perceel aan Evert Doublet, te Amsterdam, voor 2.15 den ligger van half rond greenenhout; 6de perceel aan Evert Doublet, te Amsterdam, voor ƒ2.15 den ligger van halfrond greenenhout; 7de perceel aan Evert Doublet, te Am sterdam, voor ƒ2.49 den ligger ven vierkant greenenhout. Spoorslaven enz. lste perceel aan la Sociélé anonyme des hauts fourneauxetc. te Sclessin bij Luik, voor 80.32^ per ton, 2de perceel als voren, voor ƒ80.79; per ton; 3de perceel als voren, voor ƒ81.27 per ton, 4dc perceel (haakhoulen) aan Wilhelm Köppernte Hagen, in Pruissen, voor ƒ16395.10 voor het geheel bedrag van 110 ton. BUITENLANDSCUE BERIGTEN. Bf G JE Li A ft D. LONDEN, 3 Januarij. De heer Lochsecretaris van lord Elginheeft Zaturdag 11. de eer genoten aan de koninklijke tafel te Windsor genoodigd te worden. Op verzoek van H. M. heeft de heer Loch een breedvoerig verslag gegeven van zijne gevangenneming door de Chinezen en de geheeie toedragt van zaken in China, hetwelk met de meeste belangstelling door de kon. familie werd aangehoord. De ossenromp, die dit jaar op het buffet te Windsor prijkte, woog 387 Eng. ponden en behoorde tot een Schotsch beest van vier jaren en acht maanden, te Aberdeen gemest. Een tweede ossenromp kwam van een Schotsch beest, door prins Albert gemest, en woog slechts 200 pond, doch werd beter geacht en verkreeg de eereplaats tusschen het wilde-zwijnshoofd en de reus achtige pastij. Door de Royal Society of Tasmania is een prijs van 1000 vastge steld voor de invoering in de kolonie van vijf paar zalmen, die de grootste ontwikkeling hebben bereikt. Voor de invoering van een enkel paar is door deze maatschappij 100 en voor die van kleine exemplaren 1 per paar uitgeloofd. Door den hertog van Bethford is in het afgeloopen jaar 24,000 lot verbetering der arbeiders-woningen op zijne landgoederen besteed. Men vreest, dat het oorlogschip Camilla, van 16 stukken, waarom trent men sints geruimen tijd niets heeft vernomen in de Chinesche wate ren is verongelukt, tegelijk met de gehcele bemanning; althans bij Lloyds is eer. zoodanig berigt ontvangen. Ook is aan de Kaap de Goede Hoop het schip Gladiator, van Bombay naar Liverpool bestemd, verbrijzeld, waarbij een 40-tal personen moeten zijn omgekomen. Ook meldt men uit Liver pool, dat het Amerikaansche schip Golden Star bij Wixford verongelukt is. De kapitein, zijne vrouw en eene dienstbode zijn in de golven omge komen; zes matrozen en de stuurman zijn gered. FKAreHJtIJH. PARIJS3 Januarij. Bij gelegenheid van de receptie op Nieuwjaarsdag heeft de keizer den Oostenrijkschen gezant geluk gewenschl met de veranderingen, die in het Oostenrijksche staatsbestuur hadden plaats gegrepen en ook met de verge vensgezindheid waarvan zjjn meester bij den aanvaug des jaars een bljjk had gegeven. De Moniteur bevat de benoeming van den generaal Ignatieff, gezant van Rusland in China, tot groot-officier van het Legioen van Eer, »uit erkentenis voor de ijverige medewerking, door hem aan Frankrijks gevol- magtigde bij de onderhandelingen over het onlangs te Peking gesloten vre desverdrag verleend." De Moniteur, de pauselijke allocutie van 17 Dec. 11. mededeelende, voegt daarbij het volgende: Er is aangemerkt dat op het oogenblik, toen de 11. Vader die allocutie uitsprak, te Rome nog geen berigt gekomen was van de laatstelijk in China voorgevallen gebeurtenissen, waarin hel hoofd der kerk eene welkome vertroosting voor zijn hartzeer zal hebben gevonden. De schoonc uitkomsten onzer overwinningen vernemende, namelijk dat de door den H. Stoel voor het noorden van China benoemde bisschop in het be zit van zijne kudde is gesteld, en dat het oude kerkgebouw van Peking, onder bescherming van onze bajonetten en van onze verdragen, aan de katholieke eerediensl is terug gegeven, heeft de 11. Vader zekerlijk eenige blijdschap gevoeld bij de gedachte, dat het katholieke geloof tot achter in het verre Oosten zoo onverschrokkene verdedigers in Frankrijks soldaten bezit." Op 30 Dec. 11. was het 138 jaren geleden dat alhier een brand plaats bad, die eene treurige bladzijde in de geschiedenis der stad beslaat, name lijk die welke op 30 Dec. 1722 in het hólel-Dieu uitbarste en gedurende zes dagen aanhield. 