Voor het prov. gcreglshof in Utrecht heeft eergisteren leregt gestaan
v. d. YV., gewezen conducteur-bagagiemeester bij de Rijnspoorweg-maat
schappij beschuldigd van diefstal van onderscheidene voorwerpenwaaron
der effecten tot een bedrag van ƒ12000, hem in zijne betrekking ter bewa
ring toevertrouwd. De proc.-gen. eischte schuldig-verklaring en veroordeeling
tot ecne tuchthuisstraf voor den tijd van 10 jaren. In de volgende week
zal in deze zaak uitspraak worden gedaan.
Op den huize Sonsbeek, nabij Arnhem, is na langdurige ongesteld
heid overleden de heer H. J. C. J. baron van Ileeckeren van Enghuizen,
in den ouderdom van 77 jaren. Hij behoorde onder de rijkste grondbezitters
van het land. Zijn vermogen gaat thans op zijn eenigen zoon over, die
echter sedert geruimen tijd wegens eenc ongeneeslijke krankzinnigheid op
het gesticht Meerenberg verblijf houdt.
Te Arnhem heeft de collecte voor de noodlijdenden te Enschedé opge-
bragt de som van 3394.19^; te 's Herlogenbosch ƒ1146.20; te Leeuwarden
ƒ3305; te Assen ƒ243.
Uit Middelburg meldt men dat Z. M. de koning aldaar gisteren mid
dag ten 4 ure is aangekomen. Toen Z. M. aan wal was geslapt, werd
hij door den heer burgemeester verwelkomd met eene hartelijke toespraak,
die door Z. M. beantwoord werd met de verklaring dat het hem genoegen
deed zich te midden der Zeeuwen te bevinden, die in lief en leed steeds
getoond hebben getrouwe aanhangers van het huis van Oranje le zijn.
Begeleid door eene eerewacht is Z. M. naar het paleis gereden en aldaar
afgestapt. Van aile kanten was eene talrijke volksmenigte toegestroomd,
die Z. M. met geestdrift begroette. Later heeft Z. M. deel genomen aan
een diner hem door den commissaris des konings in Zeeland aangeboden.
Uit de memorie van beantwoording, betreffende het ontwerp van wet.'
lot regeling van het gebruik van het koloniaal batig saldo over 1859, blijkt
dat het ontwerp van wet tot regeling van het beheer en de verantwoording
der koloniale geldmiddelen bij hel departement nagenoeg geheel is afgewerkt;
dat het in de bedoeling der regering ligt om de verrigtingen welke aan de
Handelmaatschappij worden opgedragen, uitsluitend te bepalen tot handels-
operaliendat de Indische begrootingen voor 1861 en hare bijlagen zullen
worden overgelegd; dat zonder medewerking der wetgevende magt door de
regering omtrent de gouvernements-cultures in Indie gecne ingrijpende maat
regelen zullen worden genomen; dat het ontwerp van wet betreffende de
cullunrondernemingcn in Ned.-Indie, reeds in behandeling is bij den minis
terraad; dat geen nieuwe suiker-contracten zullen worden uitbesteed, voor
dat eene wettelijke regeling der cultuur-ondernemingen zal zijn tot stand
gebragt; dat de regering zich vereenigt met het streven om het verbruik
van opium op Java te doen afnemen, en dat het consignatie-stelsel, de vei
lingen, de zeeassurantiën en de bevrachtingen thans onderwerpen van ge
zette overwegingen bij het ministerie uitmaken. De geschriften door den
hoogleeraar de Vriese betrekkelijk zijne zending naar Nederl. Indie nage
laten zijn bij het dep. van koloniën ontvangen. Er is nog niets vastgesteld
ten aanzien van de bestemming daaraan te geven. Omtrent de verzamelin
gen door dien geleerde bijeengebragt wordt onderzocht, in hoe ver de
regering daarop aanspraak kan maken en wat voor haar van waarde is.
'sGRAVENHAGE, 22 Mei.
Z. M. heeft tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw benoemd de hh.:
mr. J. Cornelissenlid van het collegie van gedep. staten van Overijssel;
G. T. Stork, fabriekant te Oldcnzaalen H. J. van Heek, fabriekant te
Enschedé.
Z. M. heeft den heer E. J. G. Greven, kommandant der dienstdoende
schutterij te Zwolle, benoemd tot officier der orde van de Eikenkroon. Ook
heeft Z. M. voor zijn vertrek uit Parijs het grootkruis van die orde ge
schonken aan den hertog Tascher de Ia Pagerie.
