i»er Telegraaf. Zitting van Zaturdag 12 Wei. Na langdurige beraadslagingen en nadat de ministers van binncnl. zaken en van justitie het voorstel van den heer Dullert hadden bestredenis aan genomen: 1°. zonder hoofdelijke stemming, liet voorstel lot verzending dei- adressen aan den minister van binnenl. zaken, met verzoek om inlichting; 2®. met 37 tegen 22 stemmen, heeft de kamer geoordeeld dat liet bepaalde bij art. 6, laatste lid, van de concessie van den spoorweg Leyden-Woerden, daarin niet mogt worden opgenomen, zonder voorbehoud van bekrachtiging bij de wet. BU1TENLANDSCHEBjElUGTKN. EN6EILAND. In het hoogerhuis heeft lord Derby zijne afkeuring te kennen gegeven over liet met Frankrijk gesloten handelsverdrag en de verwerping voorge steld van de afschaffing der regtcn op het papier. Die verwerping zou, naar hij zcide, de regering in geene ongelegenheden wikkelen, maar daar entegen den fmanciëlen toestand van het land verbeteren. Genoemd wets ontwerp op de afschaffing der regten op het papier is bij de derde lezing in het lagerhuis aangenomen met eene meerderheid van slechts 9 stemmen. Hen beschouwt dezen uilslag bijna als eene nederlaag voor het kabinet. Een brief van de Falkland-eilanden (Zuid-Amerika), van 14 Maart, deelt mede dat de kapitein en de bemanning van het schip Allen-Gardner behoorehde tot het zendelinggenootschap tot verbreiding van het Christen dom onder de bewoners van Patagonië, zijn vermoord. Die moord heeft plaats gehad op den 6den November des vorigen jaars. De kok van het schip was alleen ontkomen en werd door de schooner Nancydie het eerst genoemde vaartuig ging opsporenaan boord genomen. FRANKRIJK. De regering heeft een schrjjven aan de bisschoppen doen toekomen, ten opzigte van de leening voor de pauselijke schatkist, die dezer dagen is uitgeschreven. Daarin wordt gezegd: dat de regering de deelneming in die, gelijk in elke andere buitenlandschegeldleening zal vrij laten, maar daarvan geene gelegenheid tot godsdienstige demonstratiën wil gemaakt hebben, en dat alzoo de geldleening geen onderwerp van bisschoppelijke mandementen noch aanleiding tot gezamenlijke handelingen van de geestelijkheid mag zijn. Dezer dagen is het hnwelijk afgekondigd van prins de Polignac, zoon van den bekenden minister onder Karei X, en raej. Mirez, dochter van den bankier van dien naam. De vader van de bruid heeft zich, naar men zegt, verbonden aan zijne dochter en schoonzoon maandelijks 10,000 fr. uit te keeren en daarbij te voegen vrije woning en tafel in zijn hotel en het ge bruik eener equipage. Dezer dagen kwam het 4de reg. van linie, dat in Algerië had dienst gedaan, te Aix terug. Bij dat reg. bevindt zich de oudste marketentster van Frankrijk, Therèse Jourdan, wed. Patric, geboren in 1765, dus thans 95 jaar ouden die sedert haar 14de jaar als marketentster dienst doet. Haar man is in 1812 bij Lutzen gesneuveld. De officieren van het korps zorgen voor haar onderhoud. ITALIË. Volgens het dagblad van Rome was de ontvangstdie aan koning Vic tor Emmanuel in de Romagna is te beurt gevallenverre van luisterrijk ge weest. In de Domkerk werd door studenten en staatkundige uitgewekenen een heiligschennend gejuich aangeheven. De koning was aldaar slechts twee dagen geblevende bodem der Romagna scheen hem onder de voeten te branden. Voor zoo verre de jongste verkiezingen in Sardinië reeds bekend zjjn zullen de staatkundige partijen in de kamer weinig verandering ondergaan. OOSTENRIJK. De opening der zitting van den rijksraad is op den 21,ten dezer bepaald. Eenige der onlangs voor dat ligchaam benoemde Ilongaarsche leden, die voor de benoeming bedankt hadden, hebben zich door den gouv.