LEYDSCHE
COURANT.
1861.
N. 10.
WOENSDAG 6 FEBRUAR1J.
De Courant wordt MaandagtVoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar f
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 5 Februarij.
Vrijdag aanst. des middags ten 12 ure zal de hoogleeraar mr. J. de Wal, 1
met het houden eener plegtige redevoering in de groole gehoorzaal der aka-
deroie, de betrekking van rector magnificus der hoogeschool aan zijnen op
volger, den hoogleeraar A. Kuenen, overdragen.
jyien verneemt dat de hoogleeraar M. de Vries, alhier, door de kon.
akademie van wetenschappen le Berlijn lot haar corresponderend lid is benoemd.
Op 12 Februarij zal te Amsterdam, van wege de IVederl. handelmaat
schappij o. a. de aanbesteding plaats hebben van 6000 wollen dekens.
Men verzekert Jat eerstdaags van regeringswege eene algemeene col
lecte door het geheele rijk, ten behoeve der ongelukkigen door den wa
tersnood. zal worden uitgeschreven.
Door den minister van binuenl. zaken is tot derden praeceptor aan de
Latijnsche school le Groningen benoemd dr. H. van Herwerden, docent te
Rijswijk.
De minister van koloniën heeft ter kennis van belanghebbenden ge-
bragt, dat mét 1 Sept dezes jaars vijf jongelingen zullen worden bestemd,
om, onder het toezigt van den hoogleeraar Mulder, te Utrecht, te worden
opgeleid tot militaire apothekers, vier voor de dienst in O. I. en een voor
de dienst in W. I. De leercursus duurt 4 jaren, en de kweekelingen ont
vangen jaarlijks eene toelage van ƒ500. Het vergelijkend examen zal plaats
hebben op 3 Junijen de verzoeken lot toelating moeten voor 1 Mei inge
diend worden.
De minister van marine beeft ter kennis van belanghebbenden gebragt
dat op 1 Sept. dezes jaars, na behoorlijk afgelegd examen, vier jongelingen
als kadet bij het corps mariniers kunnen toegelaten worden. De opleiding
wordt gerekend 3 jaren te zullen duren en kost 's jaarlijks 200. Aanvra
gen moeten voor uit. April geschieden.
De rivierberiglen luiden uit vele plaatsen nog zorgwekkend. Naar men
uit Nijmegen meldt, staat het overslroomingswaler aldaar zoo hoog op den
dijk, dat men telkens vreest dat er menschen zullen afdrijven. Huizen be
gonnen in te stortente Drunen was de toestand mede zorgelijk. Uit Tiel
meldt men dat de dijk te Ochten begon te verzakken, waartegen maat
regelen werden genomen overigens was daar de toestand niet verontrus
tend, even als te Zall-Bommelwaar echter het water sterk wies. De
IJssel scheen zonder ongelukken te zullen opruimen. Te Zntphen, Deven
ter, Wijhe en aan het Katervcer was het reeds open water.
Ten gevolge van den doorbraak bij Leeuweneen uur beneden Druten
is het land tusschen Maas en Waal geheel ondergeloopenwaarvan de ge
volgen allertreurigst zijn. De dorpen en gemeenten daardoor hetzij meer of
minder getroffen zijn de volgendeDruten, AefTerden, Puyflijk, üeest, Ap-
peltern, Alphen, AltforstMaasbommel, Batenburg, Dreumel Uorssen
Wantel, Leeuwen, Winssen, Ewijk, Hermen, LeurBeuningeuWeurt
en Berg haren.
Omtrent deze ramp schrijft men uit Arnhem van den 3den het volgende:
De overstrooming van Maas en Waal verspreidt zich met ongeloofelijke
snelheid. Een berigt uit Nijmegen zegt, dat het vloedwater reeds te Hees,
dat een klein half uur van de stad ligt, staat, dus reeds veel verder dan
in 1855, toen het water Ewijk nog niet bereikte. De Teersdijk, die een
groot gedeelte var, het rijk van Nijmegen legen overstrooming moet vrijwa
ren, staat op het punt van te bezwijken. Ook voor den Maasdijk begint
men nu te vreezen, niet alleen van de Maas- maar ook van de Waalzijde.
Het water uit de Waal, dat zich op het oogenblik geheel en al bij Leeu
wen in het land van Maas en Waal werpt, brengt nu de dijken in gevaar,
die tegen het water uit de Maas moeten waken. Een onzer vrienden schrijft
ons uil Nijmegen, onder dagteekening van gisteren, het volgende, en wij
hopen dat zijne opgave juist zal zijn; men zou dan minder menschenlevens
te betreuren hebben, dan de eerste berigten deden veronderstellen. Ilij
schrijft: >iZie hier eene lijst der vermiste en vermoedelijk omgekomen per
sonen, bij de noodlottige doorbraak te Leeuwen: Nikkel met twee zonen;
Doorweerlh en zuster; Koosje van Kessel; de meid van Klaas Giezen; de
wed. van Beek, vier kinderen en de meid; Koperslager, vrouw en vier kin
deren Scheers en zes personenkuiper Piekvrouw en zes kinderentwee
kinderen van Janus van Kesteren. In het geheel 36 personen (in het eerst
sprak men van p. m. 60 personen). Twintig huizen zijn verwoest. Zeven
schepen gezonken. Van een dak zijn nog 29 personen gered."
In een schrijven van den 4den leest men het volgende: Maas en Waal is
voor het grootste gedeelte onder water gezet. Te Ewijk had het vloedwater
Zatnrdag reeds eene ongekende hoogte bereikt en bleef het nog wassende.
