De heer Janssen bood een exemplaar aan van zrjn werk over de terra cotta's van het museum van oudheden te Leyden. De heer Karsten deelde vervolgens eenige beschouwingen mede over de denkbeelden van verschillende schrijvers aangaande het werk van Aristoteles de arte poëtica. Daarna is de vergadering gesloten. BUITENLANDSCHE BER1GTEN. HBLfilE. In de eerste zitting van het taal- en letterkundig congres te Brugge zijn benoemd de heer baron Jules de Saint-GenoisvanGend, lot voorzitter, mr. J J. van Lcnnep en N. Beets, lot onder-voorzitters, en prof. Jonckbloet, de j Coussemaeckcr, prof. lleremans en k. Versnaeijen, tot secretarissen. Door den heer Verheyeninspecteur van het lager onderwijs in de pro vincie Noordbrabant, werd medegedeeld dat hij in last had van Z. M. den koning der Nederlanden om IID. belangstelling te betuigen in het congres. Ten bewijze daarvan deed de heer Verheyen voorlezing van een brief van den heer Mansfeldt, bibliothecaris van Z. M. den koning, en bood tevens namens Z. M. aan hel congres aan een compleet exemplaar van de werken van Jacob Cats. Vervolgens spraken de hh. M. de Vries, over het ware liberalismus in de Nederlandsche taalSleeckx, over het realisme in de taal; van Biesbroek, over de moedertaal op de Vlaamsche scholen; Jonckbloet, over Maerlant; Koos, over de taal der dagbladen; en Brill, over de geschiedenis der studie van de Nederlandsche taal; terwijl de heer Versnaeyen een dichtstuk voor droeg, getiteld: de llalletoren van Brugge," en de heer Beets een dicht stuk van den heer llautzenberggetiteld: Brugsche Beyaartgroet." De heer van Lennep betuigde in een vers zijn leedwezen, dal de Brugsche dames in het achtereind der zaal geplaatst waren, waar het oog van den grijsaard 1 haar niet kon bereikenom eene zwijgende hulde te brengen aan hare schoonheid. In de tweede zitting heeft de lieer S. J. van den Bergh een gedicht voor gedragen, getiteld «Schild en Vrind." De heer Beels sprak over de dichter lijke vrijheidterwijl de heer Banck eene vertaling voordroeg van een gedicht van Longfellow. De hh. David, Ualbertsma en Heremans spraken over het gebruik van aa of ae in de spelling. De heer Nolet de Brauwere van Stee land droeg een gedicht voor «19 October 1361," dag waarop IIH. MM. de koningen van België en Nederland te Luik elkander de hand reikten. De heer Driessche sprak over het realisme in de dramatische litteratuur en de heer H. Q. Jansen over het belangrijke van het West-Vlaamsche dialect voor de Nederl. taal. Vervolgens droeg de heer de Prins een gedicht voor «de tael van 'tDietsche vaderland" en sprak nog de heer de Borghgrave, over de betrekkingen lusschen de Nederduitsche en Hoogduitsche talen. In den loop der zitting verklaarde de heer Verheyen in last te hebben om, namens Z. M. den koning der Nederlandenaan den heer Nolet de Brauwere van Steeland het diploma nit te reiken zijner benoeming lol officier van de orde der Eikenkroon. ENGELAND. LONDEN, 9 September. Als opvolger van den aartsbisschop van Canturbury worden genoemd de aartsbisschop van York en de bisschoppen van Londen en van Bath. Aan die betrekking is een inkomen van 15000 verbonden. De Times, die in den laatsten tjjd de handelingen van Garibaldi had afgekeurd, is thans van gevoelen veranderd en neemt hem in bescherming. De reden dezer verandering is dat dit bladdoor zich legen de publieke opinie te verklaren, 3000 abonnementen had verloren. Het Engelsche stoomschip Minna is er in gesiaagd om met eene lading ammunitie, len behoeve der Zuidelijken, te Charleston binnen te loopenen met eene lading van 1046 balen katoen van daar weder in zee te gaan. Dit vaartuig is reeds te Liverpool aangekomen. Naar men beweert zou er eene grondstof ontdekt zijn, die in ruwen staat in alle opzigten met het Amerikaansche katoen gelijk staat. Of zij onder en na de bewerking daarmede gelijk zal slaanzou eerst later kun nen blijken. Maandag morgen had eV te Liverpool een zware brand plaats. Het armhuis