duiker, loopende van zijne fabriek naar het Levendaal, toe te staan, mits alle on
kosten van het doorbreken en aansluiten van den wal, het tijdelijk plaatsen van
een dam in de gracht, het straten en later herstraten, voor zijne rekening komen,
en tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van één gulden vijftig cents.
11°. Adres van J. A. II. van Hartrop, waarbij deze vergunning vraagt tot het
leggen van eene stoep, lang 1.20, breed 0.60 Ned. el, en het stellen van twee
steenen palen met ijzeren gordingenvoor den ingang der bovenwoning aan den
Ouden Rijn, wijk VI n°. 130.
Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders;
ls dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten des adressants verzoek in
te willigen, mits sloep en palen blijven binnen de rooijing, door rooimeesters aan
te wijzen.
12°. Adres van M. T. Peskens, weduwe P. J. Schietlen, strekkende tot bet be
komen van af-clirijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1861.
En gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie
van Financiën
Is dienovereenkomstig met algemeene stemmen beslotenhet onderwerpelijk ver
zoek, als niet voor inwilliging vatbaar, te wijzen van de hand.
13°. Staat aanwijzende het maximum van den onderstand, bedoeld bij art. 25
der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad n®. 100), voor 1862.
Gelet op bet rapport der Commissie van Financiën;
Is dienovereenkomstig met algemeene stemmen beslotendien staat bij het over
gelegd concept-besluit vast te stellen en in afschrift mede te deelen aan Gedepu
teerde Stalen der provincie Zoidholland.
14°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot de onderbandsche verhu
ring van den kelder op de Breedestraatgeteekend wijk IV, n°. 299kadaster
Sectie G, n°. 363, voor den tijd van vijfjaren.
Het lid Kranlz stelt als amendement voorden tijd van verhuring te bepalen op
één jaar.
En is dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten, dien kelder voorden
tijd van één jaar, gerekend ingegaan te zijn 1° November dezes jaars en mitsdien
eindigende ult°. October 1862, onder de hand te verhuren aan Jan van der Waard,
voor de som van 78, te betalen telken drie maanden met -i gedeelte of 19.50.
15°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders tot gedeeltelijke wijziging van
de artt. 10 en 11 der Verordening van 1/24 December 1855, regelende de invor
dering eener plaatselijke belasting op het gemaal.
Gelet op het rapport der Commissie van financiën
Zijn gcene algemeene consideratiën in het midden gebragt, weshalve de voorzitter
het eenig artikel der overgelegde concept-verordening in rondvraag brengt, hetwelk
inel algemeene stemmen wordt aangenomen en vastgesteld, dus luidende:
»De artt. 10 en 11 der verordening van 1/24 December 1855, regelende de
invordering eener plaatselijke belasting op het gemaal binnen de gemeente Leyden,
worden in zooverre gewijzigd, dat, zoowel het vervoer van graan naar den molen
als de afvoer van het gemalen graan van den molenin de maanden AprilMei
Junij, Julij, Augustus en September van 6 tot 12 ure des voormiddags en van 2
tot 7 ore des namiddags mag plaats hebben gedurende de overige zes maanden
van 7§ tot 12 ure des voormiddags en van 1 tot 6 ure des namiddags.
De overige bepalingen dier artikelen blijven van kracht."
16°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot het kosteloos in gebruik
geven van eenige localen in de Lakenhalaan bestuurders der Leydsche maatschappij
van weldadigheid.
En is na deliberatie dienovereenkomstig met algemeene beslotenaan bestuur
ders voornoemd tot wederopzeggens in gebruik af te staan de localen in de Lakenhal
waarvan die maatschappij sedert een aantal jaren het genot had.
17°. Rekening der armbakkerij over 1860.
Gelet op het rapport der Commissie van Financiën;
Is na deliberatie dienovereenkomstig met 17 stemmen (het lid Hubrecht was
daarbij, als regent der betrokkene administratie, ingevolge art. 24 der wet van 29
Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), niet tegenwordig) besloten, die rekeniag op te
nemen en goed te keuren in ontvang tot 113572,82§ in uitgaaf tot 76129,10,
eu alzoo sluitende met een batig saldo van f 37443,72|, hetgeen de rendanten ge
houden zijn in hunne eerstvolgende rekening te verantwoorden.
18°. De begrooting voor 1862 van het Israëlitisch armbestuur, met een nader
verzoek van Armverzorgers dier gemeente, dat deze vergadering terugkome van
zijn besluit in dato 26 September jl. en aan hunne administratie, met afwijking
van het bepaalde bij raadsbesluit van 8 November 1852. over 1862 een subsidie
ad 570 verleene.
En gelet op het rapport der Commissie van financiën
Is na deliberatie dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten, het ver
zoek der adressanten in te willigen en mitsdien het subsidie voor dat armbestuur
over 1862 te bepalen op 570, te vinden bij af- en overschrijving op de gemeete-
begrooting voor 1862, en voorts de begrooting van Armverzorgers voornoemd goed
te keuren bij de besluiten welke tevens zijn vastgesteld.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRA BB E.