-generaal Benedek laten overhalen om in eene schikking te treden, en zullen in den rijksraad zitting nemen; maar graaf Hartig heeft bepaald geweigerd het lidmaatschap te aanvaarden. De theologische faculteit van de Hcidelbergschc hoogeschool heeft een barer sieraden verloren, door liet overlijden van den hoogleeraar Umbreit. ROME, 11 Mei. Onderscheidene leden van het H. Collegie hebben aan den Paus het voorstel gedaan, eene conferentie bij een te roepen, zamenge- steld uit vertegenwoordigers van al de katholieke mogendheden. Deze ver gadering zou den waren toestand in den Kerkelijken Slaat onderzoeken en zulke hervormingen voorstellendie voor uitvoering vatbaar zijn. Het schijnt dat de Paus dat plan gunstig opgenomen heeft. LONDEN, 12 Mei. De Times zegt dat Engeland sympathie heeft voor Sicilië, want het herinnert zich nog de betrekkingen die er, hoewel kort, tusschen Engeland en Sicilië, ten tijde van lord Bentinck, hebben bestaan. Wij verlangen voor Napels eene betere regeringsvorm of anders dat Sicilië er van afgescheiden worde. Het ergste is dat dit voor Frankrijk en Oos tenrijk een nieuw voorwendsel tot lusschenkomst kan zijn. INCEZONPEN. liet Leidsch Dagbladheeft goedgevonden, eene tusschen den Kerke rand en de Gemeente-Commissie der Ned. llerv. kerk alhier aanhangige zaak, onder den titel vaii Een kerkelijk geschil," ter kennisse van 'l pu bliek te brengen. Ik kan mij niet onthouden, eenige regelen daarover en daartegen te schrijven. Bepaaldelijk verzet ik mij tegen N®. 3 der in het genoemde blad geleverde stukkenniet omdat N°. i en N». 2 volle waarheid behelzenmaar omdat vooral N°. 3 veel onwaarheid bevat. De Kerkeraad sprak herhaaldelijk sedert 1854 zijne overtuiging uit, dat het bestaande Reglement behoorde gewijzigd te worden, en in onderschei dene brieven, die ik vóór mij heb liggen (van 7 Julij 24 November en 19 December 1854, 5 Januarij en 12 Februarij 1855), verzocht hij de Ge meente-Commissie tot zulk eene Rcglementsverandering te willen mede werken. Heeft nu de K. R. eindelijk een Concept-Reglement aangenomen, door eene Commissie uit zijn midden ontworpen, de bewering althans, dat dit geschied is zonder eenig overleg met de G. C. of medewerking van die zijde te vragen, blijkt onwaar te zijn. Bovendien, de aanneming van dal concept door den K. R. was een bewijs, jawel, dat hij een Regle ment in dien geest wcnschelijk achtte, maar er is geen enkele stap ge- i daan, om de G. c. te dringen, zich daaraan tc onderwerpen, zoo als men vermoeden zou, als men verder in het »Dagblad" leest, dat de G. C. zich aan dat Reglement niet heeft onderworpenen dat daarop (dat wil hier na tuurlijk zeggen: daaromde K. R. sedert steeds geweigerd heeft, de door de G. C. benoemde leden aan de Gemeente voor te dragenen die Commissie onwettig heeft verklaard. Ook dit is onwaar. Vooreerst is er nog na de bedoelde quacstie door de G. C. een lid benoemden door den K. R. aan de Gemeente voorgesteldvolgens Kerkeraadsbeslnit van 28 Oct. 1857, welk lid ik des noods met name zou kunnen aanwijzen. En dandat de G. C. door den K. R. onwettig genoemd is, is niet, omdat zjj het bestaande Reglement niet herzien wilmaar omdat zij in strijd met art. 5 van het be staande Reglement in het begin van dit jaar een lid in haar midden zitting heeft doen nemenwaarvan de voorstelling aan de Gemeente door den K. R. was geweigerden dat dus ook niet aan de Gemeente voorgesteld was. Verder lees ik, dat de K. R. nu liet middel van arbitrage te baat heeft genomen, zooals dit bij art. 14 (moet zijn art. 15) van hel Reglement is omschreven, maar dat de G. C. bezwaar maakt, daarin toe te stemmen." Om echter juist te speken moet men zeggen, niet, dat de K. R. het mid del van arbitrage te baat heeft genomen, maar in de gegevene omstandig heden wordt, zooals we zien zuilen, dat middel hem door de wet zelve aan de hand gedaan. Dat de G. C. bezwaar maaktdat middel in toepassing te brengen, is waar, maar 'tis ook waar, dat de G. C. daarin geen bezwaar maken magals zij ten minste zich wil houden aan de bepalingen van het bestaande Reglement. Laat ons zien. Waarop grondde de K. R. zijn regt (in 1854 en nu), om te weigeren een door de G. C. benoemd lid aan de Gemeente voor te stellen? Op art. 5 van 't Reglement, waar we dit lezen: »Bij het sterven of ontslag van eenig Lid, zal een ander in deszelfs plaats, binnen den tjjd van twee maandendoor de Gemeente Commissie benoemd en aan de Kerkeraad voor gedragen worden, ten einde binnen den tijd van acht dagen te vernemen, of er redenen zouden zijnwaarom het benoemde Lid aan de Gemeente door den Kerkeraad op den tijd van de openbare godsdienstoefeningen den eerstvolgenden Zondag niet zou kunnen voorgesteld wordenom te weten of iemand een gegrond bezwaar legen den persoon, die benoemd