waren ook ledendie mei bevreemding den minister van finanliën in zijne rede bij de aanbieding der begrooting de verklaring badden hooren afleggen dat de afhankelijkheid van de O. I. baten loodzwaar op onzen finanliëlen toestand drukt en dal al het mogelijke moet worden aangewend om ons aan die afhankelijkheid te onttrekken. Deze leden meendendat de druk der koloniale baten voor het Nederlandsche volk vrij gemakkelijk te dragen viel, en dat onder de bestaande omstandigheden geheele onafhankelijkheid vari die baten tot de hersenschimmen behoorde, tenzij men aan dat volk zware nieuwe lasten wilde opleggen. Van de zijde der meerderheid werd geantwoord, dat ten onregte van de bedoelde woorden eene grief tegen den minister of tegen het kabinet wierd gemaakt. Al zijne voorgangers hebben steeds, niet de koloniale baten zelve, maar de afhankelijkheid daarvan als een kwaad beschouwd, waarvan men zich zooveel mogelijk moest trachten te bevrijden. De nieuwe regeling, door het tegenwoordig bewind omtrent hel beheer der zaken van de onderscheidene eerediensten lot stand gebragt, die ook tol eene veranderde inrigling der staatsbegrooting aanleiding heeft gegeven, vond bij ecu groot aantal leden weinig bijval. De aandrang tot opheffing der depp. van eeredienst, die zich sedert lang in de kamer heeft geopenbaard, sproot niet uit zucht tot bezuiniging voort. Het hoofddenk beeld was, dat hel beginsel der scheiding van kerk en staat in al zijnen omvang in het leven zou treden. Dit doel nu zou, naar men meende, bij hel volgen van den ingeslagen weg niet geheel worden bereikt. Door het toevoegen aan bepaalde depp. van algemeen bestuur van bijzondere afdeelin- gen van eeredienst, met administrateurs aan hel hoofd, werd de gelegenheid opengehouden om bij eene verandering van bewind de afzonderlijke depp. van eeredienst te herstellen. Al ware dit gevaar ook minder te vreezen, zou er toch ligt een ander ontslaan namelijk, dat de ministers, tot wier be- inoeijenis de zaken van eeredienst bebooren, het beleid dier zaken grooten- deels aan de administrateurs overlieten, en dat dezen zich eene meer regt- slreeksche bemoeijenis met de zaken der onderscheidene kerken veroorloof den, dan de aard onzer staatsinstellingen medebrengt. Andere leden gaven te kennen dat zij die bezwaren niet deelden. Het eindcijfer der voorgedragen staatsbegrooting gaf in al de afdeelingen stof tot aanmerkingen. Vele leden verklaarden zich daarbij tegen de juist heid der berekening, door den minister van finanliën in zijne rede van 20 September jl. opgenomen, volgens welke de gewone uitgaven voor 1863, vergeleken met die voor bet loopende jaar toegestaan ruim 13} ton gouds minder zouden bedragen. Die uitkomst, zeiden zij, is alleen verkregen, doordien de minister van de beide eindcijfers de uitgaven voor de West- Indische koloniën heeft afgetrokken. Een tweede belangrijke post had naar dit gevoelen, in de berekening des ministers begrepen moeten worden, te weten de aangevraagde ƒ1,400,000 voor het pantseren onzer oorlogs schepen. Ook werd nog aangemerkt, dat, als men een juist overzigt van de vermoedelijke uitgaven voor 1863 geven wil, de zoodanige niet uit het oog mogen worden verloren, die, al slaan zij niet op de begrooting uitge trokken, zich met genoegzame zekerheid laten voorzien. Vele andere leden vereenigden zich geenszins met deze beschouwingen en meendendat men daarbij het doel, hetwelk de minister van finanliën bij zijne vergelijking der bcgrootingen van 1862 en 1863 had uit het oog had verloren. Hij heeft, zeide men, blijkbaar alleen willen aantoonen, dat de kosten der inwendige huishouding van den staat voor 1863 op een minder bedrag zijn geraamd dan voor 1862 het geval was. Daarom moest al wat regtstreeks de kolo niën betreft ter zijde worden gelaten. Nadat over dit geschilpunt in eene der afdeelingen gerttimen lijd van gedachten was gewisseld, werd daaraan een einde gemaakt door het stellen der vraag, of al deze becijferingen wel iels ter zake deden en of men zich niet op een terrein bewoog, waar gecne bepaalde uitkomst te verkrijgen was. De hoofdzaak, die hier gold, was, of de voorgedragen begrooting het kenmerk droeg van de ernstige zucht der regering om het beheer zoo zuinig mogelijk te voeren. Die vraag kon over 't geheel niet anders dan bevestigend worden beantwoord. 