LEYDSCHE COURANT. 1861. N". 22. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zalurdag Avond. WOENSDAG 20 FEBRUARIJ. De l'rijs der Courant is ƒ12 in het jaar) de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BljVNENLANDSCIlE BBRIGTEN. LEYDEN 19 Februarij. Ter viering van den 44en verjaardag van Z. M. den koning waren heden van de openbare gebouwen en van een groot aantal particuliere woningen i vlaggen uitgestoken. Op den middag hield de bezetting eene luisterrijke parade op het Ruïne plein, waarbij de dienstd. schutterij door het corps j officieren en door dat der onderofficieren werd vertegenwoordigd. De op heden gehouden algcmeene collecte aan de huizen der ingezete nen, tot leniging der rampen door den watersnood veroorzaakt, heeft, na aftrek van onvermijdelijke kosten, zuiver opgebragt de aanzienlijke som van llSS^-SO5waaronder 15.26 van de gezamenlijke weezen. Te Soeterwoude was de opbrengst dezer algemeene collecte mede zeer aanzienlijk, t. w. 1765.24. Te Leyderdorp heeft die collecte 225.opgebragt; op 14 dezer was echter in die gemeente reeds 250.voor dat doel ingezameld. Bij kon. besluit van 19 Febr. zijn door Z. M. o. a. benoemd tot ridders der orde van den Nederl. Leeuw de lib. mp. D. Tieboel Siegenbeek, vice- president der commissie van administratie over de gevangenissen alhier; G. C. B. Suringar', hoogl. in de geneeskundige faculteit, en C. G. Cobet lioogl. in de faculteit der wijsbegeerte en letteren aan onze hoogeschool. Een plotselinge dood heeft aan onze gemeente eenen man ontrukt, wiens verlies algemeen diep gevoeld en betreurd wordt. Is het noodig den naam van mr. Lodewijk Caspar I.uzac Ie noemen? Een benijdenswaardig man in vele opzigten, een man, bij wien de aristocratie van den geest ge lijken tred hield met de aristocratie der geboorte. Zoo iemand dan was hij de man, die op den naam van integer vitae, scelcrisque purus aanspraak kon maken. Een zachte, kalme dood bekroonde zijn welbesteed leven. Luzac was steeds in den waren, in den edelsten zin des woords, de man van het volk geweest. In woord en daad was hij een onvermoeid kampvechter voor het algemeene welzijn. Het is overbodig er bij te voegen, dat hij er voor leed. Een man van karakter, die, tegen het algemeen vooroordeel in, gelijk durft hebben, ontgaat hel martelaarschap niet. Maar daarvoor wordt dan ook de avond des levens van den standvastigen manvan den man die alleen aan de slem van pligt en overtuiging gehoor geeft, door de glorie der algemeene achting verhelderd, welke aan den veranderlijken hoveling der volksgunst nimmer te beurt valt. De herinnering aan zulk een' man daalt niet met hem ten grave. En zij die het voorregt hebben dezen schoonen naam te voerenzullen niet verge len welke pligten hij hun oplegt. Hel oude noblesse oblige is gecne zinle dige spreuk. Hij die liet crediel van een ouden, aanzienlijken en geachten naam erft, moet zich duhbel verpligt gevoelen dat crediet te verdienen en eraan te beantwoorden. Deze nalatenschap van hem, die vol van jaren en eer in het graf daalt mag niet teruggewezen worden. Binnen weinige dagen zal de aarde zich over het laatste overblijfsel van dezen veteraan, die zoo lang en volhardend in den strijd des levens voor cene edele zaak kampte, gesloten hebben. Maar menigeen zal nog, najaren, gedenken aan dezen man van weldadigheiddie zoo veel deed en zoo weinig van het goed, dat hij deed, liet blijken. Den regtvaardigen volgen zijne werken, doch hetgeen hij gewrocht heeft vergaat niet met hem. En gelijk bloemen uit een graf spruitenwerkt het voorbeeld van den deugdzamen nog na zijn verscheiden, ter navolging zijner deugden voort. De koning heeft aan den heer F. W. de Virieu, voorzitter der districts commissie van de watersnoodlijdenden te Zalt-Bommelals een aandenken aan zijn bezoek var. de watersnoodlijdenden aldaar, zijn photographisch portret geschonken, met het onderschrift: 25 Januarij 1861 en 'skonings naamteekeningdoor Z. M. zelve daarbij geschreven. Naar aanleiding van de uitkomsten der jongste volkstelling, wordt het getal der notarissen in de provincie Zuidholland met 15 vermeerderd, en wel in het arrondissement 'sGravenhage me! 3, in dat van Leyden met 1, in dat van Rotterdam met 6, in dat van Dordrecht met 2, in dat van Gorinchem met 2, in dat van Brielle met 1. Aan de miliciens der ligtiug van 1856 zullen op 15 Mei aanst. hunne paspoorten uitgereikt worden. Naar mer. van eene goed onderrigte zijde verneemt, hebben HIIMM. de koning en de koningin, de koningin-weduwe, 1111. KK. Hll. de prins van Oranje, prins en prinses Hendrik, prins en prinses Frederik, de hertog B. van Saksen-Weimar en de hertogin Anna, sedert het begin van den watersnood, op verschillende wjjze, zoo door het verstrekken van levens middelen het doen aankoopen en verzenden van kleedingstukken en het doen van giften zóó mildelijk bijgedragen om den nood le lenigendat het geldelijk bedrag daarvan moegelijk meer te berekenen is. Wij vermeenen, na eenige inlichtingen, gerustelijk te durven