Heesgeb. van der Linden Z. M. van der Blomgeb. van Dissel, Z. C. Fortunati, geb. Ebberlee, I). M. Bontje, geb. van den Broek Z. M. de Boer, geb. Schouten Z. R. van Polaanen A. Lan- gezaal, geb. Bol, D. A. J. Warners, geb. de Man, D. A. M. Ramb. geb. Wirsches, Z. C. J. Dirksen geb. de Ridder, Z. J. Ouwcrkerk geb. Lardc, D. J. Peifler, geb. Nollee, Z. P. Lagas.geb. HogendoornD. J. van Dijk, geb. Edelaar, Z. W. KolderroanZ. C. E. J. Pleyte, geb. Cottvée, Z. J den Tonkelaargeb. Wareman M. Guleygeb. HasselbacltZ. C. C. Ie Mairgeb. Stikkelortim D. J. BergmanZ. GEHUWD W. P. Wecbersjm. en J. A. Coebergh wede. J. Hoekstra jm. en VV. Derogee, jd. P. Gadrijm. en C. de Hnu jd. P. van Oosten jut. en E. W. Waage, jd. L. Nieiiwenburgjm. en C. M. Botnmelic, jd. T. P. J. Starkenbrugjm. en E. Pielcrs jd. G. Overstap jm. en J. Dissel veld jd. C. F. A. Hoeflcke, jm. en G. A. de la Bey,jd. C. C. van Rijsbergen jm. en M. W. L. Cottvée, jd. OVERLEDEN: Sara Smit, 17 j. J. C. Broekveldt, D.,4w. J. van den Berg, 19 j. J. Gysberti Hodenpijl, 21 jD Hettzen geb. de Tombe 56 j. Ma Catha Geenen 19 j. J. Goedeljee D.bijna 2 m. C. Nagtegaal Z.7 j. en 1 m. S. H. PlatteelZ.5 m. M. L. SchrellenD 16 d. D. JansenZ.4 m. M. H. Schutte, D 5 j. en 2 in. J. van Stecnwijk D. 10 m. C M. Bronkbttyze 61 j. G. C. Overdijk D.1 j. en 4 m. Corna Wiggers19 j. E. Brier, geb Fritz75 j. H. M. Flantan D.bijna 5 m. W. van der lleyden Z.bijna 4 m. K. Vijlbrief, Z.11 tl. AD VERTENTIEN. Gehuwd C. C. van RIJSBERGEN en Leiden, 22 Juljj 1863. M. W. L COUVÉE. Bevallen van ecnen Koon C. J. PLEYTE COUVÉE. Leyden, 20 Juljj 1863. genoegzaam aantal uren de stembus toegankelijk stellen. Maar als nu dit of ieder ander voorstel tot bemiddeling als eene hersenschim is te beschou wen, dan loten, en oneindig liever met dobbelsteenen dan met advocaten. Ik ben zeer geneigd te geloovcn, dat men door den weg van regten van den regten weg zal afraken. (Wordt vervolgd.) Leyden, Junij 1863. G. G. SNELLEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 3