Tot regler in de arrond.-regtbank le Breda is benoemd de heer mr.
F. J. A. Fles, thans commissaris van politie aldaar, uit welke betrekking
hij eervol is ontslagen.
Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der infanterie van het leger
in Oost-Indië te benoemen, tot 2dc" luit.: den fourrier W. H. Aussums en
den sergeant H. W. Mijnders, van het 4dc rcg. infanterie; den sergeant W.
V. van Erp, van het 6de reg. infanterie; den fourrier II. Gorter, van het
7de reg. infanterie, alsmede den fourrier C. E. J. Sehweys, van het lslcreg.
dragonders.
Men verneemt dat Z. M. heeft bepaald dat het kamp le Milligen van
9 Augustus lot 2 September van dit jaar zal betrokken worden door twaalf
bataillons infanterie van de verschillende regimenten (zullende het reg. gre
nadiers en jagers dit jaar geen deel aan liet kamp nemen); voorts acht esca-
drons kavallerie van de vijf regimenten dragonders en twee batterijen van
het reg. veld- en eene batterij van het reg. rijdende artillerie. Het bevel
over die gekampeerde troepen is opgedragen aan Z. K. H. den prins van
Oranje, inspecteur van het wapen der kavallerie en als brigadecommandan
ten zijn daarvoor benoemd de heeren generaais-majoors van Muiken, Wil-
brenninck en Happé, bevelhebbers der 4de, 3de en 6de militaire afdeeling.
Tot onderwijzers der 3de kl. voor de dienst in Nederl. Indie zjjn be
noemd de hoofdonderwijzers F. L. H. Goossens, G. H. B. Hofman, 11. P.
Julsing en J. A. Broos en de hulponderwijzers A. M. le Kluse, J. de Quant,
F. J. Bosch, T. A. den Daas, D. Visser, J. L. Lindenhovius en H.F. Aukes.
Gisteren zijn voor het prov. geregtshof in Zuidholland, burgerlijke ka
mer, de pleidooijen aangevangen in zake de burgemeester van Leyden tegen
den staat der Nederlanden, liet betrof hier de hoegrootheid van de schade
loosstelling door de gemeente Leyden gevorderd, wegens gemis der visscherij
in het Haarlemmermeer. Voor de gemeente trad op de heer mr. Lipman en
voor den staat de heer mr. Faber van Riemsdijk.
In de eergisteren gehouden zitting van den gemeenteraad is o. a. inge
komen eene resolutie van den minister van flnantiën daartoe door den
koning gemagtigdhoudende kennisgeving, dat er geene termen bestaan tot
overdragt van het Haa'gschc Bosch aan de gemeente, hetzij in eigendom of
in beheer; alsmede een adres van 194 ingezetenen, houdende verzoek dat,
zoowel des winters als gedurende den zomer, des Zondags tooneelvoorstel-
lingen en muziekale uitvoeringen mogen worden verordendten behoeve van
de min bemiddelde klasse binnen deze gemeente. Tot onder-architect der
gemeente is benoemd de heer P. Tirion, inspecteur over het bouwen te
Rotterdam.
Heden hebben zich in de Koekamp vereenigd de miliciens uit deze
provincie van de ligting 1861waarna zij onmiddellijk naar de verschillende
regimenten, waarbij zij zijn ingedeeld, gemarcheerd zijn.
BCITËNL^ND^HË BERIGTEAL
BELtilË.
De koning heeft op nieuw eene operatie ondergaan die met den bes
ten uitslag is bekroond.
In het verslag van de op den 13den Mei door de letterkundige afdeeling
der kon. Belgische akademie van wetenschappen gehouden zittingdoor den
iUoniteur medegedeeld, komt o. a. het volgende voor: De heer Kcrvyn de
Lettenhove, een lid van de akademie, deelt mede dat hij dezer dagen de
gedenkschriften van keizer Karei V heeft wedergevonden. Zij betreffen de
jaren 1515 en volgende tot de maand Mei 1550. In Junij 1550 werden zij
gedurende eenen logt op den Rijn aangevangen en te Augsburg, alwaar
Karei V meer dan een jaar vertoefde, voorlgezeL en voltooid; maar eerst
in het begin van het jaar 1552 zond hij ze van Innspruck aan zijnen zoon.
