LEYDSCHE
COURANT.
I860.
x
l&tfCC
N°. 112. Vuil
MAANDAG 17 SEPTEMBER.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f VI in het jaar
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL.
BINNENLANDSCUE B35RIGTEN.
LEYDEN, 15 September.
De hoogleeraar dr. M. de Vries is door Z. M. den koning der Belgen
benoemd tot ridder der Leopolds-orde. Gelijke onderscheiding is aan den
heer J. van Lennep te Amsterdam te beurt gevallen.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de nilgave van een oor
spronkelijk blijspel, getiteld: Bet land is in gevaar, van den heer J. M.
E. Dercksen, dat bij de uitgevers de Breuk en Smits alhier het licht ziet.
Ongetwijfeld zullen er wel velen zijn die met dit stuk spoedig kennis willen
maken, omdat het, naar wij vernemen, voorkomt op het programma der
werkzaamheden van de rederijkerskamer Vondel, voor hare in de aan
staande week te houden bijeenkomst. De handeling van het stuk heeft
plaats tijdens de Fransche revolutie in het laatst der vorige eeuw en dat
tijdvak wordt, volgens den schrijver, daarin eenigermate gekarakteriseerd.
De taal- en letterkundige afdeeling van de kon. akademie van weten
schappen zal Maandag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 86 lot 91 personen.
Te Soeterwoude had eergisteren, bij gelegenheid der kermis, eene ring-
rijderij plaats, waartoe 18 personen zich hadden laten inschrijven. De eerste
prijs, bestaande uit een zilveren horologieketting met dito sleutels, werd be
haald door Dirk Mooiman; de tweede prijs, zijnde 6 messen met zilveren
hechten, door Dirk Lagerenberg, beiden uit genoemde gemeente.
liet departement Rotterdam van de maatschappij tot Nut van 't Alge
meen heeft eergisteren zjjn 75-jarig bestaan gevierd. Ds. C. W. van der Pot
trad daarbij als feestredenaar op, schetste in eene welsprekende rede het
ontstaande ontwikkeling en de verriglingen van het departement en wees
vervolgens op de toekomst der maatschappij, die voor eene grootsche taak
en voor eene uitgebreide werkkring bestemd was. Na hem werd door dr.
J. W. Sluiter een gelegenheids-gedicht van den secretaris, den heer G. van
Reyn voorgedragen. Een en ander werd door muziek-uilvoeringen afgewisseld.
Uit den Beemsler wordt aan het übl. het volgende gemeld: De handel
in schapen, die bron van welvaart in onzen omtrek en in geheel Noordhol
land, heeft dezer dagen een gevoeligen slag geleden door het schandelijke
bankroet van eenige veehandelarente Hoorn en te Alkmaar gevestigd ge
weest. Deze handelaren, die jaren achtereen wekelijks 600 tot 1000 schapen
naar Londen verzonden, hebben in eenige dagen tps voor ruim ƒ100,000
van die waar en ook eenig groot vee opgekocht, en zijn daarmede naar
Londen overgestokenzonder orde op hunne zaken te stellen.
Op den 12Jen dezer heeft te Tiel de vroeger aangekondigde reünie
plaats gehad van de krijgslieden, die in 1830 en later tol het jagercorps
van wijlen den heer E. W. van Dam van Isselt hebben behoord, en toen
ouder den naam van jagers van van Dam bekend waren. Die bijeenkomst
had ten doel om de guidons van dat wapen, die gedurende eene reeks van
jaren in het bezit der familie van Dam verbleven waren, naar het stadhuis
over te brengen, alwaar zij zullen bewaard worden. De guidons zjjn door
de jagers in pleglslaligen optogtwaarbij zich de leden der Tielsche afdee
ling van het metalen kruis en de dienstd. schutterij hadden aangesloten,
naar hunne nieuwe bestemming overgebragt.
Er zijn weder brieven met geldswaarde vermist, inhoudende verschil
lende bankbilletten enz. Ook is op den 3dc" dezer binnen Zutphen door den
heer J. D. Werdmüller van Elgg, kantonregter te Delden, vermist eene
portefeuille, waarin aan banknoten voor eene waarde van 375 en een
pakje met verschillende Uollandsche en Duilschc coupons ter waarde van
nagenoeg ƒ200.
Te Groningen hebben Dingsdag II. de oud-studenten der hoogcschool
van 1830—1845 eene reünie gehouden, waaraan 250 personen deel namen.
Ds. Meyboomvan Amsterdamhield de feestrede.
De gemeenteraad van Leeuwarden heeft besloten aan de nagelatene
betrekkingen van wijlen J. van der Horst, die bij den brand der kazerne
aldaardoor een val van dat gebouwhet leven heeft verloreneen jaar
geld toe te kennen, te weten: aan de weduwe ƒ250 en aan elk kir.d ƒ50
tot aan hunne meerderjarigheiden bijaldien de moeder eerder mogt komen
te overlijden, alsdan ƒ100 ieder.
Te Leeuwarden is in de piano-fabriek van den heer Schulze het 20-jarig
bestaan dier fabriek en de afwerking van de aldaar vervaardigde 1000ste piano
of pianino feestelijk gevierd.
