LEYDSCHE COURANT. MAANDAG 14 OCTOBER. N". 125, De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaiurdag Avond De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN12 October. Men verneemt dal aan den heer J. P. Dozy, officier van gezondheid 3de lil., van liet 0. I. leger, een verlof is toegestaan, om, op 's lands kosten, de voornaamste buitenlandsche inrigtingen voor geneeskunde te bezigtigen. YVij vernemen dat de heer Eduard Beermann, de hier te lande zoo gunstig bekende Duilsche improvisator, in de volgende week ook hier ter slede ée'n of twee séances zal houden. Bij zijn optreden te Amsterdam, Botterdamen andere plaatsen van ons vaderlandir. den loop van het vorige jaar, en laatstelijk nog te Nijmegen, heeft de heer Beermann schit terende blijken gegeven dat hij de noodzakelijke eigenschappen van den improvisator in groote male bezat, waaraan eene zeldzame heerschappij over de taal, eene verbazende vlugheid en tegenwoordigheid van geest zich paarden. Welke onderwerpen hem ook werden opgegeven, hetzij verhevene of ernstige, of wel van lossen vrolijken aard, zij werden door hem in vloeijende verzen behandeld; het scheen dat hij geen tijd noodig had om over die onderwerpen na Ie denken of zijne denkbeelden zatnen te vatten. Men was- verlegen wat men het meest in hem bewonderen moestkracht van voorstelling en vlugge opvatting, of wel zijne onbegrijpelijke vaardig heid in het vinden van maal en rijm. Zelfs werden door hem tooncelmatige voorstellingen, met vier of vijf handelende personen voorgedragenwaarvan de knoop en de ontwikkeling aller aandacht boeiden. Werd 11ij overal bij zijne voordraglcn met geestdrift toegejuicht, wij gelooven dat hij hier met niet minder bijval zal gehoord worden en dat eene eerste kennismaking aan leiding zal geven tot den wenscli om hem bij herhaling te zien optreden. - Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 159 tot 181 personen. De taal- en letterkundige afdeeling van de kon. akademie van weten schappen zal Maandag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden. De heer mr. A. Jongkindt Coninekburgemeester der gemeente Aarlander- veen en lid der prov. staten van Zuidholland, heeft zich tot de tweede kamer der slaten-generaal gewend met een adres, waarin hij de kamer verzoekt hare goedkeuring te hechten aan het aanhangige wetsontwerp tot onteigening van percelen ten behoeve van den spoorweg van I.eyden op Woerden. Daar de adressant reeds vroeger iu eene brochure de belangrijkheid van deze spoor wegverbinding had aangetoond, bewaart hij thans daarover het stilzwijgen, maar hij doel ten duidelijkste de nadeelen uitkomen die eene verwerping der wet, niet alleen voor Haarlem, Leyden en de nijvere Rijnstreek, maar ook voor 's Gravenhage en Schevenirigen na zich zou slepen terwijl zij zelfs voor Gouda, geene voordeelige gevolgen hoegenaamd zou opleveren. Voorts geeft hij een kort overzigl van de adressen waarbij de verwerping van de onteigeningswet wordt verzocht, uit Gouda en 's Gravenhage ingediend, en vestigt het oog op de tegenstrijdigheid der gronden, die daarin worden aangevoerd. Zij bewijzen niet dat die spoorweg niet is een algemeen belang. Twee van die adressen toch betreffen alleen het locaal belang van Gouda, twee wensehen met den adressant de uilvoering der lijn Scheveningen-Woerdenmaar vragen door vreemde wanredenering de verwerping der onteigeningswet, terwijl één geen materieel belang hoe genaamd bespreekt. Op dien grond meent de adressant dat het nut dezer belangrijke spoorwegverbinding, zoo dikwijls reeds aangetoond, onweder- sproken blijft. Door den gemeenteraad van Haarlem is mede een adres bij de tweede kamer der staten generaal ingediend, houdende het verzoek tot goedkeuring van de voorgestelde onleigenings-wetin het belang van den aanleg vaneen spoorweg van Leyden naar Woerden. Door Z. M. den koning der Belgen is bij gelegenheid der tentoonstel ling te Antwerpen, de heer 11 ten Kale, directeur der academie van schoone kunsten te Amsterdam, benoemd tot ridder der Leopoldsorde. Er schijnt thans, zegt het IJbl.werk te zullen worden gemaakt van eene behoorlijke regeling der medische politie. De minister van binnenl. zaken toch heeft het verlangen te kennen gegeven, om, ter voorbereiding van eene wet op de volksgezondheid, te worden ingelicht in welke gemeen ten verordeningen op de publieke vrouwen en huizen van ontucht bestaan en sedert wanneer die in werking zijn, en om tevens een exemplaar dier verordeningen te mogen ontvangen. In eene dezer dagen te Delft gehouden vergadering van den gemeente raad is, bij de behandeling der begrooting, ernstig ter sprake gebragl het «priglcn van een standbeeld voor den beroemden Huig de Groot, op de Groote Markt aldaar, en waarschijnlijk zal daaromtrent later door sommige leden een voorstel worden gedaan. In de IV. R. C. leest men: Dc lste dezer, -was voor den heer J. van den Bergh te Rotterdam, ccne belangrijke feestdag; hij vierde zijn 25jarig kornman- dantschap van