1500 zieken kwamen daarbij oin. Omtrent het lot van eenige onzer in Chinesche krijgsgevangenschap geraakte personen verneemt men treurige bijzonderheden. Men verzekert dat de abt Duluc gekruisigd is, nadat men hem vooraf de oogen uitgestoken en de long uit den mond gerukt had. Van den heer Parkes, secretaris van lord Elgin, is een uitvoerig verslag omtrent zijne krijgsgevangenschap verschenen, dat zeer belangrijk is, omdat, daar hij de Chinesche taal maglig is, men hem eene menigte verhoeren deed ondergaan. Hoe opregl zijne verklaringen ook warenzij vonden bij de Chinezen geen geloof, vooral niet die omtrent de getalsterkte van het leger der bondgenooten. Bij zijne verhooren stonden steeds de pijnigers aan zijne zijde, die hem bij de ooren, de haren en den baard trokken. Ook het verslag van den heer d'Escayrac, die met een wetenschappelijk doel de expeditie bijwoonde, en mede in de handen der Chinezen was ge raakt, getuigt van de wreedheid, waarmede de Chinezen de gevangenen heb ben behandeld. Toen hij gevangen was genomenwerd hij aan handen en voelen gebonden op een wagen geworpen, waarvan de bodem vol was van spijkerkoppen, die hem veel pijn veroorzaakten. Meermalen dacht hij dal men hem zou onthoofden; zijne cipiers, zijne beulen, maakten toebereidselen tol zijne teregtstellingmaar deze dienden slechts om hem te verschrikken. Na verloop van eenige dagen werd de gevangene in eene gevangenis gewor pen en werden zijne armen en handen ontboeid. Hij kon zich toen weder regt uitstrekken en zijne handen bewegen; zij waren opgezwollen, met striemen doorgroefd, verdoofd en koud. De vingers waren bedekt met zwerende wonden, de polsen boden slechts e'e'n bloedende wond aan. De heer d'Escayrac spreekt met lof van zijne Chinesche medegevangenen. Sommigen bragten hem vruchten, anderen thee. Zonder hunne hulp zou hij niet hebben kunnen eten of drinken en geen slap hebben kunnen doen. Des daags, zoowel als des nachts, stonden zij hem ten dienste. Er wordt veel gesproken en gelagchcnover hetgeen volgens de mede- deeling van den Figaro, met een beroemd geneesheer alhier heeft plaats gehad. Deze had een eenig kind van zeer vermogende ouders behandeld en dit genezen. De dankbare moeder begaf zich eenigen tijd na de genezing naar den geneesheer en zeide, dat, hoewel zijne diensten niet te beloonen waren, zij hem echter verzocht eene door haar zelve bewerkteporte-monnaie te willen aannemen. De geneesheer gaf haar te kennen, dat kleine ge schenken wel de vriendschap onderhouden, maar dat zijn huishouden daar van niet kon bestaan. De dame vroeg daarop hoeveel zij hem schuldig was en het antwoord was: 2000 francs." Zij opende de porte-monnaie, nam er 5 bankbilletten van 1000 fr. ieder uit, reikte den geneesheer er twee van over en stak de overige drie met de porte-monnaie weder bij zich. ITALIË. De jongste berigten uit Gaëla doen zien, dat de stand der zaak aldaar weinig verandering heeft ondergaan. Op 31 December had de koning den bevelhebber van liet Fransche eskader bij zich ontvangen die hem te ken nen gaf dat zijne inslructiëii niet veranderd waren en dat hij door keizer Napoleon gemagtigd was te verklaren dat deze zichin overeenstemming met de Noordsche mogendheden tegen de geheeie insluiting van Gaëta zou blijven verzetten. Deze mcdedeeling en de ontvangst eener Siciliaansche de putatie, aanhangers zijner dynastie, die van den koning waarborgen ver zochten voor zijn toekomstig bestuur, ingeval Sicilië hem werd hergeven, hebben den moed van Frans II weder eenigzins aangewakkerd. Bij de viering van het Kersfeest, heeft de oudste kardinaal, naar ge woonte, den Paus met eene aanspraak