Per Telegraaf. Volgens hel Bat. Handbl. zou uil onderschepte correspondenten hlijkcn dat gelijktijdig met den opstand te Samarang een andere te Ambarawa en een derde te Djocjocarta had moeten uitbreken. Ook liep het gerucht dat te Soerabatja een dergelijk complot ontdekt zonde zijn. Al de zaamgezwo- renen waren Zwitsershet is te hopen dat men in het vervolg bij aanwer vingen van lieden uit die natie zeer streng moge toezienof liever hen in 't geheel niet naar Indië zenden. l)oor het groote aantal slechte sujetten dat men in den laatsten tijd herwaarts gezonden heeft, is het nu reeds zoover gekomen dat men, volgens de eenparige getuigenis der officieren, on eindig meer staat op de inlandsche dan op de Europesche troepen kan maken. Van het garnizoen van Soerabaija zijn op 6 Aug. 14 infanteristen en 3 cavalleristen gedeserteerd. 3 hunner zijn later gevangen genomen. PARIJS, 17 October. De Patrie zegt dat Garibaldi, terstond na de af kondiging der verwachte inlijving bij Sardinië, zijne staalkundige betrek king zal nederleggetj, en opperbevelhebber van de Zuid-Italiaansche land- en zeemagt zal worden. Hij zou zich uitsluitend bezig houden met het maken van toebereidselen voor eenen in het voorjaar aan te vangen oorlogwaartoe hij vrijwilligers uit alle landen van Europa zou trachten te verkrijgen. MARSEILLE, 17 October. Naar men uit Konstantinopelvan den 10de meldt, heerschl er in Wallachye, Moldavië en Servië cene groote opge wondenheid, wegens het bijeentrekken van Russische troepen ir. Bessarabië. TURYN17 October. De avondbladen deelen mede dat de prodictator te Napels, de heer Pallavicino, op nieuw zijn ontslag heeft ingediend. Het vereischt echter nadere bevestiging. Berigten uil Napels deelen mede dat de kon. troepen op nieuw eenen aanval hebben gewaagdmaar teruggesla gen zijn. Victor Emmanuel werd te Chisti verwacht. LONDEN, 17 October. Reuters Office.) Het berigt dat baron von llnbner, die thans te Parijs is, naar Weenen zou zijn geroepen om zitting in het ministerie te nemen, is ongegrond. MADRID17 October. De instructie in de zaak van Rodriguez Servie den dader van den moordaanslag op de koningin heeft plaats gehad. Hij heeft zijne misdaad bekend. Hij had eene betrekking bij den heer Nunez Prado, lid der Cortes. LONDEN, 18 October. In een berigt uit Napels van den 16denaan den Times, wordt de aftreding van den prodictator Pallavicino en van het mi nisterie niet bevestigd. NAPELS, 17 October, 11 ure des morgens. Het besluit omtrent de za- menroeping van de nationale vergadering op Sicilië is ingetrokken. Daaren tegen is het te Napels afgekondigde besluit, waarbij de bijeenkomst der kiesvergaderingen op den 21s,en bepaald wordt, ook op Sicilië toepasselijk verklaard. STAI9S - BERIBTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat zij van de Commissie voor de in 1861 binnen Haarlem te houden Algemeene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid hebben ontvangen het navolgend PROGRAMMA. Art. 1. Van wege de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid zal, naar aanleiding der wet van het jaar 1856 en onder goedkeuring van haren hoogen beschermheer, Z. M. den koning, in het jaar 1861, te Haarlem eene Alge- meene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid plaats hebben. Aan alle nijve- ren, landbouwers en fabrikanten, wordt dus de gelegenheid gegeven, om de voort brengsels hunner nijverheid ten toon te stellen. Art. 2. Vermits jaarlijks in Amsterdam, 's Gravenbage, Rotterdam en elders bijzondere tentoonstellingen plaats hebben van schilderijen, zullen deze op de Alge