LEYD8CIÏE COURANT, K\ 12. MAANDAG 27 JANUARIJ. o7> 1862. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zalurdag avond. De prijs der Courant is f 3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke notntners zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. Bij deze Courant behoort Bijblad IV0. BINNËNLANDSCHK BËK1GTKN. LEYDEN, 25 January. In den avond van Donderdag den 23slcn j!. overleed alhier, op 55-jarigen leeftijd, de hoogleeraar VV. 11. de Vriese, doctor in de medicijnen en in de wis- en natuurkunde, ridder van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, en sedert ruim zestien jaren in bovengenoemde betrekking aan de Leidsche hoogeschool verbonden. Aanvankelijk ook als praktiserend geneesheer te Rotterdam werkzaam, wijdde hij echter met voorliefde, en later uilsluitend, zijne krachten aan de beoefening der kruidkunde, in welk vak van wetenschap hij eerst het lectoraat aan de klinische school te Rotterdam vervolgens het hoogleeraar- ambt te Amsterdam en eindeljjk te Leyden bekleedde. Zijne talrijke ge schriften verwierven hem eeu gevestigden naam onder de kruidkundigen van Europa, met vele van welke hij in levendige betrekking stond. Vele Stukken van zijne hand vindt men in het Tijdschrift voor Natuurlijke Ge schiedenis en Physiologiedal hij (18341845) met den hoogleeraar J.van der Hoeven uitgaf, en in het Nederlandsch kruidkundig Archiefdat hij na het eindigen van genoemd tijdschriftin verceniging met andere kruidkun digen redigeerde. Inzonderheid hield hij zich bezig met den plantengroei van onze bezittingen in de tropische gewesten, lljj bevorderde de wetenschappelijke bewerking van het materiaal dat door Junghuhn, Rcinwardl en anderen in die streken was verzameld, en nam zelf een belangrijk deel van dien arbeid op zich. Over sommige soorten en groepen van planten gaf hjj bijzondere onderzoekingen in het licht, getuige b. v. zijne monographie van soorten van het zoo merkwaardige geslacht Rafflesiaen die der Maratliaceën gezamenlijk met den hoogleeraar tlarting bewerkt. Voortdurend was zijne' aandacht gevestigd op die gewassenwelke nuttige voortbrengselen voor geneeskunde, handel of nijverheid opleveren. Zijne bemoeijingen ten opzigte der vani7/e-kulluur op Java, zijn belaugnjk aandeel in de zaak der overplan ting van den Aﻫ-boom in die gewesten, zijne onderzoekingen omtrent den kampher-boom van Sumatra en meer dergelijke zijn bekend. Geheel in de rigling van zijn streven viel derhalve de zending, welke hem, nu ruim vier jaren geleden, werd opgedragen, en waarin hij belast werd met een onderzoek der kullures in onze Oost-Indische bezittingen. Hij vertrok den 21ste" October 1857 en keerde, na zijne zending gelukkig volbragt Ie hebben (een kort overzigt zijner reis werd vroeger inden Letterbode, 1861 N°. 10, gegeven), den 2,len Maart van bet vorige jaar in het vaderland en in den kring der zijnen terug. Uier wachtten hem droevige verliezen. Naau- welijks een paar maanden na zijne terugkomst ontviel hem zijne echtge noot, weinig later trof hem het verlies van zijn' eenigen zoon. Zijne eigene gezondheid was sedert hel verblijf iu de lndiën geknakt, en hij bleef ljjdende, totdat hij eindelijk, nog geen jaar na zijne terugkomst, bezweek. Hoewel terneèrgcdrukt door droevige ervaring en door ligchamelijk lijden ondermijnd, bleef hij tot nabij zijn uiteinde werkzaam; in het openbaar hebben zijne verhandeling in de academie van wetenschappen (over de Minjak Tangkawang) en zijne rede, den 28slen November te Leyden uitge sproken, van zijn onvermoeiden ijver getuigenis afgelegd. De wetenschap verliest in hem een ijverigen en kundigen beoefenaar; niet zonder diepen weemoed kan men bedenkenhoe weinig levensvreugde hem is mogen te beurt vallen na de lange scheiding van de zijnen, en hoe hij de vele en belangrijke bouwstof, met groote inspanning, ja ten koste zijner ligchaams krachten bijeengebragt, bijna onaangeroerd heeft moeten achterlaten. Het doet ons genoegen te kunnen mededeelen, dat de beer B. Brui ning, photographist aan den singel over de Heerenpoort, ingevolge opdragt van 1iet gemeentebestuur, een zevental photographiën vervaardigd heeft, die de bouwvallen van de fabriekgebouwen der firma de lleyder en C". op verschillende punten te zien geven. In de gelegenheid geweest zijnde die photographiën te bezigtigen, aarzelen wij niet er bij te voegen, dat zij uitmuntend geslaagd zijn en den vervaardiger alle eer aandoen. Naar wij vernemen, heeft het gemeentebestuur aan de brandmeesters van elke der 8 spuiten en aan ecnige andere personen, die zich bij den brand onderschei den hebben, een stel van genoemde photographiën als aandenken vereerd. Men schrijft ons heden uil 'silage: Wij vernemen uit eene goede brondat de heer Thorbeckc bepaald deel zal uitmaken van hel minis terie, tot welks zamenstelling Z. M. de koning hem gisteren de formele opdragt heeft verstrekt. Hij zal zich even als vroeger belasten met de por tefeuille van binuenlandsche zaken. Dat departement zou evenwel naar men wil gesplitst worden in twee deelenhet eene het binnenlandse!] be stuur enz., het andere de openbare werken