De werkzaamheden op het taal- en letterkundig congres te 's Herto
genbosch zjjn eergisteren ten einde gebragt. Onder de sprekers die in de
bijeenkomst van Woensdag vooral de aandacht boeiden waren mr. J. van
Lennép, van Amsterdam, en prof. W. G. Brill, van Utrecht. De eerste
bragt «den goeden henog Jan van Brabant," den voorstander en beoefe
naar der poezy, in herinnering. Dit dichtstuk is terstond gedrukt gewor
den en op den volgenden dag aan de leden uitgereikt. Prof. Brill sprak
over het grammatisch geslacht der naamwoorden, welke rede met zooveel
genoegen werd gehoord, dat de spreker uilgenoodigd werd zjjne denkbeel
den nader uit te werkenom die in de handelingen der vergadering op te
nemen. In de vergadering van Donderdag hebben o. a. de hh. dr. R. C.
Hermans, van 'sBosch, A. Elink Sterk, van 'sGravenhage, T. N. van der
Stolk en d'. 11. M. C. van Ooslerzee, beide van Oirschot, het woord ge
voerd. De laatste sprak over de bevordering van eenparigheid in het gebruik
onzer taal, welk onderwerp eene levendige beraadslaging uitlokte. Door
den heer D. J. den Beer Poorlugael werd nog eene dichterlijke hulde ge
bragt aan wijlen den heer Prudens van Duyse. Voor dat de vergadering
uiteenging droeg de hoogleeraar de Vries, op verzoek van den voorzitter,
de rede voor, die door hem bij gelegenheid van de onthulling van het stand
beeld van Maerlant te Damme was gehouden. Deze rede, met kracht en
vuur uitgesprokenwerd met belangstelling aangehoord en verwierf luide
toejuiching.
Ir. 1862 zal het congres te Brugge worden gehouden.
Op den 9Jcn dezer werd op den spoortrein van Breda naar Rozendaal
door den machinist tusschen Seppe en de Hoeve een stuk hout opgemerkt,
dat dwars over de rails was gelegd. Daar er geene mogelijkheid was om
op te houden, is het stuk verbrijzeld geworden, gelukkig zonder aanleiding
tot eenig ongeluk te geven. Men denkt dat eenige kermisgasten uit brood
dronkenheid het hout op den weg hebben geworpen.
Te Ossendrecht is door de justitie onderzoek gedaan naar de oorzaak
van eenen branddie aldaar dezer dagen in eene arbeiderswoning plaats
had. De uitslag is geweest dat de vrouw van den bewoner heeft bekend,
dat zij den brand met opzet had aangestoken, om zich op die wijze van
hare woning te ontdoen, die tegen brandschade was verzekerd, en die pen
ningen dacht te gebruiken, om op eene andere plaats, waar zij een stuk
gronds had aangekocht, een ander gebouw op te rigten.
Van de reede van Beyruth wordt van 31 Augustus jl. het volgende
aan de V. C. geschreven: Den 18den Aug. jl. verliet de Wassenaar de
reede van Beyruth en stoomde naar Sidou, alwaar dat fregat dienzelfden
dag ten anker kwam. Uet Eiigclsche linieschip Neptunus lag er ter reede
gestationneerd. Te Sidon waren geene moordtooneeien voorgevallende stad
was vol vlugtelingen van de nabijgelegene Christendorpendie meest alle
verwoest zijn; de Fransche consul had cr eenige duizenden onder zijne be
scherming genomenwaaronder verscheidene gekwetstenen men schat het
getal der nabij Sidon vermoorden op 2000. Het fregat bezocht vervolgens
Tyrus, Jafla, KailTe, S'. Jean d'Acre, Latakiez en Tripoli; overal werd
het rustig bevonden, moorden waren er op de Christenen niet gepleegd.
Na eene reis van 10 dagen kwam de Wassenaar te Beyruth terug. Men
denkt over eenige dagen naar Alexandria te vertrekken.
Volgens de laatste berigten, uit Paramaribo ontvangenvan 19 Aug. jl.
had 'skonings commissaris, de heer Metman, het nieuwe strafwetboek voor
Suriname ontworpen. Ook met het overige gedeelte van zijn arbe'id ging
het goed vooruit, maar het zou, naar men verzekerde, nog wel twee 5 drie
maanden duren, eer de commissaris met zijnen secretaris, den heer van
Andel, de reis naar Curasao kon ondernemen.
De Belgische lUoniteur deelt de rede mede, welke de hoogleeraar de Vries
bij de onthulling van het standbeeld van Jacob van Maerlant te Damme
heeft uitgesproken. Wjj laten die hier in zijn geheel volgen:
Welk een treffend schouwspel, mijne heeren Het Vlaamsche volk ver-
eenigt zich om hulde te brengen aan de nagedachtenis van eenen Vlaming
van vervlogen eeuwen. Is creen indrukwekkender schouwspel dan dat van
een volk hetwelkgedreven door eenen edelen geestdrifteene hulde van roem
en dankbaarheid komt brengen aan een der grootste mannendie het den
weg van vrijheid en beschaving hebben aangewezen. O regtvaardigheid
der nakomelingschapdie aan ware verdiensten de cerckroon niet ontzegt.
Voor zes eeuwen woonde in deze gemeente een nederig burger. Zijn
naam zweefde niet op de lippen zijner lijdgenootenzoo als die van de
grooten der aarde, wier schitterende oorlogsdaden bevlekt waren met het
bloed van duizenden natnurgenooten.
Hij leefde en werkte in stilte, hij sloeg de wereldgebeurtenissen gade.
hij peinsde en onderzocht. Hij verzamelde wijsheid en stelde de uitkomst
zijner nasporingen in de eenvoudige Vlaamsche taal te bock.
Zijne magt was geene andere dan die van het woord en van de pen, eene
magt, oogenschijnlijk zoo zwak in de eeuw waarin hij leefde. Hij stierf