begroet. Naar men verzekert heeft de Paus, in zijn antwoord op die toespraak, op nieuw verklaard dat de za ken voor den Roomschen Stoel, menschelijker wijze gesproken, zeer slecht, ja hopeloos stondenen dat men alleen op God moest vertrouwen. PlCLISSEre. BERLIJN, 4 Januarij. Bij kon. besluit van Z. M. Wilhelm, gedagteekend Sans-souci 2 Januarij, is een algemeene rouw van 6 weken voorgeschreven. Openbare concerten vermakelijkheden en looneelvertooningen zijn voor 16 dagen geschorst. Eene deputatie van den gemeenteraad heeft koning Wilhelm I een adres van rouwbeklag aangebodenwegens bet overlijden van koning Frederik Wilhelm IV. Z. M. heeft in zijn antwoord hnlde gebragt aan de groole hoedanigheden van den overledene, die steeds met innige liefde voor zijn volk was bezield geweest, en liet zich vervolgens aldus uit: Ook mij hebt gij reeds als zoodanig leeren kennen; men heeft mij vroeger welligt miskend, maar ik verzeker u, dat ik mijn volk steeds dezelfde liefde heb toegedragen. De grondslagen mijner regering heb ik bij de aanvaarding van het regentschap, den 8®ten November 1858, bloot gelegd. Aan deze zal ik onveranderlijk vasthouden, ook gedurende mijne aanstaande regering. Ik neem gaarne de verzekering van uwe gehechtheid aan. Er kan een tijd komen,' dat ik u daaraan zal herinneren; want ik reken op de trouw van mijne burgers en van mijn volk, die ons dikwijls uit moeijelijke omstan digheden gered heeft. In den loop der laatste jaren is veel veranderd, en niet altoos was alles, wat er gedaan werd, goed. Men zal mij niet willen doen afwijken van de door mij kenbaar gemaakte grondbeginselen, en ik geef u de verzekering dat ik met trouwe liefde voor mijn volk deze grond beginselen zal handhaven. Ik draag u op, in dien geest aan de burgerij mede te deelen wat ik u gezegd heb, en dank u voor de gevoelens, die gij namens de burgerij mij hebt doen kennen. De Pr. Staatsanzeigerhet overlijden des konings mededeelendeliet zich o. a. aldus uil: De regering van Z. M. koning Wilhelm, dien de Heer tot opvolger des in God ontslapenen konings geroepen had, ziet het land met hoop en vertrouwen te gemoet. Men weet wat men daarvan verwachten tnag. In zwaren en beslissenden tijd heeft onze doorluchtige monarch reeds in naam des gezaligden konings hel regentschap gevoerd, llet land weet dat zijne lotgevallen in eene sterke en regtvaardige hand rusten, en de veree ring en het vertrouwenwaarmede alle deelen des vaderlands op de waar heidsliefde, de gemoedelijkheid en de wijsheid van den regent den blik ge slagen hielden, zullen ook den troon van Z. M. Wilhelm omringen. De kamers zijn tegen 14 Januarij bijeengeroepen. Volgens bijzondere berigten uit Hong-Kong, is in de haven van Amoy een schoener binnengeloopen met verlies van mastenmen vermoedt dat dit vaartuig is de vermiste schoener Frauenlobzoodat de hoop op het behoud van het schip nog niet geheel is opgegeven. In de speelzaal te Homburg had dezer dagen het volgende voorval plaats. Sedert eenigen tijd bevond zich aldaar een Franschman, met zijne vrouw en nog twee zeer jeugdige kinderen, die iu den laalsten tijd zeer aanzienlijke sommen had verspeeld. Op den avond van 31 Dec. begaf hij zich andermaal naar de bank, speelde zeer hoog en verloor op nieuw. Eindelijk zette hij zijn laatste geld op de bank, eene vrij aanmerkelijke som in goud en bankbilletten. Ook nu verloor hij. Toen een der croupiers zich gereed maakte om het gewonnen geld naar zich toe te halen wierp de ongelukkige Franschman zich op de bank, nam zijn verloren geld op en verwijderde zich. Voor hij echter de zaal had verlaten, werd hij aange houden. Dit voorval maakte zoo diepen indruk op alle aanwezigen, die bekend waren met de zware verliezen, door den ongelukkige geleden, dat de eigenaren der bank zich schaamden het weggenomen geld terug te vorderen en hem ongehinderd lieten vertrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 2