wet en Koning den heer Goudsmit aanbeveelt, voor Vaderland en Oranje
juist het motief is om den heer Goudsmit uit te sluiten. Het is de onvrij
willige hulde van de reactie aan het liberalisme. Maar daarom ook begrij
pen wij te minder, dal de liberale vereeniging, die in het Verslag der zit
tingen van den Raad den toetssteen heeft om te welen welke leden van den
gemeenteraad op de hoogte hunner betrekking zijn en welke niet. rijp en
groen alle aftredenden «aanbeveelt," in treffende overeenstemming met de
illiberale vereeniging, maar die dan ten minste hare kleur en haar karakter
toont, wanneer zij den man uitbant die bekwaam en liberaal is, omdat hij
is een israëliet, of misschien den israëliel, omdat hij is bekwaam
en liberaal.
Doet de hoedanigheid van liberaal of illiberaal volgens de leer van de libe
rale vereeniging niets af voor of tegen het lidmaatschap van den Raad? Zij
kon zich dan de moeiten en kosten der aanbeveling besparen en zich alleen
refereren aan de keuzen der andere vereenigingen of der onvereenigde kiezers.
Wanneer echter, volgens hare meening, de hoedanigheid van liberaal of
illiberaal wel degelijk ook voor de keuzen van den gemeenteraad een motief
is om zekere kandidaten aan te bevelen en andere af te raden, waaraan kan
men dan dit kleur- en karakterloos kandididateultjstje anders toeschrijven
dan aan politieke lafhartigheid en slijmgasterijwelke voor haar beginsel
en hare mannen niel durft uitkomen? eene onderstelling te meer waar
schijnlijk, wanneer men zich herinnert, dat het voordragen van klenrlooze
kandidaten, ook voor hel lidmaatschap der Provinciale Staten en der Tweede
Kamer, sinds jaren eene specialiteit van Grondwet en Koning was.
De uitsluiting van den heer Goudsmil door Vaderland en Oranje is eene
brutaliteit, maar wij verkiezen deze brutaliteit boven de slijmgasterij van
Grondwet en Koning dat, bewerende een beginsel te vertegenwoordigen
steeds angstig in een hoek kruipt, als het er op aankomt zijn beginsel voorop
te zetten en te handhaven.
De kiezers ecliter, hopen en vertrouwen wij, zullen noch van de brutale
uitsluiting, noch van de slijmgastige aanbeveling notitie nemen. Zij zullen,
in hel belang der gemeente, bekwame raadsleden kiezen, al zijn zij israë-
lieten, en met voorbijgang van proiestantsche of katholieke nulliteiten. En
ziende hoe zij voorgelicht worden, op welke kleingeestige gronden uitge
sloten, om welke karaklerlooze redenen aanbevolen wordt, zullen zij mis
schien met ons instemmen, dat althans voor de keuzen van leden voor den
gemeenteraad eene bijzondere kiezersvereeniging uoodig en nuttig is. eene
vereeniging welke, omdat zij niet als de vertegenwoordiging eener uitslui
tende politieke rigling optreedt, even weinig kleur behoeft te toonen in
zulke brutale uilsluitingen als die te verloochenen in zulke lafhartige aan
bevelingen.
Quiconque ne respecte pas te passé de san paystout en es-
sayunt de le changer dans ce qu'il a de dé/ectueuxdait s'at-
tendre d de terribles mécomptescar ce pussc resist6 et se de
fendet niêmc quand it ne fmit pas par être le plus fort it
impose d l\dèe nouvelle de rudes épreuves
Léi.kce de Layebgse.
Verwonderlijke dingen ziet men gebeuren, aan groote beroeringen is de
goede stad onzer inwoning ten prooi. Het Nederlandsche volk mag den
eernaam van een bij uitnemendheid godsdienstig volk verdienen, het is ook
niet vrjj te pleiten van overdreven gehechtheid aan godsdienstvormen. Nog
eer men vraagt of iemand karakter heeftof hij een man is van eene ge
vestigde overtuiging, of hij den moed heeft die overtuiging open en vrij uit
te spreken voor de wereld, doet men er angstig onderzoek naar, of die man
is Israëliet of Christen, of hij is Catholiek of Protestant, of hij de waar
heid verval in de evangeliën belijdt naar hel oudere begrip of naar de meer
moderne opvatting. Dal is zeer natuurlijk, zegt de een; dat is zeer klein
geestig, zegt de ander. Mijn lezer! twist over deze dingen niet. Hier in
Leyden zijn al die beschouwingen op den achtergrond getreden, om plaats
te maken voor eene andere vraag, de vraag: zijl gjj oude commissie of zijl
gij nieuwe commissie
l) Men zal misschien afkeuren dal ik hier spreek op den toon van een oud Leydsoh bur
ger. De heuschheid waarmede men mij le Leyden heeft onlvangeu en toegang gegeven tot
alle kringen, mij, die tot aanbeveling niets had bij te brengen, of het roogt wettigt zijn
de naam van geen purtijslauf te wezen; die welwillendheid legt, dunkt mij, niet slechts
verpligting op, maar geeft ook regt.
Maar dat is nog veel kleingeestige!'
