Naar men zegt heeft de Paus cene allocutie gehoudengerigt tegen de j
gewelddadigheden inhechtenisnemingen en veroordeelingenwaaraan de
geestelijkheid in de Romagna en de hertogdommen heeft blootgestaan.
In brieven uit Napels leest men o. a. de volgende bijzonderheden. Tot
heden stelt men nog maar weinig vertrouwen in den koning. De mi
nisters leggen den koning dagelijks een twintigtal besluiten ter teekening
voor betreffende het afzetten en benoemen van ambtenaren en andere
noodzakelijke maatregelenom de nieuwe orde van zaken te bevestigen
maar de koning is besluiteloos of weigert en teekent niet meer dan een
tweetal stukken. Even als zijn vader wil de koning uitsluitend meester
over het leger zijnen het niet onder de bevelen van den minister van
oorlo" stellen. Hen zou bijna zeggen dat hij, in plaats van waarborgen
aan zijn v0,k te geven> maatregelen van zelfverdediging tegen het volk
neemtwant het leger dat hij voor zich wil behoudenis de schrik van het
volk. De Beijcrsche troepen, die te Portici verblijf houden, verontrusten de
ingezetenen en bedreigen hen in hunne woningen. De officieren hebben geen
»ezag meer en dezer dagen heeft men nog andere strijdkrachten en zelfs ge
schut moeten doen aanrukken, om die troepen in bedwang te houden. De
koning heeft nu de ontbinding van dit corps toegezegd, maar hij trekt dik
wijls zijne beloften in. Wel is er nog gecne reactie aanwezig, maar de
concessiën worden met koelheid aangenomen, omdat men weet dat zij den
koning slechts met moeite worden afgedwongen, zoo als o. a. het besluit
tot oprigting eeuer burgerwacht. De minister vroeg 800 man uit ieder kwar
tier, maar de koning wilde niet meer dan 200 man toestaan, na eenige
onderhandeling is het getal op 500 bepaald. Van deze burgerwacht zijn uit
gesloten: priesters, regeringspersonen, dienstboden, veroordeelden we
gens diefstal enz.vagebonden en geneesheerenten minste zoo stond
cr te lezen in den afdruk van het kon. besluit dat in de straten werd ver
kocht, maar later bleek het dat men medici in plaats van mendici had
gezeten dat er dusin plaats van geneesheerenbedelaars werden bedoeld.
Er gaat geen dag om of er worden aan het parket aanvragen gedaan lot
vervolging van de voormalige hoofden der policie. De drukker Bruto heeft
verlof gevraagd om den marquis Ajossa te vervolgenomdat deze zijne druk
kerij, eene inrigting waarin 40 werklieden bezig waren, gedurende 6 maan
den heeft doen sluiten. De voormalige directeur van policie, Pasquale Go-
verno, wordt beschuldigd twee personen in de gevangenis den hongerdood
te hebben doen sterven. Drie commissarissen van policie bevinden zich in
de gevangenis; vele aanklagten zijn tegen hen ingebragt. Op eenen dag zijn
15 aanklagten tegen den commissaris Campagna gedaan. Door den iegen-
woordigen directeur van policie, den heer Romano, is een onderzoek bevo
len, en de wijze waarop hij zich van zijnen pligt kwijt verdient lof.
Manettavader en zoonondernemers eener badinrigtingdie veel invloed
op het volk uitoefenden en na den aanslag op den heer Brenier verdwenen
waren, zijn op het eiland Ischia gevat. De overheid had moeite om hen
tegen de woede der inwoners te beveiligen. Zij hadden gedurende eenige
dagen in eene schuit op zee rondgezworven. Door eene stoomboot zijn zij
thans hier aangebragt en in een rijtuig, onder bedekking van 50 gendarmes
naar de prefectuur gebragt. Men geeft zich veel moeite om de daders van
den aanslag op den heer Brenier te ontdekken.
Uit Palermo meldt mendat nabij Messina een hardnekkig gevecht
heeft plaats gehad tusschen de troepen onder den Napelschen kolonel Bosco
en de voorhoede der Sicilianen. Door een stoomschip zijn 57 stukken ge
schut aangevoerd. Garibaldi heeft Baghera doen omsingelen en den moor
denaar doen gevangen nemen van den kolonel Puglisi. De Britsche schout
bij-nacht Nundy is naar Napels vertrokken. Er blijven ter reede van Palermo
geene schependan alleen Sardinischeliggen.