In die gemeente had niemand van beneden overstrooming verwacht en wa
ren de bewoners meestal gerust in hunne huizen gebleven, toen zij onver
wachts door het water werden overvallen en allen op hunne zolders eene
schuilplaats moesten zoeken. Men begrijpe welk een angsligen nacht zij
doorbragien, terwijl zij steeds het water zagen rijzen en men eerst den
volgenden morgen kon beginnen met schuilen menschen en vee te redden.
Bij Appeltern is zoo mogelijk de toestand nog treuriger. Te Alphen, Maas
bommel en Altforst moesten bijna alle huizen door de bewoners ontruimd
worden. Men kan de ongelukkigen, die op den dijk staan en voor het
water derwaarts moesten vlugten, bij honderden tellen, en le midden van
hen ziet men het vee, dat zij in hunne vlugt nog mede hebben gevoerd. De
gisteren medegedeelde opgave der personen, die te Leeuwen hun graf in de
golven gevonden hebben, was althans voor een gedeelte onjuist, en het is
met blijdschap, dat wij vermelden dat de daarin genoemde Nikkels met nog
drie personen er in geslaagd zijn, zich, men weet niet op welke wijze, te
redden. Aan de nieuwe Schans te Alphen zijn zij aangekomen, en men
heeft hen van daar naar Appeltern kunnen halen. Nikkels inlusschen is
reeds bezwekenten gevolge der martelingen gedurende hunne bange vlugt
doorgestaan. De diie overigen zijn behouden en bevinden zich aldaar.
Volgens eenen anderen berigtgever is het zeker dat er 35 menschen ten
gevolge van de doorbraak bij Leeuwen het leven hebben verloren. 20 huizen
en 13 schepen zijn vernield, terwijl er nog 12 schepen half verbrijzeld
binnendjjks zijn geworpen. Een boer verloor 59 stuks vee.
Uil Nijmegen schrijft men van 1 dezer. Gisteren avond leverde onze
stad een beklagenswaardig schouwspel op. Het water, dat tegen den avond
meer en meer was gaan wassenbegon nu op verscheidene punten met zoo
veel kracht door te dringen, dat spoedig de zoogenaamde lage markt onder
water stond, terwijl de groote kistdam aan den Waalkanl slechts met
moeite liet water keerde. Aan die zijde, die gelukkig door militairen was
afgezet, drong hel water op vele plaatsen onder den dam door of liep door
de kisting, hetgeen bij het walmend licht der flambouwen en den heerschen-
den nevel, een somber, maar majestueus tooneel opleverde. Plotseling ga
ven zware slagen het teekendat de dam bjj gedeelten tegen den grond
sloeg en oogenblikkelijk vermengde zich het gedruisch van het water, dat
als een stortvloed naar binnen drong met liet angstgeschrei en gejammer
der vlugtende menigte. In een oogenblik stond de geheele benedenstad vol
ijs en water. Gelukkig dat het vallen van het water in den vroegen mor
gen eenige verlichting aanbragt, terwijl, dank zij de zorgen van ons ge
meentebestuur, in alle behoeften der overstroomden zooveel moogelijk wordt
voorzien. Groot is het getal dergenen, die hierdoor weder in armoede zijn
gedompeld, daar velen der bevolking in haast niet dan met moeite het leven
hebben kunnen redden.
Te nervcld of achter het Loenensche Bosch heeft het heden nacht ver
schrikkelijk gespannen, en niettegenstaande het water uren lang over den
dijk heeft geloopen, is men het echter meester gebleven. Niet alleen wind
stilte en heldere maneschijn hebben daartoe bijgedragen, maar vooral het
loffelijke gedrag van heer Arend Duys, steenbakker le Lent, en meer ande
ren uit die gemeente, die in persoon de planken, welke zij in voorraad had
den, met hunne karren in vollen galop aanvoerdenzij hebben .daardoor
voorwaar een onheil voorkomen, dat niet alleen aan velen het leven ge
spaard heeft, maar het algemeen voor groote rampen heeft bewaard.
Hees, Ubbergen, Beek, Millingen in den omtrek van Nijmegen, slaan
geheel of gedeeltelijk onder water. Persingen en Ooy zijn grootendeels
onder ijs en water bedolven. De bewoners, die op de zolders hunner wo
ningen, eene schuilplaats vonden, kan men door het ijs niet redden.
Uit Zutphen meldt men dat Vrijdag 11. zich 6 personen in een schuitje
van Warnsveld naar Vierakker begaven, ten einde over de overstroomde
landen levensmiddelen over te brengen. Het schuitje kwam door den ster
ken stroom met zulk een geweld tegen een brug aandat het letterlijk
verbrijzeld werd. Drie dezer menschen klemden zich aan de palen der
brug, de anderen aan boven het water uitkomende wilgenboomen vast;
hun noodgeschrei deed weldra hulp toeschieten en men had het geluk hen
le redden, nadat zij bijna een uur tot den hals in het water waren geweest.
In de landbouw-kolonie Nederlandseh Mettray heeft men ook een
wanhopigen strijd tegen het water moeten voeren; het gevaar voor over-
slrooming is daar echter thans voorbij.
Van den ingenieur Waldorp, aan wien is opgedragen met een stoom
boot het ijs in de rigting van de Lek te breken, is berigt ontvangen dat
hij, Vrijdag 11. van Botterdam vertrokken, ter hoogte van liet IJsselmond-
sche veer voor eenen ijsdam is gekomen. Na 21 malen met volle kracht
op den dam gevaren te hebben won men eene ontzettende massa grondijs.
Toen men op 5 el na den dam doorgeworsteld hadstonden de schollen
loodregt als palen in den grond. Eerst de 24slc maal brak men, onder ge-
geweldig kraken van boot en ijs, er door henen; echter niet zonder schade,