LEYDSCHE VRIJDAG 22 JUNIJ. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zuturdag Avond. De Prijs der Courant is 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN21 Junij. Dat de luisterrijke feesten in de vorige week door de akadetnische jon gelingschap gegeven en waardoor zij aan de ingezetenen een zoo veelzijdig i genot verschafte, van den kant der laatsten een blijk van erkentelijkheid vorderdenzal gaarne iedereen toestemmen die van die feesten geinige was. F.enige geachte burgers (de hh. C. P. L. Driesscn, P. J. de Fremery, J. llarievell Az., G. W. Hubrecht, M. A. Kluit, S. A. Meerburg, J.Schel- tema, A. Schmidt, D. Tieboel Siegenbeek, D. A. graaf van Limburg Stirum D. C. Viruly van Pouderoyen, S. Vissering en J. de Wal), van dit gevoel doordrongenvereenigden zich lot eene commissie en stelden aan hunne medeburgers voor het studentencorps een feest aan te bieden, met uitnoodi- ging zich tol dat doel bij hen aan te sluiten. Die roepstem was niet vruch teloos en spoedig zag de commissie zich in staat gesteld om aan het ge vormde plan uitvoering te geven, dat, van wege de invallende vacantie, geen uitstel kon l(jden. Met lofwaardigcn spoed werd de hand aan het werk geslagen en aan den avond van Dingsdag 11. was men getuige van de verdienstelijke wijzewaarop de commissie zich van hare laak had gekweten. Het Ruïne-plein toch, dat reeds vroeger in een feestterrein was veran derd bood op dien avond een tooneel aanwaarvan men den indruk moei- jelijk kan teruggeven. Met uilzondering van het aldaar aanwezige feestge bouw was de geheele aanleg op eene voor het oog zeer bevallige wijze ver nieuwd. Een aantal breede lanen, smaakvol versierd, liepen op een mid delpunt uit en op dat punt was eene fraaije uit eenen met bloemen bedekten rotsgrond ontspringende fontein geplaatst, die ieders bewondering tot zich trok, te meer wanneer men den korten tijd in aanmerking neemt, waarin dit werk was tot stand gebragl. Aan de beide zijden van het gebouw waren cirkelvormige vleugels of warandes aangebragt, waarin de feestelingen zich desverkiezende rustig konden afzonderenzoodat het lokaal thans uitsluitend voor den dans bestemd bleef. Boven den hoofdingang van het gebouw prijkte de Stedemaagd aan Minerva eenen lauwerkrans aanbiedende, waaronder, tusschen sierljjk aangebragte vaandels, een latijnsch opschrift den dank der burgerij aan het studentencorps uitdrukte en hel met de zoo luisterrijk ge vierde feesten geluk wenschte (civibbs. acad. i. b. dies. pestos. splendide. celebkatos congrateiantür. memores. gratiqbe. cives. civitatis. i. b.}. De met zooveel zorg en smaak gedecoreerde balzaal prijkte aan de eene zjjde met het stedelijk wapen en aan de andere zijde met een banier, waar van het opschrift: virtbtis. avitae. praemicm. academia. (de hoogeschool hel loon voor den moed der voorvaderen), in gouden letteren op fluweel sierlijk uitblonk. Ten half acht ure, toen het terrein reeds met een aanzienlijk getal fees telingen bezet was, begaven hh. studenten, daartoe in het akademiegebouw te zamen gekomenzich derwaarts en werden door de commissie plegtsta- tig ontvangen. De burgemeester, lid der commissie, verwelkomde lien met eene uitmuntende en hij allen weêrklank vindende toespraak waarop de praescs van het Collegium supremum, de heer Vlielander Hein, in sierlijke bewoor dingen antwoordde. De