Het officiële dagblad bevat een artikel, hoofdzakelijk van den volgenden
inhoud: Op uitdrukkelijk bevel van den dictator, zijn Joseph Lafarina,
Grisulii en Totti uit Palermo verwijderd; de beide laatstgenoemden omdat
zij bleken handlangers te zijn van de policie op het vasteland. Genoemde
drie bannelingen spanden te Palermo tegen de bestaande orde van zaken za
nten. De Siciliaansche regering, die steeds voor de handhaving van orde en
rust waakt, kon de tegenwoordigheid van zulke personen niet dulden."
Door deze handeling van Garibaldi is er eene opentlijke breuk gekomen
tusschen hem en de Sardinische regering. De Turijnsche bladen zijn daarom
zeer vertoornd op den dictator, want zij beschouwen de verwijdering van
den heer Lafarina als eene nederlaag voor de staatkunde van het Sardini
sche kabinet, hetwelk eene vergrooting van grondgebied door onverwijlde
inlijving van Sicilië beoogde. Hoogstwaarschijnlijk heeft de heer Lafarina
Garibaldi een trek willen spelen en een tweetal zijner amblgenooten in zijn
belang weten over te halen. Garibaldi zelf moet, in weêrwil van de ver
anderde denkwijze van koning Frans II, voornemens zijn zijne plannen
door te zetten. Hij zou nognaar men wildezer dagen gezegd hebben
Al mogten de Bourbons ook den republikeinschen regeringsvorm afkondi
gen, ik zal de wapenen niet nederleggen alvorens hen uit Italië te
hebben verdreven; noch zal ik vrede maken vóór dat ik de onderdanen van
den Paus en van Oostenrijk zal hebben bevrijd van het juk waaronder zij
nog zuchten.
De heer Lafarina is bij zijne aankomst te Turijn terstond bij graaf Cavour
toegelaten. De graaf was over het gedrag van Garibaldi zeer verbolgen.
De gemeenteraad van Palermo heeft besloten eene medaille te doen slaan
ter herinnering aan de vrijmaking van Sicilië. Deze medaille zal in zilver
vervaardigd en door Garibaldi uitgedeeld worden aan allen die met hem
gestreden hebben. Bovendien zal ook eene bronzen medaille worden geslagen.
PRUISSEN.
BERLIJN, 15 Julij.
De voorbereidende arbeidten behoeve eener herziening der militaire
bonds-conslitutie, is ten einde gebragt. De militaire bonds-commissie heeft
hare beraadslagingen geëindigd en den uilslag reeds aan het commile' voor
militaire zaken medegedeeld. Naar men verneemt heeft de meerderheid der
genoemde commissie zich niet voor de vermeerdering van het bondsleger,
maar wel voor die der reserve verklaard, alsmede voor eene verdeeling der
militaire bondsmagt in twee legers met twee opperbevelhebbers (Oostenrijk
en Pruissen).
Brieven uit Rio-Janeiro van 3 Junij melden, dat drie schepen van de
Pruissische expeditie naar oostelijk Azië zich op dien dag aldaar hebben
vereenigd en onmiddellijk naar Singapore voortgeslevend zijnwerwaarts
het vierde vaartuig hen schjjnt te zijn voorgegaan. Niettegenstaande de
hevige stormen, die in den laatsten tijd geheerscht hebben, hadden de bo
dems geenerlei schade bekomen en de bemanning genoot den besten welstand.
Uit Leipzig meldt men, dat sedert eenige dagen herhaalde schermutse
lingen tusschen studenten en policie-agenten hebben plaats gehadtengevolge
waarvan het gansche studentencorps de stad heeft verlaten, met het voorne
men om niet terug te komenindien niet de gevorderde voldoening wordt
gegeven.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 14 Julij.
Naar men verneemt heeft de minister van Qnantiën aan de commissie,
door den rijksraad benoemd tot onderzoek der begrootingverklaarddat
de uitgaven van het depart, van oorlog, in geval de vrede voortduurt, tot
op 80 millioen zal worden verminderd.
De zijde-industrie hier te lande, welke voor eenige maanden aan meer
dan 10,000 personen geregeld bezigheid verschafte, is derwijze verminderd,
dat thans niet de helft van het genoemd aantal zich aan dien tak van nij
verheid kan wijden.
OOST-INDIE.
BATAVIA, 24 Mei.
Door Z. Exc. den gouverneur-generaal zijn o. a. benoemd: tot resident
van Soerabaija, de resident van Bagelen O. van Rees; tot resident van Ba-
gelen de inspecteur der cultures A. W. Kinder de Camarecq; en lot secre
taris der Javasche bank mr. H. Rochussen.
