LEYDSGHE
m
COURANT.
WOENSDAG 9 JANUARIJ.
N°. 4.
1861.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Pnjs der Courant is f 12 het jaar)
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEY DEN, 8 Januari).
Gedurende het jaar 1860 zijn binnen deze gemeente geboren 624 zoons
en 609 dochters, te zamen 1233 kinderen; overleden van het mannelijk
geslacht 512, van het vrouwelijk geslacht 472, te zamen 984, waarvan j
ongehuwd van het mannelijk geslacht 314, van het vrouwelijk geslacht 296,
gehuwde mannen 131, gehuwde vrouwen 75, weduwenaars 67, weduwen 101.
Nog zjjn alhier ingeschreven 48 personen van het mannelijk en 29 van
het vrouwelijk geslacht, elders overleden, doch alhier gewoond hebbende,
en 67 kinderen als levenloos aangegeven. Overleden 255 beneden het jaar,
191 van 1 tot 10 jaar, 31 van 10 tot 20 jaar, 63 van 20 lot 30 jaar,
62 van 30 tot 40 jaar, 75 van 40 lot 50 jaar, 176 van 50 tot 70 jaar,
131 van 70 jaar en daarboven.
Gehuwd 376 paren en ingeschreven 2 echtscheidingen.
Z. M. heeft benoemd lot militair lid van den militieraad in dit district
voor de ligting van dezen jare den majoor van der Schrieek, van het reg.
grenadiers en jagers.
Gisteren avond had in de slads-gehoorzaal de jaarlijksche feestviering
plaats van de typographische vereeniging Laurens Janss. Coster, die, even
als vroeger, op beleefde uitnoodiging van het bestuur, door vele personen
werd bijgewoond en ook met de tegenwoordigheid van den heer burge
meester en twee wethouders werd vereerd. Na den feeslelijken oplogt werd
de bijeenkomst geopend en het verslag omtrent den toestand der vereeniging
en hare verriglinger. in het afgeloopen jaar uitgebragt. Daarna had de op
voering plaats vanEen bankbillet ran duizend gulden oorspronkelijk
blijspel met zang, in twee bedrijven van A. Ruyschdoor de leden F. A. Dee,
J. J. Dorsman, J. Brus Jr. en H. W. "VViitenaar, welwillend bijgestaan
door twee jufvrouwen. Zoowel acteurs als actrices kweten zich loffelijk van
hunne taak, en mogten vele blijken van goedkeuring verwerven. Na den
afloop dezer voorstelling werd door den heer A. W. Sythoff, met eene
gepaste toespraakaan den voorzitter eenen fraaijen hamer ter hand ge
steld, als een blijk zijner ingenomenheid met de vereeniging, die nu reeds
haar zevende jaarfeest mogt vieren. Vervolgens nam het bal een aanvang
en tot in den morgen bleef men vrolijk en tevreden bijeen.
In den laalslen lijd is, van drie zijden, de aandacht van het buiten
land gevestigd geworden op den kerkdijken strijd in ons vaderlanddoor
den heer A. Réville, pred. der Waalsche gemeente te Rotterdam, in de
llevue des deux mondesdoor den heer J. P. Trottet, pred. der Waalsche
gemeente te 's Gravcnhage, in de Revue chrétienne eindelijk door den heer
Groen van Prinslerer, in eene brochure, getiteld: le parti antirévolution-
naire et confessionnel dans l'Église réformée des Pays-bas.
Het is vooral in laatstgenoemd werk dat de heer Chantepie de la Saus-
saye aanleiding heeft gevonden om ook van zijne zijde over onzen toestand
een beoordeelend verslag te geven, onder den titel: La crise religieüse en
Jlollandesouvenirs et impressionsuitgegeven bij de heeren de Breuk
Smits alhier.
Door zijn werk te noemen Souvenirs et impressions geeft hij te kennen
eendeels hel historisch, anderdeels het subjectief karakter van zijne me-
dedeelingen. Hij treedt op als berigtgever en beoordeelaar van toestanden,
in wier midden hij zelf leeft, en maakt dus, voor deze étude d'histoire
contemporaineop geene andere objectiviteit aanspraak, dan op die, welke
in persoonlijke overtuigingen en ervaringen gelegen kan zijn.
Zijn deze toestanden onlangs van verschillende zijden ter sprake gebragt.
bij de genoemde voege men het uitvoerig werk van den heer Chr. Sepp,
de schrijver vertrouwt dal de onpartijdige onderzoeker ook zijne stem zal
willen hooren en zijn werk voor niet overbodig houden. Ten slotte wordt
onder den titel: devoir de l'Église, gewezen op den, naar des schrijvers
overtuiging, eenig mogelijken weg, die tot verzoening der bestaande tegen
stellingen zou kunnen leiden.
Bij kon. besluit van 3 dezer is o. a. pensioen verleend ten laste van
•den staat aan P. van der Lee, gewezen hoofdonderwijzer te Alkemade, ten
bedrage van 347.
-- ln de maand December zijn over den Holl. spoorweg vervoerd 82,496
reizigers, gevende eene opbrengst van ƒ64,558.90; de opbrengst van het
goederen-vervoer was ƒ18,305.70.
In dezelfde maand heeft het vervoer van reizigers over den Ned. Rijn
spoorweg ƒ77,005, het vervoer van goederen 44,879en het vervoer van
reizigers en goederen, door direkt verkeer met Duitschland, 30,936 op-
gebragt.