muziek van den heer E. SlumpfF, van Amsterdam, deed daarop het lö vivat hooren en de feestvreugde nam eenen aanvang. Droeg de aanleg van het terrein reeds ieders goedkeuring weg, zij steeg tot bewondering toen de verlichting was ontstoken. Deze was inderdaad prachtig. De fontein wierp hare waterstralen te midden van eene lichtzee en maakte daardoor eene hoogst verrassende uitwerking. Het licht van duizendc lampions werd verhoogd door eene met onbekrompen hand, in den vorm van sterren, globes, enz., aangebragte keurige gasverlichting, terwijl het geheel van tijd tot in de schaduw werd gesteld door Bengaalsch vuur en vooral door electrisch licht, dat niet alleen het terrein maar ook den omtrek als in een helder daglicht plaatste; iets dat voor de meeste toe schouwers een ongekend schouwspel opleverde. Te midden van zoo veel schoons bewoog zich in opgewonden stemming eene groole schaar van feestelingenterwijl de muziek zich aanhoudend deed hooren, en anderen zich aan den dans overgaveg. Overal deed zich ten duidelijkste de feestvreugde opmerken en algemeen bragt men hulde aan de wijze, waarop de commissie dit feest had tot stand gebragtenaan allen die in het ontwerpen en in de uitvoering der vcreischte werken onmisken bare blijken van hun talent en ijver hadden gegeven. Dat ook hier het morgenlicht de feestvierenden bijeenvond zal niemand bevreemden. Deze feestviering legde op nieuw een treffend getuigenis af van de goede verstandhoudingdie er tusschen de academieburgers en de ingezetenen be staat, eene verstandhouding, waarop men met welgevallen het oog slaat en die niet missen kan de schoonste vruchten op te leveren. Heden werd de 94®tc jaarlijksche vergadering van de maatschappij der Nederlandsche letterkunde, in het gebouw van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen op de Ruïne, gehouden. De voorzitter van het nu afgeloopen maatschappelijk jaar, dr. L. J. F. Janssen, opende de vergadering met eene rede, waarin hij hoofdzakelijk herdacht den toestand en de lotgevallen der maatschappij in het afgeloopen jaar. Hij bragt ook hulde aan de afgestorven Nederlandsche leden: J. C. baron Baud, J. P. Sprengcr van Eyk, mr. S. de Wind, T. Pan, mr. C. J. van Assen, U. G. Schilthuis Jz., J. A. Susanna, R. Posthumus, jhr. J. G. W. Merkes van Gendl, dr. A. II. Pareau, mr. C. W. van Marie, dr. N. C. Kist, E. W. van Dam van Isselt, mr. U. A. Evertsz, mr. C. L. Schuller tot Peursum, mr. Is. da Costa, Q. M. R. Ver-Utlell, mr. R. W. Tadarna; terwijl de buitenlandsche leden, wier overlijden bij het bestuur bekend was geworden, zich bepaalden tot de hh. E. Th. Gaupp, hoogl. te Breslau, mr. Prudens van Duyse, te Gent, W. Grimm, te Breslau, Th. Babington Macaulay, bij Londen. Tot prijsvragen werden uitgeschreven de beide volgende: I. tVelke woorden en spreekwijzen zijn sedert het laatste vierdedeel der vorige eeuw hier te lande in zwang gekomen? Welke dezer nieuw ingevoerde uitdrukkingen zijn als eene wezenlijke aanwinst der taal aan te merken? Van welke daarentegen is het raadzaam zich voor taan te onthouden? II. Bene historisch-philologischezoo het mogelijk is, genetische be schouwing van de komische typen onzer volksliteratuur. Nader aldus verklaard: Welke voorstellingen van de goede of kwade eigenschappen onzes volks zijn zoodanig verpersoonlijkt geworden, dat zij in de taal van het