was, mogte hebben in te brengen." Nu beweert de G. C. dat de daar vermelde redenenalleen redenen kunnen zijn, in den persoon, die benoemd is, gelegen, dat de K. R. niets anders te onderzoekeu heeft, dan dit, of de benoemde voldoet aan de ver- eischten, in art. 2 vermeld, dat wil zeggen, of hij lidmaat is der Ned.Herv. Gemeente alhier, onbesproken van leven, sedert twee jaren hier woonach tig, meerderjarig door ouderdom of huwelijk, en niet aan de reeds zitting hebbende leden bestaande in de naaste graden van bloedverwantschap of zwagerschap. De K. R. daarentegen vat het woord redenen op in algemeenen zinen meent de voorstelling van een nieuw benoemde te mogen weigeren ook om redenen die niet in den persoon zijn gelegen. Welke uitlegging de ware is, is mij voor het tegenwoordige volmaakt om het even. Ik constateer alleen het feit, dat er verschil is, verschil van wels-interprctatie. En op grond hiervan verlangt de K. R. de toepassing van art. 15 van 't Regle ment waar we lezen Ingeval onverhoopt, tusschen de Gemeente-Commissie en den Kerkeraad eenige verschillen mogten ontstaanzullen wederzijds een gelijk getal arbi ters uit de Gemeente gekozen wordenaan welker uitspraak beide partjjen zich zullen moeten onderwerpen; zullende het aan deze arbiters mede vrij staan om met gemeen overleg, en des noods door het lot, cenen superarbi ter nevens zich te assumerenenz. Met welk regt nu de G. C. bezwaar kan maken om aan des Kerkeraads verlangen naar arbitrage, overeenkomstig het Reglementte voldoen, dit moge vatten, wie 'tkan. Intusschen de G. C. maakt bezwaar, zij geeft geen toestemmend antwoord op de herhaaldelijk gedane vraag om arbitrage maar integendeel, zij zendt alras den K. R. berigt, dat zij nog weêr een tweede nieuw lid heeft benoemd (let welterwijl er geschil is over de wet tigheid van een ander lid en dus over hare eigene wettigheid voor het tegenwoordige) en verzoekt den K. R. dat nieuw benoemde lid aan de ge meente voor te stellen. Alzoo, art. 15 wordt als niet bestaande beschouwd, den K. R. wordt feitelijk het regt ontzegd, eene opinie te hebben, en een brief wordt hem toegezonden waarvan dit de strekking isdat de K. lt. een voudig alle tegenspraak zal opgeven en naar het gevoelen derG. C. zich schikken. Met het schrijven dezer regelen heb ik hulde gedaan aan de verongelijkte waarheid, en zeker ook het verlangen van den schrijver in het »Dagblad" vervuld, die immers wenschte, nals hij iets onjuist had voorgesteldteregt- gewezen ie ivorden." 11 Hei 1860. E. LAURILLARD. NTAB8 - BKKICTEN. Gewezen vonnissen in strafzaken, door het Kantongeregt, op den 7den Mei 1860. 5 veroordeeld wegens het op Zondag laten liggen van schuiten met bag ger geladen. 1 wegens het bij nacht laten liggen van eene schuit met vuil geladen. 2 wegens het zonder consent baggeren in de Singelgracht. 1 wegens het zonder consent baggeren in den Rijn onder Leyderdorp. 9 wegens het baggerenslaande op den kant des wals. 8 wegens liet niet voldoen aan de verpligting om het schouwbare werk van den polder ter behoorlijker diepte te houden. 8 wegens het bij de jaarlijksche schouw onbeheerd en niet gezuiverd hebben van het werk van den polder. 4 vrijgesproken van de beschuldiging, van het werk van den polder onbe heerd en niet gezuiverd te hebben. 3 van de beschuldiging, van het werk van den polder niet ter behoorlij- ker diepte te hebben gehouden. HEKKNIEIIIV». MIDDELBURG, 10 Mei. Uit het vroeger opgegeven 12-tal predikanten heeft de kerkeraad der Ned. herv. gemeente het volgende 6-tal gevormd: dd. Cliantepie de la Saussaye, te LeydenHooykaas Herderschee, te Nijme gen; Koch, te Oisterwijk; Schouten, te Vianen; en Worst, te Epe. 3-tal: Cliantepie de la Saussaye, Koch en Schouten. Te Scheveningen is lot predikant bij de hervormde gemeente beroepen ds. Gildemeestervan Elburg. Te Amsterdam is tot pred. bij de doopsgezinde gemeente beroepen ds. T. Kuiper, van Zwolle, die echter voor dat beroep heeft bedankt. AKAlHKMUC-ftlKtlW». promotie; aan de leydsche hoogeschool. Den 12dcn Mei de heer J. H. C. Lisman, geb. onder Soeterwoude, in de regten, na verdediging van zjjn akademisch proefschrift: Over curatele op eigen verzoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 2