en de daaraan verbonden kerk werden bij die ramp geheel vernield. De brand brak des nachts ten 2 ure in eerstgenoemd gebouw uil. De direc teur, gewaarschuwd zijnde, nam onmiddellijk de noodige maatregelen, om het vuur, dat in eene ongeveer 50 voet lange slaapzaal woedde en daar I ongelukkigerwijze door eene menigte ligt brandbare stollen gevoed werd meester te worden. Te gelijker tijd trachtte men de door schrik verbijsterde kinderen, die zich in de zaal bevonden, te redden. Daar de rook en de vlammen het onmogelijk maakten de zaal langs de beide gewone uitgangen binnen te dringen, werden ladders aangebragt en werd het ongelooflijke verrigt om de slagloffers te hulp te komen. Desniettegenstaande kwamen 17 of 18 van de ongeveer 40 kinderen, die in de zaal sliepen, in de vlam- j men om. Intusschen had het vuur steeds verder om zich heengegrepen en tastte nu ook de aangrenzende kerk aan, die ondanks de massa water, welke werd aangebragt, spoedig almede geheel in vlam stond en ten 4 ure stortte het gcheele gebouw met een vreesselijk gedruisch ineen. De school- localen werden onder het puin begraven en slechts met veel moeite gelukte het, de ziekenzalen, waar intusschen alles was voorbereid om de zieken te vervoeren, te behouden. Behalve de genoemde kinderen, zijn waarschijnlijk de drie oppasters in de slaapzaal in de vlammen omgekomen. In VVigan heeft het werkvolk van 7 kolenmijnen ten getale van 2000 den arbeid verlaten, ten gevolge van het voornemen der eigenaars dier mijnen j om hel weekloon met 10 pCt. te verminderen. In de kolenmijn van Monk Wearmouth (Sunderland) heeft eene in storting plaats gehadwaarbij 5 personen het leven verloren. Bcriglen uit New-York maken weder melding «au bloedige gevechten, die tusschen de Noordelijken en Zuidelijken hebben plaats gehad. Uit die I beriglen, die zeer verward zijn, moet men opmaken dat eerst de Zuidelij ken en daarna de Noordelijken overwinnaars zjjn geweest. De Zuidelijken hebben de Noordelijken van Bullsrunbridge verdrevenen met hunne cava lerie de achterhoede van generaal Pope bereikt. Daarop is een treffen ge volgd, dat vrij hevig moet geweest zijn. Volgens het officiële rapport van Pope was die slag van groot gewigt geweest, had hij den ganschen dag aangehouden, en was de vereenigde krijgsmagt der Zuidelijken verdreven. De Noordelijken hadden daarbij 8000 mande Zuidelijken waarschijnlijk twee malen zoo veel verloren. De generaals Burnside en Pope hebben Ma nassas weten te bereikenen zich bij Centreville met Mac Clellan vereenigd. De Zuidelijken zijn uit de omstreek van Manassas verdreven. De Noorde lijken daarentegen hebben Bdlon Rouge ontruimd. De vrees voor een aan val op Washington is nu weder geweken; maar generaal Pope wordt be dreigd door een corps Zuidelijken onder generaal Ewell, dat in zijnen rug is verschenen. In Canada wordt het aantal personen, welke aldaar in den laatsten tijd gekomen zijn om zich aan de conscriptie in de Vereenigde Staten te onttrekkenop omstreeks 10000 begroot. Het zijn meestal jongelieden van 18- tol 30-jarigen ouderdom. ERANKftlJR. PARIJS, 9 September. Prins Napoleon zal zich voor eenigen tijd buiten 's lands begeven en den 13den van Marseille naar Ajaccio vertrekken. Hij zal aldaar de plaats aan wijzen waar het gedenkleeken voor Napoleon I moet opgerigt worden. Daarna begeeft hij zich naar Egypte. Het dagblad van Saöne en Loire meldtdat bij het landbouwfeest te Lorhausde eerste prijs voor het ploegen is toegekend aan eene jonge dochter van 28 jaren. Volgens berigten uit Belgrado is er te Uschitza eene ernstige botsing tusschen de Turkschc troepen en de Servische bevolking voorgevallen. De Turken moesten onderdoen. De Turken zijn er thans in de citadel en in hunne woningen ingesloten. In hel door de Serviërs bewoonde gedeelte der stad zijn 170 winkels en 180 woningen afgebrand, terwijl de overige meer of min beschadigd zijn. De stad is nagenoeg geheel vernield. Er is thans een wapenstilstand