dagelijksch leven, in onze blij- en kluchtspelen, in onze volksboe ken volksspreuken en volksgezang vaste vormenwaaronder zij steeds herkenbaar zijn, hebben aangenomen? Welke is de aanlei ding tot zoodanige verpersoonlijking geweest? Welke zijn er de oudste sporen van Welke wjjzigingen hebben die voorstellingen in den loop der tijden aangenomen en in welk verband staan die wijzi gingen met de ontwikkeling van ons volkskarakter en onze volks beschaving Tot toelichting der typen, welke bedoeld worden, noemt men van de familie Jan Jan Klaassen, Jan de H'asscherJan Hap en zijn maat Jan Hagel, Jan Salievan Hans Hans Goedblocdy van Frans vrolijke Fransje, en dergelijke. Tot leden zijn benoemd: uit Nederland: Mr. W. J. baron d'Ablaing van Giessenburg, referendaris, tc 's Gravenhage; mr. T. J. E. Zinnicq Bergmann, raadsheer in het prov. geregtshof van Noord-Brabant, te 's lier togen boscli dr. J. Bosscha Jz.schoolopziener enz., te Leyden; mr. W. W, Buma, raadsheer in het prov. Geregtshof van Frieslandte LeeuwardenW. Francken Az.pred., tc Rotterdam; jhr. J. J. de Geer, te Utrecht; mr. M. II. Godefroi, minister van justitie, te'sGravenhageP. Hailing, hoogl., lid van de kon. acad. van wetenschappen, te Utrecht; S. baron van Heemstra minister van binnenl. zaken, te 'sGravenhage; mr. P. G. M. van Hees, algem. secret, der maatsch. tot Nut van 'l Algemeen, tc Amsterdam; dr. N. J. B. Kappeyne van de Coppello, prorector aan het stedel. gymnasium, te Amsterdam; mr. J. Kappeyne van de Coppello, advocaat, te 'sGraven- liage, dr. II. H. Kemiuk, te Utrecht; mr. E. G. Lagemans, redacteur van de Nederl. Staats-Courantte 's Gravenhagemr. J. A. Molster, te Am sterdam; mr. J. A. Philipse, curator der Leydsche lioogesch.- voorzitter der le kamer van de stat. geil., te 'sGravenhage; dr. L. W. E. RauwenhofF, pred., te Leyden; dr. W. N. du Rieu, le Leyden; H. C. Rogge, pred. te Moord recht; W. C. A. Staring, referendaris bij 't min. van binnenl. zaken, le 's Gravenhage; mr. J. II. de Stoppelaar, te Middelburg; mr. C. Visschcr, oud-lid der hoogc Indische regering, oud-voorz. van 't Bataviaasch gen. voor kunsten en wetenschappen, te Arnhem; J. P. van Visvliet, archivaris van Zeeland, le Middelburg; A. Winkler Prinspredik.te Veendam J.C. Zimmerman, koopman, te Amsterdam; C. T. van Asscndelft de Coningh, oud-scheepsgezagvoerderte Amsterdam. Uit de koloniën van den staat, alsmede uit het buitenland: d®. J. F. G. Brumund, te Batavia; Jwase Jasitski, rijkstolk, te Nagasaki (Japan); dr. B. F. Matthes, te Macassar; dr. S. A. Naber, rector van het gymnasium Willem III, te Batavia; Friedr. Nettesheim, te Gelder; mr. C. A. Serrurc, advocaat, te Gent; Moryama Takilsiro, rijkstolk, le Jedo (Japan). De lieer dr. J. II. Schollen, tusschentijds lot medebestuurder benoemd, werd door de vergadering in die betrekking bevestigd. Tot nieuwen bestuurder werd, in plaats van den heer dr. L. J. F. Janssen, die volgens de wet af treden moest, benoemd de heer mr. J. de Wal. De penningmeester en secretaris, die aftreden moesten, zijn in hunne betrekkingen bevestigd. Na den afloop der vergadering heeft men zich lot eenen vriendschappelij- ken maaltijd in het hulplokaal op de Ruïne vereenigd, dat door de daarloe bevoegde commissie uit hel studentencorps beleefdelijk ten gebruike was aan geboden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 1