leydsche
courant.
1801.
WOENSDAG 3 APRIL
N". 401V
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaiurdag Avond.
A
Y-a.
U J
De Prijs der Courant is f 12 i?i het jaar
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 2 April.
Te Voorscholen had gisteren, legen een klein entrée ten voordeele van
de algemeene armen der gemeente, tentoonstelling plaats van voorwerpen,
door de sub-commissiè ontvangen, voor de algemeene verloting ten behoeve
van de noodlijdenden door den watersnood. Onder vele andere fraaije
voorwerpen, vooral dames-handwerken, prijkte een prijs door der. heer
j. M. van Kempen te Voorscholen ingezonden. Het bestaat uit een zwaar
verguld zilveren drinkbekerin den renaissance stijl (tijdvak Prins Wil
lem I), bewerkt. Tol randschrift draagt de beker, in blaauw email
golhische letters ingedrevenhet derde couplet van het Wilhelmus van
Nassouwcn:
Lydt U myn ondersaelen
Die oprecht zyn van aert
Godt sal U niet verlaëlen
Al syt ghy nu bezwaert.
Die vroom begeert te leven
Bidt Godt nacht ende dagh
Dat lly my cracht wil geven
Dat ick helpen magh.
Op den voel is gegraveerd: Koninklijk besluit van 19 Januarij 1861. n°. 47.
üe Staats Courant bevat eenen staal van nalatenschappen van manschap
pen, behoord hebbende lot de landmagt in Ned. Ir.dië, waarvan de saldo's
door de regthebbenden bij het dep. van koloniën kunnen ingevorderd wor
den. Daaronder komen voor, van personen alhier geboren of gewoond
hebbende, die van C. F. Schretlen 65.77 (met familie-papieren); L. C.
Goosen 16.90;en W. P. Verbeek 14.12.
De afleveringen van Petcrmann's Mittheilungendie w(j hebben aan
te kondigen, de twee laatste voor 1860 en de twee eerste voor 1861, be
vatten o. a. een uitvoerig opstel van den majoor Emil von Sydowover den
stand van de cartographie der verschillende landen van Europaeen opstel
waaraan een deel der llde en het grootste gedeelte der 12deaflev. voor 1860
gewijd is, en dat van eene gekleurde kaart des zuidelijken deels van Zwe
den vergezeld gaat; het verhaal eener reizc langs de kusten der Somalen
(hel Barbaria der oude aardrijkskundigen) in den jare 1857, door den rei
ziger zeiven, Th. von Ileuglin, medegedeeld en toegelicht door eene uit
slaande kaart, waarop die kusten, alsmede de golf van Aden zijn voorge
steld; herigtcn en nadere berigten aangaande dr. Eduard Vogel, van welke
gene door dr. A. D. Mordtmanu, te Konstanlinopelverstrekt zijn en doen
zien, hoe weinig men er op moet rekenen van inlanders iets zekers omtrent
het lot van den reiziger te zullen vernemen; deze ontleend zijn aan eenen brief
van dr. R. Hermann (onlangs van eene reize naar de Nijl-landen terugge
keerd), aan den vader van Vogel geschreven en eenige, hoezeer dan ook
flaauwe, hoop geven, dal Eduard Vogel nog in leven is; mededeeliugen
omtrent den dood van dr. itoscher, volgens verklaringen, door Raschid,
overgebleven bediende van Roscher en broeder van den met dezen vermoor
den Omar aan het Engelsche consulaat te Zanzibar afgelegdeen berigt
betreffende de Amerikaansche, in Julij des vorigen jaars aangevangen, ex
peditie naar den Noordpool, eene onderneming, die geheel uit bijdragen van
particulieren is lot stand gehragl; een opstel over de metingen der Engel-
schen in Kaschmir en den hoogsten berg der aarde op een na, voorzien van
een tusschen den tekst ingevoegd kaartje; eene beschrijving van den Kiut-
schindjunga en het tot den staal Sikkim behoorende deel van hel Himalaya-
gebergle, met eene kaart van Sikkim en het oostelijk gedeelte van Nepal;
Th. von lleuglin's onderzoekingen omtrent de fauna van de Roode zee en
de kusten der Somalenmet eene systematische opgave der zoogdieren en
vogels, wplke in die streken lot heden zijn waargenomen; eene beschrijving
en kaart van Queensland, vroeger een deel van Nieuw-Zuid-Wales, sedert
1859 eene zelfstandige Engelsche kolonie; eene verhandeling over de physi-
sche aardrijkskunde der Noordpool-streken, bewerkt naar een geschrift van
den Zweedschen natuuronderzoeker Otto Torell; eene van eene kaart bege
leide bijdrage tot de kennis der Vili- of Fiji-eilanden in den grooten oceaan
van welke het prolectoraat door koning Thakombati aan de Engelsche kroon
is aangebodenmededeelingeu omtrent Th. von lleuglin's expeditie naar de
binnenlanden van Afrika, eene onderneming, welke voortdurend veel deel
neming ondervindt en waarvoor men op 1 Febr. 11. eene som van ruim
13,000 thlr. had bijeen gezameld. Voorts vindt men nog in de hier aange
kondigde afleveringen, behalve verscheidene andere bijdragen, necrologie
voor 1860, bibliographische overzigten van werken en kaarten, die in hel
derde en vierde viercndeeljaars van 1860 het licht hebben gezien, verslagen
van nieuw uitgekomen geschriften en kaarten.