de gevangenis voor jeugdige veroordeelden. Na in 1830 als vrijwilliger onder de jagers uitgetrokken te zijn, vverd hij bij zijn terugkeer, in genoemd gesticht als ltlra commies aangesteld en twee jaren later tot kommandant benoemd. Dat hij in die laatste betrekking 25 jaren, in hetzelfde geslicht geplaatst was, mag zeldzaam heetcn. Wij mogen tevens zeggen, dat de heer van den Bergh een man is, allen lof waardig. De staat heeft in hem eenen getrouwen dienaarde ongelukkigenaan zijn bestuur toevertrouwd, eenen goeden verzorger; zelfs velen die het geslicht verlaten en in de wereld vrij terug keerenvergeet hij nietmaar slaat hun met raad en daad, waar hij naar zijn vermogen kan, bij, om hen tot nuttige en gelukkige menschen in de maatschappij te vormen. Men schrijft uit Dordrecht aan de M. C. Zaiurdag II. is de heer B. beëedigd klerk op het kantoor van den ontvanger der directe belastingen, naar het huis van arrest alhier overgebragt, beschuldigd van ontvreemding van eene aanzienlijke som, onder het beheer van den vorigen waarnemenden ontvanger gepleegd. De beklaagde heeft reeds zijne geheele schuld bekend. De zucht tot hel maken van groote verteringen en het voeren van eene kostbare levenswijze, hebben den 21-jarigen jongeling, met wien velen om zijne voorkomendheid en goedhartigheid ingenomen waren, doen vallen, terwijl het onopgemerkt blijven van zijn misdrijf hem steeds verder deed gaan. Men is hier algemeen begaan met zijn lot, te meer omdat de zaak op het punt was geregeld te wordentoen de justitie tusscheu beiden kwam en alle maatregelen, bereids genomen tot dekking van het tekort, verijdelde. Uit Amsterdam meldt men dat bij dr. F. W. B. van Bell, predikant aldaar, dezer dagen is ontvangen een bankbillet groot 1000ter voorziening voor een deel in het te kort dat bij het Ned. zendelinggenootschap bestaat. Naar men verneemt is de tentoonstelling van visscberij-gereedschappen te Amsterdam dezer dagen nog met onderscheiden voorwerpen verrijkt ge worden vooral door eene belangrijke verzameling modellen uit Ierland die op de kunstmatige zalmteelt en de kuslvisscherij betrekking hebben. Men geeft zijne verwondering te kennen dat er onder de bezoekers dezer tentoonstelling weinig visschers van beroep worden opgemerkt. Te Alkmaar is op den 8stcn dezer, den dag waarop gewoonlijk het ontzet dier slad feestelijk wordt herdacht, eene tentoonstelling geopend van voorwerpen betreffende de gebeurtenissen in Holland enz.gedurende den strijd tegen Spanje van 1570 lot 1578. De heer dr. 3. J. de Gelder hield daarbij eene toepasselijke rede. De catalogus der ingezonden voorwerpen beslaat uit 411 nommers. Het IFeekblad v. Haarlemmermeer deelt als bijzonderheid mede dat op 26 Sept. op de boerderij de Woerd, van den heer Wisboom een drie jarige Eugclsche volbloed ram (Lincolshire ras) is geslagtwelke de bui tengewone zwaarte had van 204 halve Ned. S aan vleesch en vet, terwijl bovendien het gewigt aan afval, kop en vacht 32 halve ned. ffi bedroeg. Van Texel meldt men het volgende: Het Schiedammer vocht had bijna weder een slagtoffer gemaakt. Een schippersknecht stak in een beschon ken toestand met de sloep van den wal naar zijn schip, dat een eind op zee ten anker lag; ten gevolge nu van zijn toestand roeide hij het schip mis en geraakte al meer en meer van zijn doel verwijderd, tot dat hem eindelijk afgelobt de slaap overviel. Rustig bragt hij den nacht in het ranke schuitje door, tol dal hij eindelijk in den morgenstond ontwaakte en zich tot zijn groólen schrik midden in de gevaarlijke branding der Eijerland- sclie gronden bevond, wcrwaarts hij door den sterken stroom was heen ge dreven. Het geluk wilde echter dat hij, niet zonder inspanning, na één nacht op zee gezworven te hebbenweder behouden aan wal slapte. Het kamerarrest zonder accès van den majoor der rijdende artillerie Tindalvolgens sententie van het hoog militair geregtshof, ter zake van het tweegevecht met den majoor Spandaw, is reeds te Arnhem ingetreden en wordt met de meeste stiptheid gehandhaafd, zelfs zoo, dat aan een lid van een der aanzienlijkste familiën des rijks, die hem trachtte te bezoeken zulks in beleefde termen werd ontzegd. Hbl De inwoners van Neder-Hemert hebben den burgemeester dier gemeente, baron van Nagell, een canapé ten geschenke aangeboden, als blijk van erkentelijkheid wegens zijn verdienstelijk gedrag tijdens den watersnood. Aan het armbestuur der herv. gemeente te Zwolle is door jonkvrouwe O. B. Feilh een legaat gemaakt van ƒ1000. Door de herv. gemeente te Doorn is mede een legaat ontvangen van ƒ500, van wijlen jhr. A. C. W. Munter, en door die van Soest een van ƒ100, van wijlen W. Veldhuizen, in leven landbouwer aldaar. Te Assen bevinden zich twee Israëlieten uit Hebron, bij Bethlehem, om voor hunne geloofsgenootendie door den inval der Druzen zooveel ge leden hebben, eene inzameling te doen. Te Groningen had op den 10de" dezer in de groote gehoorzaal van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 1