meene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid niet worden aangenomen. Art. 3. De zorg en de regeling van deze algemeene tentoonstelling is, onder de leiding van Z. K. tl. den prins van Oranje, die goedgunstig het eerevoorzitterschap beeft aanvaard, opgedragen aan cene commissie, beslaande uit de heeren: Dr. G. Simons, president-directeur der maatschappij, voorzitter; mr. Joh. Enschedé Jr. vice-president-directeurA. C. Kruseman, mr. P. Mabé Jr.dr. A. Vrolik, direc teuren, N. J. A. Travaglino, oud-directeur en president van het Haarlemsche de partement der maatschappij, en den algemeenen Secretaris, den heer F. W. van Eeden, secretaris. Art. 4. Door deze commissie zullen de voor de tentoonstelling bestemde goede ren in ontvang genomen, tentoongesteld en teruggezonden worden. Hare leden zul len aan de departementen der maatschappijmitsgaders aan gewestelijke of plaatse lijke besturen en kamers van koophandel en fabriekengelijk mede aan belangheb benden, op gedane aanvrage, alle mogelijke verlangde inlichtingen geven. Art. 5. De tentoonstelling zal plaats hebben iu het Stadhois en bijgelegen loca len, daarvoor door het stedelijke bestuur van Haarlem welwillend afgestaan. Art. 6. De tentoonstelling zal geopend worden op Maandag 24 Junij. De slui ting is voorloopig bepaald op Zondag 11 Augustus; directeuren behouden zich even wel de bevoegdheid voor, om dezen termijn te verlengen. Art. 7. Op deze tentoonstelling kunnenbehalve in dit rijk vervaardigde voor werpen van nijverheidook die worden aangenomenwelke afkomstig zijn uit de koloniën en overzeesche bezittingen van den staat. Van iedere soort van voorwer- j pen mogen door den inzender niet meer worden tentoongesteld, dan ter beoordeeling van de hoedanigheid noodig is. Art. 8. Voor de tentoonstelling komen in aanmerking niet alleen alle voorwer pen van nijverheid en kunstvlijt, welke door hewerking of boedanigheid uitmunten, maar vooral ook die, welke zich wegens bruikbaarheid, nut, eenvoud en onkostbaar heid onderscheiden. Art. 9. Geweven stoffen worden niet bij stalenmaar bij het stuk aangenomen. Art. 10. De in te zenden voorwerpen moeten voorzien zijn van cene verklaring van den belanghebbende (naar modellen daartoe door de maatschappij beschikbaar gesteld) dat zij door hem zeiven, of onder zijn opzigt of beheer in dit rijk zijn ver vaardigd, en verder van eene verklaring van het bestuur der plaats, dal de inzen der daar bekend is, en zijn bedrijf, fabriek of werkplaats daar gevestigd. Art. 11. Vermits de maatschappij zich ook bezig houdt met de aangelegenbeden van den landbouw, als een belangrijk onderdeel van de nijverheid, zullen ook land- bouwvoortbrengselen voor de algemeene tentoonstelling worden aangenomen. Art. 12. Het blijft der commissie voorbehoudenom zoodanige voorwerpen welke uithoofde van ongeschiktheid, als anderzins, minder vatbaar zijn om tentoon gesteld te wordenniet aan te nemen. Meer bepaald zijn uitgesloten: a. dieren en planten in levenden toestand; b. ver- sche plantaardige en dierlijke stoffendie aan bederf onderhevig zijnc. ontvlam bare of voor ontploffing vatbare praeparaten. Geestrijke vochten, oliën en zooge naamde essences, zuren en daarmede gelijk staande stoffen zullen evenwel worden aangenomen mits zij zoodanig besloten worden ingezondendat de commissie meent die zonder gevaar te kunnen toelaten. Art. 13. Directeuren behouden zich voor, om, tijdens de bijeenkomst van de algemeene vergadering en het nijverheids-congres, cene tentoonstelling uit te schrij ven van bloemenlevende planten en verdere voortbrengselen van tuinbouw. Het