Deze gedenkschriften, waarin Karei V de inzigten, welke tot rigtsnoer voor
zijne staatkunde strekten, uiteen gezet heeft, zullen ongetwijfeld helder licht
over de geschiedenis van de eerste helft der 16dc eeuw verspreiden,
In het kiesdistrict Antwerpen zijn bij de verkiezing van een lid voor
den senaat slechts een 70-tal stemmen uitgebragt, waarvan 33 op het afge
treden senaatsliden 31 op den heer van den Bergh Eisenbij de herstem
ming heeft de laatste de volstrekte meerderheid bekomen, namelijk 23 van
de 30 geldig uitgebragte stemmen. De heer van den Bergh heeft geweigerd
deze benoeming aan te nemen.
Er is te Antwerpen een plan gevormd om op dien zelfden weg nog ver
der te gaan bij den gemeenteraad is een voorstel van een lid aanhangig
om gezamenlijk hunne betrekking neder te leggenten einde de burgerij in
de gelegenheid te stellen om lusschen den gemeenteraad en de regering
uitspraak te doen.
ENGELAN O.
LONDEN, 20 Mei.
In berigten uit New-York wordt gemeld dat het beschieten der forten
nabij New-Orleans zes dagen achtereen heeft geduurd. Elf kanonneerbooten
van de zuidelijken zijn veroverd. Daarentegen zijn door laatstgenoemden
8 a 10000 balen katoen vernield en overigens op den weg van Orleans lot
Memphis alle katoen verbrand. De inwoners maakten zich gereed de wijk
naar het binnenste des lands te nemen, na hun.eigendom verwoest te heb
ben. M'Clellan heeft bekend gemaakt, dat hij zijne vereeniging met het
korps van Franklin bewerkstelligd had. De zuidelijken zijn teruggetrokken
en zijn de rivier James overgetrokken. De forten Jackson en Philippe zijn
genomen.
De heer Seward heeft aan de buitenlandsche vertegenwoordiging te Was
hington officiëcl doen weten, dat New-Orleans en alle andere plaatsen, die
door de zuidelijken bezet waren en nu in het bezit zijn de'' noordelijken,
thans voor de postdienst geheel open gesteld zijn.
In Ierland hebben sedert de laatste drie weken weder drie moorden
plaats gehad, waarvan de slagloffers allen zeer achtenswaardige landeige
naars waren. De laatste is de heer Fitzgerald, een jongelingbehoorende
tot een der oudste en aanzienlijkste familiën van Ierland.
KKAN HKIJk.
PABIJS, 20 Mei.
De regering blijft met gestrengheid tegen Mirès handelen. Zij heeft
al de wissel-agenten doen nitnoodigen, geen zaken met hem le doen, en
de aandeelen in de spoorwegkas zullen na de eerstvolgende liquidatie niet
meer ter beurze verhandeld en dus ook niet meer genoteerd mogen worden.
Een onzer bladen, hetwelk onder den invloed staat van hel ministerie
van biunenl. zaken, berigt dat de abt Bonaparte alhier is aangekomen, en
dat hij in last heeft om aan de Fransche regering geruststellende verzekerin
gen omtrent de zamenkomsl van bisschoppen te Rome over te brengenen
aan den keizer ophelderingen te geventen einde den Paus te verdedigen
tegen de beschuldiging van ondankbaarheid welke legen hem is ingebragt.
De heer de Varanne, adjudant van den vice-admiraal Juricn de La-
gravière, is alhier aangekomen en door den keizer in gehoor ontvangen.
Uit de door hem overgebragle dépêches blijkt dat het expeditie-corps tot
aan de stad Mexico zal doordringen, zoo als liet plan des keizers is; de
vice-admiraal verheelt het in zijn rapport niet, dal hel beoogde doel vele
moeijelijkheden zal opleveren en dat men zich op eene bezetting van min
stens drie jaar moet voorbereiden.
De generaal Sarragosabevelhebber der Mexicaansche troepenheeft eene
proclamatie aan het leger uitgevaardigd, waarin o. a. het volgende voor
komt: «Moed, mijne vrienden; vreest niet voor den strijd met een volk,
dat den naam heeft oorlogzuchtig te zijn. De vrije mannen hebben geene
mededingers, en de geschiedenis is vol voorbeelden van volken, die altijd
hen hebben overwonnen, welke hen onder het juk wilden brengen. Ik
heb een blind vertrouwen in uwe zegepraal, in de zegepraal der burgers op
slaven, en de overweldiger van den Fransehen troon zal weldra de over
tuiging opdoen, dat het tijdstip van veroveringen voorbij is. Wij zullen
den eersten steen leggen vau het grootsche gebouw, dat Frankrijk zal be
vrijden van de slavernijwaarin de bajonetten van een despoot het hebben
gedompeld. Zijt, als steeds, dapper in den strijd en grootmoedig na de
overwinning.