kTésdistrictjleijerdorp. VERKIEZINGEN VOOR DE PliöMIALE STATEN, Provinciaalblad N0. 47betrekkelijk de beschrijving der personele belasting voor bet dienstjaar 1862 en 1863; dat op den lsten Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentpligtigen, bedoeld bij n°. 3740 van tabel n°. 14 zijnde de slijters, tappers, kroeg- en koffij huishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zijn rondgebragt en na verloop van drie dagenvan wege den ont vanger der directe belastingentegen recu worden afgehaalden wordt ge- melden patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den ^4sten April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1862 en 1863 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van patent aan hen kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbiljetten zul len worden bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebragt, en die dadelijk ter gemeente-secretarie moeten worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n°. 16 der wet van den 22sten April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op bet regt vau patent, van den 21sten Mei 1819 Staatsblad r,°. 34)de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1862/63 wordt vastgesteld op den 8sten Mei aanst. en dat de wederinzameling tegen rc§u, door den ontvanger of zijn gemagtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentpligtigen uiterlijk op den 31slen Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen meer wor den aangenomen; wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der wet op het regt van patent, van den 21steD Mei 1819, inhoudende: »dal zij, die bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen van die, «mogten zijn voorbijgegaan zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim «inaar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen," (op de Breêstraat binnen deze gemeente) »ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagligdenbehoorlijk ingevuld «op den daarbij bepaalden lijd, ter zei ver plaatse moeten worden ingediend;" alsmede aan art. 37 der gemelde wet, houdende: »de aan het regt van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaald bevonden zullen worden zich nietof door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden;" dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n°. 16 der wet van den 22slen April 1852, Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eige naars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften zal worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeentevan den lsteQ Mei eerstkomende tot uiterlijk den 15den Mei daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot lure, de Zondagen uitgezonderd, voorzoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hun ner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijfjaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderdterwijl er na den 15den Mei voormeldgeene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij artikel 37 der wet van den 21sten Mei 1819biervoren omschreven; dat voorts alle patentpligtigenbij tabel n°. 7 der wet van den 16den Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, hetzij in 'tklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1862 en 1863 moeten worden begrepen, gehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter hekoming van bun patent, aan te melden ter secretarie dezer gemeente, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den 8steQ Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel voor het dienstjaar 1862 en 1863. Zij, welke, bij het bezorgen der billetten, of ook bij het terughalen daarvan, mogten zijn overgeslagenmogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de billetten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvenzal de ontvanger of zijn ge- magtigde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrigten, met vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemagtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens deze, worden geteekend, na voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken, echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben, zal het vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal beliooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat tot tegenschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: DIRK VELS HEYN, JOHANNES HOLTZ P1ETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN van LITHJünior, MARTINUS STEPHANUS REYST, JOHANNES CORNELIS RIJK. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche C. worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leyden, 29 April 1862. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. T. PUTTKAMMER, Secretaris. Isurgcritjfic Van «ten 1 tot en met den 7 Mei 1862. BEVALLEN: J. Wallaart, gcb. Taffijn Z. levenl. M. Beurse, geb. Stik- kelorum, L. J. Lafeber. geb. Bekooy, L. S. C. van der Linden, geb. Rijke, D. E. J. Verbruggegeb. Kroon D. M. E. van Hensen geb. Stikkelorum ll D. leven!. M. Platteel, geb. Simons, D. H. Mariyn geb. VlasveldD. E. Nouiengeb. Lau, D. M. L. Dercksen gcb. van Praag, Z. C. Keltenis, geb. Chaudron, D. A.J1. Verbrugge, geb. Bernard, D. A. van Spranger, D. J. Klok D. H. K. H. de GraafF, geb. OssevoortZ. S. van Heusden geb. Ju, Z. P. C. J. Peltenburg, geb. Blomdeel CasieelZ. H. J. Ooyman geb. EvertsD. C. A. Stoutegeb. KnolD. E. van der Blijgeb. Kasteele, Z. GEHUWDA. J. J. de Klerk jm. en S. Disseveld jd. C. A. Toorens, jm. en II. A. Keereweer, jd. P. F. Diemel, jm. en J. Kooreman. jd. G. H. Stumpf, jm. en J. F. van Kempen, jd. D. Anakker,jm. en S. M. Witmans, jd. J. W. Broekhuizenjm. en S. C. Broekveldjd. OVERLEDEN: C. Spierenburg, geb. Pieket, 53j. A. Ilarland, 31 j. ApoIa van der Staay, 30 j. W. C. Wijntjes, Z.3 m. 11. Meyer, 67j. W. F. Emeis, 80j. Catli3 de Rozay92 j.J. van Tolgeb. Copier, 42 j. W. PhilippaZ., bijna 3 m. S. Verbeek, geb. Roskam 35j. L. van der Linden, D.bijna 4 m. N. van Leeuwen, 78 j. Barb3 Jaca Joha Graaf, 21 j. G. J. van Giezen Z.bijna 11 m. D. J. Timmerman geb. Blankert, 33 j. J. P. Altera Z.7 vv. A. Godefrooy47 j. AKAIMÜDIIE-ÜÏIKDWS. PROMOTIEN AAN DE LEVDSCHE HOOGESCfiOOL. Den 7deQ Mei den heer A. J. Oort, van Hoorn, in de godgeleerdheid, na openbare verdediging van zijn specimen theologicum quo inquiritur in orationum, quae in actis apostolorum Paulo tribuunturindolent Paulinam. ADVERTËNTIËN. Getrouwd 's Gravenüage 7 Mei 1862. M. REINDERS en L. WEIMAR. Getrouwd H. VISSER, C.Vzn., van Amsterdam Rotterdam, 7 Mei 1862. met W. S. G. FRANKENHOFF. Bevallen van eenen Zoon, MARIA MOENS, geliefde Echlgenoote van Rotterdam, 6 Mei 1862. J. J. van der WENS. Overleden te Leyden den 6dcn Mei 1862, Mejnfvrouvv de Wed. H. van der HORN, geb. J. van Soest, in den ouderdom van ruim 81 jaren. Namens de Familie; H. van der HORN van den BOS, Algemeene Kennisgeving. Med. Chir. et Art. Obstr. Doctor. Voor de blijken van belangstelling, ondervonden bij de bevalling mijner Echlgenoote, betuig ik mijnen dank. Leiden, 8 Mei 1862. ANDRÉ de FREMERY. De bekende en onbekende schuldeischers in den onder het voorregt van boedelbeschrijving aanvaarden boedel eu nalatenschappen van wijlen den Heer RIJK de BLANK en Vrouwe HENRIETTA CAROLINA van WES TERING, in leven Echtelieden, gewoond hebbende en overleden te Oegst- geest, laatstgenoemde den 15den December 1859 en eerstgenoemde den llden October 1861, worden opgeroepen om op Maandag, den 19den Mei 1862, des voormiddags ten 10 ure, te verschijnen ten Kantore van den Notaris J. de CRANEte Warmond, ten einde door de Erfgenamen aan hen Rekening en Verantwoording worde gedaan van het gehouden be heer over dien boedel en nalatenschappenen indien er geen verzet plaats heeft, uitbetaling, voor zooverre het bedrag der nalatenschappen toereikende zal zijn. DISTRICT LEIDEN. Bij de verkiezingen op 13 Mei a. s. worden door de Kiesvereeniging GRONDWET en KONING aanbevolen, de Heeren: .1. VAI II KVK KLOM Mr, J. LUZAC. Namens de Vereeniging voornoemd, De Secretaris, J. T. BUYS. Bij de verkiezing op 13 Mei 1862 voor twee Leden van de Provinciale Staten in het Hoofdkiesdislrict Leyderdorp, worden de Heeren: Jhr. A. L. VAI HETERE! GEVERS, Lid der Gedeputeerde Statenen Mr. £5. A. Graaf YAM) LIMBURG «TIRUM Advocaat te Leiden door de OndergeteekendenKiezers te Voorschoten, Oegstgeest en Leyder dorp, met nadruk aanbevolen. F. U. van ITERSON. P. F. de BORDES. P. VROMESTEYN. C. GROENENDIJK. Bij de verkiezing van twee leden der Provinciale Staten in bovengenoemd Kiesdistrict, op Dingsdag den 13deD Mei a. s., worden door de Onder staande Kiezers aanbevolen de Heeren Jhr. A. L VA Ml HETSïREM GEVERS, Lid der Gedeputeerde Statenen Jhr. Mr. BI. A. C. DE LA BASSECOUR CA AI, Burgemeester van Noordwij Ie daar deze bekend zijn met de belangen van het district en geloond hebben ze te behartigen, zoodat zij vertrouwen dat eene nadere aanbeveling over bodig zou wezen. JOH. van RHYN. J. KROON. 11 KRUYFF. J. van KONYNENBURG. K. KRUYFF Ez. N. BARNIIOORN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 3