LEYDSCHE COURANT. VRIJDAG 2 NOVEMBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is flï in liet jaar; de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 1 November. In de raadsvergadering van heden is met algemcene stemmen besloten, de jaarwedde van den gemeente-secretaris met ƒ600 te verhoogen en mits dien op ƒ3000 te brengen. De jaarwedde van den burgemeester heeft geene verhooging ondergaan. Hoewei hh. wethouders, even als de commissie van fïnantiën, daartoe meen den te moeten adviseren, had de burgemeester verzocht dit punt niet in overweging te nemen, zoodat men hierop niet verder aandrong. Voorts is bij de behandeling der stukken betrekkelijk het stedelijk zie kenhuis door het lid Sikkel Groos als amendement voorgesteld, eene raads commissie van 3 leden te benoementen einde in de zaak van het ziekenhuis te adsisteren voor eene nadere regelingdie niet te nadeelig voor de ge meente is; welk voorstel met 11 tegen 9 stemmen is aangenomen. Onder de bij den raad ingekomen stukken was eene missive van den beer B. W. Wttewaall, waarbij deze zijn ontslag neemt als lid van de plaatselijke schoolcommissie. Zaturdag, 27 October jl.had de 26ste jaarlijksche algemcene vergade ring der Maatschappij voor Toonkunst, alhier gevestigd, plaats. Behalve door de leden met hunne dames, werd die vergadering bijgewoond door afgevaardigden uit het gemeentebestuur, uit de plaatselijke school commissie, uit de commissie voor de onderwijzers-kweekschool en door voorzitter en secretaris der muziekgezelschappen Musis-Sacrum en Sempre- Crescendoen van de liedertafel de Avondster. Nadat de vergadering door den heer J. van Heukelom, als voorzitter van het collegie van commissarissenwas geopendwerd het verslag over het afgeloopen maatschappelijk jaar door den commissaris-secretaris, mr. P. C. Lezwijn, voorgedragen. Uit dit verslag bleek het volgende: De Maatschappij telt 116 leden en 1 donateur, zijnde dit getal op dezelfde hoogte gebleven als in het vorige jaar. Op de muziekschool waren gemiddeld 103 leerlingen ingeschrevenvan welke 3 voor de eerste beginselen, 68 voor de piano, 8 voor de viool, 2 voor de violoncel, 21 voor koorzang en 1 voor orgelspel en hoogere theorie. De normaalklasse werd tijdelijk opgeheven, ten gevolge van het overlijden van den heer Lelièvre, onderwijzer der hoogere normaalklasse, terwijl het bestaan der onderwjjzers-kweekschool hier ter stede gevestigd, zeer onzeker was. liet voornemen beslaat, wanneer zich daartoe de geschikte gelegenheid aanbiedt, die inrigting weder in het leven te roepen; op andere voorwaarden en onder andere bepalingen zal misschien de normaalklasse aan het doel kunnen beantwoorden, waarmede zij aan de Maatschappij in der tijd is toegevoegd. Als een gevolg der opheffing werd aan den heer J. P. Lancel, onderwijzer der lagere normaalklasse, zijn eervol ontslag onder erkenning voor de bewezen diensten gegeven. De oprigting eener nieuwe zangverecnigingop andere grondslagenbij welke het karakter van oefening meer op den voorgrond treedtwerd be proefd en zijn commissarissen in hunne pogingen gelukkig geslaagd: 45 per sonen hebben gehoor gegeven aan de uitnoodiging tol deelname aan de oefeningen. De bijeenkomsten zijn begonnen. De directie is aan den heer Ilageman, directeur der muziekschool, toevertrouwd, terwijl de begeleiding met piano aan den heer 11. M. de Graaf is opgedragen. De maatschappelijke kas verkeert in gunstigen toestand. De uitgaven zijn door de inkomsten bestreden kunnen worden. Het spaarfonds der Maatschappij is onaangeroerd gebleven. De bibliotheek is verrijkt geworden door den aankoop van eenige muziekwerkennagela len door den beer Lelièvre. De leden werden uitgenoodigd tot het nazien der rekening en verant woording van den thesaurier op Vrijdag den 16don November 1860des avonds te 8 ure, in het gebouw der Maatschappij: tot Nut van 'tAlgemeen. Tot commissaris, in plaats van den, aan het einde van het vorig maat schappelijk jaar, overleden lieer J. A. Susanna, werd dr. 1'. Iloekema Kingma gekozen. Tot thesaurier, in plaats van den heer J. A. Susanna, werd de commissaris Herklots benoemd, terwijl de door dezen laatste bekleede be trekkingen van vice-voorzittcr en bibliothecaris overgingen op de commissa rissen Leemans en Longepee. Aan eene commissie uit commissarissen werd de herziening van de wetten en reglementen der muziekschool opgedragen ten gevolge van een vroeger genomen besluit, om tot eene reorganisatie der school over te gaan. Hoofdzakelijk werkt alleen naar buiten de bepaling, dal slechts twee malen 'sjaars leerlingen worden aangenomen, een maat regel waardoor de mogelijkheid ontslaat om leerlingen, die op gelijke hoogte zijn, zoo in e'e'n uur te vereenigen, dat zij door gelijktijdige oefening nicer vruchten van het onderwijs kunnen genietenvoor hel overige betreffen de veranderingen meest huishoudelijke bepalingen, zoowel in het belang der onderwijzers als in dat der leerlingen