De vergadering van heden is geheel gewijd geweest aan de behandeling
van het ontwerp-reglement voor het hoogheemraadschap van den Zwijndrecht-
schen Waard, welk reglement, behoudens enkele wijzigingen, met alge-
uieene stemmen is aangenomen.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Woensdag 10 Julij.
In deze zitting zijn voortgezet de beraadslagingen over de wet betref
fende de nationale militie.
Over art. 18, houdende de bepaling dat jaarlijks alle mannelijke ingeze
tenen die op 1 Jan. van het jaar hun 19de jaar zijn ingetreden voor de
militie worden ingeschrevenbenevens opgave wie voor ingezeten wordt ge
houden, voerde de heer van Znylen van Nyevelt het woord. Hij wilde we
ten wat met het woord ingezetenen bedoeld werd, in verband met het
begrip daaromtrent ten opzigte van vreemdelingen, en de op dezen al of
niet rustende dienslpligtigheid hier te lande. Volgde men hel hier gegeven
voorschrift, dan vreesde hij dat daaruit moeijelijkheden met vreemde staten
zouden kunnen ontstaan. Dien ten gevolge stelde hij voor bij art. 20 de
volgende bepaling te voegen: »De ingezeten, geen Nederlander zijnde, die,
ten gevolge van internationale verdragenof bij maatregel van algemeen be
stuur, gegrond op een beginsel van wederkeerigheid, door ons is vrijgesteld."
De heer Wintgens stelde met betrekking tot deze quaestie voor om bjj
art. 18 het volgende te voegen: «Voor ingezeten wordt niet gehouden de
vreemdeling, behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de
verpligie krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienslplig
tigheid het beginsel der wederkeerigheid is aangenomen." De heer van Zuy-
len stemde met dit voorstel in en gaf te kennen dat hij zijn amendement
op art. 20 introkbijaldien het werd aangenomen. Na eenige beraadslaging
werd het laatstgenoemde amendement met 41 tegen 21 stemmen er, het dus
gewijzigde art. met 48 tegen 14 stemmen aangenomen.
Artt. 19—29 werden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De algemeene beraadslagingen over hoofdst. IV, van de lotelingen, werd,
nadat de minister van binnen), zakenten einde aan geopperde bezwaren te
gemoet te komen, had voorgesteld drie nieuwe artikelen achter art. 36 en
één achter art. 40 te voegen, uitgesteld.
Van hoofdst. V, van vrijstelling van de dienst, werden artt. 44 met 34 te
gen 20 stemmen aangenomen. De vereischle maat voor de lotelingen blijft
dus op 1.56 el vastgesteld. Artt. 45 en 46 werden zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
In deze zitting zijn ingekomen twee wets-ontwerpenhet eene strekkende
tot goedkeuring var. eenige artikelen van het te Hanover gesloten verdrag tot
afkoop van den Stader tol, en het andere tot verhooging van hoofdstuk WA
der staatsbegrooting voor 1861betreffende dit onderwerp.
Zitting van Donderdag 11 Julij.
In deze zitting zijn de beraadslagingen over bovengenoemd ontwerp voort
gezet. Art. 47 (in welke gevallen vrijstelling wegens broederdienst wordt
verleend) is aangenomen met eene wijziging, waardoor de broeder ook vrij
is indien de andere broeder een plaatsvervanger heeft gesteld die gedurende
4 jaren bij de zeemilitie heeft gediendop wel een die na 3-jarige dienst
wegens ziekte of gebreken, niet door de dienst bekomen, is ontslagen.
Artt. 48—51 zijn onveranderd aangenomen. Daarna zijn de beraadslagingen
geopend over hoofdst. IV (van de loting). De heer ïhorbecke heeft eenige
bezwaren geoppert tegen sommige der voorgestelde bepalingen, en daarop
een amendement voorgedragen. De zitting duurt voort.
HAARLEM, 10 Julij.
