De RAAD der gemeente Lexjden Gelet op art. 19 en 69 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103); Bepaalt Art. 1. Op de openbare lagere scholen, vermeld onder art. 1 der veror dening regelende het aantal scholen, onder letter wordt aan eiken hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van twaalf honderd grilden onder letter b, wordt aan den hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van elf honderd vijftig gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden. In geval aan de hoofdonderwijzers der scholen onder lett. a en b geene vrije woning kan verschaft wordenontvangen zij elk eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden. Op die scholen wordt toegelegd, aan elk der hulponderwijzers van de lstc klasse zes honderd gulden aan de hulponderwijzers van de 2dc klasse elk vijf honderd gulden; aan de ls,c hulponderwijzers van de 3dc klasse elk vierhonderd gulden aan de 2<le hulponderwijzers van de 3dc klasse elk drie honderd en vijftig gulden aan de hulponderwijzers van de 4de klasse drie honderd gulden. Ten behoeve van eiken kwcckeling wordt aan de hoofdonderwijzers jaarlijks eene toelage verleend ten hoogste van zeventig gulden. Art. 2. Op de openbare lagere scholen, vermeld bij art. 1 der verordening regelende het aantal scholen, onder lett. c, wordt aan den hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van vijftien honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden. Ingeval hem geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden. Aau den hulponderwijzer, bekwaam om in het Fransch onderwijs te ge ven, wordt eene jaarwedde toegelegd van zeven honderd gulden. Zoo er meer hulponderwijzers worden aangesteld, mede bekwaam om in het Fransch onderwijs te gevenwordt aan elk dezer eene jaarwedde toege legd van zes honderd gulden. Ten behoeve van eiken kweekeling wordt aan den hoofdonderwijzer jaarlijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden. Aan de hoofdonderwijzeres wordt toegelegd eene jaarwedde van dertien honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden. Ingeval haar geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt zij eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden. Aan de hulponderwijzcresbekwaam om in het Fransch en de handwerken voor meisjes onderwijs te geven, wordt eene jaarwedde toegelegd van zes honderd gulden. Zoo er meer hulponderwijzcressen worden aangesteld, mede bekwaam om in het Fransch en de handwerken voor meisjes onderwijs te geven, wordt aan elk dezer eene jaarwedde toegelegd van vijf honderd gulden. Ten behoeve van elke kweekelingc wordt aan de hoofdonderwijzeres jaar lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden. Art. 3. Op de openbare lagere scholenvermeld hij art. 1 der verordening regelende het aantal scholen onder letter d, wordt aan den hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van zeventien honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden. Ingeval hem geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd golden. Aan den hulponderwijzer, bekwaam om in het Fransch, Engclsch, Hoog- duilsch en de Wiskunde onderwijs te geven, wordt eene jaarwedde toegelegd van acht honderd gulden. Zoo er meer hulponderwijzers worden aangesteld, mede bekwaam om in eene der genoemde talen of de Wiskunde onderwijs te geven, wordt aan elk dezer eene jaarwedde toegelegd van zes honderd gulden. Ten behoeve van eiken kweekeling wordt aan den hoofdonderwijzer jaar lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden. Aan de hoofdonderwijzeres wordt toegelegd eene jaarwedde van vijftien honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden. Ingeval haar geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt zij eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden. Aan de hulponderwijzercs, bekwaam om in het Fransch, Engelscli, Hoog- duitsch en de handwerken voor meisjes onderwijs te gevenwordt eene jaar wedde toegelegd van -zeven honderd gulden. Zoo er meer hulponderwijzcressen worden aangesteld, mede bekwaam om in eene der genoemde talen en de handwerken voor meisjes onderwijs te geven wordt aan elk dezer eene jaarwedde toegelegd van zes honderd gulden. Ten behoeve van elke kweekelinge wordt aan de hoofdonderwijzeres jaar lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden. De Verordening n°. 4, regelende de heffing van schoolgelden op de open bare lagere scholen, met de daarin door de plaatselijke Schoolcommissie voor gestelde wijzigingen, wordt in haar geheel in rondvraag gebragt en na deli beratie met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld. Zij luidt als volgt: De RAAD der gemeente Lexjden Gezien art. 232236 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n». 85); Gelet op art. 3335 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103); Heeft besloten Er zal, te beginnen met 1° Januarij 1861, als schoolgeld voor het bezoe ken der openbare lagere scholen in deze gemeente verschuldigd zijn, door de ouders of voogden der ter school gaande kinderenvoor ieder kind bezoekende de scholen vermeld bij art. 1 der verordening regelende het aantal scholen, onder lett. awordt hel onderwijs kosteloos gegeven; onder lett. b, voor den morgen- en middagschooltijd één cent per dag, voor den avondschooltijd één cent per dag, voor twee of meer kinderen uit één gezin, gelijktijdig ter school gaande, wordt het bedrag voor elk kind gesteld op de helft; onder lett. c, vier gulden per drie maanden, voor twee of meer kinderen nit één gezin, gelijktijdig ter school gaande, wordt het bedrag voor ieder kind gesteld op de helft; onder lett. d, vijftien gulden per drie maanden, voor twee of meer kinderen uit één gezin, gelijktijdig ter school gaande, wordt het bedrag voor elk kind gesteld op drie vierden. De Voorzitter brengt nu in rondvraag dc artt. I4 der 5e en laatste Ver ordening, regelende de invordering dier schoolgelden; welke achtereenvolgens na deliberatie met algemeene stemmen worden aangenomen. Eindelijk wordt de geheele Verordening in rondvraag gebragt en na delibe ratie met algemeene stemmen vastgestelddus luidende Art. 1. De verschuldigde schoolgelden voor het bezoeken der openbare lagere scholen, vermeld bij art. 1 der verordening regelende het aantal scho len, onder lett. bmoeten door de belastingschuldigen dagelijks aan den gemeente-ontvanger of zijn gemagtigde worden voldaan. Art. 2. Het collegic van dagelijksch bestuur bepaalt, ten aanzien der in de gemeente wonende ouders of voogden, wie onvermogend zijn het school geld te betalen en mitsdien op de scholen onder lett. kunnen toegelaten worden. Art. 3. De verschuldigde schoolgelden voor het bezoeken der openbare lagere scholen, vermeld bij art. 1 der verordening regelende het aantal scho len onder lett. c en dmoeten door de belastingschuldigen aan den ge meente-ontvanger worden voldaanna afloop van elk quartaalen wel binnen 8 dagen na het ontvangen eener kennisgeving van den ontvanger. Het schoolgeld van kinderen uit andere gemeenten moet worden voldaan aan den ontvanger dezer gemeente, bij vooruitbetaling vóór of op den dag, waarop de kinderen voor het eerst in het quartaal de school bezoeken. De hiervoor af te geven quitantie moet hun voor dat quartaal als toc- gang-billet tot de school verstrekken. Art. 4. Bij gebreke van voldoening, geschiedt de invordering der school gelden volgens de artt. 258262 der wet van 29 Junij 1851 (Staalsbl. n°. 85). Op voorstel van den Burgemeester wordt met algemeene stemmen goedge vonden, de behandeling van het sub 4 aan de orde gestelde ondewerp, aan gezien de tijd thans te ver verstreken is, tot eene volgende vergadering uit te stellenwaarna deze zitting gesloten wordt. Te Lcyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 6