genomen. In het verslag werd hulde gebragt aan de verdiensten van den heer A. Le lièvre, in het begin van dit jaar overleden. Van de oprigting der Maat schappij en harer muziekschool af, dus ruim 25 jarenstond hij als direc teur aan het hoofd der school, en was hij tevens als onderwijzer voor piano en zang en als directeur der zangvereeniging aan dezelve verbonden. De kunde en bekwaamheden van den overledene waren te algemeen bekend en erkenddan dat men het noodig oordeelde in het breede hierover uit te weiden, in tegenwoordigheid van zoovelen die hem gewaardeerd hadden, of van zijne vroegere en latere leerlingen, die aan hem hunne muziekale vor ming hadden te danken. Zoo iemand met regt den naam van bevorderaar der toonkunst mogt dragen, was hij het voorzeker, die niet enkel met woorden, maar ook met daden, in welke betrekking ook zijne hulp of medewerking werd ingeroepen, steeds toonde bereid te zijn, dikwijls met Opoffering van eigen inzigten, of door zijne kunde en jaren verkregen reg- tende toonkunst te willen bevorderen. Menig blijk van onbaatzuchtigheid hadden commissarissen van hunnen directeur mogen ondervinden. Ingevolge het bestaande besluit van 24 Jan. 1847, werd de waarneming der betrekking van directeur aan den oudsten onderwijzer der school opgedra gen en het aanbod van mej. Lelièvre, om de lessen van haren vader waar te nemenlot daarin op andere wijze was voorziendoor commissarissen met erkentelijkheid aangenomen. Ofschoon commissarissen gaarne uitvoering hadden willen geven aan hun nen wensch, om aan het hoofd der inrigting iemand als directeur te plaatsen, die zonder zelf onderwijs te geven, alleen met het oppertoezigt over het onderwijs zoude zijn belast, waren echter van eene andere zijde dé bezwaren van fitianciëlen aard te groot geweestdan. dat zij lot de benoeming van eenen' directeur hadden mogen overgaandie niet n\ev£»s als onderwijzer aan de school verbonden zoude worden. Er was derhalve besloten, ook ditmaal de be trekking van directeur met die van onderwijzer voor piano en zang te ver eenigen, en derhalve eene oproeping te doen, ten einde ieder in de gelegen heid te stellen zich bij commissarissen aan te melden. Op de oproeping voor die beide betrekkingen, in de nieuwsbladen en in het muziekaal tpschrift Caecilia geplaatst, meldde zich een 18-tal sollicitanten aan. Het was eene moejjelijke taak geweest, aan commissarissen opgelegd, eene keuze te doen en eerst nadat naauwkeurige informaliën omtrent bekwaamheden en persoonlijkheid van diegenen der sollicitanten, die naar hel oordeel van commissarissen liet meest in aanmerking kwamenwaren ingewonnen hadden zij besloten daartoe over te gaanen benoemden zij in hunne vergadering van 15 Mei jl. tot directeur en onderwijzer voor de piano en den zang den heer Frangois Hageman, toen als onderwijzer der muziek en organist te Leeuwar den gevestigd. De heer Ilageman was in eene daartoe beschreven vergade ring der commissie in bijzijn van de beide aan de school verbonden onder wijzers in zijne betrekkingen bevestigd, en had met 1 Augustus zijne functiën aanvaard. Commissarissen verheugden zich aanvankelijk reeds in de door hen gedane keuze, en twijfelden geenzins, of, indien de heer Hageman op den inge slagen weg voortging, gunstige uitkomsten de vruchten zouden zijn van zijne talenten, en van zijne ijverige pogingen, om den lust lot degelijke oefening bij zijne leerlingen op te wekken, en dat daardoor aan het ver trouwen hetwelk commissarissen in hem hadden gestelddoor hem beant woord zou worden. Den heer A. J. Wetrens, onderwijzer voor viool en piano, was een eer vol ontslag met 1 Nov. aanst.op zijn verzoekverleend. Commissarissen hadden zich tot hun leedwezen verpligt gezien dat ontslag toe te staan, daar zij niet mogten aarzelen, eene keuze te doen uit het alternatief, door den heer Wetrens hun in zijne missive gesteld, namelijk, of, intrekking voor zijn persoon alleen van het artikel der instructie voor den directeur, inhou dende controle of het loezigt over de lessen der onderwijzersof hem zijn ontslag als onderwijzer te vértéenen. Het sprak van zelf dat eene bepa ling gegrond op art. 1 en 2 der instructie voor den directeur, te vinden in de sedert 1842 vigerende wet, en destijds na rijp overleg en op voorstel der onderwijzersin het belang van het onderwijs genomen eene bepaling die ook in de reglementen van alle andere inrigtingen, o. a. ook in dat van de koninklijke muziekschool te 's Hage werd gevonden, door commissarissen niet mogt worden ingetrokkenof buiten werking gesteld. Het ontslag was evenwel aan den heer Wetrens niet verleend, dan nadat hem nog de gele genheid was verschaft gewordenop zijn besluit terug te komen er. zijn daartoe gedaan verzoek in te trekken. De lessen, door den lieer Wetrens op viool en piano gegevenzouden gere- gclden voortgang hebben. Wat de vioollessen betrof, deze zouden door den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 1