Dat is hoogst bedroevend, dat scheidt vrienden van e'én, dat scheurt
familie-banden, dat brengt spanning, gejaagdheid, onrust te weeg tusschen
broeders die eenen meester hebben en die als hoogste gebod dit bevel hebben
ontvangen: liefde te houden onder eikanderen.
Ilet is met hel openbaar maken dezer regelen geenszins mijn doel iets toe le
voegen aan hel vele, dat reeds geschreven is om hel regt le bewijzen van deze
of gene zijde. Ik schat gaarne die geschriften in htinne waarde. Voor zoover
daarin veel waarheidszin, weinig animositeiten zoo het kan onderaan de naam
van den schrijver wordt gevonden, kan zulk schrijven wel zijn nut hebben.
Ik acht mij geheel onbevoegd om mij in den strijd te mengen, want bjjna
eiken dag hoor ik bijzonderheden, die mij een nieuw gezigtspunt geven in de
zaak. Ik ben nog met hart en ziel nieuwe commissiemaar ik ben eiken
dag bereid, als er mij goede gronden worden aangeboden, oude commissie le
worden. Ik weel wel, dat deze verklaring mij geen goed zal doen, zelfs
bij velen die ik gaarne mijne vrienden noem; want zoudt gij hel gelooven,
mijn lezer, in hunnen handdruk, in hunnen oogopslag, zeggen zij die van
de andere partij zijn mei medelijdend beklag tol mij: gij zijl nieuwe com
missieen ligt zal het nu met mijne eigene partij even zoo gaan Het
eenige doel, dat ik thans heb, is om de woorden geplaatst aan het hoofd van
dit stukje, die ik voud in een op>tel getiteld Exagérations de l'e'conomie
politiqueonder de aandacht van het publiek te brengen, vooral aan mijne
eigene part ijdie hervormen wil, ter overweging aan te bieden, in het
bijzonder aan hen die wel eens de kalme bezadigdheid, die aan onze woor
den waardigheid bijzetten moet en ze ingang doen vinden, uil het oog ver
liezen en daardoor schade doen aan hunne zaak. Zij die der nieuwere mee
ning gaarne plaats zouden bereiden en die daartoe der regtzinnige party
predikanten zouden willen weigeren, die hel begrip dier partij voedsel ge
ven, zijn wel zeker slechte apostelen van hetgeen zij voor waarheid houden.
Dat het bloed der martelaren hel zaad der kerk is. wordt hier weder klaar
bewezen. Die lui zijn hier droe>ig leruzgezetmiskend en mishandeld. Dat
men een zeer geacht ingezeten niet aan de gemeente wilde voorstellen, om
dat hij eenigzins van andere meening was dan zij die hem voorstellen moes
ten. is ongehoord gruwzaam en volslagen illiberaal. Deed men zoo, omdat hij
een heeije knorrig was geweest tegen een, toen men hem kende, geliefd per-
dikaut, dan was het wraakzuchtig en onchristelijk. Dal er adressen komen
zoo als dezer dagen ter teekeniug zijn aangeboden, vind ik heel natuurlijk
en ik zelf zou zulk een adres wel onderteekenen kunnen. Die adressanten
zijn volkomen in hun regt. Als de gemeente vrij heet, moet zij ook vrjj
wezen, en als zij niet mondig is, dan zal zij hel door eene vrijgevige opvoe
ding wel. door eene tyrannteke nooit worden. De moderne opvatting is
eenvoudig en waar, beminnelijk en aantrekkelijk, maar als men haar met
geweld wil invoeren, zal zij geen volgers vinden; maar de orthodoxenhoe
walgelijk en onzinnig hunne meeningen den modernen ook schijnen mogen,
zullen groeijen in htinne verdrukking. Geef aan de orthodoxen enkel mo
derne predikanten en wat is natuurlijker, dan dat zij zich afscheiden? Indien
dezen zomer, zoo als men zegt de zaal Noordeinde tol een gebouw met
2000 zitplaatsen zal worden vergrootwaarom zal dan niet in het volgend
jaar aan hel andere einde der stad een dergelijk gebouw verrijzen.
Welnu, waaraan zou dal schaden, dat is juist zoo als bet behoort.
Die zich in een huis niet comfortable vindthuurt een ander en verhuist.
Lezer, ik ben niet van die leer, ik betreur elke afscheiding, elke om
standigheid die mensclien vaneen brengt. Ik houd van vereenigen, verbroe
deren, niet van afscheiden, vooral niet van uitdrijven, en dal hebben wij
toch gedaan. Immers als er sprake is van wijken, dan zon de moderne
partij moeten wijken voor de behoudende. Zij die de leer behouden heeft
behoude ook de gebouwen enz.die met de prediking van deze leer verbon
den waren. Liberaal zijn is Christelijk, maar afscheiding provoceren is il
liberaal, onchristelijk. En dat brengt mij tot het voorname doel van dit
schrijven, daar ik in een volgend nommer tot beide partijen de vraag wil
rigter.Zijn de dingen die ons bezig houden in der daad waard, dal wij er
ons zoo ernstig bezorgd over maken?
Leyden Junij 1863. G. G. SNELLEN.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.