's GRAVENIIAGE, 9 October. Door Z. Hl. zijn bevorderd: lot luit. ter zee lstc k!., de luit. ter zee 2dc ki. E. J. van der Slcyden; tot luitenant ter zee 2de kl.de adelborsten der lslc kl.H. Quispeljlir. S. F. T. de Vaynes van Brakell, P. J. Zaal, M. A. Medenbach, I'.. VVymans, A. de Bruyne, T. Spree, J. Vriemoet Drabbe, A. R. A. von Biltl11. A. de Smit van den Broecke, M. J. C. Lu- cardie, R. E. van der LoefT, L. M. L. de Haan en L. A. Dittlof Tjassens en is aan den lsten luit. opper-vuurwerker bij de marine II. La Fors de rang van kapitein bij het corps mariniers verleend. Voorts is de 2de luit. J. F. L. Schneider, van het lste reg. infanterie, overgeplaatst bij het wa pen der infanterie van hel leger in Oosl-Indië. Tot deurwaarder bij het prov. gereglshof in Utrecht is benoemd de heer C. Klaasen, thans deurwaarder bij de arrond. regtbank te Amersfoort. Z. M. beeft vergunning verleend aan den heer VV. J. C. ridder Httys- sen van Kaltendijkc, minister van marine, lot het dragen van het versier sel van ridder der lsle kl. van de orde van Nichan lftahar, hem door den Bey van Tunis geschonken. Gisteren avond had in de Groote kerk alhier, door ds. Oort, de pleg- tige inzegening plaats van den nieuw benoemden leeraar voor deMÜenst bij de prol. gemeenten in Ned. Indië, den beer F. J. J. Prins. Ds. Oort had tol tekst gekozen Hand. IX: 6b. Aan de pleglige handoplegging namen deel de hit. Oort, Jas, Zaalberg, van den Broek en lloevers. In de zitting van de tweede kamer van gisteren zijn na eenige beraad slaging met algemeene stemmen aangenomen het wets-onlwerp tot wijziging van de begrooting voor de gestichten te Ommerschans en Veenhuizen, dienst 1862 dat tol vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen voor 1863, en dat tot vaststelling der begrooting van de landsdrukkerij voor 1863. Voorts werden nog aangenomen het wetsontwerp tol onteigening van percelen ten behoeve van den spoorweg van Roermond naar Venlo, met 40 tegen 1 stem (die van den heer van Heemstra), en dat tot onteigening I van percelen voor den spoorweg van Tilburg naar Boxtel, met 39 tegen 2 stemmen (die van de lilt. van Heemstra en Heemskerk Az.). Men verzekert dat de kamer Dingsdag den 28s,cr< dezer hare werkzaam heden zal hervatten pu tot dien tijd is uiteengegaan. BU1TENLANDSCHE BERIGTEN. ENGELAI» LONDEN, 7 October. De alhier aanwezige hoofden der Circassiërs zijn in hunne zending, om den bijstand van Engeland in den strijd legen Rusland in te roepen, niet geslaagd. Zij hebben ten antwoord ontvangen dat Engeland zich met de zaak thans niet kon bemoeijendat de Circassiërs tijdens den oorlog in de Kriut gelegenheid hadden gehad om de gesteldheid van hun land te verbeteren door zich aan de bondgenooten in den oorlog legen Rusland aan te sluitenmaar dat zij destijds niet goedvonden van die gelegenheid ge bruik te maken, en de gevolgen daarvan aan zich zeiven te wijten hadden. Ten gevolge van den in Hyde-park gevoerden strijd op Zondag II. zijn 15 ernstig gewonde personen in de hospitalen opgenomen. Men begroot het aantal personen, dat in hel park aanwezig was, op 80000 590000. De Ieren geven hun voornemen te kennen om op Zondag aanst. den strijd te hervat ten. Het is dan te hopen dat er maatregelen worden genomen om onge lukken te verhoeden. Zalurdag 1|. is een os, die naar de markt werd gedreven, in Caledo- nian-road op den loop gegaanen door het gejoel der menigte woedend ge worden nam hij alles op zijne horens wat in zijn weg kwam, waardoor verscheidene personen deerlijk gekwetst werden; eindelijk sloof hij een apolhekerswinkel binnen, waar hij, na het een en ander verbrijzeld te hebben, werd bemagtigd. De door het dier aangerigte schade wordt op 100 geschat. De uitvoer van wapenen en krijgsbehoeften hier te lande neemt