De gezondheidstoestand der bevolking op Java, zegt de Java-Bode,
kan men met het volste regt bevredigend noemen. Op enkele plaatsen de
den zich de pokken voor, en in een district van de Preanger maakte de
cholera eenige slagtoffers. De volksziekten schijnen van lieverlede in hevig
heid en uitgebreidheid af te nemen. De berigten omtrent den oogst zijn,
voor zoover wij die kennen, bevredigend. Overal op Java heerscht de
meest gewenschte rust.
In den vroegen morgen van den 3den Mei zijn te Buitenzorg twee
schokken van aardbeving waargenomen in de rigling van het oosten naar het
westen, welke beide schokken eenige seconden hebben aangehouden.
De wel-eerw. heer C. P. Lammers van Toorenburg, pred. bij de herv.
gemeente te Samarang, wien wegens ziekte een tweejarig verlof naar Ne
derland is verleend, heeft, na 24-Jarige dienst, op Zondag 6 Mei afscheid
van zijne gemeente genomen, met eene rede over 2 Tim. IV: 6, 7. Ds. van
der Meer van KufFeler was bij die gelegenheid de tolk der gemeente, om
den vertrekkenden leeraar hare beste wenschen voor zjjn welzijn uit te
drukken.
In het district Poerbolingo (Banjoemaas) heeft op 19 April een hevig
onweder gewoed, waardoor een 12-jarige Javaansche jongeling, die bezig
was een buffel op de sawahvelden nabij de dessa Lamongan te laten grazen,
door den bliksem getroffen, onmiddellijk is gedood. Nog werden in het
district Adjibarang, afdeeling Poerwokerto, op den 24sle™ April twee perso
nen door den bliksem getroffen, waarvan een op de plaats dood bleef, ter
wijl de andere met eene bedwelming vrij kwam.
Van de zuid- er. oosterafdeelingen van Borneo zijn uitvoerige berigten
ontvangen omtrent talrijke kleine gevechten, die aldaar door onze troepen
tegen dc dweepzieke Daijaks geleverd zijn. Daaruit blijkt dat de bezwaren
van het terrein, de onbegrijpelijke uitgestrektheid dier streken en de uit
puttende marschenop dit oogenblik de grootste vijanden onzer troepen in
die streken zijnvoorts dat onze troepen met eiken dag veld winnendat
de opstand zich niet verder uitbreidt; dat de opstandelingen in elke ont
moeting worden geslagenen dat onze verliezen aan dooden en gekwetsten
betrekkelijk zeer gering zijn. Evenwel eischt deze strijd nu en dan een
offer, en onder hen, die in de laatste dagen hun bloed plengden voor Ne
derlands eer, was de lsle luit. van Dam van Isselt, die aan de rivier Koen-
doong, in de nabijheid der kampong Tjabehi, door een kogel in den buik*
getroffen, het leven verloor. Ofschoon de vijand daar zijne hoofdmagt had
vereenigd, werd hij geslagen, maar de slechts 100 man sterk Europesche
kolonne moest echter op Amawang terugtrekken, ten einde aldaar, alvo
rens eenen beslissenden slag te slaan, met een 60-tal manschappen versterkt
te worden. Het is te bejammeren dat de militaire magt aldaar zoo uiterst
gering is. Ook de lste luit. J. M. D. F. de Jongh is op een logt van
Amoenthai naar Tana-Abang gesneuveld.
Van Sumatra's westkust wordt het volgende gemeld. Verscheiden
plaatsen zijn weder door brand geteisterd, o. a. was dit het geval te
Goerocn (Tanah Datar), waar 36 huizen en 41 padischuren in de asch wer
den gelegd. Deze ramp, die aan onvoorzigtigheid wordt toegeschreven,
veroorzaakte eene schade van bijna 20,000. Baros trof een ongeluk, dat,
hoezeer van gering geldelijk belangin de gevolgen wel betreurenswaardiger
was dan het zoo even vermelde. Op den 24stcn Maart brandde aldaar het
gebouwtje af, dat lot bewaring van gevangenen diende. Toen de brand
ontstondwaren twee personen daarin opgeslotenwaarvan een ter dood
veroordeelde. Deze laatste kwam in de vlammen omterwijl de andere
aan de gevolgen van brandwonden overleed. Men vermoedt dat de wacht
hebbende oppasser, ondanks hel daarop staande verbod, vuur aan den ter
dood veroordeelde heeft verschaft en dat deze zich daarvan heeft bediend
om het gebouw in brand te steken, in de hoop dat hij, b(j de daardoor
ontstane verwarring, zou kunnen Ontkomen.