verklaren, dat de sommen, die alleen Z. M. de koning en Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden voor de hulpbehoevenden hebben verstrekt, bereids zeer verre overschrijden het bedrag, dat hier en daar in de dagbladen vermeld of bij het publiek be kend geworden is. (Ubl.) De Staats-Cour. bevat een overzigt van de opbrengst van 's lands mid delen over de maand Januarij van 1861, waaruit blijkt, dat die bedra gen heeft 4,275,954.49J, zijnde ƒ180,190.41J minder dan in 1860. De raad van bestuur van het kon. instituut van ingenieurs, in de over tuiging, dat, welke verbeteringen onze waterstroomen ook mogten onder gaan, menschelijkc krachten zullen te kort schieten om in het vervolg over- slroomingen le voorkomenheeft eene prijsvraag uitgeschrevenwaarbij verlangd wordt een ontwerp van een stelsel van vluglheuvels, hoofdzakelijk geschikt voor de lage landen langs onze hoofdrivierenbevattende tevens de beschrijving en begrooting van eenen vlngtheuvel met btjhehoorende inrigtin- gen, geschikt lot berging van menschenvee en goederen bij overstroomin gen, en zulks voor gemeenten of dorpen van 500 tot 3000 inwoners. De antwoorden moeten voor of op 1 JuliJ ingezonden worden. In de vorige week zijn uit Delft vertrokken de hh. Keurenaer, direc teur der kon. akademie, en Storm Buysing, hoogleeraar in de waterbouw kunde aan gemelde akademie en hoofdingenieur van den waterstaat, verge zeld door al de studenten, ingenieurs van het laatste studiejaar, ten einde per stoomboot een rivierlogt te ondernemen ter bezigtiging der doorbraken, zoo in den Bommelerwaard als die laatstelijk te Leeuwen heeft plaats ge had. Men verzekert, dat het wetenschappelijk doel van dezen togt is zich op het terrein zelf hekend te maken met al die hulpmiddelen en maatrege len, die den toekomenden ingenieur kunnen te pas komen ter bescherming en tot behoud van dijken. De li'insch. Cour. deelt mede dat dezer dagen le Dragten de hulp van een geneesheer werd ingeroepen bij een 14-jarig meisje, dat aan eene vreemdsoortige ziekte scheen te lijden. De verschijnselen der ziekte, in verband met de uitdrukkingen der ouders (vader en stiefmoeder), wekten den argwaan des doctors, die daarop van zijne bevinding aan den burge meester kennis gaf. Zaturdag morgen werd het meisje, dat in bewusteloo- zen toestand en gedeeltelijk verstijfd was, uit de woning harer ouders weg gevoerd en in het armenhuis overgebragtwaar zij den volgenden avond reeds overleed. Er rust een sterk vermoeden op de ouders, dat zij vergift, hetwelk zij bij een apotheker hadden gekocht, aan het kind hebben toe gediend. Het voorloopig onderzoek, door de justitie ingesteld, schijnt dit vermoeden geenszins te hebben opgeheven. Omtrent de zaak van zekeren Polderman, te S'. Laurens (Zeeland) ge vangen genomen onder verdenking zijne vrouw te hebben vermoord, wordt medegedeeld dal men in cene schuur onder eene karnton sporen van versch ontgraven aarde en spoedig daarop het lijk heeft ontdekt. Polderman moet daardoor tol de bekentenis zijner misdaad gebragt zijn. Men zegt. dat hij zijne vrouw met een zoogenaamden vuurlepel de hersenen heeft ingeslagen en onder de kussens gesmoord; daarna zou hij het lijk in eenen negen voet diepen put in de schuur begraven hebben. Men wil, dat de vrouw toen zij begraven is geworden nog zou geleefd hebben terwijl voorts allerlei vreesselijke bijomstandigheden verhaald worden, waarvan de waarheid later blijken zal. Naar men uit 's Hertogenbosch meldt zijn de koopman Cordeweener en de steendrukker Demeline, die als betrokken in de bekende zaak der ridderorden waren gevangen genomenweder op vrije voelen gesteld. Voorts meldt men nog van daar dat de ongelukkige, die bij den togt naar het Maas- en Waalsehe op eene stoomboot door een geweerschot in het been werd gewond, aan de gevolgen der verwonding is overleden. De onvoor- zigtige dader heeft zich zeiven bij de justitie bekend gemaakt. 'sGRAVENHAGE, 19 Februarij. Door Z. M. is bij besluit van 19 dezer de heer mr. J. S. Lotsy, minister van marine, benoemd tol ridder grootkruis der orde van den Nederl. Leeuw. Voorts zijn benoemd tot ridders van die orde de hh. B. J. Mulsaers, lid van ged. staten van Noordbrabant te Tilburg; mr. J. C. R. van der Bilt, lid van gedep. stalen van Zeeland te Goes; A. Perk, lid van de prov. sla- ten van Noordholland le Hilversum; W. C. A. Staring, referendaris bij het dep. van binnen], zaken te 'sGravenhage; C. J. Bollen, hoofdingenieur van den waterstaat te Leeuwarden, J. J. A. Waldorp, ingenieur van den wa terstaat te 'sGravenhage; mr. B. C. Cau, te Zierikzee; P. Harling, hoogl. le Utrecht; W. Muurling, hoogl. te Groningen; dr. J. H. Kroon, inspec teur van het lager onderwijs in Gelderland, te Zutphen; dr. R. C. Bakhui zen van den Brink, archivaris van het rijk, te 'sGravenhage; C. G. Wil- huys, te 'sGravenhage; dr. J. P. Heije, te Amsterdam; J. W. Schlimmer, directeur van Ned. Meltray op Rijsselt bij Zutphen; dr. J, B. Molewaler,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 1