LEYDSGHE COURANT. VRIJDAG 11 JANUARIJ, 1861. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond De Prijs der Courant is f 12 in het jaar} de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 10 Januarij. De vergadering van den gemeenteraad werd heden door den voorzitter geopend met de volgende toespraak «Voor het eerst in dit jaar zaamgekomen, reken ik het mij tot een aan- genamen pligt, Ulieden, M. HH. en geachte medeleden! Gods dierbaren ze gen uit den grond mijns harten toe te vvenschen. In Zijne vaderlijke hoede j en bescherming beveel ik UliedenUIieder huisgezinnenal wat U lief en j waard is, ook dit jaar vertrouwend aan. Blijft allen bij het genot van ge- zondheid en opgewekten zinin den werkkring U door Zijne hand toebe deeldden meesten voorspoed ondervinden. Het ga voorts der gemeente dit jaar in allen deele wel. Haar worde even ruime stof tot dankbaarheid geschonkenals het voorgaande haar mogt op leveren. Wie Uwer toch zal het niet blijmoedig met mij erkennen, dat Leyden gedurende hetzelve in menig opzigt werd beweldadigd. De plaats onzer in woning bleef voor drukkende rampen genadig bewaard, een voorregt te onschatbaarder, waar wij zoovele streken van ons vaderland in jammer eu ellende zien g'edompeld of aan dreigend gevaar blootgesteld. De gezondheidstoestand was er ditmaal gunstig; rust en orde heersehtcn binnen hare muren. De goede geest, welke hare ingezetenen bezielt, blonk inderdaad gelnkkig uittoen in den loop des zomers de luisterrijke akade- miefeeslen zoo voorbeeldig geregeld tal van bezoekers naar herwaarts deden toeslroouien. Belangrijke stichtingen, der wetenschap gewijd, werden, haar ten sieraad, voltooid. Fabrieken en nijverheid verkeerden in gewensch- tcn slaat, en met voldoening zagen wij ten dezen maatregelen tot uitbrei ding nemen, waarvan veel goeds mag worden verwacht. Hel uitzigt op eene reglstreeksche spoorwegverbinding met andere gewes ten eu liet buitenland werd geopend en zal, iiaar wij vurig wenscheneer lang worden bevredigd. De inkomsten overtroffen de verwachting en leveren onder inachtneming altijd eener betamelijke omzigtigheidbemoedigende voorteekenen voor de toekomst. Zetten wij danM. HH., met goed vertrouwen onzen arbeid voort, steeds van het gewigt onzer roeping doordrongen en door den geest van welwil lendheid bezield, en zij bet ons gegund dit jaar weder, door Gods goed heid gespaard, naar vermogen den bloei dezer gemeente te bevorderen, voor het welzijn van hare ingezetenen te waken. UIieder ondersteuning en voorlichting blijve mij daartoe rijkelijk en wcl- meenend geschonken." De gemeenteraad heeft zich, met 12 tegen C stemmen, vereenigd met de conclusie van het rapport der commissie in zake hel Haarlemmermeer, om wat betreft de regeling der aan de gemeente te vcrleenen schadevergoeding, over te gaan lot eene procedure legen den slaat. Voorts zijn benoemd: tol commies F. Diemei, thans adsistent-couimies-portier, en tot adsislenl- commiesen-porliers K. A. Brandes en II. Omvlee. Van den heer mr. S. Vissering was berigt ingekomen dat bij voor de be noeming lot lid van de plaatselijke schoolcommissie bedankte. Wij deelen hier een uittreksel mede van eenen brief uit Zalt-Bommel, van eergisteren, alhier ontvangen. Nadat de commissaris des konings voor Gelderland reeds een drietal dagen geleden aan de overzijde van de rivier aangekomen was, en de meest be dreigde punten bezocht had, slaagde zijn H. Ed. G. er op den 7dcn, om de Waal over te komen, en te Zalt-Bommel met de districtscommissie voor de noodlijdenden van Zall-Bommeler- en Trelerwaard, de eerstnoodige schikkin gen te beramen. Des avonds van dien dag kwamen reeds ruim 30 vlugte lingen uit Zuilichem en Nieuwaal naar de stad, en werden in een lokaal van liet vroegere weeshuis onder dak gebragt en verpleegd. In den nacht tusschcn 7 en 8 dezer hezweek de dijk op twee plaatsen in de genoemde dorpen, en is de geheele Zalt-Bommelerwaard ondergeloopenzoodat slechts de bovenverdiepingen der huizenbij velen de zolders of slechts de nokken van de daken, hier en daar misschien nog de dijkkrnincn eene schuilplaats bieden. Des ochtends van den 8stol was het getal vlugtclingen te Zalt-Bom mel reeds lot ruim 200 aangegroeiden daar de stad nog het ée'nig overge bleven, en toch voor zeer velen niet meer toegankelijk toevluglsoord is, stijgt het getal van hen, die verpleging en huisvesting zoeken, voortdu rend. In het weeshuis kunnen een 200 noodlijdenden geborgen worden. Beneden de stad, bij Gameren, heeft het ijs zich gezet, en ontstaat de mogelijkheid van gemeenschap met de overzijde, zoo volstrekt noodig voor toevoer van benoodigdheden vooral levensmiddelenwaaraan men in de stad al spoedig behoefte zou gevoelen. Bijaldien de ijsverstopping bij Vuren niet wijkt, of eene doorbraak aan den overkant geene afleiding biedt, zijn de gevolgen voor de stad onberekenbaar. Het water, dat door het instroomen in de doorbraak bij Zuilichem gevallen was tot 4,7 elis sedert tot de onge kende hoogte van 5,8 el gerezen. Hier en daar loopt het over de stads-dijk, moet die dijk, of moeten de daarop aangebragte kistingen bezwijken, dan deelt ook Zalt-Bommel in het lot van den Waard en is de laatste hoop op uitkomst vervlogen. - Diakenen der Nederd. herv. .gemeente te Dordrecht hebben van een vermogend ingezeten nit die stad dc aanzienlijke som van ƒ1000 ontvangen en van een ander 100 dekens, om aan de meest bchoeftigen uit te reiken. Te Haarlem heeft eergisteren een detachement van het 6de reg. infan terieonder bevel van den ls,cn luit.