programma voor deze tentoonstelling zal nader worden bekend gemaakt. Vermits in het jaar 1862, volgende op dat van de algemeene tentoonstellinghet minder geraden zal zijn, eene provinciale of plaatselijke te houden, stellen directeu ren zich voor, om, onder nadere goedkeuring der maatschappij, in dat jaar eene algemeene tentoonstelling van levend vee en landbouw-voortbrengselenook voor die, welke in 1861 niet bij de andere kunnen worden aangenomen, te doen plaats hebben. Art. 14. Zij, die voorwerpen voor de tentoonstelling verlangen in te zenden, zijn gehouden daarvan vóór 1 Mei 1861 aan de commissie vrachtvrij berigt te doen toe komen, met vermelding van den aard en de soort der voorwerpen, gelijk mede, bij benadering, van de ruimte, welke zij zullen innemen. Art. 15. De voor de tentoonstelling bestemde voorwerpen moeten behoorlijk inge pakt en vrachtvrij, van 15 Mei tot 1 Junij 1861, worden ingezonden aan de com missie der tentoonstelling, aan het Stadhuis te Haarlem, met een brief, houdende den naam en de woonplaats van den inzender en opgaaf van het gezondene. De wijze, waarop het kosteloos overbrengen door ondernemingen van vervoer kan plaats hebben, wordt nader bekend gemaakt. Art. 16. De aangenomene voorwerpen blijven, tot de sluiting der ter.toonslel- ling, toevertrouwd aan de zorg der commissie, die zich belast met de terugzending binnen drie weken na de sluiting. De tentoongestelde voorwerpen zullen door de maatschappij tegen brandschade worden verzekerdzonder dat zij zich echter voor verdere schade aansprakelijk kan stellen. Art. 17. Aan de inzenders wordt vrijgelaten om de middelen van vervoer, waar mede zij de ingezondene voorwerpen willen terug ontvangen, op te geven, met ver klaring of zij zeiven voor het inpakken willen zorgen dan wel die zorg aan de commissie overlaten. - Art. 18. Van de tentoongestelde voorwerpen wordt een zooveel mogelijk naauw- keurige catalogus vervaardigd en uitgegeven. De inzenders worden dientengevolge uitgenoodigdom eene beknopte en zakelijke beschrijving van de door hen in te zenden voorwerpen bij deze te voegen. Art. 19. De voorwerpen mogen gedurende de tentoonstelling niet worden terug genomen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de commissie, welke alleen in bijzondere gevallen die toestemming zal verlecnen. Art. 20. De tentoonstelling wordt voor het algemeen dagelijks geopend van des voormiddags 9 tot des avonds 6 uur, en op de Zondagen, van des middags 12 tot des avonds 6 uur. De toegangsprijs is bepaald: op 25 cents de persoon, des Zon dags, Maandags, Woensdags en Donderdags; op 50 cents, Dingsdag en Vrijdags; op een gnlden, des Zaturdags. Art. 21. Gedurende de dagen, dat te Haarlem de algemeene vergadering der maatschappij zal bijeenkomen en het nijverheids-congres vergaderen (9, 10, 11, 12 en 13 Juiij) is de toegang, volgens art. 181 der wet, vrij voor de leden van de maatschappij en van het congres. De toegangsprijs wordt alsdanwat het pu bliek betreftbepaald op één gulden de persoon. Art. 22. Ten einde deze tentoonstelling zooveel mogelijk te doen beantwoorden aan het doel't welk door de maatschappij wordt beoogdworden van harentwege de inzenders, die zich onderscheiden hebben, bekroond. Art. 23. Te dien einde wordt door de maatschappij, onder de hooge goedkeuring van haren koninklijken beschermheer, eene jury van deskundigen benoemd, die zal uitwijzenaan welke inzenders eene vereerenae onderscheiding behoort te worden toegekend. De leden dezer jury zullen nader worden bekend gemaakt. Art. 24. De maatschappij looft medailles van de lste klasse (zilveren) en me dailles van de 2de klasse (bronzen) uit, waarvan het aantal zal geregeld worden, naar het oordeel van de jury. Daarenboven zal de jnry ook nog inzenders voor eene eervolle vermelding kunnen voordragen. De maatschappij behoudt zich voor, om, naar aanleiding van het verslag door de jnry uitgebragt, haar tweede gonden me daille toe te kennen aan den inzenderdie het meest heeft bijgedragen tot den luister en de waarde der tentoonstelling en haar eerste, groote gouden medaille te vereeren aan hemdie door zijne vinding of zijn bedrijf, in de laatst verloopen tien jaren, zich bijzonder en meest verdienstelijk heeft gemaakt omtrent de Neder landsche nijverheidin een der drie vakkenwelke de maatschappij in bare zorgen omvat; a) landbouw, h) kunsten, handwerken, fabrieken en trafieken, c) koop handel zeevaart en visscherijen. Art. 25. Van wege de maatschappij kunnen verder geldelijke belooningen en ge tuigschriften worden toegekend aan werklieden, die, blijkens het tentoongestelde voor zoodanige onderscheiding en aanmoediging door dc jury worden voorgedragen. Art. 26. Aan het verslag der jury wordt, zooveel mogelijk en met al de mid delen, welke der maatschappij ten dienste staan, openbaarheid gegeven. Art. 27. Directeuren noodigen alle inzenders uit, om aan de commissie opgaaf te doen van den prijs, waarvoor hunne tentoongestelde voorwerpen in den handel verkrijgbaar zijn. Art. 28. Geene voorwerpen kunnen voor de bckrooning door de jury in aanmer king worden genomenzoo niet de in het vorige artikel bedoelde prijs-opgaaf daarbij is gevoegd. Art. 29. De inzenders, die bezwaar mogten zien in de openbare bekendmaking hunner prijzen, kunnen daarvan opgaaf doen aan de commissie, die zich verbindt om van die opgaaf geene verdere mededceling te doen, dan aan de jury voor de beoordeeling. Art. 30. Inzenders, die de door hen tentoongestelde voorwerpen ter verkoop aan bieden zullen daarvan aan de commissie kennis geven. Ter goedmaking der onkos ten wordt van de verkochte voorwerpen 3 pCt. van den verkoopprijs gekort. Art. 31. De commissie stelt zich voor, om een zeker aantal der tentoongestelde voorwerpen aan te koopen, ten einde die, na bekomene magtiging, op nader be kend te maken voorwaarden, te doen verloten. Art. 32. De inzenders, die verlangen mogen, dat de door hen geleverde voor werpen niet voor de verloting worden aangekocht, zullen dit bij de inzending be- hooren op te geven. Art. 33. Over den verkoopprijs der verkochte voorwerpen wordt, vier weken na de sluiting der tentoonstelling, door de inzenders beschikt. Art. 34. Al diegenen, welke voorwerpen hebben ingezonden, hebben voor hun persoon den vrijen toegang tot deze tentoonstelling, onder de voorwaarden in het reglement van orde vast te stellen. Zij rekenen het zich ten pligt de aandacht der ingezetenen op deze aan gelegenheid bijzonder le vestigen en haar in hunne belangstelling ten drin gendste aan te hevelen, terwijl zij vertrouwen mogen dat de industriëelen alhier geene verdere aanmoediging zuilen behoeven om deze Nationale Ten toonstelling met de voorwerpen hunner nijverheid te verrijken en alzoo tot het welslagen dezer vaderlandsche poging mede le werken. Eindelijk brengen zij ter kennis der belanghebbenden, dat de Leydsche afdeeling der Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid zich tot het geven van alle noodige inlichtingen, des gevraagd, bereid verklaard heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. TIEBOEL SIEGENBEEKBurgemeester. Levden, 16 October I860. v. PUTTKAMMER, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 3