Na de mededeeling, vervat in de Slaats-Courant van 7 Maart jl.om
trent de opbrengst der algemeene collecte ten behoeve der noodlijdenden
door den watersnood, op 19 Febr. 1861 gedaan, zijn bij het dep. van
binuenl. zaken nadere opgaven deswege ontvangen van later bekend gewor
den bijdragen in de collecte, en van de opbrengst van te geld gemaakte
vreemde, oude en niet gangbare muntspeciën en coupons, en andere in
nalura ontvangen voorwerpen, gelijk mede van het hij die te-gelden-inaking
geleden verlies op enkele dier voorwerpenwaarvan eene geraamde waarde
in de vroegere opgaaf was begrepen.
Blijkens de laatst ontvangen opgaven, is de opbrengst als volgt: bijdra
gen van de leden van het vorstelijk geslacht, als vroeger 68.000.00
voorts in de provinciën: Noordbrabant ƒ38.724.27, Gelderland 76,238.02;,
Zuidholland 192,293.96;Noordholland ƒ167,346.61, Zeeland ƒ27,588.97,
Utrecht ƒ56,031 28j, Friesland ƒ47,533.10, Overijssel ƒ32,772.04, Gronin
gen 37,719 55;, Drenthe 13,342.82;, Limburg 14,512.73. Wijders
is bij voormeld departement regtstreeks ontvangen om bij de opbrengst
der algemeene collecte te worden gevoegd de som van ƒ2,660.99, dus te
zamen 774,975.26;.
Daarvan is echter niet voor de noodlijdenden in het algemeen, maar met
bepaalde bestemmingen gegeven 518.94;, zoodat de collecte voor de nood
lijdenden in het algemeen heeft opgebragt 774,456.33. ,De nadere op
gaaf bedraagt minder dan de vroegere voor Zeeland, Friesland en Overijssel.
Dit is het gevolg van geleden verliezen op het te gelde maken van vreemde
muntspeciën en vreemd papier, en daarvan, dat onder de vroegere opgaaf,
door sommige gemeentebesturen, verkeerdelijk enkele posten waren begre
pen, die, even als vele andere giften, reeds vóór de collecte ontvangen en
als zoodanig bekend gemaakt waren.
Met leedwezenzegt de II. C.bevestigen wij thans de reeds vóór
eenige dagen verspreide treurmare van het overlijden van den hoogleeraar
mr. A. C. Holtius, sinds 30 jaren geëerd als de roem der juridische facul
teit van onze hoogeschoolen die in vroeger tijd het athenaeum te Deven
ter, later Groningen en Leuven, tot sieraad strekte; een man uitstekend
door de zeldzame vereeniging van praktijk en theorie, in de administrative
zoowel als wetenschappelijke loopbaan verkregen; wiens helder en scherp
vernuft met een verwonderlijke juistheid en keurigheid van uitdrukking,
met een staal geheugen en eën schal van even veelzijdige, als grondige
kennis gepaard ging. Afkeerig van alles wal naar uiterlijken schijn en
oppervlakkigheid zweemde, was Holtius geen veelschrijver; maar de wer
ken die hij ons geschonken heeften die welke door de zorg van anderen
eerlang het licht zullen zien, verzekeren hem een onvergankelijke)) naam,
onafscheidelijk van dien der groote rcgtsgeleerdenwelke Nederland heeft
voorlgebragt.
Te Burg op Texel is dezer dagen, bij het dempen eener gracht, een
gedeelte van een groote doopvont opgegraven. Daaraan is een zonderling
beeld gehecht. Een soort van helm omgeeft den geheelen kop, de oorgaten
slaan zeer hoog, het gelaat is ongedekt, de kop laat fiks de tanden zien.
Deze doopvont zelf kan wel 1; amst. el wijd zijn geweest bij eene diepte
van 1 el.
Te Arnhem had Vrijdag II. zekere mevr. R. het ongelukbij het op
schuiven van een raam, van de vierde verdieping harer woning op de plaats
neder te storten. Gelukkig is zij met eene ligte verwonding aan de heup
vrijgekomen.
In genoemde stad is door de justitie een boer aangehouden, die holer ter
markt had gebragt met meel, stijfsel en andere zelfstandigheden vervalscht.
Uit Leeuwarden schrijft men het volgende: Velen zullen zich herin
neren dat twee jaren geleden in de omstreken van Haulerwijk eene meid,
van haar gouden oorijzer en andere voorwerpen van waarde beroofdaan
den weg vermoord is gevondenwaarvan de daderofschoon sterke ver
moedens tegen zekeren persoon bestonden, niet is ontdekt geworden. Niet
lang daarna is die persoon wegens eene andere misdaad tot 7 jaren tucht
huisstraf veroordeeld, en thans schijnen de vroegere vermoedens tot genoeg
zame rijpheid te zijn gekomen, om eene instructie aangaande den moord
tegen hem aan te vangen. Te dien einde is hij uit de strafgevangenis al
hier naar Heerenvcen overgebragt.
Te Simpelveld (Limburg) is dezer dagen eene moeder met twee harer
kinderenna het gebruik van brood en kofifijplotseling ongesteld gewor
den. Een der kinderen is zelfs spoedig overleden. Een ingesteld onderzoek
heeft nog niet aan het licht gebragt of hier aan vergiftiging dan wel aan
eene andere oorzaak moet gedacht worden.
Uit Paramaribo meldt men van 23 Februarij het volgende: Wij zijn
in de gelegenheid gesteld mede te deelen dal ter voortzetting van de, ten
gevolge van het overlijden van den commissaris des konings mr. L. Meiman
l«i gestaakte werkzaamheden betreffende de invoering eener nieuwe wetgeving