-adjudant Sasbnrg, allen op schaatsen en met hunne geweren gewapendmet veel juistheid verschillende manoeu vres op de binnengrachten en het Spaarne uitgevoerd. Uit Amsterdam meldt men dat de uitstekende verzameling schilderijen van wijlen den heer N. Pieneman niet verkocht zal worden, maar door de naaste bloedverwanten in haar geheel zal worden aangehouden, Volgens beriglen uit Zalt-Bommel van gisteren was de stad rondom in het water dat echter met goed gevolg gekeerd werd. Zij was het eenige punt van den Bommelerwaarddat niet overstroomd was. Het water 0.40 el gevallen; het rjs vast. Te Herwijnen was het den vorigen dag 0.30el over- geloopenmaar voor het oogenblik het dringende gevaar voorbij, en het water langzaam vallende. Te Tiel was Dingsdag het water wassende met sterke drift, en des middags liep het over den dijk te Neerijnen en Hees- sell. Gisteren was aldaar de waterstand 0.14 el onder noodpeil; het ijs langzaam drijvende. De dijk te Alem in Noordbrabanl liep over. Uit Pouderoijen meldt uien omtrent de overstrooming het volgende: De doorbraak bij het dorp Brakel was verschrikkelijk in hare gevolgen, liet water vulde zoo snel de polders van Brakel en Pouderoijen, dat die polders zoodanig gevuld waren, dat het water te Pouderoijen over den Maasdijk in de Maas stroomde met een verval van een voet. Benard was de toestand dier gemeente. Alle huizen, welke op of aan den dijk waren gebouwd, liepen onder. Graan- eu hooibergen, stallen en schuren stonden onder water, zoodal er aan bergen niet te denken viel. Naarmate liet water wies, begaven mannen, vrouwen en kinderen zich naar de hoogste plaatsen van den dijk, totdal ook deze onderstonden, en de menschen in liet hecrenhuis of op enkele zolders een goed heenkomen moesten zoeken, vee en paarden op den dijk in bet water latende. Men heeft zoo goed als alles verloren, en men mag verheugd zijn het leven er te hebben afge- bragt, want Maas en Waal is thans e'énen van Pouderoijen blijft niets over dan eenige huizen, welker daken zich uit hel water verheffen. Ware er wind geweest, dan hadden de ijsschollen geheel Pouderoijen vernietigd. Een ander berigt uit die plaats deelt het volgende mede: Het huis van den heer, dat bovendijks gelegen is, zit vol menschen; vee is er ook in geborgenevenwel staal daar in de benedenvertrekken water. Yee staat ook op den dijk tot de uijers in liet ijs en wordt nu en dan door den stroom medegevoerd. Geen eten voor menschen noch voor vee; brood is niet te krijgen voor arm noch rijk. Den dominé beeft men, tot redding'van zijn leven daartoe genoodzaakt, zien vlugten in eene schuit, men weet niet waar hij is teregt gekomen; men zegt te Veen. Wat van zijne naaste buren is geworden is onbekend; men weet niet of zij gevlugt zijn of boven in hunne huizen zitten, stervende van honger en gebrek; mep. kan elkander door den vreeselijken stroom niet genaken. Uit Brakel meldt men dat de huizen tot aan den zolder in liet water staan. De bewoners, 25 gezinnen van 17 weggespoelde huizen, zijn bij elkaar op zolders geborgen; maar er is aan alles gebrek, daar zij, die iets hadden, spoedig het hunne hebben afgestaan en door de verdeeling thans de nood algemeen wordt. Koerend is hetgeen men in een schrijven van den predi kant te Brakel leest: Met mijne gemeente zit ik in den hoogsten nood. Tot aan de daken onder water begint zich gebrek aan alles te openbaren. Zonder krachtige hulp van buiten moeten er velen den hongerdood sterven. Boven dien verkeeren wij nog in groot en dreigend gevaar. God weet wat er van ons worden zal. De bovenvermelde rampen hebben ook weder op nieuw aanleidiug ge geven tot menige menschlievende daad. Zoo meldt men o. a. dat toen men te Loeveslein vernam dat er zich in eenige huizen van het Monnikenland, dat plotseling door hel water van alle gemeenschap was verstokennog menschen bevonden, zich terstond eenige menschenvricnden opdeden om hunne redding te beproeven. De veerman Wilhelmde assistent-bakenniees- ler van Andel, een particulier J. M. van Aken, de beurtschipper Wessel Kruil en de assist.-bakenmeester aan den Noord, de Graaf, voorzagen zich van het noodige en begaven zich daarloe in eene schuit. Na een gevaar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 1