omvattende. Daarentegen zouden de afzonderlijke departementen van eeredienst als zoodanig worden opgeheven en ingedeeld bij andere ministeriën. Bepaald kan ook gemeld worden dat de baron Iiuysscn van Kattendijke, minister van marine, door den heer Thorbeeke is uitgenoodigd om deel uit te maken van een nieuw ministerie. Dezelfde uitnoodiging is ook gedaan aan den gcneraal-majoor Kneop voor de portefeuille van oorlog. Nog worden met vrij groote male van zekerheid de volgende heeren genoemdals deel zullende uitmaken van het nieuwe kabinet, te weten de heer Meeusscnlid van de tweede kamer, justitie; de heer Betz, finanliënde baron Stratenus, onze gezant te Ha nover, builenlandsche zaken. De heer Duymaer van Twist zou, naar men verneemt, nog aarzelen de portefeuille van koloniën te aanvaarden, en wordt dan ook de heer van Ileukelom, lid der tweede kamer, mede als zoodanig genoemd, lntusschen is, van wege den heer Thorbeckcnog geenc voordragt aan Z. M. den koning aangeboden. Ofschoon die staatsman eerst gisteren met de formatie van het ministerie belast werd, verwacht men niet te min dat die voordragt spoedig zal plaats hebben. Omtrent den Slaten-Bijbelthans te Utrecht ter bezigtiging gestéld ontvangen wij uit Voorschoten eene uitvoeriger beschrijving, waarmede het berigt in ons' vorig nommer kan worden aangevuld. De band des Bijbels is van donker-paarsch fluweel, dragende aan den ecnen kant de beschrevene 5 medaillons in mat zilver, verbonden met ornamenten, grootendeels mede in mat goud uitgevoerd. Aan de andere zijde is het medaillon, het nieuwe Jerusalem, in het midden geplaatst, omgeven door 4 andere, bol bewerkte njedaillons, verbonden op dezelfde wijze, dragende ieder eene bijbeltekst in massief gouden Ietleren en relief bewerkt. Op den rug is in groote geor- neerde gouden letters het woord Biblia geplaatst, terwijl de sloten van hetzelfde edel metaal en even als het opgenoemde in denzelfden renaissance stijl bewerkt zijn. De lezenaar, van ebbenhout, draagt op de voorzijde het koninklijk wapen, en is overigens in den renaissance-stijl (tijdvak ïfohingin Elizabeth) uitmuntend bewerkt. Men verneemL met zekerheid dat de Bijbel ook o. a. te Leyden ter bezigtiging zal gelegd worden. Het getal der in hel Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 672 tot 746 personen. De sterkte van liet Nederl. leger op 1 Aug. 1861 was, naar officiële opgaven; 1687 officieren, 6045 kaders, 7793 vrijwilligers, 7746 miliciens, 32620 miliciens in reserve, te zamen 55890 man. Daar de sterkte van liet leger moet zijn 61409 man, ontbraken er 5519 vrijwilligers. De vereeniging Nederlandse!) llettray heeft in hel eersie 10-jarige tijd vak van haar bestaan, volgens haar jongste financieel overzigt, ontvangen aan giften, legaten enz. de som van ƒ153,197.48buitendien aan jaarlijk- sche bijdragen, renten, pacht enz. ƒ222,374.74. De uitgaven bedroegen ge durende die jaren ƒ219,813.34. De Delftschc C. berigt dat Z. K. 11. prins Hendrik Woensdag II. die stad heeft bezocht en als beschermheer der akademie het docerend perso neel in het akademiegebouw bij zich ten gehoore heeft toegelaten. Z. K. H. heeft bij die gelegenheid de hoop uitgedrukt dat men de voorgevallen moeijc- lijkbedendoor onderlinge zauienwerking van geheel het akadgpiisch lig- chaam thans voor goed en voor altoos mogt te boven zijn. De hoogleeraren Roorda en Storm Buysing rigtlen ieder een gepast woord tot den konink lijken beschermheer; de laatstgenoemde ter voorkoming van zelfs het ge ringste misverstand ten aanzien der bedoelingen of handelingen van liet docerend personeel, alsof daarin eenigc grond van berisping zou zijn te vinden geweest; waarop Z. K. H. volgaarne betuigde door zijne bewoordin gen volstrekt niemand te hebben willen kwetsenmaar alleen zijne rede uil hel belang der zaak te hebben geput. Namens het studentencorps werd Z. K. II. door den lieer Ketting Olivier, vice-president, beantwoord. De president Vrolik was door ziekte verhinderd die taak op zich te nemen. Tot leeraar in de Nederl. taalgeschiedenis enz. aan het gymnasium te Delft is benoemd de heer dr. B. P. Schroder, conrector te Doesborgh. Te Maasland had in het begin dezer week een treurig voorval plaats. Een persoon uil Naaldwijk, daar op schaatsen rijdende, met een geladen ge weer, om ganzen te schieten, haakte met een zijner schaatsen in eene scheurwaardoor hij vielen het schot van het geweer afging. Een knecht die op eenigen afstand achter hem reed, kreeg het schot in het linker dijbeen, en verkeert in bedenkeltjkcn toestand. Te Franeker zijn Zondag II. twee personen bij liet schaatsenrijden zoo danig tegen elkander aangereden, dat de een (een Winsumer) voor dood bij een kastelein werd in huis gedragen. Nadat men heelkundige hulp had ingeroepen, heeft men hem naar het armhuis overgebragt, waar hij weder een weinig bijkwam; na echter in een half hewusteloozen staat den nacht doorgebragt te hebbenis hij den volgenden dag overledeneene vrouw en twee kinderen achterlatende. De diaconie der herv. gemeente ie Harderwijk heeft van een onbekende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 1