gesloten. ITALIË. Het regeringsblad te Turyn heeft, gelijk gemeld is, het officiële rap- 1 port van den generaal Cialdini medegedeeld omtrent het gebeurde bij Asprc- monle. Dal verslag verschilt in vele opzigten van het rapport van den staf van Garibaldidat, door een aantal officieren onderteekend, in de Diritto is opgenomen. In het laatstgenoemde rapport komt o. a. het volgende voor: Het was duidelijk dat Garibaldi er niet aan dacht om te vechten; hij be vond zich in het centrum van ons front en deed door zijne officieren het bevel van niet te schieten nog eens herhalen. De troepen naderdende bersaglieri aan het hoofd, in den looppas en ontwikkelden zich regts en links om ons te omsingelen. De eerste liniën van de bersaglieri hadden het vuur reeds geopend. Onze geheele kolonne bewaarde een plegtig stilzwij gen. Alleen hoorde men van tijd tot tijd de stem van onzen generaal, die beval om niet te schieten; alle officieren herhaalden dit bevel. Maar het bevel om ons aan te vallen was integendeel gegeven. Geen sommatie werd gedaan. Geen parlementair werd gezonden. Ongelukkig lieten eenige jonge lieden zich door het voor hen nieuwe en verschrikkelijke schouwspel van een aanval medeslepen en beantwoordden de geweerschotenwaardoor cenig bloed werd gestort. De anderen echter bewogen zich niet. Ons eenig ant woord op het «voorwaarts!" der troepen was het bevel, om ook het vuur van die weinige onervarenen te doen ophouden. De generaal, Ie voet op zijn post te midden van een regen van kogels, herhaalde voortdurend dit bevel. Plotseling werd hij door twee kogels getroffen; hij bleef echter staan, nam zijn hoed af en riep tot twee malen toe «leve Italië! Schiet niet!" De officieren, die het naast bij hem waren, snelden toe en geleidden bem in het boschwaar zij hem onder een boom nederzetten. Eenige oogeu- blikken later werd zijn zoon Menotli, aan hel linkerbeen gewond, aan zijne zijde gebragt. Vader en zoon werden door een kring van officieren om ringd, die met hun oogen schenen te vragen, wat men moest doen. Gari baldi, altijd even kalm, slak een sigaar op en antwoordde steeds: «vecht niet." Weldra hield ook het vuren van de troepen op en vrijwilligers, bersaglieri en linietroepen bevonden zich door elkander op dezelfde plek. Intusschen werden de wonden van Garibaldi verbonden en gaf hij bevel aan den chef van zijn staf, om den kommandant van de troepen te doen roepen. Twintig minuten later kwam die officier terug met kolonel Pallavicini, die zich met ontbloot hoofd en ir, eerbiedige bewoordingen met den generaal onderhield. Eenige oogenblikken daarna verwijderde hij zich en eenige officieren van den staf van Garibaldi gingen hem de ontwapening van de kolonne aanbieden, die bijzonder aan den kolonel werd aanbevolen. De inhoud van een brief, door Garibaldi op zijnen overtogt naar Spezzia geschreven, komt met de bovenstaande bijzonderheden overeen. Hij drukt zich daarin o. a. aldus uit: Ik liep langs het front onzer linie, roepende om niet te vuren; en van het midden tol aan den linker vleugel, alwaar mijne stem en die van mijne adjudanten gehoord konden worden, is geen enkel geweerschot gekomen. Doch de aanvallers, ons op 200 ellen gena derd zijnde, begonnen een helsch geweervuur, en de groep jagers, welke zich tegenover mij bevond, rigtte het geweer op mij en bragt mij twee wonden toe, eene ligte aan de linker dij, en eene zware aan den enkel van den regter voet. Toen kon ik niet meer zien, wat er gebeurde; maar ik weet dat van de geheele linie, zoo ver zij binnen het bereik van mijne stem en van mjjne adjudanten was, geen enkel geweerschot is gekomen. Maar op onzen regter vleugel ging het anders. Daar stonden de picciotti (jongelieden); door het reguliere krijgsvolk aangevallen wordende, ant woordden deze met te vuren langs de geheele linie; en ofschoon de trom- pelters het sein gaven om het vuren te staken, had men aldaar een levendig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 2