De arrond.-regtbank te Haarlem heeft in appel de volgende niet onbe
langrijke beslissing genomennamelijkdatindien de verordeningge
noemd in art. 178 der gemeentewet, waarbij bevolen wordt, dat ten minste
eenmaal in de 5 jaren bij eene verordening afgekondigd worde, welke der
plaatselijke verordeningen nog gelden, niet behoorlijk is afgekondigd, zoo
dat daaraan ontbreekt de vermelding, dat de verordening in afschrift aan
gedep. staten is medegedeeld, ook de plaatselijke verordeningen, waarvan
de nog-geldigheid in de 5 jaren niet op eene wettige wijze is kenbaar ge
maakt, hare kracht en verbindbaarheid verliezen.
--- Den 4de" dezer is te Haarlem, in hoogen ouderdom, overleden de vice-
admiraal W. A. de Man, ridder van onderscheidene orden; een man, wiens
dienstenaan het vaderland bewezenonder anderen in den strjjd tegen Al
giers in het jaar 1815, nog steeds in dankbare herinnering zijn.
Uit Utrecht meldt men dat wijlen jonkvr. van Lynden van Lunenburg,
bij haren uitersten wileene som van ƒ700,000 aan onderscheidene welda
dige inriglingen heeft vermaakt.
Uit Zalt-Bommcl zijn zeer verontrustende berigten ontvangen omtrent den
toestand der rivieren. Op de Waal ter hoogte van Vuren is eene ijsver
stopping ontstaan, die eene doorbraak ten gevolge had. Een gedeelte van
den dijk le Brakel en niet minder dan 23 huizen zijn weggespoeld.
Uit genoemde stad werd gisteren daaromtrent het volgende gemeld: »In
den afgeloopen nacht deed de noodklok zich hooren. Ten 3 ure was de
dijk boven Zuilichem doorgebroken. Zelfs de koornmolen werd weggespoeld.
De nood en wanhoop zijn groot. De reddingbooten, welke van hier uitge
zonden zijn om meiischen te redden, hebben zeer met de massa jjs te kam
pen. Met bezorgdheid zien wij nadere tijdingen te gemoel. Het water
was 83 duim gevallen, doch is nu weder wassende.
De N. R. C. deelt het volgende schrijven uit Vuren, van Zondag mede:
Na den doorbraak te Brakel, waarbjj men zegt dat 4 h 7 huizen mede-
gesleept en 12 menschen omgekomen zijn (schoon daaromtrent niets
zekers bekend is), heeft men hier eene belangrijke daling van den water
stand waargenomen. Het is evenwel, sedert 4 ure dezen nacht, bijna
een palm onder het hoogste standplint weder opgeloopen, en op dit oogen-
blik nog langzaam wassende. Het ijs wordt aanhoudend sterker en zit on
bewegelijk vast. Te Dalem is het water veel hooger en is men met alle
man aan het kisten; men vreest zeer voor het behoud van den dijk. Daar
tegenover, even boven Woudriehem, is men bezig 3000 zakken, met zand
gevuld, 'tegen en in de sluis te werpen, die als het ware slaat le schudden,
en met den dijk aldaar, waarop reeds een el hoog gekist is, elk oogenblik
dreigt te bezwijken. Overal werkt men dag en nacht door, zoodat de
krachten zijn uitgeput, terwijl bij zoo buitengewonen rivierstand materialen
gaan ontbreken. Te Gorinchem wast het water mede aanmerkelijk en is
men evenzeer voor inundatie van den Alblasserwaard bevreesd: 300 man
zijn aldaar gereedomzoo noodigde overlaten door te steken. Als de
sluis en dijk bij Woudriehem bezwijken, dan zal dat van het land van
Allena hoogst ongelukkig zijn. Op den steenoven ziet het er verschrikke
lijk uit; de huizen staan rondom in het ijs en de stroom stort zich met
geweld over den dam en liisschen de huizen heen. In het algemeen neemt
de nood hand over hand toe. Mogt boven verwachting redding nabij zijn.
Heden morgen is de commissaris des konings uit Arnhem alhier aangeko
men. Het wemelt van belangstellenden.
Gedurende het jaar 1860 zijn van Harderwijk naar Oost-Indie vertrok
ken 1494 manzijnde 1066 minder dan in 1859.
Uit Beverwijk meldt men dat een aldaar wonend kasteleindoor het
aangaan van een tweede huwelijk, het ongenoegen zijner beide, nog in het
ouderlijke huis wonende, zonen had opgewekt. De oudste vooral, die in
zijns vaders affaire meende le komen, keerde zijn haat, dien hij lot hiertoe
door grove beleedigingen en bedreigingen had getoond, tegen zijne moeder.
Bij gelegenheid van een door hem gezochten twist, nam hij de tang en
bragt daarmede zijne moeder op het hoofd zoo ernstige wonden toe, dat
men voor de gevolgen vreest. De dader is voortvlugtig.
Te Borne (Overijssel) heeft men op den 2dcn dezer eene vrouw, op
eenen stoel zittende, dood gevroren gevonden. Men is algemeen overtuigd,
dat deze vrouwwelke geheel verlamd wasten gevolge van koude en
gebrek is omgekomen, hetgeen aan weinig twijfel onderhevig is, wanneer
men weet, dat zij in eene schuur gehuisvest was, waar niet kon gestookt
worden en die zoo weinig tegen de koude was beschut, dat men haar lijk,
door sneeuw bedekt, heeft aangetroffen. De man en kinderen zochten steeds
elders nachtverblijf in het hooi.
Te Leeuwarden zijn op den 3den dezer twee gevangenen uit de bo
venste verdieping van het tuchthuis losgebroken, juist tegenover de Keizers
gracht, waar gedurende den dag geen schildwacht is geplaatst. Zjj wisten
een der juffers van den steiger voor den in aanbouw zijnde nieuwen vleu
gel te bereikenwaarna zij zich naar beneden lieten zakken en over het
ijs de vlugt namen. Hunne ontkoming werd echter spoedig ontdekt, zoo-