verba zend toe ten gevolge van het aanbonden van den Amerikaanschen oorlog. In de eerste acht maanden van dit jaar is voor een bedrag van 1,308,000 uitgevoerd, hetgeen in gelijke omstandigheden ruim 1,950,000 per jaar zoude zijn. Alhier is het berigt ontvangen, dat de Lord Royston, eene geheel nieuwe ijzeren schroefstoomboot, geheel door brand is vernield. Het vaar tuig had met eene volle lading en naar men meldt, ook met enkele passagiers Bordeaux verlaten. De Citizen vertrok dienzelfden dag en was nog geen 20 mijl in de Golf van Biscaye toen zij de Lord Royston inhaalde. Het schip stond van voren tot achteren in lichtelaaije vlam. Naar allen schijn had de bemanning met de booten het vaartuig verlaten. Uil een sedert ont vangen berigt blijkt, dat de passagiers en bemanning werkelijk ontkomen zijn en in de buurt van La Tremblade zijn geland. De lading bestond onder anderen uit eenige honderden vaten geest van terpentijn, pek, harst, brandewijn enz., hetgeen voldoende verklaart hoe de brand zoo snel toenam. Volgens den correspondent van den Times te New-York wordt het besluit van den president tot vrijverklaring van de slaven in de oproerige staten met 1 Jan. aanst., op enkele uilzonderingen na, algemeen als een misslag beschouwd. De democratische partij acht dien maatregel niet alleen ontijdig en onregtvaardigmaar ook onwettig. Deze bewering komt echter niet overeen met hetgeen men aantreft in de meeste bladen der Unie, die den maatregel levendig toejuichen. Een dier bladen noemt den dag der afkondiging eenen gedenkwaardigeri dag in de wereldgeschiedenis, die de president altijd als den roemrijksten zijns levens zal kunnen beschouwen. De generaal Mac Clellan heeft in de nabijheid van IIarpers-Ferry eene brug over den Potomac doen leggen. De zuidelijken hebben tot grondslag hunner operatiën Winchester in Virginië gekozen. Zij hebben ook eene voldoende magt bij den Potomac geplaatstom den noordelijken het overtrekken der rivier te beletten. Het gerucht liep dat de noordelijken weldra de winter kwartieren betrekken zouden, waarover de dagbladen zich verontwaardigd toonen. De gouverneurs der 16 aan de Unie getrouw gebleven staten heb ben in een adres aan den heer Lincoln van hunne goedkeuring over zijne proclamatie omtrent de emancipatie der slaven doen blijken. FRANHRIJH. PARIJS, 7 October. Volgens beriglen uit Vera-Crttz van 11 Sept. had de bemanning onzer vloot veel te lijden van de heerschende ziekte. Een Fransch transport, dat met een millioen dollars naar Orizaba was vertrokkenwas daar nog niet aangekomen, boewei het er reeds 10 dagen geleden had kunnen zijn. Le Pays zegt dat de heer Ratazzi, indien hij werkelijk herwaarts komt, niet den 15<*en dezer, maar eerst later zal komen. In den omtrek van Biarritz en in de voorsteden alhier hebben op nieuw eenige gevangennemingen plaats gehad. Onze bladen spreken thans veel over de Romeinsclte zaken en in het bijzonder over de eenheid van Dtiitschland. Opmerkelijk is het hoe zich daarover VOpinion Nationalehet orgaan van prins Napoleon, uitlaat. Hebben wij, zegt dit blad, toen de eenheid van Italië tot stand zou komen, niet gedurende vier maanden geheel alleen de aanhechting van Savoije en Nizza geëischt, tot dekking onzer grenzen tegenover een zoo magtigen na buur? Als nu de Duitsche eenheid uit het rijk der theoriën in de praktijk overging, dan zullen wij daar niets tegen inbrengen, maar alleen ook van die buren eene herziening der grenzen vragenwelke het leger van zulk een geducht rijk op een eerbiedigen afstand van Parijs houden. Het Japarische gezantschap is te Toulon scheep gegaan, om zich naar Lissabon tc begeven. Op den spoorweg van Versailles beeft Zondag avond een ernstig onge luk plaats gehad. Een ledige trein, van Parijs komende, stiet in de nabij heid der brug van Clagny op een passagierstreinen wel met zoo groote hevigheid, dat zes wagons der tweede klasse verbrijzeld werden. Elf per sonen zijn daarbij gewond, van welke vier in levensgevaar verkeeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 2