Gisteren is de 84s,c algemeene vergadering van de Nederl. maatschappij
ter bevordering van nijverheid in de Waalsche kerk alhier geopend. De
voorzitter, dr. G. Simons, heeft in de door hem bij die gelegenheid uitge
sproken rede, nadat hij de afgevaardigden had verwelkomd, de aandacht
gevestigd op de algemeene nationale tentoonstelling van nijverheid, tot
stand gebragt onder 's konings goedvinden en geopend door den prins van
Oranje als eerevoorzitter der commissie, onder mededeelingdat Z. K. H.
de blijde toezegging heeft gedaan later de eereblijken te zullen uitreiken,
door de jury aan de inzenders toegekend. Daarna heeft hij de nijveren in
den lande gehuldigddie aan de oproeping der maatschappij gehoor hebben
verleend en geene moeite en kosten gespaard om door de inzending van
voorwerpen ter tentoonstelling te tooner. wat Nederland kan voortbrengen,
en den dank der maatschappij toegebragt aan de deskundigenaan wie
onder 's konings hooge goedkeurig de beoordeeling der gezondene voorwer
pen is opgedragen. Van de ondersteuning gewagende, welke der maatschappij
van zoovele zijden is te beurt gevallenheeft de voorziter gezegd vooral
niet Ie mogen zwijgen van de uitstekende dienstenwelke zijn bewezen door
zoovele geachte ingezetenen van Haarlemdie in verschillende sub-commissiën
verdeeld eene moeijelijke taak op zich namen en tot heden gelukkig vol
voerden en zonder welker krachtige hulp de onderneming der tentoonstel
ling niet lot stand had kunnen komen. De voorzitter vertrouwt, dat die
hulp de commissie zal bijblijven, waardoor de onderneming, zoo goed be
gonnen ook alleen tot een goed einde zal kunnen worden gebragt.
Overgaande tot den algemeenen toestand der maatschappijdeelde de
voorzitter mede, dat het getal leden van het dep. Haarlem, met 140 ver
meerderd, lot 240 is geklommen, terwijl ook in de overige departementen
de vermeerdering aanzienlijk mag worden genoemd, waar tegenover een
verlies staat van slechts 9 leden. Nieuwe departementen waren opgerigt te
Delfshaven, Pttrmerend, Helmond, Sneek en Maastricht met een gezament-
lijk aantal van ruim 200 leden. De maatschappij lelt thans 34 leden-dona
teurs en in het geheel 2272 leden, zijnde 456 meer dan tijdens de laatste
algemeene vergadering.
Nadat de voorzitter de vergadering geopend had verklaard, werden de
werkzaamheden aangevangen.
In de eerste zitting der algemeene vergadering, op gisteren gehouden,
waren 33 departementen door een 60-tal afgevaardigden vertegenwoordigd.
In het verslag der verrigtingen van directeuren is medegedeeld een adres,
dat door het hoofdbestuur aan de regering is gezonden om aan te
dringen op eene regeling van den arbeid van kinderen in de fabriekennaar
aanleiding van een door de vorige vergadering genomen besluit. Voorts
werd medegedeeld, dat directeuren van Z. Exc. den minister van
zaken de uitnoodiging hebben ontvangen om twee leden op te geven»
de commissie, aan welke de belangen der Nederl. nijverheid bij de au'
staande wereldtentoonstelling te Londen zal worden opgedragenen twté
candidaten tot de keuze van een president dezer commissie, welke k™>.
door de hooge regering zal gedaan worden. Tot leden der commissie
door directeuren benoemd de hh. prof. E. H. von Baumhauer te
dam en J. W. L. van Oordt te Rotterdam, terwijl de hh. jhr. W. G
de Poll en C. T. van Meurs zijn opgegeven als candidaten tot de benoeming
van een president. Directeuren hebben aan de regering voorgesteld eene
speciale commissie te benoemen om de zaken te Londen zelf vóór en »e
durende de tentoonstelling te regelen.
Met groote toejuiching is een voorstel aangenomen om het verslag ta,
directeuren wegens de ingekomen bezwaren tegen de patentbelasting in je
handelingen der maatschappij op te nemen en verder voor het publiek ver
krijgbaar te stellen. Ook is naar aanleiding van genoemd verslag besloten
een adres lot afschaffing of wijziging der patentbelasting aan de regering té
rigten. De vergadering heeft ook besloten tot algemeene bevordering yS1
het industrieel onderwijs, bij de verschillende gemeentebesturen, waar der
gelijke scholen niet beslaan, krachtig tot het oprigten daarvan aan te drin-
gen. Van de ingezonden antwoorden en stukken ter beoordeeling is er geei
der bekrooning waardig gekeurd.
Naar men verneemt, zegt de H. C., is bij de commissie voor de nij-
verheids-tentoonstelling het berigt ontvangen, dat Z. M. de koning rooi.
nemens is dezelve op aanst. Zalurdag met een bezoek te vereeren. Die
tentoonstelling is gisteren en hedenop welke dagen de toegangsprijs op
was gesteld, door 813 en 1316 personen bezocht, de afgevaardigden en de
leden der maatschappij niet medegerekend.
De gemeenteraad heeft met 12 tegen 5 stemmen besloten de Kleine
Houtpoort niet te doen afbreken.
BUITENLANDSCHE BER1GTEN.
ENGELAND.
LONDEN, 9 Julij.
Vrijdag jl. heeft eene deputatie van den Londenschen handelsstand ziel
bij den kanselier der schatkist vervoegd, om te verzoeken dat de tweede
maandelijksche brievenverzending tusschen Calcutta, Singapore en China,
welke door de Britsche post-administralie thans is geslaakt, in het belang
van handel en nijverheid hervat zou worden. De minister opperde beden
kingen daartegen; hij heeft evenwel het verzoek niet bepaald afgeslagen,
maar verlangd met de adressanten in nader overleg te treden.
De beschadigde goederen, zoo als smeer, gember enz., die uit de lei
ders der afgebrande magazijnen aan de London-brug te voorschijn komen,
worden ten voordeele van de nagelatene betrekkingen van de slagtoffer!
van de ramp en van de werklieden, die buiten bestaan geraakt zijn, ver
kocht en brengen vier en vijfmaal de waardesoms zelfs fabelachtig hooge
prijzenop.
De brand was Zondag 11. nog niet volkomen gebluscht. In het geheel
zijn er 29 groote pakhuizen, die langs de rivier eene lengte besloegen vu
1000 voeten, afgebrand.
Men heeft hier het berigt ontvangen dat de brik North Starin het
gezigt van Canton, door zeeroovers is geplunderd.
Zaturdag heeft Blondin in het glazenpaleis, ten aanschouwe van 13,80!
bezoekersweder verscheidene ijzingwekkende kunslverrigtinger. volvoert
Onder anderen liep hij op stelten over het touw.
De Indische regering, alzoo schrijft de correspondent van den Tiirn
te Calcuttaheeft dezer dagen eenige stukken openbaar gemaakt betreffende
den dood van Adolf Schlaginlweitden natuuronderzoeker die in 1857 ver
trok om zijne studiën in Chineesch Tarlarye voort te zetten, en zich voor
gesteld had Kokand te bereiken. De hoofdinhoud dier stukken komt op hel
volgende neder. De bedienden van Schlagintweit, Mura'. en Abdulla, zijn in
1859 te Lahora aangekomende eerstgenoemde bragt een hoofdschedel mede,
volgens zijn zeggen die van zijnen meester. Te gelijker tijd ontving mei
te Peshamur een brief uit Kokand, waarin Mohamid-Amineerste bediende
van Schlagintweit, het beweren van den bovengenoemden bevestigde. Schla
gintweit was zonder tegenspoed van Sugeit te Yarkand, op de grenzen vai
Chineesch Tarlarye, gekomen. Aldaar werd hij goed ontvangen, maar daar
die stad werd bedreigd door de Chinesche troependie reeds eene overwin
ning hadden behaald op de troepen van Kokand, vertrok hij naar Kashgar,
dat door den hoofdman Wali-Khan op de Chinezen was veroverd. Op kor
ten afstand van die plaats genaderdzond Schlagintweit zijn bediende
Mohamid-Amin, om genoemden hoofdman keurige zijden stoffen enz. als eea
geschenk aan te bieden. Naauwelijks was die bediende teruggekeerd of eea
officier van Wali-Khan kwam een inventaris opmaken van al hetgeen Je
reiziger bezat, en eischte hem zijne wapenen af. Schlagintweit protesteerde
hier tegen en begaf zich naar de verblijfplaats van den hoofdman, ten einde
zich over deze handelwijze te beklagen. Deze ondervroeg hem nopens zijne
plannen, waarop hij te kennen gaf dat hij door de O. I. compagnie was
uitgezonden en op reis was naar Kokand. Schlagintweit werd in weêrwil
dezer verklaring aangehouden en onthoofd, terwijl zijne bedienden als slaven
verkocht werden. Twee der laatsten hebben zich door de vlugl weten !t
redden. Een van henMohamid-Amin, werd vrijgelaten. Het is te bejammeren
dat Schlagintweit juist te Kashgar kwam op het oogenblik dat de Chinezen
wanhopige pogingen in het werk stelden om deze plaats te heroveren, het
geen de oorzaak was dat alle vreemdelingen in verdenking waren. Zijn
dood doet zien dat de vreedzame reiziger te midden dier woeste bevolking
aan talrijke gevaren is blootgesteld. Onder de Engelsche officieren zijn er
echter, die zich daardoor niet laten afschrikken; kapitein Pelly, van het
leger van Bombay, heeft dezer dagen weder eene hoogst moejjelijke ontdek-
kings-reis ondernomen.